120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

29
2 Raadsvoorstel Agendanr. : Reg.nr. : 12.0091 B&W verg. : 13 maart 2012 Commissie : MO Onderwerp: Ontmoeten in de wijk Cie_verg. : 18 april 2012 Raadsverg. : 08 mei 2012 1. Status Op grond van uw bevoegdheid kaders voor beleid op hoofdlijnen te stellen, bieden wij u ter vaststelling deze nota over Ontmoeten in de wijk aan 2. Samenvatting De afgelopen jaren investeerden we krachtig in accommodaties op buurtniveau. Dat aanbod is nu meer dan op orde. Reden om het accent te verleggen naar een gerichte stimulering van ontmoetingsactiviteiten en naar een verhoging van het gebruiksrendement van onze buurtcentra. Hiermee vervallen de in 2000 door uw raad vastgestelde uitgangspunten. Samengevat kenmerkt ons toekomstige beleid zich door: - een focus op het stimuleren van activiteiten voor ontmoeting door bewoners - een stop op gemeentelijke investeringen in nieuwe buurtcentra - een effectiever en efficiënter gebruik en beheer van buurtcentra met inzet van vrijwilligers - een focus op aandachtbuurten. Onlosmakelijk daaraan verbonden is een meer concrete visie op het beheer van de buurtcentra. De nota bevat uitgangspunten en voorwaarden voor een krachtiger beheer: klantgerichter, doelgerichter, efficiënter en op basis van kostendekkende tarieven. Tevens geeft de nota aan hoe we per 1-1-2013 de bezuiniging van € 210.000 op de post Ruimtebiedende accommodaties realiseren. De WMO Adviesraad en de Stichting Accommodatiebeleid ’s-Hertogenbosch ondersteunen onze beleidslijn. 3. Voorstel Bijgaand concept – raadsbesluit vaststellen waarin wordt gevraagd om voor het faciliteren van Ontmoeten in de wijk te besluiten tot: 1. Keuze voor scenario 3 Bindingskracht; 2. Vaststelling van de uitgangspunten voor het beheer van buurtcentra; 3. Vaststelling van de voorwaarden voor subsidiëring van buurtcentra en de subsidieverordening hier op aanpassen; 4. Instemming met een scan op efficiënt en effectief gebruik van gemeentelijk maatschappelijk vastgoed; 5. Realisatie per 1-1-2013 van de ombuiging van € 210.000 op de post ‘Ruimtebiedende accommodaties’ door € 170.000 uit structurele ruimte binnen deze post en € 40.000 via een korting op het exploitatiesubsidie van buurtcentra. Steller : Harry van Haren Tel. : (073) 615 93 65 E-mail : [email protected]

Transcript of 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

Page 1: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

2

Raadsvoorstel Agendanr. :

Reg.nr. : 12.0091

B&W verg. : 13 maart 2012

Commissie : MO

Onderwerp: Ontmoeten in de wijk Cie_verg. : 18 april 2012 Raadsverg. : 08 mei 2012 1. Status Op grond van uw bevoegdheid kaders voor beleid op hoofdlijnen te stellen, bieden wij u ter vaststelling deze nota over Ontmoeten in de wijk aan 2. Samenvatting De afgelopen jaren investeerden we krachtig in accommodaties op buurtniveau. Dat aanbod is nu meer dan op orde. Reden om het accent te verleggen naar een gerichte stimulering van ontmoetingsactiviteiten en naar een verhoging van het gebruiksrendement van onze buurtcentra. Hiermee vervallen de in 2000 door uw raad vastgestelde uitgangspunten. Samengevat kenmerkt ons toekomstige beleid zich door: - een focus op het stimuleren van activiteiten voor ontmoeting door bewoners - een stop op gemeentelijke investeringen in nieuwe buurtcentra - een effectiever en efficiënter gebruik en beheer van buurtcentra met inzet van vrijwilligers - een focus op aandachtbuurten. Onlosmakelijk daaraan verbonden is een meer concrete visie op het beheer van de buurtcentra. De nota bevat uitgangspunten en voorwaarden voor een krachtiger beheer: klantgerichter, doelgerichter, efficiënter en op basis van kostendekkende tarieven. Tevens geeft de nota aan hoe we per 1-1-2013 de bezuiniging van € 210.000 op de post Ruimtebiedende accommodaties realiseren. De WMO Adviesraad en de Stichting Accommodatiebeleid ’s-Hertogenbosch ondersteunen onze beleidslijn. 3. Voorstel Bijgaand concept – raadsbesluit vaststellen waarin wordt gevraagd om voor het faciliteren van Ontmoeten in de wijk te besluiten tot: 1. Keuze voor scenario 3 Bindingskracht; 2. Vaststelling van de uitgangspunten voor het beheer van buurtcentra; 3. Vaststelling van de voorwaarden voor subsidiëring van buurtcentra en de subsidieverordening

hier op aanpassen; 4. Instemming met een scan op efficiënt en effectief gebruik van gemeentelijk maatschappelijk

vastgoed; 5. Realisatie per 1-1-2013 van de ombuiging van € 210.000 op de post ‘Ruimtebiedende

accommodaties’ door € 170.000 uit structurele ruimte binnen deze post en € 40.000 via een korting op het exploitatiesubsidie van buurtcentra.

Steller : Harry van Haren

Tel. : (073) 615 93 65

E-mail : [email protected]

Page 2: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

3

4. Inleiding ’s-Hertogenbosch: een levendige gemeente Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in wijken en buurten is onderdeel van ons Wmo-beleid (prestatieveld 1). Het mogelijk maken van ontmoeting behoort daartoe. Afgezien daarvan wíllen we ook graag dat ´s-Hertogenbosch een levendige gemeente is. Dat betekent voldoende ruimte voor het meedoen aan amateurclubs, verenigingen, educatieve activiteiten, vergaderingen en het organiseren van onderlinge hulp. Het zijn plekken waar sociale relaties ontstaan, waar mensen zich al lerende ontwikkelen en waar ze initiatieven ontplooien. Vanuit die opvatting investeren we in allerlei voorzieningen voor uiteenlopende functies. Tegelijk moeten we als gevolg van uw besluiten van april 2011 ombuigingen realiseren. Maatschappelijk rendement centraal Kern van het gewenste beleid is dat we onze investeringen in maatschappelijk gewenste activiteiten zo goed mogelijk laten renderen. We willen gemeenschapsmiddelen dus zo effectief en efficiënt mogelijk inzetten. Het doel van dit voorstel laat zich daarmee als volgt omschrijven: - een actuele visie op het faciliteren van ontmoeten in de wijk - invulling per 1-1-2013 van de bezuiniging van € 210.000 op de post Ruimtebiedende accommodaties. Opbouw raadsvoorstel Hierna gaan we in op buurtcentra vandaag de dag (hoofdstuk 5). Waar hebben we het over, hoeveel zijn er, hoe gebruiken burgers ze en welke alternatieven zijn er. We besteden aandacht aan het beheer, de kosten van de accommodaties en de subsidies die we verstrekken. Vervolgens schetsen we de politiek-bestuurlijke en maatschappelijke context in het hoofdstuk beleidskaders (hoofdstuk 6). Op basis daarvan formuleren we de gewenste beleidsrichting op basis van een scenariokeuze. Daarbij doen wij u ook een voorstel over hoe we de financiële taakstelling denken te realiseren (hoofdstuk 7). De visie heeft gevolgen voor het beheer. Om hier als college uitvoering aan te kunnen geven, formuleren we uitgangspunten en voorwaarden (hoofdstuk 8). Hoofdstuk 9 bevat de financiële paragraaf en hoofdstuk 10 de adviezen van de WMO Adviesraad en de Stichting Accommodatiebeleid ‘s-Hertogenbosch1 en ons standpunt daar op. Hoofdstuk 11 – tenslotte - sluit het voorstel af. 5. Buurtcentra vandaag 5.1. Gemeenschapsgevoel In 2000 stelde u de nota “Accommodaties op weg naar 2005” vast. De daarin opgenomen uitgangspunten zijn er op gericht dat accommodaties voor iedereen toegankelijk zijn, een voldoende bezettingsgraad hebben en een sluitende exploitatie. Als eigenaar realiseert de gemeente nieuwbouw en benodigde aanpassingen. Ook is zij verantwoordelijk voor de kapitaallasten en het groot onderhoud. De gemeente streeft op het niveau van wijken en stadsdelen naar multifunctionele accommodaties/Brede Bossche Scholen met zoveel mogelijk functies. Op het niveau van buurten kan de gemeente vanaf 3.000 inwoners, afhankelijk van de aard en samenstelling van deze buurten, buurthuizen realiseren en in stand houden. Deze uitgangspunten zijn sedertdien niet meer gewijzigd. Inmiddels zijn we ruim tien jaar verder. De samenleving verandert. Veel inwoners van ’s-Hertogenbosch maken deel uit van meer leefwerelden door elkaar heen. Ze voelen zich thuis in de eigen straat of buurt maar ook in de stad zelf. En dankzij sociale media zijn velen tegelijk nauw verbonden met familie of

1 In de Stichting Accommodatiebeleid ‘s-Hertogenbosch (STAB) verenigt zich een groot aantal besturen van sociaal-culturele accommodaties met als doel gezamenlijke belangenbehartiging.

Page 3: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

4

gelijkgestemden waar dan ook ter wereld. Mailen, chatten, twitteren en skypen zijn inmiddels gewone werkwoorden. Deze ontwikkelingen hebben veel voordelen op individueel niveau maar voor het collectief zijn er ook nadelen. Als gemeente ervaren we dat op tal van punten die zijn samen te vatten onder de noemer te weinig verbinding tussen mensen. Dat is ook het motief waarom we ons inspannen om mensen weer meer verbonden met hun straat, buurt of wijk te laten zijn. Hen meer verantwoordelijkheid voor hun omgeving en de mensen daarin te laten dragen. Gelukkig is die verbondenheid op tal van plekken nog steeds aanwezig; en zeker niet alleen in aandachtbuurten. 5.2. Het huidige aanbod: volop ruimte Gemeentelijke buurtcentra Als gemeente stimuleren we op tal van manieren deze verbondenheid. De afgelopen decennia kreeg ’s-Hertogenbosch een rijk aanbod aan accommodaties met een volledige of gedeeltelijke functie om participatie te stimuleren. Het gros daarvan betreft buurthuizen, sociaal-culturele centra (SCC’s) en Brede Bossche Scholen (BBS-en)2. Het zijn vooral door de gemeente gerealiseerde voorzieningen. Daar gaat het in dit plan vooral om. Kortheidshalve vatten we ze samen onder de naam buurtcentra. ’s-Hertogenbosch telt drieëntwintig buurtcentra. Het zijn onderkomens voor maatschappelijk relevante en door ons beoogde activiteiten, zoals bewonersinitiatieven, educatieve en recreatieve activiteiten e.d. De voorzieningen zijn redelijk over de stad verspreid, met de meeste in de zwakkere buurten. Het merendeel is in de afgelopen tien jaar tot stand gekomen of aangepast aan hedendaagse eisen. Zie de kaart op de volgende pagina en bijlage 1 voor een meer gedetailleerd overzicht. Verder hebben we vijf jongerenaccommodaties. Ze zijn vooral bedoeld voor activiteiten gericht op jongeren vanaf een jaar of twaalf om hen te helpen bij het ontwikkelen van vaardigheden voor maatschappelijke participatie en ook om overlast in het openbaar gebied te beperken. Activiteiten voor en met kinderen tot een leeftijd van circa 12 jaar passen prima in buurtcentra. We subsidiëren vijf ouderensteunpunten. Doel is het bevorderen van contact via sociale netwerken ter voorkoming van eenzaamheid en beroep op zwaardere zorg. Het gaat om activiteiten als gezamenlijk de maaltijd gebruiken en sporten. De ruimtes zijn niet van de gemeente maar in het subsidie zit wel een huurcomponent. Steeds vaker is er behoefte aan kleinere ruimtes, soms letterlijk huiskamers voor vaste groepen of wisselende gebruikers uit de buurt. Individuele burgers, maatschappelijke organisaties, corporaties en bedrijven achten wij prima in staat om in deze behoefte te voorzien. Corporaties maken nu al regelmatig ruimte vrij in een complex of straat waar buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten en kleinschalige activiteiten ontplooien. Ook verzorgingshuizen bieden soms ruimte aan de buurt. Buurtcentra bieden onderdak aan zeven zogenaamde wijkpleinen. Deze voorzieningen hebben een informatie- en adviesfunctie voor wijkbewoners. De functies zijn ondergebracht in verspreid gelegen, laagdrempelig toegankelijke BBS-en en buurtcentra.

2 In dit voorstel beperken we ons bij de Brede Bossche Scholen tot de ontmoetingsfunctie.

Page 4: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

5

Page 5: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

Overig aZorgvoobeschikkeveneenen zorgoVeel van 5.3. H BuurtceSinds 20van het skomen li Een inve• d• 6• w• v

b• e• o• h• e Gelet opblijkt uit

Gemidde

3 De avondzijn nameliuur). De ac

aanbod rzieningen a

ken over facins ruimte vooorganisaties, n dit aanbod

Het gebruik

entra 000 is ook hesociaal-cultuiggen op ont

entarisatie eide bezettings66% van de welzijnsorgaverenigingenbij de accomer komen voongeveer dehet merendeer is een gro

p het geringehet volgende

eld bezetting

duren zijn het beijk gebaseerd occommodaties z

als consultatieliteiten voor

or ontmoetingkerken, mosis niet of nie

k

et gebruik vaureel werk enmoetingsact

nd 2008 bij 1sgraad is geactiviteiten hnisaties orga

n organiserenmmodaties ze

oral volwasse helft van deeel van de acote diversiteit

verloop in he gebruiksov

gspercentage

est bezet. Het lap slechts 250 gzijn tijdens scho

ebureaus, ceontmoetingsg kunnen bieskeeën en eet goed ontslo

n de accommn opbouwweriviteiten voor

14 buurtcentrmiddeld 40%

heeft betrekkaniseren er inn 43% van delf sen bezoekere bezoekers/dctiviteiten heet aan tarieven

het gebruik vaverzicht over

e buurtcentra

age gemiddeldeebruiksdagen p

oolvakanties me

entra voor jesactiviteiten. eden: scholeen ruim privaoten voor be

modaties grork door profer en door bew

ra levert ons%3 en fluctueking op vrijetin beperkte me activiteiten

rs (ongeveerdeelnemers eft plaats op n voor huur v

an buurtcent2011 van de

a per wijk 20

e gebruik van deper jaar en er is eestal gesloten.

ugd en gezinDaarnaast kn, sportaccoaat aanbod hwonersactiv

ondig verandessionele orgwoners in de

s gebruiksgegeert sterk tusjdsbesteding

mate activiteitn, wijkbewon

r 45%) en veaan activiteitwerkdagen

van ruimtes.

tra zijn die ree 23 buurtcen

11

e voorzieningenuitgegaan van 9

n, ouderensteent de stad vmmodaties,

horeca, vergaiteiten.

erd. Van actganisaties is e wijk of buur

gevens (zie ossen de diverg ten (13%) ers 23% en

eel minder outen woont in en dan voora

esultaten ookntra in de 12

n is nog enigszin9 gebruiksuren

eunpunten eveel voorzienonderkomenader- en zale

tiviteiten op hhet accent srt.

ook bijlage 2rse accomm

bij 18% lag h

uderen en jon de betreffenal in de avon

k nu nog rele2 wijken.

ns geflatteerd. Dper dag (3 dagd

6

en dergelijke ningen die ns culturele encentra.

het gebied teeds meer

2): odaties

het initiatief

ngeren nde wijk nden

evant. Dat

De percentagesdelen van 3

Page 6: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

7

In kwalitatieve zin zijn er geen onderzoeksgegevens bekend over het succes van deze voorzieningen om het doel (faciliteren van ontmoetingen) te bereiken. Daarom is er een interviewronde gehouden. Eenduidig komt daaruit naar voren dat menging van doelgroepen en activiteiten door het faciliteren van ontmoeten niet helpt voor de gewenste participatie. Ook is er onvoldoende doordenking op wat de buurtcentra op zouden moeten leveren. De geïnterviewden geven aan dat een relatief gering deel van de bevolking van deze accommodaties gebruik maakt. Kenmerkend is het geringe ‘verloop’ van gebruikers. Buurtcentra in gemeentelijk beheer De gemeente beheert ontmoetingsruimtes in Windkracht 5, Educatief Centrum Hintham en 4 BBS-en. De bezettingsgraad in 2011 van de te verhuren ruimtes in Windkracht 5 en Educatief Centrum Hintham was respectievelijk 10% en 19%. De gemiddelde bezettingsgraad in 2011 van de ruimtes in de BBS-en was 30% (26% als we sportruimtes niet mee tellen). De belangrijkste functie van deze ruimtes is het bieden van ontmoetingsplekken voor de wijk. Toch lopen niet alle groepen van de bevolking hier even makkelijk naar binnen. Ouderen geven dat via de Seniorenraad ook expliciet aan. Het reserveringssysteem en het gevoel beperkt invloed te hebben op wat er kan, mag en gebeurt èn op de sfeer, vormen soms een drempel voor gebruik. Anderzijds is er ook geen actief acquisitiebeleid. Het gevolg hiervan is dat ook hier de bezettingspercentages van de ontmoetingsruimtes aan de lage kant zijn. 5.4. Het beheer Publiek belang Het beheer van buurtcentra richt zich op het publieke belang. Dat laat zich omschrijven met termen als participatie, kwaliteit, toegankelijkheid en beschikbaarheid. Duidelijk moge zijn dat niet alleen de overheid of gesubsidieerde organisaties dat publieke belang kunnen dienen maar dat de markt dat soms ook kan. Regulering van overheidswege werkt doorgaans minder goed. Het bevordert de creativiteit amper en effectiviteit en efficiency zijn dan vaak minder belangrijke drijfveren in het beheer. Van belang zijn vooral de combinatie van aspecten als betrokkenheid en binding, oog voor behoeften van bezoekers en bedrijfsmatig verantwoord beheren. Rijk aanbod en onderbezetting Mede door het aanbod van buurtcentra verdween de sociale functie van veel cafés. Die buurtcentra kennen nu een overwegend lage bezetting. De bezetting van buurthuizen is daarbij gemiddeld hoger dan die van door de gemeente beheerde centra. De meeste centra zijn in het weekend gesloten, terwijl er juist dan een vraag naar ruimte is vanuit bijvoorbeeld allochtone organisaties. Openstelling in het weekend en laat in de avond leidt tot extra beheerkosten voor de beherende stichtingen en vervolgens tot een hoger huurtarief. En dat is bezwaarlijk voor gebruikers. De beperkte openstelling leidt niet tot grote problemen. De welzijnsmakelaar die twee jaar lang actief was, kreeg nauwelijks nieuwe vragen naar ruimte. En bij het sluiten van De Oosthoek bleek het mogelijk de activiteiten elders onder te brengen. Mogelijke verklaringen van onderbezetting De meest waarschijnlijke verklaring is dat het aanbod aan ruimte groter is dan de behoefte. Niet uitgesloten is dat ook verschillen in tarieven en manieren van verhuren van vergelijkbare typen ruimtes een rol spelen. Bereikbaarheid, toegankelijkheid en toegestane gebruiksmogelijkheden van buurtcentra vormen voor bepaalde groepen soms een probleem. Zo is het voor ouderen (vooral 75+-ers) belangrijk dat activiteiten in hun directe woonomgeving plaatsvinden. Allochtone organisaties ervaren belemmeringen op het gebied van openingstijden, prijzen en te beperkte mogelijkheden om zelf catering te verzorgen. Dat laatste komt voort uit voorschriften vanuit brandveiligheid of wetgeving voor drank, horeca en tabak. Een andere verklaring voor onderbenutting is de samenstelling van de bevolking. In jonge wijken is er weinig vraag naar sociaal-culturele activiteiten zoals die doorgaans plaatsvinden in een buurtcentrum. Zo maken bewoners in de Groote Wielen nauwelijks gebruik van bijvoorbeeld de openstelling van Windkracht 5 rondom de openingstijden van scholen en kinderopvang in het hetzelfde gebouw.

Page 7: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

8

Vrijwillig besturen Uitgezonderd de BBS-en hebben we de exploitatie en het beheer van buurtcentra ondergebracht bij beheerstichtingen. Organisaties die veelal werken met een vrijwillig bestuur en professioneel beheer, aangevuld met vrijwilligers. Wij hebben daarbij gekozen voor een bescheiden, gemeentelijke rol op afstand waarbij wij ons beperken tot faciliteren en subsidiëren. De centra moeten een exploitatie voeren waarbij de inkomsten minimaal gelijk zijn aan de uitgaven. Naast de subsidie halen zij inkomsten uit verhuur van ruimten, door activiteiten te organiseren en uit horeca. Uitgaven bestaan vooral uit kosten voor personeel en huisvesting (energie, belastingen en onderhoud). Steeds meer buurtcentra hebben moeite een gezonde exploitatie te realiseren en voldoende reserves te creëren. Dit komt door stijgende onderhouds- en energiekosten en door minder inkomsten vanwege een terugloop in activiteiten en bezoekers. Hoe zeer wij de inzet van betrokkenen ook waarderen, het besturen van buurtcentra blijkt kwetsbaar. Het vinden van een goed evenwicht tussen het invullen van de maatschappelijke functie en het realiseren van een sluitende exploitatie is een lastige opgave. Toenemende wet- en regelgeving vergen van bestuursleden en beheerders steeds meer specifieke expertise op het gebied van bedrijfsvoering. Ook is niet elke beheerder even succesvol bij het verhuren van ruimtes en het organiseren van activiteiten. Datzelfde geldt overigens ook voor de vrijwilligers. En, niet in de laatste plaats, het aantal beschikbare bestuursleden loopt bij sommige buurtcentra terug. Omdat het gros van de bestuurders inmiddels ‘op leeftijd’ is, is de bestuurlijke continuïteit risicovol. Bovendien werken de centra onderling weinig samen en is er evenmin sprake van veel samenwerking met brede scholen en andere maatschappelijke instellingen. Hoewel drie centra nut en noodzaak onderschreven, bleek een door ons in 2010-2011 gestimuleerde samenwerkingsvorm van zes buurtcentra op dat moment niet haalbaar door vooral cultuurverschillen, behoud eigenheid en opvattingen over de bedrijfsvoering. Ontwikkelingen Ambities van beheerders en besturen, mede door financiële druk, leiden tot een ontwikkeling van enkele grotere buurtcentra richting een zalenverhuurcentrum. Dit uit zich in bijvoorbeeld onderverhuur van ruimte aan commerciële ondernemingen en para-commerciële activiteiten. Om de financiële problemen van Perron-3 te verlichten, compenseerden we onlangs de beherende stichting SCC Rosmalen voor 2011 eenmalig in hun tekort. Bovendien besloten we om per 2012 de structurele exploitatiesubsidie met € 13.000 per jaar te verhogen. Perron-3 maakt op ons verzoek een ondernemingsplan gericht op een versteviging van continuïteit en zelfredzaamheid. Inzet daarbij is dat de verbinding met maatschappelijke instellingen en andere ruimtevragers in Rosmalen leidt tot een betere, liefst renderende bezetting. De oprichting van een zogenaamde horeca-BV wijzen we daarbij op voorhand niet af. De gemeente beheert multifunctionele ruimtes in BBS-en en sommige buurtcentra. Verhoging van het gebruiksrendement vergt echter andere kwaliteiten dan gemeentelijke beheerders nu bieden. Zo ontbreekt een actief acquisitiebeleid. Tegelijk zijn burgers onvoldoende bekend met wat er kan. Voor een betere bezetting is meer ondernemerschap vereist. Vanuit verschillende overwegingen (beheerkosten, feeling voor doelgroepen, marketing en acquisitie en klantserviceniveau) zien we de huidige beheervorm niet als een oplossing voor de toekomst. Daarom ontwikkelen we een model voor een betere inhoudelijke aansturing en het beheer van de vier bestaande BBS-en en BBS Kruiskamp. De laatste jaren dienen maatschappelijke organisaties als corporaties en het primair onderwijs zich aan als partners bij het beheer van buurtcentra, BBS-en, kindcentra en dergelijke. Zij overwegen in voorkomende gevallen hier dan een beheerstichting voor op te richten. Dit ter onderscheid van de medewerkers van het ‘moederbedrijf’. In dit verband zijn we momenteel in gesprek om voor de BBS-en Nieuw-Zuid en Boschveld het beheer over te dragen aan een woningcorporatie en met schoolbesturen over het beheer van Educatief Centrum Hintham.

Page 8: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

9

5.5. De kosten Gemeentelijke kant Om beleidsmatig gewenste ontmoetingen door en voor bewoners ruimtelijk te faciliteren, investeren we jaarlijks € 6,5 miljoen. Van dit bedrag betreft € 4,5 miljoen de totale (netto) kosten voor buurtcentra in gemeentelijk eigendom (inclusief Perron-3, Educatief Centrum Hintham en Windkracht 5). Bijna twee derde hiervan (€ 2,9 miljoen) bestaat uit de kosten van niet door huurinkomsten afgedekte kapitaalslasten. Circa een derde betreft een gemeentelijke bijdrage voor gebouwgebonden kosten en kosten voor het beheer van buurtcentra4 (€ 480.000) en BBS-en (€ 1,1 miljoen via afdeling S&R). Daarnaast verlenen we voor ongeveer € 2 miljoen aan bijdragen in de huurkosten van organisaties. Zodra men gemeentelijke accommodaties huurt, staan hier weer inkomsten tegenover. We faciliteren ontmoetingen overigens niet alleen door het aanbieden van ruimte. Via bijdragen voor activiteiten van organisaties en bewoners die gebruik maken van de buurtcentra subsidiëren we de ontmoetingsactiviteiten zelf vaak ook. Het gaat dan om activiteiten op het gebied van sport, cultuur, educatie, bewonersinitiatieven, inburgering, etc. vanuit beleid op die terreinen. Een totaaloverzicht van die bijdragen ontbreekt. Accommodatiekant In de exploitatie vormen vooral energie- en onderhoudskosten een zware last voor veel besturen. Sommige accommodaties verkeren in een financieel precaire positie. Een van de oorzaken is dat buurtcentra en BBS-en in para-commerciële activiteiten gebonden zijn aan wettelijke beperkingen. Zij mogen bijvoorbeeld geen bijeenkomsten van persoonlijke aard zoals bruiloften en partijen houden. Dit ter voorkoming van oneerlijke concurrentie met commerciële horeca-instellingen die geen voordelen uit subsidie of het werken met vrijwilligers kennen. Gebleken is dat de continuïteit van accommodaties in gevaar kan komen. Een recent voorbeeld deed zich voor bij De Zuiderster. Om deze situatie het hoofd te bieden, zoeken sommige organisaties de grenzen van het toelaatbare op en we sluiten niet uit dat ze deze soms ook overschrijden. In voorkomende gevallen handhaven we uiteraard. Tarieven De huurtarieven van gemeentelijke buurtcentra (zowel de huur van het gebouw als de onderverhuur aan huurders van ruimte) zijn niet gebaseerd op een kostendekkende exploitatie van voorzieningen. Aangezien de kapitaallasten van gebouwen verschillen, leidt dit tot afwijkende tarieven per gebouw. Voor gebruikers is dit geen logische zaak. Zij verwachten voor ongeveer dezelfde ruimte ongeveer hetzelfde huurbedrag te moeten betalen. Ter stimulering van ontmoetingsactiviteiten door bewoners in BBS-en hanteren we voor dit type activiteiten bovendien een ‘gratis’ tarief van € 0,00 per uur. Vanuit het oogpunt van de gebruikers is dit vreemd en besturen van buurtcentra verbazen zich over deze vorm van concurrentie.

4 De huidige subsidieregeling vergoedt 50% van de personele beheerkosten en 100% van de huurlasten.

Page 9: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

10

5.6. De balans Voorop gesteld zij dat er in ’s-Hertogenbosch buurtcentra zijn met een deskundig bestuur dat ondernemend beheert en met inzet van veel enthousiaste vrijwilligers. Het zijn buurtcentra met een sluitende exploitatie. Desalniettemin is het lage gemiddelde bezettingspercentage van de voorzieningen (buurtcentra én BBS-en voor hun ontmoetingsfunctie) opvallend: gemiddeld is slechts één van de drie beschikbare dagdelen bezet. Kenmerkend is het geringe ‘verloop’ van gebruikers. Gebruiksroosters veranderen weinig. En er is nauwelijks vraag van nieuwe gebruikers. Jaarlijks geven we vele miljoenen aan buurtcentra uit met als doel ontmoetingen ruimtelijk te faciliteren en zo binding en saamhorigheid te genereren. Het gebruik en de bezetting in ogenschouw nemend, leidt dat volgens ons niet in voldoende mate tot het beoogde doel. Daar komt bij dat elders in ‘s-Hertogenbosch volop ruimte is te vinden voor wie activiteiten wil ondernemen. Veel direct of indirect door een overheid gefinancierde organisaties en particuliere bedrijven hebben ruimte in hun accommodaties voor bijeenkomsten, recreatieve activiteiten, handenarbeid, vergaderen, etc. Exact dezelfde activiteiten die wij van burgers in gemeentelijke buurtcentra verwachten. Ook verandert de behoefte aan ruimte. Sommige gebruikers willen kleinere ruimtes op huiskamerniveau. Dat hoeven niet per se gemeentelijke accommodaties te zijn. Veel van die mogelijkheden zijn nog onbekend bij mensen die ruimte zoeken. Veel mogelijkheden zijn feitelijk ook nog niet beschikbaar. Hier is sprake van maatschappelijke inefficiency. De kunst is vraag en aanbod bij elkaar te brengen! Onze intentie is het bevorderen van sociale samenhang. We doen dat door ontmoetingen ruimtelijk te faciliteren. Buurtcentra en BBS-en dragen daar in beperkte mate aan bij. Zeker, er zijn nog tal van verenigingen en organisaties die wekelijks of incidenteel ruimte nodig hebben voor hùn specifieke behoefte op tijdstippen die hen het beste uitkomt. En toch maken relatief weinig mensen gebruik van deze accommodaties. En de gebruikers (en de daar met veel inzet werkende vrijwilligers) vergrijzen. Ook dat beïnvloedt de behoefte aan fysieke ruimte. Al met al gaat het om een kwetsbare én kostbare werkwijze. 6. Beleidskaders Coalitieakkoord 2010-2014 Het Coalitieakkoord geeft aan dat we in deze raadsperiode de effectiviteit van het zorg- en welzijnsbeleid gaan verbeteren. Onderdeel daarvan is het beleid gericht op ‘ontmoetingsplekken’ in de wijk. Met onderwijs als basis hebben BBS-en aanvullende functies die de wijkstructuur moeten versterken door als ontmoetingsplekken in en voor de wijk te functioneren. Het akkoord geeft voorts aan dat we bij nieuwe vragen om voorzieningen op wijkniveau eerst bezien of een bestaande accommodatie dan wel een BBS hier in kan voorzien. Om ontmoetingsplekken op langere termijn levensvatbaar te houden, zijn op korte termijn maatregelen nodig om te komen tot een efficiënte en betaalbare beheerstructuur in een combinatie van professionele krachten en vrijwilligers. Verder steekt het akkoord in op multifunctioneler en efficiënter gebruik van ruimtes. Het door de raad in 2010 vastgestelde scenario Stadskracht om richting te geven aan de ombuigingen, vloeit direct voort uit het coalitieakkoord. Belangrijkste kenmerk van het scenario is dat het uit gaat van de zelfredzaamheid van mensen als uitgangspunt voor het gemeentelijke handelen.

Page 10: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

11

Discussienotitie ruimtebiedende accommodaties Uw bespreking eind 20105 van een discussienotitie gaf ons houvast voor het voorliggende raadsvoorstel. Gegroepeerd naar vier invalshoeken ontstond het volgende beeld: op eigen kracht • bij het bereiken van doelen moet de kracht van de mensen en van de wijk centraal staan. • bewoners en vrijwilligers zorgen zelf voor een goede programmering van ontmoetingsactiviteiten rol gemeente • adequaat stimuleren van activiteiten die bewoners zinvol en belangrijk vinden • adequaat accommoderen van mensen in het ontplooien van activiteiten die zij zinvol vinden • alleen accommodaties subsidiëren als er geen betere of goedkopere alternatieven zijn accommodaties • accommodaties zijn instrumenten voor doelen als leefbaarheid, participatie en WMO-beleid • neiging naar relatieve kleinschaligheid en fijnmazigheid en kiezen voor breedte • functies slim combineren en waar mogelijk accommodaties voor andere functies gebruiken • aandacht voor fysieke en psychologische toegankelijkheid van de accommodaties. • gebouwen inrichten op ontmoetingsactiviteiten in eigen beheer, ook op minder courante tijden beheer • veel meer ruimte bieden voor initiatieven van bewoners en ondernemers • professionalisering door beheer over te dragen aan een maatschappelijke organisatie of een

eigenstandige beheerstichting, ter voorkoming van het ‘omvallen’ van accommodaties • verschillende beheermodellen in het raadsvoorstel opnemen, waarbij altijd oog voor maatwerk • globaal overzicht geven van eventuele financiële gevolgen van keuzemogelijkheden in beheer. Input besturen en vrijwilligers buurtcentra Natuurlijk hebben we ook met bestuurders/vrijwilligers en gebruikers van de buurtcentra gesproken. In juni 2011 waren vertegenwoordigers van het STAB en 15 buurtcentra bij elkaar om met ons te praten over de ontwikkeling van het beleid. De aanwezigen formuleerden vier aanbevelingen: • meer samenwerking tussen accommodaties en andere partners (meer efficiency, betere kwaliteit) • overwegen om tot een minimale bezettingsgraad te komen • taken en activiteiten van bestuurders meer uitvoerend en minder administratief-organisatorisch • kwaliteitscriteria van bestuurders (meer professionaliteit en kwaliteit). Eerder al, bij de inspraak op de Discussienota, gaf de Seniorenraad te kennen dat men meer sturing wil op kleinschalige, buurtgebonden accommodaties waar ouderen binnen kunnen lopen om elkaar informeel te ontmoeten. Men verwacht dat de gemeente maatschappelijke ondernemers, zoals zorginstellingen en woningbouwcorporaties, stimuleert ruimtes beschikbaar te stellen. Ook pleit de raad voor activiteitensubsidies voor doelgroepen. Verder wil men kwaliteitscriteria voor het beheer. Wijkgericht werken Ook de in oktober 2011 door uw raad vastgestelde visie op de ontwikkeling van het wijkgericht werken doet uitspraken die relevant zijn voor buurtcentra. Hoofdlijn daarbij is het benutten en faciliteren van de eigen kracht van bewoners en hun verbanden. Uw raad heeft daartoe drie richtinggevende uitgangspunten vastgesteld: bewoners als drijvende kracht, differentiatie op buurtniveau en versterking van de gemeentelijke regie in de aandachtbuurten door het opstellen, coördineren en sturen op het uitvoeren van integrale en gebiedsgerichte programma’s in samenwerking met de professionele wijkpartners.

5 Discussienotitie ruimtebiedende accommodaties, commissie MO, december 2010

Page 11: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

12

Kader sociaal beleid Onlangs heeft uw raad het voorstel De sociale kracht van de stad vastgesteld als richtinggevend kader voor een effectiever sociaal beleid. Het kader richt zich op het herijken van de relatie tussen overheid en burger. De gemeentelijke inzet zal zich veel meer gaan toeleggen op het mobiliseren van sociale activiteit en veerkracht van mensen en hun netwerken. Dat betekent meer focus op het stimuleren van initiatieven voor de buurt of voor andere mensen. Daarmee gepaard gaande subsidies kunnen daardoor in principe tijdelijk en kortdurend zijn. Conclusie Deze bestuurlijke koerswijziging betekent dat we specifieker gaan bepalen waarom en met welk doel wij burgers en organisaties ruimte in buurtcentra willen bieden; ruimte is immers ook elders aanwezig. Uit oogpunt van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid willen we als gemeente in elk geval niet meer ' eigen fysieke ruimte' inzetten dan strikt noodzakelijk is. Verreweg het belangrijkst is het beoordelen of een activiteit bijdraagt aan het realiseren van ons beleid. Daarna speelt pas de ruimtevraag en de eventuele rol van de gemeente hierin. Samengevat: we willen vooral mensen activeren om zich met elkaar en met hun directe omgeving te verbinden door gezamenlijk en voor elkaar activiteiten te ontplooien. Als dat ‘ontmoeten’ ruimte vergt, dan kunnen mensen primair terecht in wat het particuliere initiatief te bieden heeft. Pas als dat niet kan of niet op de goede plekken, ligt er mogelijk een rol voor de gemeente. Het moge duidelijk zijn dat na uw besluit de in 2000 vastgestelde uitgangspunten voor beleid voor buurtcentra zijn vervallen. 7. Visie: activiteiten als bindingskracht in de stad 7.1. Activiteiten faciliteren We ontmoeten elkaar in sportverband, in een zangkoor of toneelvereniging, in een café, bij de buurtbarbecue, in de moskee, op het internet. Eigenlijk overal. Daarom moeten we als gemeente ook anders kijken naar het faciliteren van ontmoeting. Welke rol hebben we daar bij en wat kan de stad zelf? En als we minder geld hebben, willen we dan investeren in de gebouwen of in de activiteiten die er gebeuren. Een evenwichtig antwoord blijkt lastig; verwachtingen en belangen lopen uiteen. Uit het gebruik van onze buurtcentra leiden we af dat er de laatste jaren een gedifferentieerd beeld is ontstaan van wat we met het doel ‘ontmoeten’ bereiken. Organisaties en bewoners kiezen voor hun activiteiten niet automatisch meer een gemeentelijke of door de gemeente gesubsidieerde accommodatie. Ook zal de bevolking in bepaalde stadsdelen de komende decennia qua aantal en leeftijdsopbouw anders dan nu samengesteld zijn. En dat betekent dat men andere eisen zal stellen aan ligging, bereikbaarheid, toegankelijkheid en gebruiksmogelijkheden van buurtcentra. De kunst voor de gemeente is om flexibiliteit in de aanwending van financiële middelen te hebben. Dan is het meer dan nu mogelijk om activiteiten te stimuleren die op een bepaald moment of in een bepaalde buurt tot ontwikkeling komen en die bijdragen aan gemeentelijk beleid. Beter dan door het aanbieden van ruimte kunnen we dan meebewegen met maatschappelijke ontwikkelingen. 7.2. Scenario’s buurtcentra Leidend beleidsprincipe Leidend principe voor het bereiken van ons doel (faciliteren van ‘ontmoeten’) is dat we beter activiteiten kunnen financieren dan ons geld in gebouwen te steken. Alleen beoogd maatschappelijk rendement rechtvaardigt voor de gemeente het bezit en de verhuur van buurtcentra. Daarom richten we ons vooral op het versterken van het bestaansrecht van goed lopende organisaties. Kenmerken zijn een goede

Page 12: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

13

bezetting met tevreden gebruikers, zelfredzaamheid in financiële zin en bestuurlijke continuïteit. Dat legitimeert ook de toetsing van afspraken over het beoogde gebruik. Mede gegeven de financiële omstandigheden betekent dit dat we een sober beleid voorstaan. Als gemeente zullen we in beginsel daarom geen buurtcentra meer realiseren. Dat moet leiden tot het inpassen van activiteiten in de accommodaties die er zijn en – op termijn - tot minder gemeentelijke buurtcentra. En tegelijk willen we er voor zorgen dat juist in aandachtbuurten, waar het beoogde maatschappelijke rendement het grootst is, dergelijke voorzieningen aanwezig zijn en blijven. De gebouwen moeten flexibel te gebruiken zijn. Sportkantines bijvoorbeeld, zijn vooral 's avonds in gebruik en kennen overdag veel leegstand. Dat biedt kansen voor behoefte aan ruimte overdag. En verzorgingshuizen en dagactiviteitencentra zijn juist vooral overdag in gebruik en kunnen ’s avonds en in het weekend alternatieven bieden. Scenario’s Voor het aanbod aan buurtcentra in de toekomst schetsen we hierna kort drie uitvoerbare scenario’s. Per scenario geven we de consequenties voor de doelen van deze nota aan: de herijking van de visie op ontmoeten in de wijk en de invulling van de taakstelling van € 210.000. We onderscheiden drie scenario’s: 1. Survival of the fittest - doorgaan met huidige in de praktijk gegroeide manier, waarbij bestaande buurtcentra

maatgevend zijn - geringe gemeentelijke sturing op voorzieningenniveau en organisatie van beheer - ad-hoc-benadering van gerezen problemen in de exploitatie van buurtcentra - realiseren bezuiniging door structurele ruimte van het budget Ruimtebiedende accommodaties

en subsidievermindering buurtcentra 2. Normatieve aanpak - sterke gemeentelijke sturing op bezettings- en voorzieningenniveau - een normatieve aanpak door per X.000 bewoners een buurtcentrum te realiseren - een normatieve aanpak bij de exploitatie op basis van een minimale bezettingsgraad - realiseren bezuiniging door structurele ruimte van het budget Ruimtebiedende accommodaties en subsidievermindering buurtcentra 3. Bindingskracht - gemeentelijke regie op spreiding van buurtcentra (prioriteit bij aandachtbuurten) - deskundig bestuur op vrijwillig niveau met een decentrale invulling van de programmering met

professioneel beheer en vrijwillige inzet - efficiënter en multifunctioneler gebruik van gemeentelijke accommodaties - realiseren bezuiniging door structurele ruimte van het budget Ruimtebiedende accommodaties

en subsidievermindering buurtcentra. Voorkeurscenario 1. Doorgaan op de huidige manier is het minst aantrekkelijk. Bij sommige centra staat het beheer nu al onder zware druk. Vrijwilligers raken steeds meer belast met administratieve en organisatorische taken. Effectiviteit en efficiency in het gebruik nemen niet toe. Moeilijk verklaarbare verschillen in tarieven blijven. En keuzes om toch tot reductie van het aantal te komen, zijn niet te vermijden. 2. Het normatieve scenario komt het meest overeen met het in 2000 vastgestelde beleid. Het vereist een sterke gemeentelijke sturing. Dat sluit niet aan bij de Kracht van de stad. Ook financieel en qua gebruiksrendement is dit scenario ongewenst. In plaats van ons te laten leiden door initiatieven en

Page 13: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

14

activiteiten van bewoners in de buurt, baseren we het aanbod aan buurtcentra op een normatieve aanpak. Dit kan het gevoel van organisaties dat zij recht op een ‘eigen’ accommodatie hebben, versterkt ontwikkelen. Bepalen en handhaven van een bezettingsnorm is eveneens lastig en arbeidsintensief gelet op onder meer grote verschillen in doelgroep en inzet van vrijwilligers per buurtcentrum. Het vergt een betrouwbare administratie van gebruik en gebruikers. 3. Het 3e scenario ligt het meest voor de hand. Hierin staat een effectieve en efficiënte inzet van gemeenschapsmiddelen centraal. We faciliteren bewonersactiviteiten, leidend tot binding van mensen onderling en aan de stad. Bij de in stand te houden buurtcentra geven we de hoogste prioriteit aan de aandachtsbuurten. Juist daar beschikken bewoners vaak over minder draagkracht en oplossend vermogen voor problemen in hun buurt. We streven naar een maximaal gebruik van ruimte in accommodaties met een andere hoofdfunctie (gemeentelijk of particulier eigendom).

Voorstel 1: keuze voor scenario 3 Bindingskracht 7.3. Uitwerking scenario 3 Bindingskracht Voorzieningen Aan de basis van uitvoering van scenario 3 ligt een scan van ons maatschappelijk vastgoed (zie hierna onder 8.3). Doel daarvan is te analyseren of het gebruiksrendement in voldoende mate opweegt tegen de kosten die het met zich meebrengt. Is dat niet het geval, dan gaan we activiteiten doelmatiger onderbrengen. Het gros van de activiteiten kan wellicht bij sportverenigingen of in andere voorzieningen in de wijk plaatsvinden. Lukt ook dat niet of niet goed genoeg, dan zullen we de subsidiëring van de voorziening ter discussie stellen met mogelijk sluiting als gevolg. Een uitzondering geldt de aandachtsbuurten. Juist daar is een bindende werking meer nodig dan elders. Hier handhaven we de buurthuizen, tenzij er betere alternatieven zijn. Dit betekent voor de verschillende typen voorzieningen het volgende: 1. Buurtcentra

We onderzoeken hoe buurthuizen multifunctioneler en efficiënter te benutten zijn. Bewoners kunnen laten zien dat buurthuizen de moeite waard zijn door ze intensiever dan nu voor hun activiteiten te gebruiken (Kader sociaal beleid: nulde lijn). Ons belang bij sociaal-culturele centra spitsen we meer toe op gebruik voor primair maatschappelijke doeleinden. Uit oogpunt van een financieel gezonde exploitatie onderzoeken we hoe we de centra minder afhankelijk van gemeentelijke subsidie kunnen maken. Bijvoorbeeld door exploitanten toe te staan om ook inkomsten uit commerciële activiteiten te ontplooien (KSB nulde lijn). Samenwerking tussen sociaal-culturele centra is daarbij gewenst. Wij zullen hen daarbij naar vermogen ondersteunen. In Brede Bossche Scholen staat leren en (leren) participeren centraal. Vooral die laatste functie heeft een flinke impuls nodig. We willen immers dat BBS-en uitgroeien tot plekken waar een veelheid van doelgroepen komt en ook graag wil komen om er diensten af te nemen en anderen te ontmoeten. Daarom gaan we hun functie nog meer richten voor de burger bedoelde informatie- en adviesfuncties (KSB eerste lijn). Dat doen we door hier wijkwinkels, wijkpleinen en vergelijkbare functies te concentreren. Ook onderzoeken we de mogelijkheid van BBS-en als structurele werkervaringsplaats. Waar kinderen komen, past geen tap. Alcoholgebruik verdraagt zich vaak slecht met het doel van buurtcentra. We zullen daarom het schenken van alcohol in buurtcentra aan banden leggen. Uitgezonderd nader aan te wijzen evenementen, zullen we dit beperken tot de avonduren èn gekoppeld aan een activiteit. In BBS-en is het schenken van alcohol tijdens openingstijden van

Page 14: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

15

school en kinderopvang al niet toegestaan. Daarbuiten kunnen alleen deelnemers aan activiteiten alcohol nuttigen (mits zij aan de wettelijk vereisten voldoen).

2. Jongerenaccommodaties en steunpunten voor ouderen

We hebben vijf jongerenaccommodaties omdat we vinden dat jongeren en andere gebruikers qua activiteiten en sfeer meestal niet samen in één gebouw kunnen. Doel van de centra is jongeren te helpen bij het ontwikkelen van vaardigheden voor maatschappelijke participatie en ook het beperken van overlast in het openbaar gebied. We achten het huidige aantal voldoende als stedelijk aanbod. Samen met de vijf ouderensteunpunten zullen we op basis van nader onderzoek nagaan met welke inzet we ouderen het best van dienst kunnen zijn.

3. ‘Huiskamers’

Uitgezonderd bestaande situaties rekenen we het ruimtelijk faciliteren van ‘huiskamers’ niet tot onze verantwoordelijkheid. Onze rol is vooral particuliere organisaties te enthousiasmeren om ruimte voor bewonersinitiatieven beschikbaar te stellen. Voor activiteiten kan men een beroep doen op subsidieregelingen.

Gebruik van buurtcentra We leggen een nòg grotere nadruk op een intensiever gebruik door bewoners en maatschappelijke organisaties van de buurtcentra; binnen de bestaande subsidiekaders en inclusief de te realiseren bezuinigingen als gevolg van de ombuigingen. Gelet op onze jaarlijkse financiële bijdrage mogen we niet tevreden zijn met de huidige gemiddelde bezettingen van om en nabij de 40%. Hier ligt een grote verantwoordelijkheid van beherende organisaties. Tegelijk ondersteunen we de organisaties bij dit doel door nieuwe activiteiten in de buurtcentra onder te brengen, tenzij er onoverkomelijke bezwaren zijn. Zo huisvesten we informatie- en adviesfuncties voor wijkbewoners in verspreid gelegen, laagdrempelig toegankelijke buurtcentra (bij voorkeur in een BBS). Datzelfde geldt voor dagbestedingsactiviteiten na de decentralisatie van delen van de AwBZ. Tenslotte bezien we – in overleg met het STAB – of er behoefte is aan opleidingsfaciliteiten om het deskundigheidsgehalte van vrijwillige bestuurders en beheerders waar noodzakelijk op een hoger niveau te brengen. Waar mogelijk streven we daarbij naar inschakeling van Galant en Zilveren kracht. Digitaal faciliteren van ontmoeten Eerder gaven we al aan dat er allerlei digitale communicatiemogelijkheden zijn. Zo bestaan er naast individueel gerichte sociale media (Facebook, Hyves, Twitter en LinkedIn) ook sites die zich richten op afzonderlijke buurten of doelgroepen. Via een site als SeniorWeb (www.seniorweb.nl) laten vrijwilligers vijftigplussers kennis maken met computers, het internet, e-mail en andere middelen tot contact. En ook in onze gemeente zijn er verschillende digitale buurthuizen. Enkele voorbeelden zijn: www.hambaken-actief.nl en www.dorpengelen.nl. We zien deze sites als goede mogelijkheden om - aanvullend op de gebouwde ruimtes voor ontmoeting – mensen de gelegenheid te bieden tot buurtgerichte contacten en activiteiten. Inmiddels heeft meer dan 95% van de Nederlandse huishoudens een internetaansluiting. In potentie hebben deze sites dus een groot bereik onder alle bewoners van een buurt of wijk. Bekendheid met het bestaan en actualiteit en kwaliteit van de informatie bepalen het gebruik ervan. Voor belangstellenden kan een website waar men kan zien waar ruimtes (commercieel/niet-commercieel) beschikbaar zijn zeer nuttig zijn. Bij voorkeur zou men daar ook daadwerkelijk ruimte moeten kunnen reserveren. Uitgangspunt is dat ook hier de ‘kracht van de stad’ voor initiatief, beheer en exploitatie zal moeten zorgen. Mits bij voorkeur samenwerkende buurtcentra of andere maatschappelijke partners hiertoe het initiatief nemen, zullen wij bezien of en hoe we dit kunnen ondersteunen.

Page 15: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

16

8. Beheer van buurtcentra Hiervoor hebben wij u ons beleid voor buurtcentra uiteengezet. In deze paragraaf richten we ons op het beheer ervan. Dat bestaat uit de gebruikers- en de eigendomsexploitatie. De laatste is de verantwoordelijkheid van ons college. Vandaar dat het hier gaat over de gebruikersexploitatie. Beheer moet leiden tot optimaal gebruik. Professioneler ondernemerschap is daartoe onontkoombaar. Dat kan ook prima met behulp van deskundige vrijwilligers. Relevant is dat te realiseren maatschappelijke doelen bekend en geaccepteerd zijn. Van groot belang is ook dat beheerders ervaren zijn in het beheren van multifunctionele accommodaties. Vanuit die professionaliteit moeten zij zich betrokken voelen bij (potentiële) gebruikers, bij de accommodatie en bij het samenwerken met vrijwilligers. De kwaliteit van besturen is van groot belang voor het succes van de buurtcentra. Het op peil brengen en houden van de kwaliteit van besturen van buurtcentra is primair de verantwoordelijkheid van de centra zelf. Onderlinge samenwerking en inbreng van terzake kundige vrijwilligers kan via bijvoorbeeld Galant, Zilveren Kracht of de Sesam Academie. Wij zullen ons samen met de stedelijke organisaties inspannen voor goede ‘ondernemers’ in buurtcentra. Dat kan door vrijwilligers zorgen uit handen te nemen, te dereguleren waar mogelijk en gewenst en door gerichte en verantwoorde financiële steun. 8.1. Uitgangspunten beheer Tot nu toe hebben we het publieke belang niet tastbaar gemaakt. Door uitgangspunten voor het beheer vast te stellen, verstrekt uw raad ons college handvatten voor de uitvoering van het beleid. De uitgangspunten zijn alle gericht op een intensiever gebruik van buurtcentra. Nadrukkelijk stellen we dat we per type en soms per voorziening altijd maatwerk bieden, binnen de financiële kaders en met in achtneming van de door u vast te stellen uitgangspunten en voorwaarden. Uiteraard hoort hierbij een gedegen, integrale aanpak vanuit de verschillende gemeentelijke taken (vastgoed, welzijn en zorg). Uitgaand van het door ons voorgestane scenario 3 Bindingskracht ter uitvoering van het leidende principe, maken de volgende uitgangspunten dit scenario concreet hanteerbaar en uitvoerbaar: 1. beheer van buurtcentra6 gebeurt op deskundige wijze door een vrijwillig bestuur in combinatie

met (deels) professioneel beheer 2. besturen van buurtcentra met zicht op verzelfstandiging werken onderling samen 3. gemeentelijke buurtcentra realiseren ‘social return’ via de inzet van mensen met een afstand

tot de arbeidsmarkt in het beheer 4. besturen hebben een eigen verantwoordelijkheid voor de hoogte van huurtarieven van ruimtes 5. beheer van de vijf jongerenaccommodaties gebeurt professioneel met behoud van vrijwillige inzet.

Voorstel 2: uitgangspunten voor beheer vaststellen 8.2. Voorwaarden voor subsidiëring Het gebruik van buurtcentra moet overeenkomen met waar ze voor bedoeld zijn. In relatie daarmee kunnen en willen we het voortbestaan ervan niet altijd garanderen. Tegelijk moet er duidelijkheid zijn over onze overwegingen voor subsidiëring.

6 Bij BBS-en vinden enkele proeven rond beheer plaats. We wachten de resultaten af alvorens beleidswijzigingen te overwegen.

Page 16: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

17

Wij stellen u daarom voor vijf voorwaarden vast te stellen als afwegingskader bij subsidieaanvragen: 1. passen de activiteiten binnen de gemeentelijke beleidsdoelen 2. is het gros van de activiteiten bestemd voor en komt het tot stand door de buurt 3. is er organisatorische continuïteit aanwezig 4. is er een meerjarig sluitende exploitatie binnen het geldende subsidiekader 5. is er in de omgeving alternatieve ruimte voor activiteiten aanwezig. We gaan de subsidieverordening Ruimtebiedende accommodaties aanpassen aan deze beleidsrichting en zullen u deze vervolgens ter vaststelling aanbieden.

Voorstel 3: voorwaarden voor subsidiëring vaststellen en subsidieverordening aanpassen 8.3. Scan maatschappelijk vastgoed Na vaststelling van voorliggende nota zal de gemeentelijke afdeling Maatschappelijk Vastgoed per stadsdeel vraag en aanbod inventariseren en toetsen aan de door u vast te stellen uitgangspunten en voorwaarden. Uitgaande van maatwerk waarderen we de gemeentelijke accommodaties dan op het gebruik, beheer en de staat van het pand. Indicatoren voor een succesvolle gebruikersexploitatie zijn bijvoorbeeld: doel, gebruik, bezetting, spreiding, soorten vrijwilligerswerk (korte en langdurige inzet), inzet vrijwilligers, bestuurlijke continuïteit. In navolging van het advies van de WMO Adviesraad zullen we ook het belang van het buurtcentrum voor de sociale infrastructuur in de buurt betrekken. Daarbij gaan we ook na welke alternatieve ruimtes in eigendom van derden in de omgeving aanwezig zijn. Ook in deze fase consulteren we de beherende stichtingen, woningbouwcorporaties, Divers en de meest relevante belangenbehartigers. En natuurlijk gebruiken we informatie uit rapporten als Vergelijk de wijk. Kan men binnen een nader te bepalen, redelijke termijn niet voldoen aan de uitgangspunten en voorwaarden, dan staat continuring van het subsidie ter discussie. Afhankelijk van de mogelijkheden van het bestuur om andere inkomsten te genereren, zullen we desnoods overwegen over te gaan tot sluiting en afstoting of sloop van de voorziening. Uiteraard zullen wij u hier dan via een raadsinformatiebrief over informeren. 9. Financiën Intensivering beleid De nota bevat een aantal aanzetten voor intensivering van beleid. Uitgangspunt daarbij is dat we de hiervoor benodigde financiële ruimte binnen het betreffende beleidsveld zullen proberen te vinden. Ombuigingstaakstelling Uw raad heeft in april 2011 besloten om met ingang van 2013 € 210.000 om te buigen op het accommodatiebeleid. Deze ombuiging realiseren we voor € 170.000 door het budget op de post ‘ruimtebiedende accommodaties’ te verlagen7. Dit is verantwoord door zeer terughoudend om te gaan met dit budget en omdat het subsidie voor ‘De Oosthoek’ is vrijgevallen en we enkele kleinere besparingen kunnen realiseren. Voor het restant (€ 40.000) van de taakstelling zal een korting op het subsidie van 10 buurtcentra plaatsvinden.

Voorstel 4: invulling ombuigingen vaststellen

7 De post ‘ruimtebiedende accommodaties’ is in de begroting 2012 opgenomen voor € 477.000

Page 17: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

18

10. Advies WMO Adviesraad en Stichting Accommodatiebeleid ‘s-Hertogenbosch De WMO Adviesraad stelt vast dat het concept-raadsvoorstel “Ontmoeten in de wijk” is gericht op het verhogen van het gebruik van buurtcentra. De raad ondersteunt de inzet van het college om mensen weer meer verbonden te laten zijn met hun straat, buurt of wijk en hen daar voor ook verantwoordelijkheid te laten dragen. Men accepteert ook de beleidswijziging om geen aanvullende buurtcentra meer te bouwen. De Wmo Adviesraad stemt in met de keuze voor het scenario 3 “Bindingskracht” en de daaraan verbonden beleidsuitgangspunten en subsidieregels. Enige zorg uit men over het vermogen van besturen van buurtcentra om dit gewenste scenario ook daadwerkelijk mogelijk te maken. Men adviseert het college hierbij ‘de vinger aan de pols’ te houden en zo mogelijk ondersteuning te bieden. Voorts geeft de raad een aantal praktische adviezen voor de uitvoering van het beleid. De Stichting Accommodatiebeleid ’s-Hertogenbosch (STAB) beoordeelt het raadsvoorstel als een helder verhaal, waarmee men goed kan werken. Het STAB geeft aan graag met ons college mee te denken en mee te werken om het voorgenomen beleid gestalte te geven. Men ondersteunt het voorgenomen onderzoek naar de effectiviteit van de accommodaties. De besturen staan volgens het STAB open voor het gemeentelijke voornemen om meer invloed op de activiteiten en de bezetting van de accommodaties te hebben. De besturen gaan er van uit dat de gemeente hen bij het vervolgtraject zal betrekken. 11. Ten slotte Recent heeft u De sociale kracht van de stad als kader voor sociaal beleid vastgesteld. In de loop van 2012 leggen wij u de aangekondigde uitvoeringsplannen ter besluitvorming voor. Deze nota over het faciliteren van beleidsmatig gewenste ontmoetingen past uiteraard binnen dat kader. Na vaststelling van deze visie op ‘ontmoeten in de wijk’ door uw raad, behoort de uitvoering ervan tot de verantwoordelijkheid van ons college. Als gevolg van uw besluit over deze nota komen de in 2000 door u vastgestelde uitgangspunten te vervallen. Burgemeester en wethouders van ‘s-Hertogenbosch, De secretaris, De burgemeester, mr. drs. I.A.M. Woestenberg mr. dr. A.G.J.M. Rombouts Bijlagen: 1. Overzicht buurtcentra 2. Het gebruik van buurtcentra 3. Advies WMO Adviesraad 4. Reactie Stichting accommodatiebeleid ’s-Hertogenbosch 5. Reactie van het college op de adviezen

Page 18: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

19

De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch in zijn openbare vergadering van 08 mei 2012; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 maart 2012, regnr. 12.0091; gelet op de Gemeentewet; Besluit voor het faciliteren van Ontmoeten in de wijk te besluiten tot: 1. Keuze voor scenario 3 Bindingskracht; 2. Vaststelling van de uitgangspunten voor het beheer van buurtcentra; 3. Vaststelling van de voorwaarden voor subsidiëring van buurtcentra en de subsidieverordening

hier op aanpassen; 4. Instemming met een scan op efficiënt en effectief gebruik van gemeentelijk maatschappelijk

vastgoed; 5. Realisatie per 1-1-2013 van de ombuiging van € 210.000 op de post ‘Ruimtebiedende

accommodaties’ door € 170.000 uit structurele ruimte binnen deze post en € 40.000 via een korting op het exploitatiesubsidie van buurtcentra.

's-Hertogenbosch, De gemeenteraad voornoemd, De griffier, De voorzitter, drs. A. van der Jagt mr. dr. A.G.J.M. Rombouts

Page 19: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

20

Bijlage 1 Overzicht buurtcentra Naam Type Stadsdeel Buurt Jaar 01 Activiteitencentrum

Deuteren Buurthuis West Deuteren 2010

02 De Helftheuvel SCC West Schutskamp 2004

03 Boschveld8 Buurthuis West Boschveld 2014

04 De Engelenburcht Buurthuis Noordwest Engelen 2003

05

Nico Schuurmanshuis SCC Noord Orthen 2009

06 De Herpen Buurthuis Noord Orthen-links pm

07 De Schans SCC Noord Maaspoort 1994

08 D'n As SCC Noordoost Empel 2011

09 De Stolp Wijkcentrum Oost Aawijk 2004

10 Graafsewijk-Noord Buurthuis Oost Graafse buurt 1990

11 De Biechten SCC Oost Hintham 2011

12 Educatief centrum Hintham

SCC Oost Hintham 2004

13 Perron-3 SCC Noordoost Rosmalen-N 2009

14 Windkracht 5 (in de Witte Wielen)

SCC Noordoost Groote Wielen 2010

15 Ons Trefpunt Buurthuis Noordoost Maliskamp 2011

16 In de Roos SCC Zuid Bazeldonk 2014

17 De Zuiderster9 Buurthuis Zuid Gestelse buurt 2012

18 Don Bosco

‘Huiskamer’ Centrum Hofstad pm

19 De Slinger Wijkcentrum Centrum Muntel 2003

8 Buurthuisfunctie komt in 2014 in BBS Boschveld 9 Buurthuisfunctie komt in 2012 in BBS Nieuw Zuid

Page 20: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

21

Overzicht Brede Bossche Scholen Naam Stadsdeel Buurt Jaar 1 De Hambaken Noord De Hambaken 2000

2 Haren, Donk en Reit Noord De Haren 2006

3 Aan de Aa Oost Hintham 2006

4 De Graaf Oost Graafse buurt 2001

5 De Kruiskamp West Kruiskamp 2012/13

6 Boschveld West Boschveld 2014

7 Nieuw Zuid Zuid Meerendonk 2012

De BBS-en De Kruiskamp, Boschveld en Nieuw Zuid zijn in voorbereiding. Overzicht jongerencentra Naam Stadsdeel Buurt Jaar 1 De Poort Noord Maaspoort

2012

2 Ruimte in De Stolp Oost Aawijk 2004

3 De Mix West Schutskamp 2013

4 De Schuilplaats West Engelen 2012

5 Number One Noordoost Rosmalen-Z 2009

De nieuwe Mix is in voorbereiding. Overzicht wijkpleinen Huidige locatie wijkplein Stadsdeel Buurt Komt in 1 Pastorie Boschveld West Boschveld BBS Boschveld

2 Voormalige bibliotheek Helftheuvel West Kruiskamp Geen wijziging

3 BBS Hambaken Noord De Hambaken Geen wijziging

4 BBS Haren, Donk en Reit Noord De Haren Geen wijziging

5 De Kiek Oost Barten zuid Afhankelijk van scan

6 Perron 4 Noordoost Rosmalen-N SCC Perron-3

7 Zuiderster Zuid Gestelse buurt BBS Nieuw Zuid

Page 21: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

22

Bijlage 2 Het gebruik van buurtcentra Een inventarisatie eind 2008 bij 14 buurtcentra levert ons gebruiksgegevens. Getuige het bezettingsoverzicht over 2011 zijn de resultaten ook nu nog relevant. Uit het onderzoek blijkt het volgende: • Bezettingsgraad

- Gemiddelde bezettingsgraad is met 40% relatief laag (7 < 40%; 2 > 50%) - Bezetting weekdagen: morgen gem. 20%, middag gem. 27% en avond gem. 41% - Bezetting in weekenden: morgen gem. 10%, middag gem. 9% en avond gem. 4%

• Feitelijke activiteiten betreffen

- 41% vrijetijdsbesteding - 19% para-commerciële activiteiten - 14% sportactiviteiten - 13% welzijnsactiviteiten - 11% culturele activiteiten - 02% educatieve activiteiten

• Relatie leeftijd bezoekers en type activiteit

- 45% volwassenen (bezoeken vooral vrijetijdsactiviteiten en activiteiten met zakelijk karakter)

- 22% ouderen (bezoeken vooral vrijetijds- en welzijnsactiviteiten) - 19% jeugdigen (bezoeken vooral vrijetijdsactiviteiten) - 14% alle leeftijdsgroepen (vrijetijdsactiviteiten als carnaval, rommelmarkten etc.)

• Organiserend vermogen

- 43% vereniging - 23% wijkbewoners en –organisaties - 18% buurthuis/SCC zelf - 16% particulieren

• Doelgroepen van activiteiten

- 92% geen specifieke doelgroep (iedereen welkom) - 08% specifieke etnische doelgroep

• Bereik van activiteiten

- 47% wijkbewoners - 43% stedelijke bewoners - 10% buitenstedelijke bewoners

• Tarievenstructuur

- Commercieel, standaard en kortingstarief (overwegend per dagdeel van 3 uur) - Geen huur maar wederdienst - Veel vrijheid per accommodatie (geen standaardtarieven)

Page 22: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

23

Bijlage 3 Reactie WMO Adviesraad Advies inzake het concept-raadsvoorstel “Ontmoeten in de wijk” In het concept-raadsvoorstel “Ontmoeten in de wijk” zijn twee denklijnen te herkennen:

a. de uitgangspunten, zoals beschreven in “de Sociale Kracht van de Stad”, waarbij gekozen is voor een versterking van de nulde lijn (de burger en zijn directe omgeving). En: de burger als medevormgever van en verantwoordelijk voor zijn buurt en sociale omgeving. Deze uitgangspunten zijn toegepast en uitgewerkt in het beleid m.b.t. de buurtcentra. (Verzamelbegrip voor de verschillende, in de nota beschreven, gemeentelijke accommodaties).

b. Een financiële denklijn, waarbij nadrukkelijk is gekeken naar het maatschappelijk rendement van de buurtcentra: naar de (gemeentelijke) kosten en naar het gebruik ervan.

De nota is gericht op het verhogen van het gebruik van de buurtcentra. In de nota staat een aantal constateringen, nader uit te voeren onderzoek en een voorgestelde beleidsrichting. De Wmo Adviesraad zegt hierover het volgende:

1. Constatering: Te weinig binding tussen mensen Uw College constateert dat er te weinig binding is tussen mensen. Uw College kiest er voor om mensen weer meer verbonden te laten zijn met hun straat, buurt of wijk en mensen daar voor ook verantwoordelijkheid te laten dragen. De Wmo Adviesraad ondersteunt deze inzet op verbondenheid.

2. Constatering: Voldoende buurtcentra Gelet op

- de analyse van het gebruik van de buurtcentra (geen gebruik in de ochtenden en in het weekend)

- het feit dat steeds dezelfde vaste groepen gebruik maken van de buurtcentra en dat er geen nieuwe groepen bijkomen

- het feit, dat er daarnaast in de stad talrijke ruimtes te huur zijn, concludeert uw College, dat er in de stad voldoende buurtcentra aanwezig zijn.

Uw College stelt voor, de tot nu toe gehanteerde beleidslijn, (per 3000 inwoners één buurtcentrum) te verlaten. Uw College stelt voor geen nieuwe buurtcentra meer te bouwen. De Wmo Adviesraad accepteert deze wijziging van beleid en het niet meer bouwen van buurtcentra.

3. Keuze uit scenario’s Uw College heeft uit 3 mogelijke scenario’s inzake het beleid t.a.v. de buurtcentra gekozen voor het scenario 3 “Bindingskracht”. De Wmo Adviesraad stemt met deze keuze in.

4. Inhoud beleid scenario 3,” Bindingskracht” De uitgangspunten van het nieuwe beleid zijn:

Faciliteer “ontmoeten”. Subsidieer daartoe activiteiten i.p.v. stenen, zodat mee bewogen kan worden met de bewegingen in de samenleving.

M.b.t. de bestaande centra: - Verhoog het gebruik van de buurtcentra; sluit die centra, die te klein zijn om rendabel te

kunnen zijn, of breng ze onder in grotere verbanden bijv. BBS. - Houd de buurtcentra in de aandachtwijken in stand. - Verhoog de deskundigheid van de besturen. Zet in op acquisitie. - Maak de besturen meer verantwoordelijk voor de bezetting. - Maak de buurtbewoners meer verantwoordelijk voor hun buurtcentrum. - Ga na in welke mate het mogelijk is om commerciëler te kunnen werken. - Breng de 7 wijkpleinen onder in rendabele voorzieningen (veelal de BBS-en)

Deze beleidsuitgangspunten zijn vertaald in nieuwe subsidieregels.

Page 23: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

24

Kanttekeningen. A. De Wmo Adviesraad steunt in principe deze beleidslijnen. Ze merkt daarbij op, dat

in het kiezen voor “Bindingskracht”, 2 denklijnen zichtbaar zijn: inzetten op optimalisering van het bestaande, tegelijkertijd worden criteria voor sluiting zichtbaar.

a. Optimalisering van het bestaande: Er wordt in het scenario 3 sterk geleund op de kwaliteit van de besturen van de buurtcentra. Het is de vraag of dit in alle gevallen reëel is. De besturen vergrijzen en de competenties, die nodig zijn om de nieuwe eisen tegemoet te treden, zijn er niet in elk bestuur. Uit het gesprek dat het dagelijks bestuur van het STAB had met de voorzitter van de Wmo Adviesraad bleek ondermeer het volgende: - De besturen van 3 buurtcentra zijn met elkaar in overleg om tot één bestuur te komen,

zodat er meer competenties (m.b.t. beheer, personeelszaken, opleidingen) komen in één bestuur. Het is mogelijk, dat de besturen van nog 2 buurtcentra aansluiten in dit proces. Wmo Adviesraad: College, ondersteuning van dit proces is noodzakelijk. Daarnaast zou de ondersteuning kunnen bestaan in het zoeken naar een competente vrijwilliger (bijv. uit De Zilveren Kracht/Sesam Academie), die het bestuurlijk samenvoegingsproces kan begeleiden.

- De besturen hebben hulp nodig om die nieuwe taken waar te kunnen maken. Hulp bij het maken van een website, waarop de beschikbare zalen en tijden zijn aangegeven en waarop digitaal gereserveerd kan worden. Hulp bij het verder openleggen van de mogelijkheden van het buurthuis, het zoeken van vrijwilligers, die deze digitale klus willen klaren.. Wmo Adviesraad: College geef de benodigde hulp

- Acquireren is een vak! Acquireren vraagt tijd. De besturen van de buurtcentra organiseren buurtactiviteiten, het is de vraag of deze eis tot acquisitie door de bestaande besturen een reële is. Ook is het de vraag of de beheerders deze acquisitie taak kunnen vervullen, gesteld dat ze er tijd voor hebben. Deze acquisitie-eis moet beter doordacht worden. Wmo Adviesraad: College, doordenk de opdracht tot acquisitie opnieuw en geef hulp

- Commerciëler werken. Het is de vraag in hoeverre buurtcentra commerciëler mogen werken, gelet op de geldende regels. Wmo Adviesraad: help bij het zoeken naar de mogelijkheden in deze

b. Nieuwe subsidieregels.

De besturen dienen de uitdaging van deze tijd aan te kunnen. Daar wordt op ingezet door de besturen zelf, o.m. door samenvoeging van een aantal besturen en door competentieverhoging. Tegelijkertijd wordt voorgesteld om de subsidievoorwaarden strenger te maken. De Wmo Adviesraad pleit er voor om de besturen voldoende tijd te geven tot samenvoeging en tot competentieverhoging, alvorens de “knoet” van de nieuwe subsidieregels aan hen op te leggen.

c. Scan Maatschappelijk Vastgoed. Wmo Adviesraad: Het is van belang om criteria voor sluiting te ontwikkelen. De Wmo Adviesraad wijst er op, dat het gemeentelijk handelen t.o.v. de buurtcentra integraal moet zijn: een nauwe samenwerking tussen de afdeling Welzijn (vrijwilligersbeleid en beheer buurtcentra) en de afdeling Maatschappelijk Vastgoed.

B. Overwegingen Bij de beoordeling van een buurtcentrum en het rendement ervan stelt de Wmo Adviesraad voor een aantal overwegingen te betrekken:

- in welke mate is het huidige buurtcentrum in zijn functioneren belangrijk voor het behoud van de sociale infrastructuur in een buurt.

Page 24: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

25

- in standhouding netwerken. Uit onderzoek naar “eenzaamheid ”(Prof. Gierveld- de Jong) is gebleken, dat eenzaamheid vooral wordt voorkomen, wanneer mensen hun netwerken in stand houden. In welke mate is in stand houding van een (gemeentelijk) buurtcentrum daarvoor belangrijk, in welke mate voldoet een andere voorziening ook, of onderhouden mensen hun netwerken op een andere manier? Voor een bepaalde groep ouderen is in stand houding van het bestaande van belang. Het zou kunnen dat met in stand houding van de buurtcentra in de aandachtwijken hierin wordt voorzien. De Wmo Adviesraad kan dit aspect onvoldoende overzien, maar vraagt uw College daar naar te kijken.

- in de beoordeling in welke mate een buurthuis belangrijk is of een andere voorziening net zo goed bruikbaar is (zaaltje in verzorgingshuis), moet- gelet op de groep ouderen- de fysieke afstand tussen het gebouw, waarin activiteiten zich afspelen en de eigen woning meegewogen worden, dan wel het hebben van vervoer.

- typen van vrijwilligers. Er zijn grofweg 2 soorten vrijwilligers in de samenleving: de groep (oudere) vrijwilligers, die zich langdurig verbinden aan hun straat, buurt, wijk of club. Deze groep vergrijst. En er zijn vrijwilligers, die zich eenmalig binden aan een project of evenement, zich laten oproepen door de sociale media als LInkedin en daarna weer loskoppelen op het moment dat het project is afgelopen. In welke mate zijn deze vrijwilligers in te zetten op projecten als het opzetten van een website, acquisitie, dit ter ondersteuning van de besturen.

- bezettingspercentages. De bezettingspercentages moeten niet absoluut genomen worden, maar meegewogen worden in het totale functioneren van een buurtcentrum.

Kortom: maatwerk om het maatschappelijk kapitaal in de vorm van mensen en hun verbanden te behouden op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier. ’s-Hertogenbosch, 21 februari 2012 Wmo Adviesraad G. van der Lee- van Groeningen Voorzitter

Page 25: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

26

Bijlage 4 Reactie stichting accommodatiebeleid ‘s-Hertogenbosch

Stichting Accommodatiebeleid ‘s-Hertogenbosch

’s-Hertogenbosch, 22 februari 2012. Aan het college van burgemeester en wethouders van ‘s-Hertogenbosch afdeling CWS, t.a.v. de heer H. van Haren, Postbus 12345 5200 GZ ’s-Hertogenbosch. Onderwerp: Conceptraadsvoorstel: “Ontmoeten in de wijk” Geacht college, De besturen van de Sociaal-culturele accommodaties in ‘s-Hertogenbosch, verenigd in de “Stichting Accommodatiebeleid” (STAB) hebben in de STAB-vergadering van 1 februari jl. onder andere het conceptraadsvoorstel “Ontmoeten in de wijk” besproken. Daarbij waren van uw gemeente aanwezig het hoofd van de afdeling Maatschappelijk Vastgoed, de heer W. Smits en uw beleidsmedewerker van die afdeling, de heer H. Berkers. Wij zijn hen erkentelijk voor hun aanwezigheid, waardoor vele vragen en opmerkingen rechtstreeks konden worden beantwoord. Wij willen onze reactie op het concept daarom niet al te uitgebreid weergeven, mede omdat het concept is bedoeld om kaders aan te geven en beleidsuitgangspunten vast te leggen met behulp waarvan de beleidslijnen voor de toekomst duidelijk worden. Algemeen: Wij vinden dat het concept een helder verhaal bevat, waarmee goed kan worden gewerkt. Gevraagd werd onder andere, welk tijdpad aan het concept kan worden gehangen en wat er op korte termijn (o.a. in 2013) kan worden verwacht. Ook werd in de vergadering aandacht gevraagd voor de behoeften van de accommodaties zelf (zoals het ontbreken van parkeerplaatsen bij De Slinger). Algemeen inhoudelijk: De besturen staan open voor uw voornemen om meer invloed op de activiteiten en de bezetting van de accommodaties te hebben. Alle besturen streven naar een zo groot mogelijke diversiteit, maar zijn ook enigszins beperkt door het aanbod. Het actief realiseren van andere activiteiten levert soms een spanningsveld op, enerzijds vanwege de kosten (waarvan wij telkens hopen dat die voor de baat uit gaan) en anderzijds omdat altijd rekening moet worden gehouden met het paracommercialisme. Voor de kleinere accommodaties kan dat het verschil maken tussen een sluitende exploitatie en een tekort. De besturen gaan er onverkort van uit, dat zij in het vervolgtraject zullen worden betrokken. Wij geven daarmee aan, dat wij graag met uw college meedenken en meewerken om het voorgenomen beleid gestalte te geven. Wij ondersteunen ook uw voornemen om de effectiviteit van de accommodaties onder de loep te nemen.

Page 26: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

27

Financieel: Het zal geen verwondering wekken wanneer wij u melden, dat onze zorgen rondom de voorgenomen bezuiniging een stuk zijn weggenomen, nu een substantieel deel van het voorgenomen bezuinigingsbedrag is gevonden in de post “ruimtebiedende accommodaties”. Dat neemt niet weg, dat toch een bedrag van € 40.000,-- in de exploitaties van de accommodaties moet worden bezuinigd. Wij hebben in onze brief van 8 februari jl., inzake subsidies 2013, aan uw college gemeld, dat STAB niet (meer) in de gelegenheid is om de opleidingskosten van al het aanwezige personeel te betalen. Simpele oorzaak daarvan is, dat de geldmiddelen op zijn. Wij vragen u om in het kader van de bezuinigingen STAB in de gelegenheid te stellen om de opleidingskosten te kunnen blijven betalen, omdat die opleidingen anders in acuut gevaar komen. Het zowel betalen van de opleidingskosten (in 2011 € 9.300,-- voor alle accommodaties) als het opbrengen van een bezuinigingsbedrag zal ongetwijfeld negatieve -voor sommige accommodaties desastreuze- gevolgen hebben voor de exploitatie. Graag wachten wij uw nadere berichten omtrent het vorenstaande af. Hoogachtend, Namens de Stichting Accommodatiebeleid, B.G.W. Verhoeven. Correspondentieadres: Stichting Accommodatiebeleid STAB p/a Bestuur SCC De Helftheuvel t.a.v. B.G.W. Verhoeven, secretaris Helftheuvelpassage 115 5224 AC ’s-Hertogenbosch.

Page 27: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

28

Bijlage 5 Standpunt college op inspraakreacties Op 24 januari 2012 stelden wij het concept-raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk vast om het voor advies voor te leggen aan de WMO Adviesraad en de Stichting Accommodatiebeleid ’s-Hertogenbosch. Aan beide organisaties is het concept toegelicht. Beide hebben een advies uitgebracht. Hierna treft u puntsgewijs het standpunt van ons college aan. WMO Adviesraad De WMO Adviesraad stelt vast dat het concept-raadsvoorstel “Ontmoeten in de wijk” is gericht op het verhogen van het gebruik van buurtcentra. Men herkent er de uitgangspunten van het kader sociaal beleid in. Verder signaleert men een financiële denklijn met nadrukkelijke aandacht voor het maatschappelijk rendement van de buurtcentra: de (gemeentelijke) kosten en het gebruik ervan. De Wmo Adviesraad zegt het volgende over de nota : 5. Meer binding tussen mensen De Wmo Adviesraad ondersteunt de inzet van het college om meer verbinding tussen mensen te laten ontstaan. Ook stemt men in met het beleid om mensen meer verbonden te laten zijn met hun straat, buurt of wijk en om hen daar verantwoordelijkheid voor te laten dragen. Reactie college: met instemming kennis van nemen. Geen noodzaak tot wijziging raadsvoorstel. 6. Voldoende buurtcentra Uw College stelt voor om de tot nu toe gehanteerde beleidslijn (per 3000 inwoners één buurtcentrum) te verlaten en geen nieuwe buurtcentra meer te bouwen. De Wmo Adviesraad accepteert deze wijziging van beleid. Reactie college: met instemming kennis van nemen. Geen noodzaak tot wijziging raadsvoorstel. 7. Keuze uit scenario’s Uw College heeft voor het beleid t.a.v. buurtcentra gekozen voor het scenario 3 “Bindingskracht”. De Wmo Adviesraad stemt in met deze keuze. Reactie college: met instemming kennis van nemen. Geen noodzaak tot wijziging raadsvoorstel. 8. Inhoud beleid scenario 3,” Bindingskracht” De nota bevat uitgangspunten voor het nieuwe beleid. En deze leiden tot nieuwe subsidieregels. De Wmo Adviesraad steunt deze uitgangspunten en susidieregels. Reactie college: met instemming kennis van nemen. Geen noodzaak tot wijziging raadsvoorstel. 9. Kwaliteit van besturen De WMO Adviesraad constateert dat scenario Bindingskracht sterk leunt op de kwaliteit van de besturen. Men vraagt zich af dat in alle gevallen reëel is. Om risico’s zo veel mogelijk voorkomen, adviseert de raad ons om besturen van buurtcentra te ondersteunen bij fusies of andere samenwerkingsvormen. En ook bij het waarmaken van nieuwe taken (reserveringswebsite), het vergaren van deskundigheid om te acquireren en commerciëler te (mogen) werken. Reactie college: buurtcentra zijn zelf verantwoordelijk voor het op peil brengen en houden van de kwaliteit van hun functioneren. Als ze dat willen kunnen we hen daarbij adviseren. Datzelfde geldt voor het ontwikkelen en ‘in de lucht houden’ van een reserveringswebsite voor buurtcentra.

Page 28: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

29

Als stimulans kunnen we een eenmalige bijdrage beschikbaar stellen voor een gezamenlijk gedragen en daardoor haalbaar plan. Voorstellen daartoe wachten we af. De tekst van het raadsvoorstel is aangepast (hoofdstuk 8). 10. Nieuwe subsidieregels De Wmo Adviesraad wil dat besturen voldoende tijd krijgen om tot fusies en competentieverhoging te komen, voordat we de nieuwe subsidieregels aan hen opleggen. Reactie college: na vaststelling van het raadsvoorstel starten we de voorbereidingen voor een gedegen scan van de buurtcentra. We betrekken het STAB en de afzonderlijke centra daar bij. Gelet hierop voorzien wij geen onverantwoorde tijdsdruk. De tekst van het raadsvoorstel is aangepast (hoofdstuk 8). 11. Integraal gemeentelijk handelen De Wmo Adviesraad benadrukt de noodzaak van integraal gemeentelijk handelen t.o.v. de buurtcentra. Concreet benoemt men de nauwe samenwerking tussen de afdelingen Welzijn (vrijwilligersbeleid en beheer buurtcentra) en Maatschappelijk Vastgoed. Reactie college: terecht door de WMO Adviesraad benoemd accent. Het bevorderen van integraliteit was ook een van de belangrijkste overwegingen bij het positioneren van de afdeling Maatschappelijk Vastgoed binnen CWS. De tekst van het raadsvoorstel is aangepast (hoofdstuk 8). 12. Scan buurtcentra De WMO Adviesraad wil het maatschappelijk kapitaal van mensen en hun verbanden op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier zien te behouden. Daartoe pleit men voor maatwerk bij de scan van buurtcentra. Men stelt voor om daarbij een aantal overwegingen te betrekken: - het belang van het buurtcentrum voor het behoud van de sociale infrastructuur in een buurt - het belang van het buurtcentrum voor de instandhouding van buurtnetwerken - de fysieke afstand tussen het gebouw, waarin activiteiten zich afspelen en de eigen woning - voldoende oog voor de behoeften van verschillende typen van vrijwilligers (korte en langdurige inzet) - bezettingspercentages bezien in het licht van het totale functioneren van een buurtcentrum. Verder wijst de Wmo Adviesraad op het belang van het ontwikkelen van criteria voor sluiting. Reactie college: we zullen de door de WMO Adviesraad genoemde aspecten betrekken bij de scan van buurtcentra. Het voorstel bevat criteria voor subsidiëring. Voldoen buurtcentra daar niet aan, dan kan uiteindelijk sluiting het gevolg zijn. Maar sluiting van buurtcentra is geen doel op zich. We zullen dan ook geen criteria voor sluiting ontwikkelen. De tekst van het raadsvoorstel is aangepast (hoofdstuk 8). Stichting Accommodatiebeleid ’s-Hertogenbosch (STAB) 13. Algemeen Het STAB beoordeelt het raadsvoorstel als een helder verhaal, waarmee men goed kan werken. Men vraagt inzicht in de vervolgstappen (fasering vaststelling beleid en uitvoering). Men adviseert daarbij oog te hebben voor behoeften van de afzonderlijke accommodaties. Reactie college: met instemming kennis van nemen. Het uitvoeringstraject gebeurt in samenspraak met de buurtcentra. Daarbij zullen wij oog hebben voor de situatie van afzonderlijke accommodaties. De tekst van het raadsvoorstel is aangepast (hoofdstuk 8).

Page 29: 120321 Raadsvoorstel Ontmoeten in de wijk def

30

14. Inhoudelijk Het STAB wil graag met uw college meedenken en meewerken om het voorgenomen beleid uit te voeren. De besturen begrijpen dat de gemeente meer invloed op de activiteiten in en de bezetting van de buurtcentra wil hebben. Men ondersteunt het voorgenomen onderzoek naar de effectiviteit van de accommodaties. De besturen gaan er onverkort van uit dat wij hen bij het vervolg betrekken. Reactie college: met instemming kennis van nemen. Uiteraard betrekken wij de afzonderlijke accommodaties bij de acties in het uitvoeringstraject. De tekst van het raadsvoorstel is aangepast (hoofdstuk 8). 15. Financieel Het STAB constateert met genoegen dat de buurtcentra een betrekkelijk gering deel van de totale bezuiniging hoeven op te brengen (€ 40.000). Men geeft aan dat de centra als gevolg hiervan te weinig geld hebben voor opleidingen van het personeel (in 2011 € 9.300 voor alle accommodaties tezamen). Men doet hiervoor een beroep op uw college. Reactie college: buurtcentra zijn verantwoordelijk voor het eigen functioneren. Organisaties als Galant, Zilveren Kracht ’s-Hertogenbosch en bijvoorbeeld de Sesam Academie kunnen helpen deskundige vrijwilligers te vinden. Desgevraagd kunnen we hen daarbij adviseren. Geen noodzaak tot wijziging raadsvoorstel.