112 Netwerk - editie 3 - 2015

16
JULI 2015 werk net ‘Vanuit deze structuur beheersen we de risico's' Bert Bartelink en Wilco Kleine van SKB Winterswijk zijn voorbereid Op congres in Londen Oefening zet BHV MST op scherp WOAZ: Van wetenschap naar praktijk Beloefening start van een reeks oefeningen in PREpare-project ACUTE ZORG IN TWENTE EN OOST-ACHTERHOEK

description

Hét magazine voor acute zorg professionals in Twente en Oost-Achterhoek.

Transcript of 112 Netwerk - editie 3 - 2015

JULI 2015

werknet

‘Vanuit deze structuur beheersen we de risico's'Bert Bartelink en Wilco Kleine van SKB Winterswijk zijn voorbereid

Op congres in Londen

Oefening zet BHV MST op scherp

WOAZ: Van wetenschap naar praktijk

Beloefening start van een reeks

oefeningen in PREpare-project

ACUTE ZORG IN TWENTE EN OOST-ACHTERHOEK

Beloefening start van een reeks

oefeningen in PREpare-project

2

112 JOURNAAL

Opening nieuwe Spoedpost

Op 28 mei vond de officiële opening van de nieuwe Spoedpost in Winters-wijk plaats. Tussen 17.00 en 17.30 uur werden de genodigden ontvangen, waarna diverse sprekers het woord voerden. Hierna volgde de officiële openingshandeling. Onder toeziend oog van enkele ambulanceverpleeg-kundigen werden de puzzelstukken HAP en SEH in elkaar geschoven en vervolgens onthulde burgemeester Thijs van Beem (gemeente Winters-wijk) het bord ‘Spoedpost’ boven de nieuwe entree. Daarmee is het samengaan van de Huisartsenpost Oost-Achterhoek en de Spoedei-sende Hulpafdeling van het Streek-ziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) een feit. De Spoedpost is na een in-grijpende verbouwing dit voorjaar opgeleverd. Sinds medio maart is de huisartsenpost hier gevestigd. n

Welke zorg kiest u?Uit eerder onderzoek is gebleken dat patiënten met verdenking op een acuut coronair syndroom contact hebben met diverse zorgverleners voordat ze worden opgenomen in het ziekenhuis. Het is niet bekend waarom patiënten contact opne-men met een bepaalde zorgverlener. Anne- Marit Kroes, Esmé Ouwerkerk en Hetty Kuipers, bachelorstuden-ten Gezondheidswetenschappen aan Universiteit Twente, doen onderzoek naar waarom patiënten kiezen om contact op te nemen met een speci-fieke zorgverlener en welke factoren van invloed zijn op dit proces. Op deze wijze hopen zij informatie te krijgen om het zorgproces rondom acuut coronair syndroom verder in beeld te brengen. n

112 NETWERK | JULI 2015

Investeren in elkaar

De scheidslijn tussen een feest en een drama is soms maar enkele seconden dun. In Twente zagen we het gebeuren toen op een zonnige najaarsdag in 2014 in Haaksbergen een monstertruck het publiek in reed. Drie doden en 28 gewonden was het slachtofferbeeld. Exclusief de gevoelens van verdriet en angst die bij heel veel mensen nog dagelijks aanwezig zijn.

De evaluaties zijn geweest, het onderzoeksrapport ligt op de mat en de bur-gemeester zit thuis. Evenementenveiligheid is nu een hot item in overheids-land. Meer aandacht voor de vergunningverlening en de voorschriften – en daar hebben we in de ‘witte kolom’ ook mee te maken. De GHOR, ambulance-dienst en GGD werken al jaren samen om evenementen goed voor te berei-den. Vaak met tekort aan voorbereidingstijd als de vergunning pas op het laatste moment wordt afgegeven. De aanbeveling van de Onderzoeksraad voor Veiligheid om de termijnen van vergunningverlening beter te bewaken is ons daarom uit het hart gegrepen!

De geneeskundige hulpverlening tij-dens het ongeval met de monstertruck krijgt alom veel lof. Er was snel overzicht over de situatie, veel omstanders waar-onder huisartsen en verpleegkundigen hielpen mee en binnen anderhalf uur waren de ernstig gewonde slachtoffers vervoerd naar ziekenhuizen. Hulde!

En er viel ook nog wat te leren! Bij gro-te incidenten komt de hele keten in ac-tie en het gaat dan om goed samenspel tussen meldkamer, ambulances, zieken-huizen, huisartsen en huisartsenposten, GHOR, andere hulpdiensten… Vooral informatie-uitwisseling tussen de dien-sten was een veel gehoord thema in de evaluatiegesprekken. Lastig, want iedereen is druk met zijn eigen klus en veel tijd om te overleggen is er dan niet. Noodzakelijk, want het vereist fijnmazig samenspel tussen vele orga-nisaties: waar zijn bedden vrij, welke specialismen zijn nodig voor specifiek letsel, hoeveel slachtoffers zijn er nog te verwachten, hoeveel ambulances zijn nog nodig, hoe lang duurt het voor ze er zijn, waar is de opvanglocatie voor lichtgewonden, wie kan de ongeruste verwanten informeren over de namen van slachtoffers...

Informatiesystemen kunnen helpen om informatie te delen, maar dat is niet het enige. Het is mensenwerk om er voor te zorgen dat de keten echt sluitend is. In elkaars huid kruipen, begrijpen wat de ander nodig heeft, nadenken en anticiperen op dingen die gaan komen, snappen wie jouw informatie nodig heeft. Het vraagt voortdurend inspanning om elkaars organisatie te kennen, naar elkaar te luisteren en met elkaar oefenen. Investeren in elkaar, niet al-leen bij rampen, maar elke dag.

Ron PootHoofd bureau GHOR Twente

2

3

112 NETWERK | JULI 2015

3

Even voorstellenSinds februari heeft Sabine van der Veen bij Veiligheidsregio Twente/GHOR de OTO-taken overgenomen.

Na een eerste periode van kennismaken en inlezen is Sabine onder andere druk met de voorbereidingen van twee ge-neeskundige combinatieoefeningen die in september en oktober georganiseerd worden door GHOR Twente en keten-partners in samenwerking met Heracles en FC Twente. Andere speerpunten op de oefenkalender zijn de crisisteam-

oefeningen die GHOR, met behulp van eenmalige ROAZ-financiering, biedt aan zestien zorginstellingen in Twente. Daarnaast zijn afspraken gemaakt te willen investeren in samenwerking met onze Duitse buren, ook hier vindt een vertaling naar OTO-activiteiten plaats. Met veel collega’s van de GHOR-part-ners heeft Sabine inmiddels kennisge-maakt, maar natuurlijk nog niet met ie-dereen! Sabine komt graag in contact, bel of mail gerust naar tel. 06-55196254 of [email protected]. n

Verpleegkundigen op cursus

Sabine van der Veen neemt sinds februari de OTO-taken over.

Toenemende overlevings-kansen met MTCAmbulance Oost en RAV IJsselland gaan gebruik maken van mechani-sche thoraxcompressie (MTC).

Fred van Eenennaam, medisch manager Ambulance Oost: ‘Door gebruik te ma-ken van MTC zal de continuïteit van de hartmassage en daarmee ook de kwali-teit van de reanimaties en dus de over-levingskansen voor de patiënten toene-men. Een van de belangrijkste redenen voor ons om dit besluit te nemen. Nu moeten we alleen nog bepalen welk device we gaan gebruiken.’ In mei 2015 zijn alle medewerkers uitgenodigd voor een presentatie van twee mogelijke de-

vices. Een kerngroep binnen Ambulance Oost en RAV IJsselland heeft een advies uitgebracht aan het managementteam, dat binnenkort een besluit zal nemen. Al vanaf 2006 zijn landelijk onderzoe-ken uitgevoerd om de voor- en nadelen van MTC in kaart te brengen. De Neder-landse Reanimatie Raad geeft in haar rapport van november 2014 aan dat Nederlandse ambulancediensten een substantiële bijdrage hebben geleverd aan de onderzoeken. n

Het rapport (advies, conclusies) van de NRR is te lezen op de website van de NRR: www.reanimatieraad.nl.

De Algemeen Commandant ge-neeskundige zorg en zijn even-knie uit Münster, de Meldekopf, hebben aan de hand van twee kleine scenario’s een beloefening gehouden.

Hierin is beoefend hoe de bijstand zou verlopen, wat we als bijstand van elkaar kunnen verwachten en welke tijd dit in beslag zou nemen. Uit deze korte oefening is gebleken dat de twee functionarissen elkaar makkelijk wisten te vinden en dat er voldoende capaciteit geleverd kon worden voor de bijstand. De beloefening was de start van een reeks oe-feningen die een ver-volg krijgen in het PREpare-project van de Bureau Acute Zorg Euregio. n

Beloefening met de Meldekopf

In het voorjaar van 2015 zijn door Acute Zorg Euregio wederom traumatrainingen georganiseerd.

Op 20 januari, 21 en 23 april en 9 en 18 juni hebben 61 kandidaten van-uit de regio’s Zwolle en Twente en Oost-Achterhoek de Regionale Trau-ma Training (RTT) gevolgd in Zwolle en Enschede. RTT is een bijscholing in de traumatologie voor verpleeg-kundigen op de SEH-afdelingen. Aan het eind van deze trainingsdag wordt een examen afgelegd.

Op 20 t/m 22 april heeft in Enschede de scholing Traumatologie voor Ver-pleegkundigen plaatsgevonden. De cursisten van deze scholing worden meegenomen in een ‘real life’ casus van een multitraumapatiënt. Aan het eind van de cursus komt de pa-tiënt zelf aan het woord; hoe heeft hij het ongeval en de behandeling daarna beleefd en (hoe) heeft het hem veranderd? n

worden voor de bijstand. De beloefening was de start van een reeks oe-feningen die een ver-volg krijgen in het PREpare-project van de Bureau Acute Zorg Euregio. n

4

112 NETWERK | JULI 2015

OVER DE GRENS

et ontmoeten van collega’s en ex-perts van over de hele wereld en

kennisnemen van de nieuwste uitdagin-gen op het gebied van kwaliteit, kosten en patiëntenparticipatie staat tijdens het congres centraal. Ralph: ‘Tijdens het congres wordt een heel scala aan presentaties, workshops en lezingen gegeven. De inhoud reikt van social networking tot hele fundamentele on-derzoeken over kwaliteit van zorg. Een belangrijke boodschap die daarnaast centraal stond, is dat we zorg verlenen ‘in partnership with patients’. De ex-pertise wat betreft medische behande-ling ligt natuurlijk bij de professionals. Maar patiënten vinden het zo vanzelf-sprekend dat dit goed geregeld is, dat zij daarnaast iets heel anders kunnen verstaan onder goede of prettige zorg. ’s Ochtends de krant kunnen lezen of gebruik kunnen maken van een maal-tijdservice zijn aspecten die het verblijf in het ziekenhuis een stuk aangenamer kunnen maken. Als professionals moe-ten wij ons realiseren dat ook dat kan bijdragen aan de genezing en het her-stel van een patiënt.’

EyeopenerOok zaken als prestatie-indicatoren en verbetertrajecten kwamen in Londen aan bod. Het vierdaagse programma

H

Elke dag een beetje beter voor de patiënt

Ralph de Wit, medisch manager bij Acute Zorg

Euregio, en Gerard Berendschot, staffunctionaris

beleid & kwaliteit bij RAV IJsselland, bezochten in

april 2015 de twintigste editie van het ‘International

Forum on Quality & Safety in Healthcare’ in Londen.

Dit grootschalige congres biedt veel interactie en

voorbeelden die inspireren om de zorg nog beter en

veiliger te maken.

bood de deelnemers een divers pro-gramma, met volop mogelijkheden tot interactie. Voor Ralph was de opzet van het congres een eyeopener. ‘Meestal als ik naar een medisch congres ga, draait het om kennisoverdracht over een spe-cifiek thema. Dit congres bood in veel bredere zin een vorm van informatie-overdracht over kwaliteit en veiligheid. Bij de workshops die ik heb bezocht lag de focus op manier waarop je als indi-vidu verandering teweeg kunt brengen binnen je eigen organisatie. Daarnaast heb ik tijdens de zogenaamde ‘poster-sessies’ twee posters gepresenteerd. De ene poster is ontwikkeld door MST en Acute Zorg Euregio en betrof het intro-duceren van een Veilig Incidenten Mel-den (VIM) systeem. Hierbij wordt over grenzen van acute zorg partners heen een systeem opgezet om incidenten te melden. De andere poster is door Acute Zorg Euregio ontwikkeld om de me-dische noodzaak van grensoverschrij-dende acute zorg in kaart te brengen, evenals de obstakels dit proces met zich meebrengt.´

Impact'Wat me persoonlijk het meest heeft geraakt, is het verhaal van een vrouw die bij de bomaanslag op de metro in Londen in 2005 haar beide benen ver-

loor. Met behulp van protheses heeft zij opnieuw leren lopen en in 2012 heeft ze met het Britse volleybalteam deelgenomen aan de Paralympische Spelen. Zij wilde met haar verhaal de medische professionals bedanken voor alle zorg die zij ontvangen heeft. Ik vond het een inspirerend verhaal, om-dat wij als professionals vaak maar een fragment uit de behandeling van een patiënt zien. We realiseren ons vaak niet wat de impact is van wat wij doen op het hele leven van mensen. Maar ie-dere kleine handeling heeft invloed op de uiteindelijke kwaliteit van leven van een patiënt.’

Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond

Zorg verlenen 'in partnership with patients' centraal tijdens internationaal congres

5

112 NETWERK | JULI 2015

OVER DE GRENS

Elke dag een beetje beter voor de patiënt

What matters to you?Ook Gerard Berendschot was aanwezig bij het congres met een afvaardiging van Ambulancezorg Nederland, be-staande uit kwaliteitsmanagers van ver-schillende ambulancediensten. Gerard is tevens voorzitter van de landelijke kennisgroep Kwaliteit. ‘Mijn belangrijk-ste drijfveer om naar Londen te gaan was om inspiratie op te doen. En dat is goed gelukt. Net als Ralph aangeeft stond de patiënt tijdens het congres steeds centraal. In de dagelijkse werk-zaamheden ben je vaak druk met je eigen organisatie en werkzaamheden, maar soms is het goed om een stap te-

rug te doen en weer duidelijk te krijgen waarom en voor wie je die werkzaam-heden eigenlijk doet. Ook ik vond de lezingen van patiënten hoe zij de zorg hebben ervaren erg inspirerend. Dus niet ‘what’s the matter with you?’, maar ‘what matters to you?’. Een mooi voor-beeld daarvan vind ik het medisch dos-sier van een patiënt. Dit dossier is op dit moment eigenlijk van de artsen en de ambulancediensten. Maar eigenlijk zou je de kanteling willen krijgen dat het dossier van de patiënt is, waarbij de pa-tiënt toegang geeft aan artsen of am-bulancediensten als dat nodig is. Dat is hele andere invalshoek en dat zet mij als

professional weer aan het denken. Ook inzichten van professionals uit andere delen van de wereld zijn interessant. Zo had ik me ingeschreven voor een sessie waarbij professionals uit verschillende landen in een gondel een parcours over een kabelbaan aflegden. Ik heb gespro-ken met professionals uit onder andere Singapore, Noorwegen en Argentinië. Dan komt er toch een bepaalde energie vrij als je met elkaar praat over verschil-len, maar vooral over raakvlakken. De belangrijkste overeenkomst is dat alle professionals het iedere dag een beetje beter willen doen op hun eigen vakge-bied, voor de patiënt.´ n

The International Forum on Quality & Safety

in Healthcare is an annual gathering of

professionals in quality improvement and

patient safety. The forum connected over 3.000

healthcare leaders and practitioners worldwide

and provided a setting for them to meet,

learn, share local knowledge and recognise

accomplishments in improving quality and safety

for patients and communities across the world.

Interessante websites

www.alltrials.netEen website over publicaties van medisch wetenschappelijk onderzoek. ‘Around half of all clinical trials have not been published; some trials have not even been registered. If action is not taken urgently, information on what was done and what was found in trials could be lost forever, leading to bad treatment decisions, missed opportunities for good medicine, and trials being repeated unnecessarily.’

www.accesstomedicineindex.org Een initiatief om de 20 grootste farmaceuten te ranken op bijdrage aan toegankelijkheid tot medicatie, ook voor arme landen.

6

112 NETWERK | JULI 2015

6

112 NETWERK | JULI 2015

OVER DE GRENS

Door Linda Hanstede, GHOR Twente

Risicocommunicatie overlands- en regiogrenzen heenPartners leren elkaars werkwijze kennen

et project PREpare dat Bureau Acute Zorg Euregio dit jaar start,

heeft als doel het verminderen van de barrièrewerking van de grens voor grensoverschrijdende acutezorgverle ning en voor-bereidende

Hulpverlening over de landsgrenzen heen valt of staat bij goede communicatie tussen de hulpverleners aan beide zijden van de grens. Wanneer elke seconde telt is het zelfs van levensbelang. Bijvoorbeeld tijdens grote ongevallen en rampen, waarbij patiënten vervoerd worden naar het dichtst­bijzijnde ziekenhuis. Dit kan ook over de landsgrens.

rampen be strijding in de Euregio. In het project is het organiseren van de grens-overschrijdende risicocommunicatie een van de hoofdthema’s. De Geneeskun-dige hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR Twente), onderdeel van Veiligheidsregio Twente, is kartrekker van dit deelproject. In het project wordt samengewerkt met GHOR regio’s uit IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland en de Duitse buurregio’s Kreis Borken en Landkreis Grafschaft Bentheim. Grensoverschrijdende risicocommunica-tie gaat niet alleen over communicatie bij rampen en grote ongevallen, maar ook over communicatie tussen de dien-sten bij reguliere zorg. Dit is namelijk de

basis voor de hulp-verlening tijdens

rampen en in-cidenten.

SISEen van de onderwerpen die vooral aandacht krijgt, is de uitwisseling van slachtofferinformatie over de lands-grens. In Nederland is sinds 2014 de landelijke Slachtoffer Informatie Syste-matiek (SIS) in werking. SIS moet er voor zorgen dat bij rampen met vele gewonden, ongeruste familieleden een telefoonnummer kunnen bellen om informatie over hun verwanten te krijgen. GHOR Twente heeft afspraken met ziekenhuizen in de regio om infor-matie over slachtoffers en betrokke-nen te kunnen delen in SIS. Met Duitse ziekenhuizen bestaan dergelijke af-spraken over het uitwisselen van slacht-offerinformatie nog niet. Echter tijdens rampen en incidenten kunnen even-tuele slachtoffers ook vervoerd worden over de grens naar ziekenhuizen in Duitsland. Hoe zorgen wij nu dat ook in deze situatie de informatie over slacht-offers gedeeld wordt met elkaar?

Vele partnersBij grensoverschrijdende risicocommuni-catie zijn vele partners betrokken. Zie-

kenhuizen, ambulancediensten, meld kamers, Rettungs diensten en Leit-

stelle (meldkamer in Duitsland), Veiligheidsregio’s, Katastrophen-schutz. Door de vele samen-

werkingspartners is het belang-rijk om niet alleen elkaar, maar ook

elkaars werkwijze te kennen. Wat is de wijze van communiceren? Hoe lopen de communicatie- en informatie stromen? Ook zijn tools en hulpmiddelen van belang om snel informatie te vinden en te kunnen delen tijdens rampen en incidenten. Hiervoor worden in het PREpare-project verschillende hulp-middelen zoals apps en informatie-materiaal ontwikkeld. Het afstemmen van de werkwijze met elkaar en de juis-te informatiemiddelen ontwikkelen, moet het samenwerken over de grens en de communicatie zowel regionaal als landelijk verbeteren. n

H

7

112 NETWERK | JULI 2015

PATIENTENZORG

ijdens de meerjaren campagne (2014-2016) wordt het publiek op

allerlei manieren geïnformeerd over ambulancezorg bijvoorbeeld via media, folders in wachtkamers van ziekenhui-zen, huisartsen en huisartsenposten, via het weblog ‘Het echte werk’, de web-site www.demensenvandemabulance.nl, filmpjes waarin ambulancehulpverle-ners zelf tips geven aan het publiek, Facebook en Twitter @vandeambulance #dmvda.

Als je 112 beltEen voorbeeld uit een van de infor-matiebronnen, de folder ‘Informatie over 112 en de meldkamer ambulan-cezorg’: De verpleegkundigen van de meldkamer ambulancezorg geven aan dat burgers geen idee hebben waar ze terecht komen wanneer ze 112 bellen en wat ze mogen verwachten. Wie in Nederland met een mobiele telefoon 112 belt, krijgt eerst de landelijke meldkamer aan de lijn. Belt u met een vast telefoontoestel, dan komt u direct binnen in de meldkamer in uw regio. In beide gevallen vraagt de centralist in welke plaats hulp nodig is en wélke hulp: politie, brandweer of ambulance-zorg. Waar bent u? Wat is er aan de hand? Daarna wordt u meteen door-verbonden met de meldkamercentra-list ambulancezorg in uw regio. Dat is

Door Nadiene Toby, Ambulancezorg Nederland, en Kitty Muntenaar, Ambulance Oost

T

Ambulancehulpverleners geven zelf tips aan burgers

iemand meteen verpleegkundige ach-tergrond. De zorgverlening begint nu direct. In de folder wordt verder op dit onderwerp ingegaan en op de website vindt u een YouTube-filmpje over dit onderwerp.

Landelijke cijfersJaarlijks wordt een sectorrapport uitge-geven onder de naam ‘Ambulances in-zicht’. Een hand vol facts & figures uit de ambulancezorg:• 744 ambulances• 1.144.780 ritten• 541.164 spoed en levensgevaar (A1)• 274.907 spoed, geen levensgevaar A2)• 328.709 planbare ambulancezorg (B)(bron: Ambulances in-zicht 2013)

De mensen van de ambulance

In april van dit jaar heeft in 112 Netwerk een artikel ge­staan over de publiekscam­pagne ‘De mensen van de ambulance’. Een campagne die er op gericht is mensen te informeren over de am­bulancezorg. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat burgers vaak niet precies weten wat ze wel of niet van ambulancehulpverleners kunnen verwachten.

In de rol van centralistStuur je wel of geen ambulance op pad als er een melding binnenkomt op de meldkamer? Voor die afweging staan spelers van de online game Ambulance Control zelf. Ze zitten op de stoel van een meldkamercentralist, nemen 112 meldingen aan en moeten door de juiste vragen te stellen erachter komen of een melding de inzet van een am-bulance rechtvaardigt. De spelers leren dat het aantal inzetbare ambulances niet oneindig is en dat ambulancezorg levens redt door verstandig om te gaan met de beschikbare capaciteit. Deze gave ambulancegame is voor iedereen met een personal computer te spelen via www.ambulancecontrol.nl. n

De campagne bestaat uit drie hoofdthema’s.

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Als je 112 belt

In het verkeer

Bij zorgverlening

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Als je 112 belt

In het verkeer

Bij zorgverlening

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Als je 112 belt

In het verkeer

Bij zorgverlening

8

112 NETWERK | JULI 2015

COVERINTERVIEW

Eén plan voor iedere crisis

Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond

ilco Kleine is programmama-nager integraal risicomanage-

ment en startte de nieuwe aanpak in 2013. Hij vertelt: ‘Ons doel is om met hulp van de hele organisatie risico’s over de volle breedte van ons ziekenhuis in kaart te brengen. Op basis daarvan be-palen we centraal waar verbetertrajec-ten worden ingezet, door werkgroepen met mensen uit de praktijk. We wil-len niet van bovenaf bepalen hoe het beter moet, maar verpleegkundigen, ondersteuners, medisch specialisten, teammanagers en technici moeten sa-men bepalen hoe de risico’s het beste kunnen worden beheerst. Zij zijn per slot van rekening écht deskundig.’ ‘Op basis van die gedachte hebben we ook gekeken hoe we alle disciplines kunnen integreren in één crisisplan’, vertelt Bert Bartelink, zorggroepmanager bij SKB. Het resultaat is een raamwerk dat we op alle calamiteiten kunnen toepassen, van problemen met interne technische voorzieningen tot aan externe ram-pen. Ook hierin zoeken we de combi-natie van centraal kaders bewaken en decentraal de inhoud bepalen.’ Wilco is tevens lid van het managementteam

(MT), waardoor crisismanagement ste-vig is verankerd op managementniveau. Wilco: ‘Voor de crisisorganisatie hebben we een centraal stuurpunt ingericht: de ziekenhuiscommissie zorgcontinuïteit. met Agnes Eikema, coördinator Veilig-heid als belangrijke aanvoerder. In deze commissie hebben naast Bert en ikzelf alle partijen zitting die iets met crisis-organisatie te maken hebben, zoals een SEH-arts, het hoofd BHV, het hoofd facilitair bedrijf et cetera. Om duidelijk te maken dat de zorgafdelingen ‘in the lead’ zijn, is Bert voorzitter van de com-missie. We bepalen samen de kaders van de crisisorganisatie binnen SKB. En hoe de kaders vervolgens op afdelings-niveau worden ingevuld? Dat is aan de afdelingen zelf, want zij weten welke handelingen er in geval van nood op de afdeling moeten worden uitgevoerd.’

Sturen op bijzonderhedenEen interne calamiteit kent vele gezich-ten, zoals stroomuitval, netwerkuitval of een brand. Voor elk van deze crises bestond in SKB al een plan van aan-pak, maar wel allemaal nét iets anders. Wilco: ‘Dat maakte dat medewerkers

W

Succesvolle invoering integrale crisisorganisatie

SKB Winterswijk

In 2013 heeft Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB)

in Winterswijk het integrale project ‘Kwaliteitsborging

Zorgtechnologie’ afgerond. Dit project, gericht op het

beheersen van risico’s in de toepassing van medische

apparatuur, kende een integrale risico benadering.

Deze benadering was het startpunt voor een zieken-

huisbrede aanpak ‘Integraal Risicomanagement’.

9

112 NETWERK | JULI 2015

COVERINTERVIEW

Bert Bartelink

(links) en Wilco

Kleine (rechts)

zijn trots op

de behaalde

resultaten tot

nu toe binnen

SKB Winterswijk.

in geval van stroomuitval moesten na-denken welke vorm van crisisorgani-satie daarvoor was afgesproken. Nu werken we vanuit één raamwerk. Bij een crisis komt een OTAZ (Operationeel Team Acute Zorg) samen en dat team bepaalt of de calamiteit zo groot is dat er ook een CBT (Crisis beleidsteam) ge-formeerd moet worden. Iedere afdeling heeft daarnaast een coördinator die naar een ‘calamiteitenbak’ gaat, een centraal punt op de afdeling waar alle materialen liggen die op dat moment nodig zijn en waar wordt bekeken welk protocol in werking moet worden ge-steld.’ Bert: ‘Het OTAZ bewaakt de in-tegraliteit en kan besluiten nemen die voor de continuïteit van ons primaire proces essentieel zijn. Zo kunnen we snel prioriteiten stellen en sturen op de bijzondere elementen van de crisis. Onlangs hebben we een nieuwe com-puterruimte in gebruik genomen en daarvoor moest het netwerk tijdelijk onderbroken worden. Dat is een risico dat beheerst moet worden. Vanuit onze vaste crisisorganisatie hebben we dat proces begeleidt en dat is prima verlo-pen. Het bewijs dat we in onze opzet geslaagd zijn. Tegelijkertijd was het een mooie oefening voor alle betrokkenen.’ De rest van 2015 staat in het teken van het verder uitrollen van de structuur, waarbij wordt nagedacht over een sys-teem om te borgen dat alle medewer-kers zijn aangesloten op de basisafspra-ken binnen de crisisorganisatie. Er is dus nog genoeg te doen, maar trots op het resultaat tot nu toe zijn de heren zeker. Bert: ‘Over de hele linie zijn in twee jaar tijd grote stappen gemaakt. Maar we blijven doorontwikkelen, goed naden-ken over de juiste stappen en daar de juiste mensen bij betrekken.’ n

Kwaliteitskeurmerk

In februari 2015 ontving het SKB voor de derde achtereenvolgende keer het kwaliteitskeurmerk van het Nederlands Instituut voor de Accreditatie van Ziekenhuizen (NIAZ). Het ziekenhuis voldoet aan meer dan 95% aan de NIAZ-normen en is daarmee tevens benoemd tot ‘best practice’ zieken huis, waar-bij complimenten werden gemaakt voor de aanpak van integraal risicomanagement. Hiermee bewijst het SKB dat de zorg voor cliënten continu verbetert, veiliger wordt gemaakt en wordt geborgd.

‘We stellen alleen vast

dat er op iedere afdeling

een plan moet komen

voor elk scenario, en dat

plan moet aansluiten op

de centrale structuur'

10

112 NETWERK | JULI 2015

KETENPARTNERS

e belangrijkste oorzaak hiervoor is het spanningsveld dat bestaat

tussen veilig ontsmetten en het star-ten van de medische behandeling van de patiënt in kwestie. Meerdere malen per jaar krijgt de BHV van MST meldin-gen van situaties waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Naast besmet-te patiënten die binnenkomen heeft MST chemische en radiologische stof-fen in huis die grotere of kleinere inci-denten kunnen veroorzaken. De BHV van MST heeft in de bestrijding van deze incidenten altijd een hoofdrol. Zij zijn op het gebied van het handelen in situaties met gevaarlijke stoffen en

D

Oefening ‘Besmettingen’ zet BHV MST op scherp

‘Dag, spreek ik met de BHV? Er komt een ambulance

naar het ziekenhuis die een besmet slachtoffer bij

zich heeft!’ De melding vanaf de SEH van Medisch

Spectrum Twente (MST) zet de Bedrijfshulpverlening

(BHV) direct op scherp.

besmettingen op dezelfde wijze opge-leid als de brandweer. Het is dan ook van groot belang dat de BHV goed geoefend blijft om in deze situaties di-rect te handelen.

LeermomentenIn drie realistische oefeningen op het Geneeskundig Trainingscentrum Zuid-kamp, onderdeel van Twente Safety Campus, wordt onder begeleiding van instructeurs van de brandweer geoe-fend. Doel van de oefeningen is om in situaties met gevaarlijke stoffen veilig en effectief te handelen. Hierbij geven het oefenen op de samenwerking bin-

nen de BHV als ook de samenwerking met disciplines van binnen en buiten het ziekenhuis, mooie leermomenten.

Wat te doen?In twee avonden is geoefend met drie kleine scenario’s om de puntjes weer op de ‘i’ te zetten. In het eerste scena-rio raakte een interne stralingsbron los bij een patiënt die met radioactiviteit behandeld werd. Voor de BHV gaan dan vragen spelen als: hoeveel straling meet je? Welke gevaren zijn er? Wat te doen met de patiënt? Het tweede scenario richtte zich op een patiënt die

Door Bram Zwiers, MST, en Heidi Plas, GHOR Twente

Medewerkers realistisch getraind onder begeleiding van brandweer

Onder begeleiding van instructeurs van de brandweer wordt er geoefend.

11

112 NETWERK | JULI 2015

KETENPARTNERS

Oefening ‘Besmettingen’ zet BHV MST op scherpMedewerkers realistisch getraind onder begeleiding van brandweer

werd binnengebracht door de ambu-lance na een bedrijfsongeval bij Uren-co. Bij deze patiënt was het onduide-lijk met welke stof hij in aanraking was gekomen. Het dilemma wat dan speelt is aan de ene kant de vraag moet de patiënt eerst ontsmet worden? Aan de andere kant heeft de BHV te maken met de SEH-arts, die zo spoedig moge-lijk de behandeling in wil zetten, aan-gezien de patiënt behoorlijk gewond was. Hoe wordt er dan gehandeld?

Situatie verkennenIn het laatste scenario dat is beoefend

stond een schilder centraal die was gevallen en een wond aan de onder-arm had. Hiervoor ging hij naar de huisartsenpost. Echter, de schilder had een jerrycan met ammoniak bij zich die was gaan lekken. Alle aanwezige patiënten op de huisartsenpost raak-ten onwel en buiten bewustzijn. Ge-volg was dat de deelnemers aan de oefening in chemiepakken de situatie moesten verkennen om te bepalen welke stof dit veroorzaakt had en dus ook welk gevaar een ieder liep. Het gevaar schuilde in dit scenario vooral in het feit dat de huisartsenpost ge-

integreerd is in MST, waardoor de be-smetting zich zou kunnen verplaatsen naar de SEH van het ziekenhuis.

NuttigDoor te oefenen in een realistische omgeving, met verschillende scena-rio’s aangeleverd door Brandweer Twente, hebben de BHV-ers echt het gevoel een volgend incident in het ziekenhuis nog beter aan te kunnen. ‘Het waren zeer nuttige oefeningen onder realistische omstandigheden’, werd aan het eind door de deelnemers geconcludeerd. n

Een scenario waarbij aanwezige patiënten onwel en buiten bewustzijn raken door een lekkende jerrycan met ammoniak.

12

112 NETWERK | JULI 2015

INNOVATIE

an kleine verkeersongelukken tot levensbedreigende situaties. Am-

bulanceteams spelen een cruciale rol in de eerstelijnszorg. Om onder grote druk hoogwaardige zorg te kunnen verlenen, is periodieke scholing onmisbaar. Hoe-wel ambulance diensten druk en hectisch kunnen verlopen, zijn er ook rustige dagen waarop het wachten is op een melding. Naast de centraal geplande op-leidingsactiviteiten was er de wens om deze tijd op alle standplaatsen te gebrui-ken voor training. Alleen ontbrak op die standplaatsen en op die momenten een instructeur om mee te kijken en feed-back te geven. En dat is nu juist waar de ambulanceteams behoefte aan hebben.

Training op maatEen speciaal daarvoor opgericht project-team van Ambulance Oost en RAV IJs-selland is aan de slag gegaan met een

V

nadere uitwerking van het simulatieon-derwijs, het opleidings concept SMART. Dat staat voor Simulated Mobile Ambu-lance Resource Training. Een mobiel op-leidingsvoertuig dat de ambulanceteams op alle standplaatsen opzoekt. Daarbij is altijd een allround instructeur aanwezig die samen met de professionals invulling geeft aan het programma. De leervraag van de individuele professionals is daar-bij leidend. Een training op maat dus! Ondersteunt door high tech mogelijkhe-den voor feedback en zelfreflectie. Pri-vacy en veiligheid zijn vanzelfsprekend gegaran deerd. Het leren en verbeteren staat centraal!

Breed trainingsaanbodIn het nascholingscurriculum wordt ge-werkt met een aantal principes. Het belangrijkste is dat de professional verantwoordelijk is voor de eigen be-kwaamheid. Leren en verbeteren staat centraal en wordt zo goed en gericht mogelijk op maat ondersteund en gefa-ciliteerd door de organisatie. Deze heeft vanzelfsprekend ook een verantwoorde-lijkheid voor de aantoonbare kwaliteit van de zorginstelling. Het onder wijs cur-riculum binnen de ambulancediensten is gebaseerd op een ‘blended’ leerom-geving. Naast e-learning is er onder andere een persoonlijke reflectiedag, vaardigheidstraining en scenariotrai-ning. Het simulatieonderwijs SMART is

Ambulance Oost en RAV IJsselland innoveren met mobiel opleidingsvoertuig

hierop een aanvulling. In deze vorm van onderwijs wordt ook meer aandacht be-steed aan de ‘non-technical skills’ zoals communicatie, samenwerking en het ef-fect hiervan op de patiënt veiligheid. De multi functionele bus beschikt over alle benodigde faciliteiten om een breed trainingsaanbod te kunnen verzorgen.

Coaching on the jobVan simulatiepoppen, fantomen en video- interactie tot ‘coaching on the job’. Want het kan natuurlijk voorko-men dat er tijdens de SMART-training een melding binnenkomt en het ambu-lanceteam uit moet rukken. De instruc-teur gaat dan gewoon mee, ob serveert en koppelt achteraf feedback terug. n

Tijdens een reguliere dienst vaardigheden oefenen op elke standplaats en onder begeleiding van een instruc­teur? Dat kan binnenkort met het nieuwe en voor de ambulancesector unieke opleidingsconcept ‘SMART’ van Ambulance Oost en RAV IJsselland.

Door Andrea Bergs, RAV IJsselland, en Kitty Muntenaar, Ambulance Oost

Nieuw opleidingsconcept voor ambulancediensten

SMARTSIMULATION MOBILE AMBULANCE RESOURCE TRAINING

SMARTSIMULATION MOBILE AMBULANCE RESOURCE TRAINING

13

112 NETWERK | JULI 2015

PATIENTENZORG

anaf dat moment zijn de SEH en de Huisartsenpost directe buren

en gaan ze samenwerken onder de noemer ‘Spoedpost’. De Spoedpost krijgt een eigen ingang en parkeerplaats, aan de Beltstraat. Via de hoofdingang aan het Koningsplein kun je de Spoedpost dus niet binnenkomen. ‘Een nieuwe naam én een ingang aan de zijkant van het gebouw, dat zijn vernieuwin-gen waar patiënten en bezoekers aan moeten wennen en waar wij ze op moeten voorbereiden’, vertelt Mariska de Groot, programmadirecteur Bouwen aan Beter.

VerbeterziekenhuisDe nieuwe Spoedpost is niet de enige verandering die de patiënt zal ervaren. ‘Zo’n mooi nieuw gebouw vraagt ook om nieuwe werkwijzen, daar is bij het ontwerpen al over nagedacht’, aldus Mariska. ‘Patiënten liggen steeds korter in het ziekenhuis. Dat betekent dat er in het nieuwe ziekenhuis minder bed-den komen. Maar wel meer dagbehan-delingsfaciliteiten, meer ruimte voor spreekuren en aan de andere kant ook meer ruimte voor intensieve zorg. Bij-voorbeeld door de uitbreiding van het aantal Intensive Care bedden. Bij alle vernieuwingen proberen we het moge-lijk te maken dat de patiënt meer dan nu de regie kan houden over zijn leven.’

Door afdeling Marketing, Communicatie & Sales, MST

V

Een gastvrij ontvangst voor patiënten in het nieuwe MST

Privacy en roomserviceEen van de vernieuwingen zijn de een-persoonskamers op de verpleegafdelin-gen. Bij opname krijgt iedere patiënt een tablet, waarop ze kunnen internet-ten en televisie kijken. Ze bestellen er ook hun eten mee. Dat kan op ieder moment van de dag en er is ruime keuze uit lekkere maaltijden. Op de verpleeg-afdeling zijn roomservice-medewerkers, die patiënten service bieden tijdens het verblijf. Mariska vervolgt: ‘Voor de rela-tief korte tijd dat patiënten hier liggen, wil je het verblijf zo aangenaam moge-

Vernieuwen, veranderen, verbeteren en verrassen!

MST bereidt zich voor op de verhuizing naar het nieuwe gebouw aan het Koningsplein in hartje Enschede. Bezoekers en medewerkers zien er naar uit. In twee dagen (vrijdag 8 en zaterdag 9 januari 2016) gaan alle poliklinieken, operatie kamers, patiënten, medewerkers, de Huis­artsenpost en de acute afdelingen , zoals SEH, over.

lijk maken. Patiënten en bezoekers zijn onze gasten. Op een eenpersoonskamer hebben ze privacy en rust. Op de Acute Opname Afdeling (AOA), die naast de SEH komt, was het juist niet wenselijk om alleen eenpersoonskamers te heb-ben. De patiënten liggen hier maximaal 48 uur en worden continu geobserveerd. Ons nieuwe gebouw gaat ons helpen onze zorg en dienstverlening nóg beter tot zijn recht te laten komen. We berei-den ons gedegen voor, zodat we vanaf begin 2016 klaar zijn om onze patiënten en bezoekers te ontvangen!’ n

Mariska de Groot, programmadirecteur Bouwen aan Beter van MST.

14

112 NETWERK | JULI 2015

ACHTERGROND

nderzoek is de basis voor kwa-litatief hoogstaande zorg en

beleid, maar wanneer resultaten niet in de praktijk terechtkomen heeft de patiënt er geen profijt van. De com-missie Wetenschappelijk Onderzoek Acute Zorg (WOAZ) Euregio vindt het daarom belangrijk een bijdrage te leve-ren aan het verspreiden en beschikbaar maken van onderzoeksresultaten om de zorg voor patiënten met een acute zorgvraag te verbeteren. Dat doet de commissie al door regelmatig in 112 Netwerk en op de website van Acute Zorg Euregio nieuwsitems te plaatsen over onderzoeksprojecten, maar in de toekomst wil de WOAZ op een nog meer gestructureerde manier resulta-ten terug koppelen naar de praktijk.

O

Van wetenschap naar praktijk

Met meer dan tien lopende onderzoeken binnen de

regio dit jaar kunnen we vaststellen dat er een goed

klimaat is voor acute zorg onderzoek. Anderhalf jaar na

de oprichting kijkt de commissie WOAZ Euregio dan

ook met een tevreden blik terug, maar vooral vooruit:

hoe gaan we die kennis naar de praktijk brengen?

Overzicht onderzoeks-projecten onlineEen eerste stap heeft de commissie inmiddels gezet door op de WOAZ- pagina binnen de website van Acute Zorg Euregio (www.acutezorgeuregio.nl )een overzicht te publiceren van de lo-pende onderzoeksprojecten van 2015. Naast een korte beschrijving van de onderzoeken bevat het overzicht ook de betrokken ketenpartners en contact-gegevens van de onderzoekers. Op deze manier hoopt de commissie dat beter inzichtelijk is wat er aan acute zorg onderzoek in de regio al gedaan wordt en dat men elkaar weet te vin-den op inhoudelijke thema’s. Binnen-kort verschijnt er ook een overzicht op de website met alle producten en publi-

Door Rolf Egberink, Acute Zorg Euregio

WOAZ wil bijdragen aan verspreiden onderzoeksresultaten

caties die de afgelopen jaren zijn voort-gekomen uit onderzoek in de Euregio.

Verspreiden resultatenOm het verspreiden van de resultaten structureel onderdeel te laten zijn van een onderzoeksproject zou de WOAZ graag zien dat hierover aan het begin al goede afspraken worden gemaakt. In de WOAZ-bijeenkomst van 15 juni is een concept richtlijn besproken die hier-voor handvatten biedt. Hiermee hoopt de WOAZ dat binnen een redelijke ter-

Leden WOAZ v.l.n.r. Harald van Loon, Rolf Egberink, Carine Doggen en Nancy ter Bogt. Afwezig: Arie van Vugt, Suparto Bambang Oetomo en Geert Hengstman.

Geert Hengstman.Suparto Bambang Oetomo.Arie van Vugt.

15

112 NETWERK | JULI 2015

15

Het volgende

magazine van

verschijnt

in oktober 2015

Colofon

112 Netwerk is een uitgave van Bureau Acute Zorg Euregio, Ambulance Oost en GHOR Twente.

Dit magazine verschijnt vier keer per jaar en bericht over ontwikkelingen rondom acute zorg in Twente en Oost-Achterhoek.

Jaargang 2015, editie juli

RedactieKitty [email protected]

Marja [email protected]

Cees [email protected]

Irma [email protected]

Annemarie [email protected]

Coverfotografi eRené Koele

Bladformule, vormgeving, eindredactie en drukwerk

Geen Blad voor de Mond B.V.

Lasondersingel 149-1517514 BR Enschedetel. 053 460 9002geenbladvoordemond.nl

ISSN 2211-8225

G

VOORDEMONDEENBLAD

MAKERS VAN MAGAZINES

werknetwerknet

Van wetenschap naar praktijkWOAZ wil bijdragen aan verspreiden onderzoeksresultaten

mijn na afronding van een onderzoek de resultaten beschikbaar komen voor de betrokken ketenpartners en daarmee voor de zorg voor patiënten in onze re-gio. Rolf Egberink, beleidsmedewerker/onderzoeker bij Acute Zorg Euregio: ‘Natuurlijk is een publicatie in een inter-nationaal tijdschrift nastrevenswaardig, maar we kijken naar mogelijkheden om dit geen vertraging te laten zijn voor verspreiding van de resultaten naar de praktijk.’

Toepassing in de praktijkHet verspreiden en beschikbaar maken van onderzoeksresultaten is één, maar de vergaarde kennis moet daarna wel worden opgepikt en toegepast in de praktijk. Dit betekent dat in veel gevallen wetenschappelijke resultaten vertaald zullen moeten worden om aan te sluiten bij professionals of beleids makers. De commissie denkt hierbij ook aan toegan-kelijke manieren om resultaten weer te geven, zoals factsheets of infographics. De WOAZ ziet hiervoor een belangrijke taak weggelegd bij het bureau Acute Zorg Euregio en de leden van de expert-groepen. Door onder zoeksresultaten in te bedden in opleidingen, protocollen

en richtlijnen en in regionaal beleid ko-men zij ten goede aan hen waarvoor ze bedoeld zijn: de patiënt. n

Leden WOAZ v.l.n.r. Harald van Loon, Rolf Egberink, Carine Doggen en Nancy ter Bogt. Afwezig: Arie van Vugt, Suparto Bambang Oetomo en Geert Hengstman.

Een laagdrempelige manier om wetenschap en praktijk bij elkaar te brengen is de maandelijkse refereerbijeenkomst voor onderzoekers, studenten, SEH-artsen, verpleegkundig specialisten ambulancezorg en beleidsmedewerkers in de acute zorg. Eén van de deelnemers bespreekt een onderzoeksartikel en de overige deelnemers kijken samen kritisch naar onder meer methodologische aspecten, resultaten en implicaties voor de praktijk. Ben je geïnteresseerd in of betrokken bij onderzoek binnen de acute zorg? Kom dan gerust een keer meedoen! Meer info: www.acutezorgeuregio.nl/refereren-acute-zorg.

Kom meedoen:

refereren Acute Zorg

Bezoek ons ook online!112 Netwerk is ook beschikbaar als app voor tablets en smartphones met besturingssystemen

van Apple iOS en Google Android. Je kunt dus met je tablet of smartphone overal waar je bent,

het 112 Netwerk magazine lezen en bekijken. De app is gratis te downloaden.

Acute Zorg Euregio

Postbus 50000

7500 KA Enschede

Tel. 053 487 20 97

[email protected]

acutezorgeuregio.nl

GHOR Twente

Postbus 1400

7500 BK Enschede

Tel. 088 256 78 50

[email protected]

ghortwente.nl

Ambulance Oost

Postbus 784

7550 AT Hengelo

Tel. 074 256 22 22

[email protected]

ambulanceoost.nl