10 vragen r2

23
r een veiliger deelname aan het verkeer Veilig in ’t verkeer Test uw basiskennis met 10 vragen Noteer uw antwoord, zodat u na de test uw antwoorden kunt verifiëren. Gebruik de pijlen onderaan de dia om naar de volgende vraag te gaan. Veel succes! www.veiligintverkeer.be - Reeks 2

Transcript of 10 vragen r2

Page 1: 10 vragen   r2

Voor een veiliger deelname aan het verkeer ...

Veilig in ’t verkeerTest uw basiskennis met 10 vragen

Noteer uw antwoord, zodat u na de test uw antwoorden kunt verifiëren.

Gebruik de pijlen onderaan de dia om naar de volgende vraag te gaan.

Veel succes!

www.veiligintverkeer.be - www.facebook.com/veiligintverkeer

[email protected]

Reeks 2

Page 2: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

1. Als bestuurder moet je het gelijkvormigheidsattest, de verzekering, het kentekenbewijs en indien van toepassing een keuringsbewijs in de auto hebben.

a. Het moeten de originele documenten zijn.b. Het mogen de originele of kopieën zijn.c. In de auto hou je kopieën, geen originelen. De originele documenten bewaar je op een veilige plaats.

Page 3: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer2. Een persoon die last heeft van epileptische

aanvallen …

a. mag een auto besturen als hij of zij medicijnen gebruikt ter voorkoming van

een nieuwe aanval.b. moet zijn rijbewijs spontaan inleveren.c. moet zijn rijbewijs inleveren als een dokter de persoon ongeschikt verklaart om een auto te besturen.

Page 4: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

3. In iedere auto moeten volgende zaken aanwezig zijn, ze worden ook wel de wettelijk verplichtte uitrusting genoemd …

a. een brandblusser, een krik, een reserve wiel, een veiligheidsvestje en een medische kit.b. een geldige brandblusser, een verbanddoos, een parkeerschijf en een veiligheidsvestje . c. een geldige brandblusser, een verbandetui, een gevaren-

driehoek en een veiligheidsvestje

Page 5: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer4. Als ik op een autoweg

een defect krijg, mag ik …

a. mijn auto d.m.v. een noodkoppeling mijn auto laten slepen. Liefst op de pechstrook. We moeten echter de

eerstvolgende afrit de autoweg verlaten.b. mijn auto aan een maximum snelheid van 25 km/u mijn auto d.m.v. een noodkoppeling laten slepen. Ik moet op de rijstroken rijden, niet op de pechstrook. De eerstvolgende afrit moet ik de autoweg verlaten.c. mijn auto niet d.m.v. een noodkoppeling laten slepen. Ik moet mij laten takelen.

Page 6: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

5. Je bent gestopt voor een rood licht. Uw telefoon belt. Mag je de telefoon opnemen?

a. Neen, zelfs als je gestopt bent mag je de telefoon niet opnemen.b. Je mag altijd opnemen, maar het wordt afgeraden.c. Ja, zolang je gestopt bent is het niet verboden.

Page 7: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

6. Mag je de claxon (toeter) van je auto ook ‘s nachts gebruiken?

a. Ja, maar alleen buiten de bebouwde kom.b. Ja, om een ongeval te voorkomen.c. Neen, enkel overdag.

Page 8: 10 vragen   r2

b. Tussen de 1ste en de 15de verboden te parkeren voor en achter het bord op de rijbaan langs de zijde dat het bord geplaatst is. De dagen dat je mag parkeren moet je de parkeerschijf gebruiken.

Veilig in ’t verkeer7. De betekenis van deze borden is:

a. Tussen de 1ste en de 15de verboden te parkeren voor en achter het bord op de rijbaan en de berm langs de zijde dat het bord geplaatst is. De dagen dat je mag parkeren moet je de parkeerschijf gebruiken.

Page 9: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

8. Ik wil parkeren.

a. Dat is toegelaten op de grijze strook.b. Dat is toegelaten op de roze strook. c. Dat is verboden.

Page 10: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

9. Ik rij met een personenauto (4 m lang, 2 m breed en 1,60 m hoog). Ik wil hier, 15 m voor het bord, mijn passagier laten uitstappen.

a. Dat is toegelaten.b. Dat is verboden omwille van de gele strepen op de borduur.c. Dat is verboden omdat ik minstens 20 meter van het verkeersbord moet blijven.

Page 11: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

10. Op de plaats waar dit bord staat …

a. mag ik niet sneller rijden dan 20 km/u, niet stoppen, stilstaan en parkeren en niet inhalen .

b. mag ik niet stilstaan en parkeren, niet sneller dan 30 km/u en niet links inhalen.c. hebben voetgangers voorrang en mag ik niet sneller dan

stapvoets rijden.

Page 12: 10 vragen   r2

Voor een veiliger deelname aan het verkeer ...

Veilig in ’t verkeerKlik om verder te gaan

naar de antwoorden

www.veiligintverkeer.be - www.facebook.com/veiligintverkeer

[email protected]

Page 13: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

1. Als bestuurder moet je het gelijkvormigheidsattest, de verzekering, het kentekenbewijs en indien van toepassing een keuringsbewijs in de auto hebben.

a. Het moeten de originele documenten zijn.b. Het mogen de originele of kopieën zijn.c. In de auto hou je kopieën, geen originelen. De originele documenten bewaar je op een veilige plaats.

Page 14: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer2. Een persoon die last heeft van epileptische

aanvallen …

a. mag een auto besturen als hij of zij medicijnen gebruikt ter voorkoming van

een nieuwe aanval.b. moet zijn rijbewijs spontaan inleveren.c. moet zijn rijbewijs inleveren als een dokter de persoon ongeschikt verklaart om een auto te besturen.

Page 15: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

3. In iedere auto moeten volgende zaken aanwezig zijn, ze worden ook wel de wettelijk verplichtte uitrusting genoemd …

a. een brandblusser, een krik, een reserve wiel, een veiligheidsvestje en een medische kit.b. een geldige brandblusser, een verbanddoos, een parkeerschijf en een veiligheidsvestje . c. een geldige brandblusser, een verbandetui, een gevaren-

driehoek en een veiligheidsvestje .

Page 16: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer4. Als ik op een autoweg

een defect krijg, mag ik …

a. mijn auto d.m.v. een noodkoppeling mijn auto laten slepen. Liefst op de pechstrook. We moeten echter de

eerstvolgende afrit de autoweg verlaten.b. mijn auto aan een maximum snelheid van 25 km/u mijn auto d.m.v. een noodkoppeling laten slepen. Ik moet op de rijstroken rijden, niet op de pechstrook. De eerstvolgende afrit moet ik de autoweg verlaten.c. mijn auto niet d.m.v. een noodkoppeling laten slepen. Ik moet mij laten takelen.

Page 17: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

5. Je bent gestopt voor een rood licht. Uw telefoon belt. Mag je de telefoon opnemen?

a. Neen, zelfs als je gestopt bent mag je de telefoon niet opnemen.b. Je mag altijd opnemen, maar het wordt afgeraden.c. Ja, zolang je gestopt bent is het niet verboden.

Page 18: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

6. Mag je de claxon (toeter) van je auto ook ‘s nachts gebruiken?

a. Ja, maar alleen buiten de bebouwde kom.b. Ja, om een ongeval te voorkomen.c. Neen, enkel overdag.

Page 19: 10 vragen   r2

b. Tussen de 1ste en de 15de verboden te parkeren voor en achter het bord op de rijbaan langs de zijde dat het bord geplaatst is. De dagen dat je mag parkeren moet je de parkeerschijf gebruiken.

Veilig in ’t verkeer7. De betekenis van deze borden is:

a. Tussen de 1ste en de 15de verboden te parkeren voor en achter het bord op de rijbaan en de berm langs de zijde dat het bord geplaatst is. De dagen dat je mag parkeren moet je de parkeerschijf gebruiken.

Page 20: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

8. Ik wil parkeren.

a. Dat is toegelaten op de grijze strook.b. Dat is toegelaten op de roze strook. c. Dat is verboden.

Page 21: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

9. Ik rij met een personenauto (4 m lang, 2 m breed en 1,60 m hoog). Ik wil hier, 15 m voor het bord, mijn passagier laten uitstappen.

a. Dat is toegelaten.b. Dat is verboden omwille van de gele strepen op de borduur.c. Dat is verboden omdat ik minstens 20 meter van het verkeersbord moet blijven.

Page 22: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeer

10. Op de plaats waar dit bord staat …

a. mag ik niet sneller rijden dan 20 km/u, niet stoppen, stilstaan en parkeren en niet inhalen .

b. mag ik niet stilstaan en parkeren, niet sneller dan 30 km/u en niet links inhalen.c. hebben voetgangers voorrang en mag ik niet sneller dan

stapvoets rijden.

Page 23: 10 vragen   r2

Veilig in ’t verkeerDeze test gaat slechts over een fragment van de Belgische wegcode

die u als weggebruiker verondersteld wordt te kennen.

(Kandidaat bestuurders rijbewijs B moeten 41/50 halen = 82%)

U behaalde een score van 8 / 10 of hoger: Proficiat u bent op de hoogte.

U behaalde 7 / 10 of lager: Het is aangeraden uw kennis bij te schaven …

Veilig in ’t verkeerverzorgt interactieve workshops & presentaties over de Belgische wegcode

voor geïnteresseerden, organisaties, verenigingen, clubs en groepen.

Informatie: [email protected] of 0498-352 880