1.1 Interne geluidwering, aandachtspunten bij woningindeling · 22-12-2016 Metal-stud binnenwanden...
Transcript of 1.1 Interne geluidwering, aandachtspunten bij woningindeling · 22-12-2016 Metal-stud binnenwanden...
22-12-2016
1.1 Interne geluidwering, aandachtspunten bij woningindeling
1.1.1 Eisen
Het project moet voldoen aan de akoestische eisen uit het Bouwbesluit, artikel 3.17. De relevante
eisen zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Tabel 1: Relevante akoestische eisen vanuit het Bouwbesluit
Situatie Karakteristiek lucht-
geluidniveauverschil
(DnT;A;k) [dB]
Gewogen contact-
geluidniveau (Ln;T;A)
[dB]
Besloten ruimte → verblijfsgebied ≥ 52 ≤ 54
Besloten ruimte → besloten ruimte (geen VG) ≥ 47 ≤ 59
Gemeenschappelijke verkeersruimte → besloten ruimte
(geen VG)
Geen eis Geen eis
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de geluidsisolatie naar een verblijfsgebied 5 dB strenger is dan
naar een ruimte die geen verblijfsgebied is.
Vanuit het Bouwbesluit worden er alleen eisen aan de geluidisolatie gesteld naar woonfuncties toe.
1.1.2 Aandachtspunten bij geluidwering tussen ruimten
Woningtoegangsdeur bij entreehal in woning
22-12-2016
Om geluidoverlast in de woning te beperken is er een eis gesteld aan de geluidwering tussen de
gemeenschappelijke verkeersruimte en een verblijfsruimte in de woning. Belangrijk onderdeel in de
geluidwering tussen deze ruimten is de woningtoegangsdeur. Deze entreedeur moet aan de
volgende voorwaarden voldoen:
• De deur moet voldoende geluid weren. De deur moet een geluidisolatie, de zogenaamde
RW;p-waarde hebben, van ten minste 38 dB(A). De RW;p-waarde is het in het laboratorium
bepaalde geluidisolatie van de deur inclusief kozijn en kierdichting. De leverancier van de
deur moet deze waarde middels een meetrapport aan kunnen tonen.
• De deur moet een goede kierdichting hebben.
Middels rubberprofielen wordt de kier tussen deur
en kozijn afgedicht. Deze rubberprofielen lopen
rondom de deur. Aan de onderzijde van de deur is
ook een valdorpel mogelijk. Een valdorpel klemt
tussen de deur en de vloer als de deur gesloten
is.
• De deur moet goed sluiten. Pas een deur toe met knevelende driepuntssluiting. Dit betekent
dat er naast het nachtslot ook boven- en onderin de deur een haak vanuit de deur in het
kozijn steekt bij het op slot draaien van de deur.
• Er kunnen standaard binnendeuren toegepast worden.
De in de technische omschrijving omschreven deur Kega Base SB 42 SB voldoet aan deze
voorwaarden.
Woningtoegangsdeur als directe scheiding tussen GVKR en verblijfsgebied
Als via de woningentreedeur direct een verblijfsgebied wordt betreden fungeert de deur als directe
akoestische scheiding. De binnendeur in de woning ontbreekt als extra akoestische scheiding
tussen de gemeenschappelijke verkeersruimte en de verblijfsruimte in de woning. Daarom worden
in deze situatie hoge akoestische eisen gesteld aan de deur.
22-12-2016
De deur moet een geluidisolatie hebben van RW;p-waarde ≥ 52 dB(A). dit wordt bijvoorbeeld
bereikt met een Merford MN53 deur. Dergelijke deuren zijn dikker dan ‘standaard’
woningtoegangsdeuren. Toepassen van een valdorpel is in dit geval niet mogelijk. Dit betekent dat
er een drempel ter plaatse van uw voordeur aanwezig is.
Binnenwanden
Artikel 3.17a uit het Bouwbesluit vereist dat tussen verblijfsruimten in een woonfunctie de
geluidisolatie voldoende hoog is. De luchtgeluidisolatie moet voldoen aan Dn;T;A;k ≥ 32 dB is en de
contactgeluidisolatie moet voldoen aan LnT;A ≤ 79 dB.
De eis geldt niet indien in de directe scheidingsconstructie tussen twee naast elkaar gelegen
verblijfsruimten een deuropening aanwezig is.
22-12-2016
De massieve scheidingswanden moeten een oppervlaktemassa van ten minste 75 kg/m² hebben.
Bij uitvoering in gipsblokken betekend dit dat er 70 mm verzwaarde gipsblokken moet worden
toegepast of 100 mm gipsblokken
Bij gipsblokken worden veerankers toegepast en wordt de naad tussen wand en plafond of
bouwmuur afgeschuimd. Zie onderstaande afbeelding, afkomstig van Knauf, leverancier van
gipsblokken.
22-12-2016
Metal-stud binnenwanden moeten een (in het laboratorium gemeten) Rw-waarde hebben van ten
minste 37 dB(A). De volgende opbouw is mogelijk:
• 12,5 mm gipskartonplaat
• 75 mm profielen
• 12,5 mm gipskartonplaat
Zie onderstaande afbeelding van Gyproc, een leverancier van metal-stud wanden.
In een metal-stud binnenwand waar de onderhavige geluideisen voor gelden geen
wandcontactdozen recht tegenover elkaar plaatsen maar ten minste 600 mm uit elkaar plaatsen.
Indien de ontworpen woningindeling niet binnen bovenstaande uitgangspunten past is voor het
ontwerp een specifiek advies noodzakelijk.
22-12-2016
1.1.3 Aandachtspunten bij installatiegeluid binnen de eigen woning
Artikel 3.9, lid 2 van Bouwbesluit 2012 vereist dat een mechanische voorziening voor
luchtverversing, warmteopwekking of warmteterugwinning een niet hoger geluidniveau (LI;A;k) in
een verblijfsruimte veroorzaakt dan 30 dB(A).
De ventilatie unit is maatgevend in het installatiegeluid. Uitgangspunt is dat er Zehnder WHR 950
wordt toegepast.
Installatietechnische maatregelen
De volgende installatietechnische maatregelen zijn noodzakelijk:
• De WTW-unit monteren aan een wand van ten minste 200 kg/m² (120 mm kalkzandsteen)
of plaatsen op een montagestoel.
• Tussen aanzuigaansluiting en doorvoer in de schacht een geluiddempende slang toepassen
van ten minste 0,5 meter, zo recht mogelijk aanbrengen.
• Tussen afblaasaansluiting in de unit en de doorvoer in de schacht bij voorkeur een
geluiddempende slang toepassen.
• Direct na de inblaasaansluiting in de unit ten minste 1 meter geluiddempende slang
aanbrengen, zo recht mogelijk.
• Direct na de afzuigaansluiting in de unit een splitsing aanbrengen zodat 2 strengen ontstaan.
Eén streng leidt naar de afzuiging van de keuken en wasruimte, de andere streng is voor
afzuiging van toilet en badkamer.
• De streng die leidt naar de keuken en wasruimte direct na de splitsing voorzien van 1 meter
geluiddempende slang.
• De streng die leidt naar de overige afzuigpunten uitvoeren in standaard metalen kanaal.
• Het kanalenverloop zodanig ontwerpen dat het drukverlies in de kanalen niet groter is dan:
- 125 Pa tot een ventilatiecapaciteit van 325 m³/h
- 150 Pa bij hogere capaciteiten
• De ventilatiecapaciteiten zodanig inregelen dat er juist aan het Bouwbesluit wordt voldaan.
Deze ‘Bouwbesluitstand’ bij voorkeur instellen op een middenstand. In hoogstand kan dan
overcapaciteit worden gerealiseerd.
Geadviseerd wordt de installatie door een deskundige partij te laten installeren teneinde
bovenstaande uitgangspunten juist te kunnen verwerken.
Bouwkundige maatregelen
De benodigde bouwkundige maatregelen hangt van twee uitgangspunten af:
1. Op welke capaciteit is de WTW unit ingeregeld?
2. Hoe is de opstelplaats van de WTW unit gesitueerd ten opzichte van een verblijfsruimte?
22-12-2016
WTW unit grenst met binnenwand aan verblijfsruimte
Tot een (vereiste) ventilatiecapaciteit in het appartement van 230 m³/h (ca. 65 dm³/s) blijft de
geluiduitstraling van de WTW-unit beperkt tot ca. 50 dB(A). In dit geval kan volstaan worden met
de volgende bouwkundige maatregelen:
• De wand tussen de opstelplaats van de WTW-unit en de aangrenzende verblijfsruimte
uitvoeren in:
- 100 mm gipsblokken / 70 mm verzwaarde gipsblokken, of
- Metal-stud wand Rw-waarde hebben van ten minste 35 dB(A), bijvoorbeeld 12,5 mm gips
– 75 mm profielen – 12,5 mm gipsplaten
• De deur naar de opstelplaats van de MV-unit kan uitgevoerd worden als normale binnendeur.
Tot een (vereiste) ventilatiecapaciteit in het appartement van 360 m³/h (ca. 100 dm³/s) loopt de
geluiduitstraling van de WTW-unit op tot ca. 60 dB(A). In dit geval kan volstaan worden met de
volgende bouwkundige maatregelen:
22-12-2016
• De wand tussen de opstelplaats van de WTW-unit en de aangrenzende verblijfsruimte
uitvoeren in:
- 100 mm kalkzandsteen, of
- Metal-stud wand Rw-waarde hebben van ten minste 40 dB(A), bijvoorbeeld 12,5 mm gips
– 50 mm profielen waartussen minerale wol – 12,5 mm gipsplaten
• De deur naar de opstelplaats van de MV-unit uitvoeren in geluidwerende variant
(bijvoorbeeld de Berkvens geluidwerende (“32 dB”) binnendeur).
WTW unit grenst met een binnendeur aan verblijfsruimte
Als de opstelplaats van de WTW-unit vanuit een verblijfsruimte direct toegankelijk is vormt de
binnendeur een zwakke schakel in de geluidwering. In deze situatie zijn de volgende aanvullende
maatregelen noodzakelijk.
Tot een (vereiste) ventilatiecapaciteit in het appartement van 230 m³/h (ca. 65 dm³/s) zijn de
volgende aanvullende maatregelen nodig:
22-12-2016
• Geen akoestisch dempende slangen toepassen maar in plaats daarvan een geluiddemper met
een harde buitenmantel in dezelfde lengte. Denk hierbij aan een Panflex AF1 demper.
• De deur naar de opstelplaats van de MV-unit uitvoeren in geluidwerende variant
(bijvoorbeeld de Berkvens geluidwerende (“32 dB”) binnendeur).
• Overstroom van ventilatielucht naar de berging kan plaats vinden middels een spleet onder
de deur van maximaal 15 mm hoog.
Tot een (vereiste) ventilatiecapaciteit in het appartement van 360 m³/h (ca. 100 dm³/s) zijn de
volgende aanvullende maatregelen nodig:
22-12-2016
• Geen akoestisch dempende slangen toepassen maar in plaats daarvan een geluiddemper met
een harde buitenmantel in dezelfde lengte. Denk hierbij aan een Panflex AF1 demper.
• De deur naar de opstelplaats van de MV-unit uitvoeren met een geluidisolatie (RW;p-waarde)
≥ 38 dB(A). dit staat dus gelijk aan de kwaliteit van de woningtoegangsdeur.
• De deur is voorzien van kierdichting en een onderdorpel.
• Vanwege de onderdorpel moet de opstelplaats van de WTW voorzien worden van zowel een
afvoer- als een toevoerventiel.
Indien de ontworpen situatie van de opstelplaats van de WTW-unit niet binnen bovenstaande
uitgangspunten past, is een specifiek advies noodzakelijk.
22-12-2016
1.2 Interne geluidwering, beoordeling casco
Onderstaand is per onderdeel van de bouwconstructie de geluidisolatie beoordeeld.
Keldervloer
Op de kelderverdieping zijn geen woonfuncties gelegen. De keldervloer is hierom akoestisch niet
relevant.
Verdiepingsvloer
De verdiepingsvloer is als volgt opgebouwd:
• Massieve betonvloer, dik 270 mm, gewicht ca. 640 kg/m²;
• Verende laag, dikte 30 mm
• Dekvloer, 60 mm, anhydriet gebonden.
Met deze vloeropbouw kan worden voldaan aan de vereiste geluidisolatie, inclusief de verhoogde
contactgeluidisolatie. Hierbij gelden de volgende randvoorwaarden:
• De verende laag heeft een maximale dynamische stijfheid (S) van 20 MN/m³.
• Pas geëlastificeerd EPS als verende laag toe. Hierop kunnen relatief eenvoudig middels
tackers de vloerverwarmingsleidingen op aangebracht worden. Dergelijke platen worden
geleverd door bijvoorbeeld WTH of Unidek.
• tussen EPS en de dekvloer een waterdichte PE-folie aanbrengen, bij de naden met waterdicht
tape afgeplakt.
• De kamerscheidende wanden worden (na oplevering) op de dekvloer geplaatst.
Verdiepingsvloer ter plaatse van badkamer
In de badkamers wordt een massieve, zandcement dekvloer toegepast.
Met de massieve vloer van 270 mm beton met ca. 90 mm zandcement is de massa ca. 805 kg/m².
hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen, ook als een badkamer boven een verblijfsgebied is
gelegen.
Dakvloer
De dakvloer bestaat uit 240 mm beton, gewicht ca. 565 kg/m². Als flankerend vlak naar de
naastgelegen woning is deze opbouw voldoende om te kunnen voldoen aan de gestelde eisen.
Constructieve woningscheidende wanden
Alle constructieve woningscheidende wanden worden uitgevoerd in 250 mm beton, gewicht ca. 590
kg/m².
Met deze wandopbouw kan worden voldaan aan de gestelde eisen.
Lichte woningscheidende wanden
22-12-2016
De niet-dragende woningscheidende wanden worden opgebouwd met het metal-stud systeem. Om
de vereiste (lucht)geluidisolatie te behalen moet het wandsysteem een Rw-waarde hebben van ten
minste 57 dB(A). Uit praktische overwegingen wordt de volgende wandopbouw geadviseerd:
• 2x12,5 mm gipsplaten
• 75 mm profielen, waartussen minerale wol
• ≥ 5 mm luchtspouw
• 75 mm profielen
• 2x12,5 mm gisplaten
Er kunnen gesteunde profielen worden toegepast, mits dit op basis van zwelband tussen de
profielen gebeurd.
De wandopbouw is zodanig dat er voldoende ruimte is om wandcontactdozen in een omtimmering
van gipskarton geplaatst kunnen worden, bijvoorbeeld de ‘firebox’ zoals geleverd door Gyproc.
Geadviseerd wordt de wand op de constructievloer te plaatsen. De dekvloer sluit dan middels een
kantstrook aan op de wand.
Constructieve scheidingswand tussen GVKR en woning
Tussen de gemeenschappelijke verkeersruimte (GVKR) en de verblijfsruimte van een woning
gelden dezelfde akoestische eisen als tussen woningen onderling. Om de scheidinsgsconstructie
tussen de GVKR en de woningen geen belemmering te maken in de indelingsvrijheid van de woning
wordt geadviseerd de akoestische kwaliteit hetzelfde te maken als bij de scheidinsconstructies
tussen woningen.
Dit betekent een wand van ten minste 250 mm beton. Voor deze wand kan een voorzetwand
worden geplaatst. Van deze voorzetconstructie wordt dan alleen een thermische prestatie
gevraagd, geen akoestische.
Niet-constructieve scheidingswand tussen GVKR en woning
De (niet dragende) scheidingswanden tussen de gemeenschappelijke verkeersruimte en de
woningen als volgt opbouwen:
• 2x12,5 mm gipsplaat
• 50 mm metal-stud profielen, waartussen minerale wol
• Ten minste 100 mm minerale wol om de benodigde Rc-waarde van 3,5 m²K/W te behalen
• 50 mm profielen, waartussen minerale wol
• 2x12,5 mm gipsplaten
Met deze wand kan aan de gestelde eisen worden voldaan. De wandopbouw is zodanig gekozen dat
naast de geluidisolatie er ook wordt voldaan aan de gestelde Rc-waarde en de vereiste
brandwerendheid.
Niet-dragende binnenspouwbladen
Niet dragende gevels bestaan uit houtskeletbouw elementen. Hiermee kan worden voldaan aan de
vereiste geluidisolatie.
22-12-2016
In principe het niet-dragende binnenspouwblad flexibel verankeren aan bouwmuur en
bovengelegen vloer. Dat wil zeggen dat de element met hoekankers worden bevestigd en de naad
tussen het binnenspouwblad en de vloer wordt afgedicht met PUR.
Dragende binnenspouwbladen
Dragende binnenspouwbladen moeten een gewicht hebben van ten minste 350 kg/m². met
betonnen binnenspouwbladen van ten minste 150 mm dikte wordt hier aan voldaan.
1.2.1 Installatiegeluid buiten de eigen woning
Conform Bouwbesluit, artikel 3.8 mag het volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke
binnenniveau in de verblijfsgebieden van de woningen ten gevolge van geluid veroorzaakt door een
buiten de eigen woning gelegen toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanische voorziening
voor luchtverversing, een warmwatertoestel, een installatie voor verhoging van waterdruk of een
lift niet hoger zijn dan 30 dB(A).
Lift
De liftschacht uitvoeren als 250 mm beton. De schachtwanden die grenzen aan een woonfunctie
kunnen voorzien worden van een thermisch isolerende voorzetwand. De voorzetwand heeft dan
geen akoestische functie.
Bouwkundige schacht
Bij de opbouw van een leidingschacht moeten vanuit het Bouwbesluit de volgende in acht genomen
worden:
• Isolatie voor installatiegeluid (LIA;k = 30 dB);
• Geluidisolatie tussen woningen (DnT,A,k = 52 dB);
Uitgangspunt is dat de vloer in de schacht wordt doorgestort of dichtgestort. Dan kan als
schachtwand worden volstaan met:
• 100 mm gipsblokken of 70 mm zware gipsblokken
• Metal-stud wand bestaande uit C- en U-profielen met 2x15 mm gipsvezelplaten (let op
brandwerende eigenschappen)
In de bouwkundige schacht is de standleiding van de VWA maatgevend in het
installatiegeluidniveau. Er zijn de volgende aandachtspunten:
• op de woonverdiepingen geen versleping in de standleiding aanbrengen;
• pas geluidarme rioleringspijpen toe, Dyka Still, Wavin AS o.g.;
• standleiding alleen beugelen aan een zware wand of aan de constructievloer (≥ 400 kg/m²).
Indien de standleiding in een ingestorte mof wordt geklemd is beugeling niet noodzakelijk.
• voorkomen moet worden dat leidingen contact maken met eventuele mantelbuizen.
22-12-2016
Wanneer de leidingen onder de onderste woonlaag (begane grondvloer of 1e verdiepingsvloer)
horizontaal versleept worden geen 90° bocht toepassen maar 2 x 45° met een tussenstuk van ten
minste 250 mm. Dit is tevens een aandachtspunt in verband met het verdere leidingverloop in de
bergingen.