1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK...

12
Schrijftips 1 TAALBIJLAGE

Transcript of 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK...

Page 1: 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK Nogal wat mensen die soms een tekst moeten schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg

Schrijftips1

TA A L B I J L A G E

Page 2: 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK Nogal wat mensen die soms een tekst moeten schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg

2 DE STANDAARDMAANDAG 25 OKTOBER 2010

IK VIND HET TE MOEILIJK

Nogal wat mensen die soms een tekstmoeten schrijven, zeggen dat ze daar geenaanleg voor hebben. Wel om bijvoorbeeldeen ingewikkelde technische berekening temaken, of om een plan te tekenen, of om eenfeest te organiseren. Nochtans ook bezighe-den waar creativiteit, inzicht en precisievoor nodig zijn. Maar als ze zinnen en ali-nea’s moeten maken, krijgen ze faalangst.Hebben ze die overgehouden aan het feit datze hun hele leven al negatief commentaarhebben gekregen op hun teksten en nooiteens enige waardering? Het zou kunnen. Inieder geval is er in hun hoofd een afweer-mechanisme gegroeid voor schrijven. Ze ma-ken er zich zo gauw mogelijk vanaf, des-noods met behulp van internet, een goud-mijn voor knippers-en-plakkers. Als de tekstmaar ‘af ’ is. Het – negatieve – commentaardat vervolgens vaak op die tekst komt, zalhun vooroordeel alleen maar bevestigen.

Wat kun je doen als je schrijven te moei-lijk vindt?1. vraag je af wat je met je tekst wil bereikenen concentreer je op de positieve effectenvan dat doel;2. probeer in je tekst je persoonlijkheid uitte spelen. Bedenk enkele opmerkelijke zin-nen, vergelijkingen, woorden waar je werke-lijk tevreden van bent;3. schrijf eerst de passages uit die je het ge-makkelijkst vindt. Doorgaans is dat niet hetbegin en ook niet het slot van de tekst, maarbijvoorbeeld een verhalend gedeelte;4. praat eerst met iemand over het onder-werp. Zo help je jezelf aan goede formulerin-gen;5. hou vaart in het schrijven. Pieker niet over

storende herhalingen, correcte formulerin-gen of juiste spelling. Je tekst bijwerken doeje later.

HET KOMT ER NIET VAN

Journalisten houden van deadlines die an-dere mensen het angstzweet in de handenzouden doen komen. Een deadline heeftenorme voordelen. Talmen en overdadig pie-keren over de tekst kan dan niet meer, en hetkomt niet in je op tijd te besteden aan beuze-larijen. De opgedreven aandacht voor de es-sentie leidt je vanzelf naar een uitgepuurdeschrijfstrategie. Vaak zorgt de adrenalinevan een deadline ook voor extra inspiratie.Maar werken tegen de deadline heeft ooknadelen. Het voorbereidende werk (infor-matie verzamelen en controleren) en de na-zorg (stijl, taal en spelling verbeteren) schie-ten erbij in. Er ontstaan ook vaker slordighe-den (verkeerde eigennamen, foute cijfers)die moeilijk uit de tekst kunnen worden ge-haald.

Daarom is het belangrijk het juiste mo-ment te kiezen voor een schrijfopdracht. Ditkan je helpen:6. als je alleen maar uitstel zoekt, concen-treer je dan op de voordelen die het heeft alsje tekst klaar zal zijn. Opluchting is daar eenvan;7. plan van tevoren hoeveel tijd je nodighebt, en wanneer je die tijd zult nemen. Zorgervoor dat je op dat ogenblik echt vrij benten niet gestoord wordt;8. vraag je af hoeveel tijd je al verloren hebtdoor te piekeren over de tekst zonder dat jeenige vooruitgang hebt geboekt;9. verdeel de schrijfopdracht over verschil-lende momenten als het om een tijdrovende

TWINTIG MANIEREN OM GRAAG EN GOED TE SCHRIJVEN

Schrijven met eenHebt u elke keer iets dringends te doen als u een tekst moet schrijven? Denkt u altijdweer aan uw ongelukkige lagereschooltijd als u iets op papier moet zetten? Zit u aan elketekst eindeloos te schaven en te vijlen, hoewel het resultaat er niet beter van wordt? Of isschrijven voor u een fluitje van een cent, maar krijgt u nooit de verhoopte reactie van uwlezers? Dan hebt u een verkeerde schrijfstrategie. Daar is wat aan te doen.

karwei gaat. Probeer tijdens de eerste sessieal een resultaat te hebben, al is het beschei-den in omvang, waar je trots op bent;10. doe iets leuks nadat je tekst klaar is. Hetresultaat met trots laten lezen door iemanddie je werk waardeert, kan al wonderendoen.

HET IS NOOIT GOED GENOEG

Schrijven is een ingewikkeld proces. Je moetmet verschillende aspecten tegelijk bezigzijn: de inhoud, de interesse en het begrips-vermogen van de lezer, de omvang van detekst, de structuur, de formulering van zin-nen, de woordkeuze, de spelling en de vorm-geving. En dan hebben we het nog niet ge-had over stijl, over spanning in de tekst, overhumor. Als je dat allemaal tegelijk van deeerste keer goed wil hebben, dan dreigt alleste mislukken. Veel perfectionisten strandenna enkele alinea’s doordat hun schrijfprocesis stilgevallen.

Ervaren schrijvers krijgen meer voor elkaardan dilettanten, maar over het algemeen isschrijven in fases aan te bevelen. Dit is eenbruikbare volgorde11. de inhoud: vertel wat je te vertellenhebt, zorg ervoor dat de gegevens juist envolledig zijn. Schrijf op deze manier eenkladversie van de tekst. Stel je daarna devraag: ben ik iets vergeten? heb ik iets over-bodigs geschreven?12. de structuur: herlees je tekst met deogen van de lezer. Welke vragen komen bij delezer op? Worden die beantwoord? Begrijptde lezer alles? Zijn er plaatsen in de tekstwaar hij zijn interesse kan verliezen? Her-schrijf of schrap de zwakke passages;13. de formulering: ook hier is de lezer be-

Page 3: 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK Nogal wat mensen die soms een tekst moeten schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg

3DE STANDAARDMAANDAG 25 OKTOBER 2010

strategie

langrijk. Zal hij alle zinnen en woorden be-grijpen? Zijn de overgangen verzorgd? Zijnde verwijzingen duidelijk? Heb ik geen taal-fouten gemaakt? Maak gebruik van naslag-werken en verbeter alle fouten;14. spelling en vorm: gebruik een spelling-corrector, maar let ook op werkwoordsvor-men, gebruik van leestekens en hoofdletters,logisch gebruik van spaties, inspringingen,cursief en witregels;15. laat ten slotte je tekst nalezen door eenkritische kennis die je kunt vertrouwen.

HET IS ALLANG GOED

De omgekeerde houding komt ook vaakvoor: schrijvers die te weinig tijd nemen of teweinig kritisch zijn voor hun eigen werk. Zeleveren teksten af die alleen zijzelf begrij-pen, of teksten met slordigheden en fouten.Het duurt niet lang of ze krijgen een slechtereputatie, en ze begrijpen niet waar ze dieaan verdiend hebben.

Ben je zo iemand, dan moet je dit voor ogenhouden:16. kom ik niet pedant over door onnodigegewichtigdoenerij? Of net onnozel doordatik fouten laat staan?17. als mijn tekst gedrukt wordt en door veelmensen wordt gelezen, hoeveel tijd kan ikdan redelijkerwijze besteden aan het schrij-ven?18. wie is mijn lezer en wat verwacht die vanmij?19. heb ik zelf ooit teksten onleesbaar gevon-den en wat was toen mijn reactie?20. wordt iemand anders betaald om slor-digheden uit mijn teksten te halen? Hoeveelkost dan mijn tekst aan extra redactiewerk?

Page 4: 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK Nogal wat mensen die soms een tekst moeten schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg

4 DE STANDAARDMAANDAG 25 OKTOBER 2010

Drie regels voor de keuze vaneen genre:1. de lezer moet je bedoeling metde tekst goed begrijpen;2. de lezer moet weten dat deboodschap voor hem bedoeld is;3. de lezer moet belangstellingkrijgen voor de boodschap, nietvoor de tekst.Dat lukt alleen als je de lezer ern-stig neemt.

Enkele veelgebruikte genres:● schriftelijke mededeling:nadruk op inhoud en standpuntvan schrijvervoorbeeld: aankondiging vaneen winkelier die zijn zaak uit-breidt

● instructie: nadruk op gedragvan de lezervoorbeeld: uitleg over nieuwebepaling in verkeersreglement

● presentatie: nadruk op in-houd (bijvoorbeeld diversiteit)voorbeeld: voorstelling van ver-schillende soorten dakbedek-king die een firma plaatst

● reclameboodschap: nadrukop overhalen van de lezervoorbeeld: krantenadvertentievoor vroeg boeken van vakantie-reis

● brief: nadruk op verstandhou-ding tussen schrijver en lezervoorbeeld: vraag om medewer-king aan een straatfeest

● zakelijk verslag: nadruk opfeiten en besluiten

1. Kies het genreOm je huisgenoten ervan te verwittigen dat je ’s avonds met vrienden nog iets gaat drinken, hoef je geen persbericht uit te sturen. En om je medeleven te betuigen bij een overlijden, heb jeook een specifiek soort tekst nodig. Dat komt doordat lezers niet voor elk soort tekst evenveelbelangstelling hebben, niet elk soort tekst even goed vertrouwen, en niet op elk soort tekst opdezelfde manier reageren. Voor je gaat schrijven, moet je dus een genre kiezen, en daarvoor iskennis van de lezer belangrijk.

Page 5: 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK Nogal wat mensen die soms een tekst moeten schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg

5DE STANDAARDMAANDAG 25 OKTOBER 2010

Een oude regel voor goed schrijven luidt: ‘Ver-kies het specifieke boven het algemene, hetduidelijke boven het vage, het concrete bovenhet abstracte.’ Hoe dat werkt, kun je zien aandit voorbeeld. Het is een regeringsmededelingover een wetswijziging.

‘De Ministerraad keurde een voorontwerpvan wet goed dat de bepalingen wijzigt m.b.t.de persoonlijke verschijning van de beklaagdeen artikel 421van het Wetboek van Strafvorde-ring aanpast. Het voorontwerp van wet is no-dig om het interne recht in overeenstemmingte brengen met de recente rechtspraak van hetEuropees Hof voor de Rechten van de Mens.Het interne recht moet meer bepaald in over-eenstemming gebracht worden met het arrest-Van Geyseghem waarin de Belgische Staat ver-oordeeld werd wegens schending van artikel6; §1 en 3c van het Europees Verdrag tot be-scherming van de Rechten van de Mens en defundamentele vrijheden (EVRM), door de wei-gering van vertegenwoordiging van de be-klaagde door een advocaat. Daarnaast zijn erde arresten-Stroek en -Goedhart, waarin Bel-gië enerzijds veroordeeld werd wegens schen-ding van hetzelfde artikel maar ook wegensschending van artikel 6, §1 van het EVRM, metname het recht op toegang tot een rechter.’

Dit heeft een journalist ervan gemaakt:

‘In de toekomst zal een beklaagde zich in demeeste gevallen voor een rechter kunnen latenvertegenwoordigen door een advocaat. Zostaat in een wetsontwerp dat de ministerraadvrijdag goedkeurde. België moest zijn wetge-ving in die zin aanpassen na een uitspraakvan het Europees Hof van de Rechten van deMens. De Belgische staat werd in het arrest-Van Geyseghem veroordeeld omdat de betrok-kene zich niet door zijn advocaat mocht latenvertegenwoordigen bij het inleiden van een

procedure van verzet tegen een verstekvonnis.Het Europees Hof vond dit in tegenspraak methet Europees Verdrag van de Rechten van deMens. De regering besliste daarop het Belgischrecht in overeenstemming te brengen met deuitspraak. Een beklaagde zal zich in de toe-komst bijna in alle gevallen door zijn advo-caat kunnen laten vertegenwoordigen. Op hetkabinet van justitie wordt opgemerkt dat ditin de praktijk reeds meestal mogelijk was,maar dat nu ook de wetgeving is aangepast.’

Het valt op dat in de eerste zin al een beklaag-de, een rechter en een advocaat optreden. Inde regeringstekst ging het over een minister-raad, over een wetsontwerp en over bepalin-gen in een wetboek.

Probeer in je zinnen mensen iets te latendoen.

Dus niet:Het kortetermijngeheugen van oudere mensenvermindert onder invloed van dit medicijn.Maar wel:Oudere mensen verliezen hun kortetermijnge-heugen als ze dit medicijn nemen.

Ook niet:De computer kan aangesloten worden op hetnetwerk.Maar wel:U kunt de computer aansluiten op het net-werk.

Enkele adviezen om concreet te schrij-ven:● laat de feiten voor zich spreken;● wees specifiek en precies;● geef details;● beschrijf wat je ziet en hoort;● geef voorbeelden en vergelijkingen;● schrijf in de tegenwoordige tijd.

2. Schrijf over mensenTe veel auteurs denken dat hun tekst interessanter wordt als zehet over abstracte denkbeelden hebben. Ze vergissen zich.Vertellen is beter dan uitleggen. En tonen is nog beter danvertellen. Daarbij komt dat elke boodschap meer betekenis krijgtals ze over mensen gaat.

voorbeeld: verslag van een ver-gadering van de ondernemings-raad

● journalistiek verslag: na-druk op gebeurtenissenvoorbeeld: verslag van een zit-ting van het Vlaams Parlement

● persbericht: nadruk opnieuws ten behoeve van de pers,die tussenpersoon isvoorbeeld: bekendmaking vanprestaties van een bedrijf

● reportage: nadruk op bele-ving van de schrijvervoorbeeld: verslag van een beto-ging

● analyse: nadruk op verschei-denheid van aspectenvoorbeeld: krantenstuk waarinoorzaken van een beurscrisisworden uitgelegd

● interview: nadruk op per-soonlijkheid en getuigenis vanbetrokkenevoorbeeld: gesprek over de car-rière van iemand die met pensi-oen gaat

● commentaar: nadruk op ar-gumentatie en oordeelvoorbeeld: artikel waarin gepleitwordt voor meer geld voor mi-lieuzorg

● column: nadruk op persoon-lijke belevingvoorbeeld: stukje over de eerstelenteverschijnselen

Page 6: 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK Nogal wat mensen die soms een tekst moeten schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg

6 DE STANDAARDMAANDAG 25 OKTOBER 2010

Een interessante tekst in dekrant begint bijvoorbeeld zo:

‘Pek en veren kreeg LuckasVander Taelen over zich heentoen hij vorig jaar in een co-lumn uitviel naar het wan-gedrag van Maghrebijnsejongens in Brussel. Nu dienthij zijn critici van repliekmet een boek over zijn gelief-de Brussel. “Als we nu niethervormen, wacht Brusseleen catastrofe.”Het curriculum van Luckas Van-der Taelen verraadt een rustelo-ze ziel: historicus, bibliotheca-ris, gelauwerd reportagemaker,politicus voor Groen!, filminten-dant, schrijver en regisseur. Ingeen enkele van die vele bezighe-den schrok hij ervoor terug omtegen de schenen te schoppen. Nuneemt hij in een boekje de Brus-selse instellingen onder vuur, enhet linkse politiek correcte den-ken, dat niet wil zien dat cultuurwel degelijk een rol speelt bij hetwangedrag van een deel van deBrusselse jeugd. Na het lezen vanBerichten uit Brussel. Leven inde hoofdstad vraag je je af waar-om Vander Taelen zich niet te-rughaast naar zijn rustige ge-boortestad Aalst.’

Wat weet je nu al?● dat het gaat over Luckas Van-der Taelen, die een interessantmens is;● dat de aanleiding een contro-versieel boek is;● dat hij een visie heeft overwaar het met Brussel naartoemoet;● dat de tekst een interview is.Wie daar geen belangstellingvoor heeft, haakt af en besteedt

zijn tijd aan een andere tekst inde krant. Wie wel nieuwsgierigis, leest geboeid verder.

Hoe moet het niet? Een voor-beeld:‘In 2008 is mijn grootmoederoverleden. Zij stond in ons dorpbekend als iemand die altijd be-reid was anderen te helpen met

raad en daad. Een van haar spe-cialiteiten was koken. Ze kon bij-zonder goed soep maken, vaakmet heel weinig middelen. Dathad ze in de oorlog geleerd, zei zealtijd. Van haar kreeg ik een re-cept voor pompoentaart. Pom-poenen kun je in de herfst haastgratis krijgen. Veel mensen ma-ken er soep van. Maar pompoe-

nen zijn zo groot dat je niet met-een weet wat je met de rest ervanmoet aanvangen. Mijn groot-moeder wist dat dus wel.’

Gaat dit over het leven van eenvolksvrouw? Of wordt het eenrecept voor pompoentaart? Eenwat ongeduldige lezer zal hetantwoord op die vraag niet af-wachten en haakt af. Een beteremanier om de lezer voor te berei-den is bijvoorbeeld:

‘Pompoenen kun je in de herfsthaast gratis krijgen. De meestemensen maken er pompoensoepmee. Maar wat kun je aanvan-gen met de rest van de vrucht?Mijn grootmoeder wist daarraad mee. Ze maakte pompoen-taart en daar had ze succes meein het hele dorp. Ik kreeg haar re-cept en het is heel eenvoudig.’

Als de lezer eenmaal geboeid isdoor het onderwerp, moet jehem alle elementen in handengeven om de tekst te volgen enzich een mening te vormen overde inhoud. Dat wil zeggen:● je laat geen logische vraag on-beantwoord;● je identificeert alle mensen,plaatsen, instellingen die de le-zer moet kennen om het verhaalte kunnen volgen;● terwijl je schrijft, vraag je jevoortdurend af: zal mijn lezerdit nog begrijpen?● je brengt geen nieuw themaaan als je dat niet ook wil behan-delen.

Aan het slot probeer je de be-langrijkste gegevens of gedach-ten samen te brengen in eenkloek geformuleerd besluit.

3. Verzorg de structuurvan je tekstAls je een tekst begint te lezen, dan weet je graag wat je kunt verwachten. Waar gaat hij over en wat heb ik eraan? Een goede schrijver geeft zo spoedig mogelijk een duidelijk antwoord op die twee vragen.

Page 7: 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK Nogal wat mensen die soms een tekst moeten schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg

7DE STANDAARDMAANDAG 25 OKTOBER 2010

Een voorbeeld, uit een artikelover de ervaringen van een jury-lid in een assisenzaak:

‘Het proces is intens en emotio-neel uitputtend. Dat komt doorde verantwoordelijkheid, doorde feiten zelf, door de confronta-tie met nabestaanden. Soms zit-ten de juryleden na een getuige-nis in hun zaaltje ontredderd tezuchten en te zwijgen. Ze krijgenhun indrukken niet altijd goedverwoord, maar vinden steun bijelkaar. Op zo’n dag heeft Char-lotte het moeilijk om vanuit diecocon naar het gewone leven te-rug te keren. ’s Avonds, in detrein naar huis, voelt het alsof zeelk moment in tranen kan uit-barsten.’

De eerste zin geeft het geheleidee weer: zo’n proces weegt opeen mens. Zin twee legt uit hoedat komt en de zinnen drie envier tonen met haast visuele de-tails hoe de betrokkenen dat er-varen. In de laatste twee zinnenkomen we dichter bij de hoofd-persoon van het verhaal. We le-zen hoe zij reageert. Vooral in delaatste zin is de emotie sterk.Dit is een veelgebruikte struc-tuur voor een alinea: de kern-zin is kort en staat vooraan.

Een tweede voorbeeld, met de-zelfde structuur:

‘ “Agressieve sporten lokkenagressie uit”, zegt de kleine Por-tugees Palma. “Als je bij eenboksmatch veel meppen krijgt,

ga je naar huis en denk je: vol-gende keer doe ik hem evenveelpijn. Hier is er geen pijn. Schop-pen en slaan mag niet. Zelfskracht speelt hier geen rol.” Datis de sterkte van de sport, vol-gens de trainers: welk lijf je ookhebt, je kan je stijl daaraan aan-passen. Het is pure techniek.’

Het kan ook andersom. Eerst ko-men de details, de argumentenen de omstandigheden, die aanhet eind van de alinea eenconclusie opleveren. Een voor-beeld:

‘Ons land kampt al een hele tijdmet een opvangcrisis. Fedasil,dat bevoegd is voor die opvang,heeft in de centra te weinigplaatsen om iedereen te kunnenhuisvesten. Daarom zoekt deoverheid onder meer haar toe-vlucht tot hotels. Maar vandaagzijn er nog altijd 4.500 asielzoe-kers die geen plaats hebben en opstraat leven. Met de winter voorde deur wil de regering daar eenmouw aan passen. Het kernka-binet heeft daarom beslist dat erextra personeel komt voor deasieldiensten en meer opvangca-paciteit, onder meer in leeg-staande kazernes.’

Helemaal mooi is het als delezer aan het eind van een ali-nea al nieuwsgierig wordt ge-maakt naar de volgende. Eenvoorbeeld. Let op de laatste zinvan de eerste alinea.

‘De Gezinsbond wil het liever

niet te veel en te luid gezegd heb-ben. Meer eenkindgezinnen? Ja,en ze zijn meer dan welkom. Debond veranderde niet voor nietszijn naam van de Bond van Gro-te en van Jonge Gezinnen in DeGezinsbond. Bovendien hoef jeniet langer een kroostrijk gezinte zijn om in aanmerking te ko-men voor een sociale lening.Maar laaiend enthousiast isDe Gezinsbond nu ook weerniet.“In vele gevallen lijkt hetons geen échte keuze”, zegt secre-taris Anne-Mie Drieskens. “Doorhet groeiende aantal echtschei-dingen, en uiteraard ook de da-lende vruchtbaarheid. Of om an-dere gezondheidsredenen, zoalssuikerziekte. Of omdat ouders despagaat tussen werk en een grootgezin niet zien zitten.” ’

Een van de grote voordelen vanduidelijke kernzinnen aan hetbegin van elke alinea, is dat hetgehele stuk snel te lezen is, dooralleen deze eerste zinnen te le-zen. Een voorbeeld (fragment):

‘Er is een opvolger voor hetter ziele gegane evenement“Het andere boek”. “Mind thebook” vindt volgend voorjaarvoor het eerst plaats in deSingel.In februari gooiden de orga-nisatoren van het literaireevenement Het andere boekde handdoek in de ring. Con-sternatie in de boekenwereld!Wat moest er nu worden van het“betere boek”?Vrij snel vonden uitgevers,boekhandelaars en literaire

organisaties elkaar in eendenktank. Die hebben zopashun formatiegesprekken metvrucht beëindigd. Gisteren kon-digden ze Mind the book aan, een“festival voor de geest”, dat ei-genlijk meer een nieuw literairfestival is dan een opvolger vanHet andere boek.Voor “Mind the book” is eenstevig platform uitgebouwd.Twee steden met literaire ambi-ties, Antwerpen en Gent, zettener hun schouders onder. In elkvan die steden zijn het toonaan-gevende, dynamische cultuur-huizen die om de beurt gastheerzijn. Komend voorjaar begintdeSingel, in 2012 is Gent aan debeurt met de Vooruit. Beide hui-zen beschikken over een uitge-breide infrastructuur, hebbeneen ruim publieksbereik en be-schikken over krachtige infor-matiekanalen.Het festival kiest resoluutvoor een andere timing. Hetandere boek had in de herfstplaats en gold een beetje als deopwarmer van de Boekenbeurs.Met de Cultuurmarkt, Zuider-zinnen en Crossing Border wa-ren er in Antwerpen te veel cul-tuurevenementen in korte tijd.Daarom wijkt Mind the book uitnaar het voorjaar.Behalve de locatie en de ti-ming, verandert ook de wer-king. Het festival werkt met eencurator. Voor de eerste twee edi-ties is de ex-VRT journalist JefLambrecht aangetrokken. Erwordt voor het eerst geprogram-meerd rond een thema.’

4. Verzorg de structuurvan je alinea’sEen tekst bestaat niet uit woorden en ook niet uit zinnen. Een tekst bestaat uit alinea’s. Elke alinea is een stapsteen in de gedachtegang van de auteur, en het is de bedoeling dat de lezer die stapstenen een voor een neemt. Daarom is het goed dat elke alinea één gedachteuitdrukt. Dat gebeurt bij voorkeur in een korte kernzin, die meteen herkenbaar is.

Page 8: 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK Nogal wat mensen die soms een tekst moeten schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg

8 DE STANDAARDMAANDAG 25 OKTOBER 2010

DE STAMAANDA

Deze zinnen bevatten duide-lijk te weinig informatie:Hij was in Gent geboren. Hij hader gestudeerd. Daarna had hij ereen café geopend. Daar tradenvrienden van hem op. Die zon-gen. Ze speelden ook flamencogi-taar.Deze zin bevat te veel informa-tie:In Gent, waar hij geboren was engestudeerd had, opende hij eencafé waar vrienden van hem op-traden met zang en flamencogi-taar.

Een afwisseling van korte en lan-gere zinnen is het prettigst voorde lezer:Hij woonde in Gent, waar hij ge-boren was en gestudeerd had.Daar had hij een café. Vriendenvan hem kwamen er optredenmet zang en flamencogitaar.

De lengte van de zinnen en de af-wisseling van woorden die meerof minder klemtoon krijgen, be-palen het ritme van je tekst. Eengoede schrijver let ook op de mu-ziek in zijn zinnen.

Constructies die je zelden ge-bruikt in gesproken Nederlands,vermijd je het best. Enkele tips:

5.1 LIEVER GEENINGEBEDDE ZINNEN

Een ingebedde zin is een zin bin-nen een zin. Vaak is die te her-kennen aan gedachtestrepen,haakjes of komma’s. Die dienenom aan te geven waar het ‘terzij-de’ begint en ophoudt. Dit soortzin vraagt om een speciale into-natie als je hem voorleest: destem gaat naar beneden en aanhet eind van de onderbrekingweer omhoog, waarna de intona-tie doorgaat alsof er niets is ge-beurd. Door de zinslengte en deingewikkelde structuur zijn in-gebedde zinnen absoluut te ver-mijden.

Dus niet:De vertegenwoordigers van deVlaamse en Franstalige partijenzijn – nadat ze een heel weekendhebben gehad om de voorstellenvan de formateur te besprekenmet hun partijtop – weer in ge-sprek met elkaar.Maar wel:De vertegenwoordigers van deVlaamse en Franstalige partijenzijn weer in gesprek met elkaar,nadat ze een heel weekend heb-ben gehad om de voorstellen vande formateur te bespreken methun partijtop.

Of in kortere zinnen:De vertegenwoordigers van deVlaamse en Franstalige partijenhadden een heel weekend om devoorstellen van de formateur tebespreken met hun partijtop. Nuzijn ze weer in gesprek met el-kaar.

5.2 LIEVER GEENGEKLOOFDE ZINNEN

Een gekloofde zin bestaat uit eenhoofdzin die een aanloop neemt,en een bijzin waarin de hande-ling wordt weergegeven. Vaakbegint een gekloofde zin met hetis… dat. Een zin die de bood-schap niet uitstelt, is doorgaansduidelijker.

Dus niet:Het is nog nooit gebeurd dat eenBelgische ruiter dit toernooiwint.Maar wel:Nog nooit heeft een Belgische rui-ter dit toernooi gewonnen.

5.3 LIEVER GEENTANGCONSTRUCTIES

Een tangconstructie krijg je alsje woorden die grammaticaal bijelkaar horen, ver uit elkaar zet.Hoe groter de afstand tussen diewoorden, des te onleesbaarderwordt je zin.

Dus niet:De vertegenwoordigers van deVlaamse en Franstalige partijenzijn na overleg met hun partij-top over de voorstellen van deformateur weer in gesprek metelkaar.Maar wel:De vertegenwoordigers van deVlaamse en Franstalige partijenzijn weer in gesprek met el-kaar, na overleg met hun partij-top over de voorstellen van deformateur.

Ook niet:We verwachten dat, als de kostennog hoger oplopen, we meer geldmoeten lenen.Maar wel:We verwachten dat we meer geldmoeten lenen als de kosten noghoger oplopen.

5.4 LIEVER GEENPASSIEVE ZINNEN

Een passieve zin is niet fout,maar een opeenstapeling vanpassieve werkwoordsvormen isniet aangenaam om te lezen.

Dus niet:De voorstellen die door de forma-teur werden gepresenteerd,werden door de Vlaamse enFranstalige onderhandelaarsniet direct afgewezen, maar zezullen worden voorgelegd aande partijtop.Maar wel:De Vlaamse en Franstalige on-derhandelaars wezen de voor-stellen van de formateur niet af,maar zullen ze voorleggen aanhun partijtop.

Vermijd het gebruik van men alsje een passieve vorm uit de wegprobeert te gaan.Dus niet:Als men dat vooraf gezegd had,zou ik niet meegegaan zijn.Maar wel:Als dat vooraf gezegd was, zou ikniet meegegaan zijn.

5.5 LIEVER GEENONTKENNINGEN

Dus niet:De onderhandelaars zullen nietakkoord gaan met de voorstellenvan de formateur tenzij hun par-tijbestuur dat goedkeurt.Maar wel:De onderhandelaars gaan pasakkoord met de voorstellen vande formateur als hun partijbe-stuur dat goedkeurt.

Ook niet:Het is niet ondenkbaar dat zetoch nog wordt vrijgesproken.Maar wel:Het is best mogelijk dat ze nogwordt vrijgesproken. Of: Ze kantoch nog worden vrijgesproken.

5.6 LIEVER GEENNAAMWOORDSTIJL

Naamwoordstijl ontstaat als jehandelingen probeert uit tedrukken in zelfstandige naam-woorden die afgeleid zijn vanwerkwoorden. Deze naamwoor-den zijn vaak te herkennen aande vorm:● het + werkwoord + van: hetveroordelen van;● een korte vorm van een werk-woord met een achtervoegsel: deveroordeling, de registratie;● lidwoord + stam van een werk-woord: het oordeel.

Dus niet:De bespreking van de voorstellengebeurt na goedkeuring door departijtop.Maar wel:De onderhandelaars besprekende voorstellen nadat de partijtopze heeft goedgekeurd.

Ook niet:Hij levert een inspanning om totverbetering van zijn positie tekomen.Maar wel:Hij spant zich in om zijn positiete verbeteren.

5. Verzorg je zinnenZinnen zijn er in alle maten en vormen. Ze kunnen lang en meeslepend zijn, of kort en scherp. Ze kunnen ook lang en vermoeiend zijn of kort en onduidelijk. Daarbij bepaalt de hoeveelheidinformatie in een zin de drempel die de lezer moet nemen om bij de inhoud te komen.

6.1 SCHRDIE JE BE

echter: m*de winnaaliezer liet egende winnaarverliezer lie

enkel: alle*hij wil enkmoeite niet hij wil alleedie moeite n

indien: als*indien de bkomt het totals de beskomt het tot

telkens: al*zij heeft daverdedigdzij heeft daverdedigd

steeds: alti*de voorzitverslag ondde voorzitteslag onderte

slechts: ma*wij zijn dageweestwij zijn daaweest

betreffend*betreffendeminister zicover die kwzich niet uit

als gevolg *als gevolg regen stromdoor de aanmen de rivi

in verban

6.

Voor vdan vawoningOok alschrijf

Page 9: 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK Nogal wat mensen die soms een tekst moeten schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg

9DE STANDAARDMAANDAG 25 OKTOBER 2010

6.1 SCHRIJFTALIGE WOORDENDIE JE BETER NIET GEBRUIKT:

echter: maar*de winnaar glunderde, de ver-liezer liet echter het hoofd han-gende winnaar glunderde, maar deverliezer liet het hoofd hangen

enkel: alleen (maar)*hij wil enkel zeggen dat je diemoeite niet hoeft te doenhij wil alleen maar zeggen dat jedie moeite niet hoeft te doen

indien: als*indien de beslissing negatief is,komt het tot een stakingals de beslissing negatief is,komt het tot een staking

telkens: altijd*zij heeft dat standpunt telkensverdedigdzij heeft dat standpunt altijdverdedigd

steeds: altijd*de voorzitter moet steeds hetverslag ondertekenende voorzitter moet altijd het ver-slag ondertekenen

slechts: maar*wij zijn daar slechts tweemaalgeweestwij zijn daar maar tweemaal ge-weest

betreffende: over*betreffende die kwestie liet deminister zich niet uitover die kwestie liet de ministerzich niet uit

als gevolg van: door*als gevolg van de aanhoudenderegen stromen de rivieren overdoor de aanhoudende regen stro-men de rivieren over

in verband met: omdat, we-

gens, door, over*in verband met de treinstakinglegt het bedrijf extra bussen inwegens de treinstaking legt hetbedrijf extra bussen in

met betrekking tot: over, voor*de burgemeester wil nog geenverklaringen afleggen met be-trekking tot de kostende burgemeester wil nog geenverklaringen afleggen over dekosten

ten gevolge van: door*ten gevolge van de brand zijntien werknemers technischwerkloosdoor de brand zijn tien werkne-mers technisch werkloos

ondanks het feit dat: hoewel*ondanks het feit dat veel buurt-bewoners nog nooit een klachthebben geuithoewel veel buurtbewoners nognooit een klacht hebben geuit

6.2 SCHRAP OVERBODIGEWOORDEN

Een pleonasme is een stijlfi-guur waarbij je iets wat al in debetekenis zit van je zin, nog eenkeer uitdrukt in een apartwoord. Een schoolvoorbeeld iswitte sneeuw: omdat sneeuw al-tijd wit is, is het bijvoeglijknaamwoord overbodig.

Voorbeelden van pleonasmen:

iets opnieuw herhaleneen mogelijke kanseen wederzijds akkoordiets tot later uitstellenhet beoogde doeleen praktische toepassing

Een tautologie is een stijlfiguurwaarbij een woord meer nadrukkrijgt door er een tweede woordbij de plaatsen dat hetzelfde be-

tekent. Veel vaste uitdrukkingenzijn tautologisch, zoals gratis envoor niets, geheel en al, over enuit. Buiten deze staande uit-drukkingen zijn tautologieënniet aan te raden.

Voorbeelden van tautologieën:

een leuk en aardig kindik voelde me eenzaam en alleen(ik moet naar huis) maar ik wilechter eerst nog afscheid nemenvan iedereenze was niet in staat om te kunnenantwoorden

6.3 KIES DE SIMPELSTE ENKORTSTE WOORDEN

Het valt op dat mensen die hetbelang van hun boodschap in deverf willen zetten, vaak hunwoorden verlengen. Het is zeertwijfelachtig of dat helpt.

Dus liever niet:de geurhinder was niet te ver-dragen

Maar:de geur was niet te verdragen

Niet:het veiligheidsaspect is het be-langrijksteMaar:de veiligheid is het belangrijkste

Niet:de rookontwikkeling was op gro-te afstand te zienMaar:de rook was op grote afstand tezien

6.4 SCHRAP BIJVOEGLIJKENAAMWOORDEN

Bijvoeglijke naamwoorden dieal te vaak worden gebruikt,schrap je best. Zoek eens iets origineels!

een unieke kanseen stralende glimlacheen weids landschapeen spannend avontuurde trotse bezitter

6. Verzorg je woordgebruikVoor veel begrippen hebben we in onze taal meer dan één woord. Maar die synoniemen behorendan vaak tot een andere stijl. Een woning is bijvoorbeeld hetzelfde als een huis, maar je zultwoning vaker in geschreven teksten aantreffen, terwijl huis typisch is voor gesproken Nederlands.Ook als je schrijft, kun je beter zo weinig mogelijk woorden gebruiken die alleen in formeleschrijftaal voorkomen.

Page 10: 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK Nogal wat mensen die soms een tekst moeten schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg

10 DE STANDAARDMAANDAG 25 OKTOBER 2010

7.1 PUNT

Een normale zin eindigt met eenpunt. De punt sluit aan op hetlaatste woord, zonder spatie. Zewordt gevolgd door een spatieals er nog een zin komt.Als de zin eindigt met een vraag-of uitroepteken, staat er geeneindpunt. Als een zin eindigtmet een citaat, eindigt de zinniet met een punt (maar met deaanhalingstekens). Zoals in devorige zin te zien is, staat eeneindpunt achter het slothaakjeals op het eind van een zin eenopmerking tussen haakjes staat.(Wanneer een hele zin tussenhaakjes staat, zoals deze, danhoort de punt bij de zin en danstaat ze ook binnen de haakjes.)We zetten geen punt na een kop,onderkop of tussenkop, na eenslogan op een affiche of in eenadvertentie, na de aansprekingof de datum in een brief of na deondertekening van een tekst.Ook na de elementen in een op-somming plaatsen we geen pun-ten, tenzij de elementen apartezinnen vormen.

7.2 VRAAGTEKEN

We zetten alleen een vraagtekenna een directe vraag. Voor eenvraagteken komt geen spatie.Voorbeeld:Hoeveel liter water gaat er in ditzwembad?

Er komt geen vraagteken na eenindirecte vraag.Voorbeelden:De gelovigen vragen zich af of debisschop zelf de mis zal celebre-ren.

Ook na een retorische vraag(waar geen antwoord op wordtverwacht) hoort een vraagteken:

Hebben we niet allemaal onzeverborgen zwakheden?

Sommige auteurs plaatsen dub-bele of zelfs driedubbele vraag-tekens om grote onzekerheid tesuggereren. Dat is overbodig enkomt vaak geforceerd over.

7.3 UITROEPTEKEN

Wees er spaarzaam mee!Ook het uitroepteken besluit eenzin. Er hoeft geen punt meerachter te komen.

Soms vervangt het uitroeptekeneen vraagteken achter een dra-matisch geuite retorische vraag:Hoe is dat nu in godsnaam tochmogelijk!

Ook voor het uitroepteken komtgeen spatie.

7.4 KOMMA

De richtlijnen voor het gebruikvan de komma zijn ingewikkeld.Maar ze kunnen worden samen-gevat in één advies: plaats eenkomma daar waar je bij het lezenbehoefte voelt om een korte pau-ze in je zin in te lassen.

a) In een opsommingTussen de delen van een opsom-ming, behalve voor en en of. Deopsomming kan bestaan uitwoorden, woordgroepen of zin-nen. Voorbeelden:In het bos staan beuken, berkenen eiken.Ze kocht een krant, las de lezers-brieven, nam de telefoon en beldeme op.

Voor en, gevolgd door het laatsteelement van een opsomming,wordt normaal geen kommameer geschreven. Toch kun je

uitzonderlijk een komma schrij-ven, als dat twijfel wegneemt ofbeter de intonatie van de gespro-ken zin uitdrukt. Voorbeeld:Deze wet werd door Kamer en Se-naat, en daarna door de pers uit-voerig becommentarieerd.

Schrijf geen komma voor enzo-voort na een opsomming. Voorbeeld:Dat geldt voor alle Belgische bad-plaatsen: Knokke, Blankenber-ge, Wenduine enzovoort.

b) Tussen bijvoeglijke naam-woordenTussen twee of meer bijvoeglijkenaamwoorden zet je een kommaals je de woorden van plaatskunt verwisselen. Voorbeeld:Een jonge, dynamische bediendeJe kunt ook zeggen:Een dynamische, jonge bediendeMaar omdat je nooit zult zeggenplantaardige gezonde vetten,schrijf je geen komma in het vol-gende voorbeeld:Gezonde plantaardige vetten

c) Tussen twee vervoegdewerkwoordenHet gaat hier meestal om eenplaats in de zin waar ook en zoukunnen staan. Voorbeeld:Hij schrok, liep naar de deur entrok die open.

Soms gaat het om de verbindingtussen een bijzin en een hoofd-zin. Voorbeeld:Omdat ze jarig was, kreeg zebloemen.

ALGEMENE REGEL: zet eenkomma tussen de delen van eensamengestelde zin en tussentwee vervoegde werkwoorden.

d) Voor betrekkelijke bijzin-nen

We plaatsen wel een kommavoor een uitbreidende, niet vooreen beperkende betrekkelijkebijzin.Er is een betekenisverschil tus-sen deze twee zinnen, die meteen verschillende intonatie wor-den uitgesproken:De verpakkingen die niet gerecy-cleerd kunnen worden, gaan devuilniszak in.De verpakkingen, die niet gere-cycleerd kunnen worden, gaande vuilniszak in.Het eerste voorbeeld toont eenbeperkende betrekkelijke bijzin.De spreker zegt niet dat álle ver-pakkingen de vuilniszak in gaan,maar alleen de verpakkingen dieniet gerecycleerd kunnen wor-den. Het tweede voorbeeld is eenuitbreidende betrekkelijke bij-zin. Die bijzin is niet noodzake-lijk voor de betekenis van het ge-heel, maar geeft alleen extra in-formatie, in dit geval een reden.

e) Voor voegwoordenWe plaatsen een komma in eenzin voor de voegwoorden maaren want.We plaatsen doorgaans ook eenkomma voor de onderschikken-de voegwoorden aangezien, als,wanneer, doordat, omdat, tot-dat, voordat, nadat, opdat, zo-dat, zonder dat, hoewel, terwijl,toen, mits, tenzij.

Voorbeelden:U kunt het beste nu reeds uwplaats reserveren, want de be-langstelling is groot.Hij zat twintig jaar in de gevan-genis, voordat hij werd opgeno-men in het ziekenhuis.

Gebruik geen komma tussenheel korte zinnen en in uitdruk-kingen als:Klein maar fijn.

7. Verzorg de leestekensLeestekens hebben een ondersteunende rol in geschreven teksten. Ze helpen de lezeronderverdelingen te maken in langere zinnen en verbanden te zien tussen de woorden in die zinnen. Voor het gebruik van leestekens zijn slechts enkele ‘harde regels’ aan te wijzen.De meeste richtlijnen die hier volgen, zijn dan ook niet meer dan adviezen. Het meest algemeneadvies dat we kunnen geven is: als een leesteken de lezer houvast kan bieden, plaats het dan.

Page 11: 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK Nogal wat mensen die soms een tekst moeten schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg

11DE STANDAARDMAANDAG 25 OKTOBER 2010

f ) Om een zinsdeel af te zon-derenWe kunnen een of twee komma’sgebruiken om een aanspreking,tussenwerpsel of tussengevoeg-de bepaling af te zonderen vande hoofdzin. Voorbeelden:

Meneer de Minister, meent uwerkelijk dat deze maatregelennog te dragen zijn?Ja maar, ik heb dat nooit zo be-doeld!Ze hebben, voor zover ik weet, ie-dereen opgebeld.

g) Bij een bijstellingSoms wordt in een zin iemand ofiets tweemaal genoemd. Detweede keer gebeurt dat met an-dere woorden, met de bedoelingextra informatie te geven die bij-voorbeeld de inhoud van de zinverklaart. Als we zulke zin voor-lezen, dan horen we een heelspecifieke intonatie: onze stemdaalt zolang de bijstelling duurten gaat daarna weer door op detoonhoogte van de hoofdzin. Ingeschreven taal kunnen we al-leen de pauzes voor en na de bij-stelling aangeven met komma’s.Voorbeelden:

De toenmalige eerste minister,een christendemocraat, wildeniet tussenbeide komen.De brouwerij, het grootste enwellicht ook het bekendste ge-bouw van het dorp, gaat tegen devlakte.

7.5 DUBBELEPUNT BIJOPSOMMING

De dubbele punt kondigt meest-al een opsomming aan. Als erlosse woorden volgen, hebbendie geen hoofdletter.We hadden veel werk aan hethuis: droogleggen, isoleren, ver-ven en behangen.

Als het gaat om een opsommingvan zinnen, dan krijgt elke zineen hoofdletter.We hadden veel werk aan hethuis: We moesten eerst de tuindroogleggen. Daarna moestenwe het dak isoleren. En ten slottekwam het verven en behangen.Maak geen zinnen met twee dub-belepunten erin. Probeer die intwee zinnen te hakken.

7.6 AANHALINGSTEKENS

a) Bij het citerenEen citaat begint en eindigt metaanhalingstekens. De leestekensdie bij het geciteerde deel van dezin behoren, plaats je tussen deaanhalingstekens. De hoofdlet-ters behoud je. Voorbeeld:

De premier zei: ‘Deze begrotingis een weldaad voor het land.’Het leesteken dat normaal de ge-citeerde zin beëindigt, staat tus-sen de aanhalingstekens, maarde slotpunt vervalt als het citaatniet het einde vormt van de vol-ledige zin.

Voorbeelden:‘Een ramp voor het land, zult ubedoelen’, antwoordde de opposi-tie.‘Hebt u dat goed begrepen?’vroeg hun fractieleider pathe-tisch.

Na een beginaanhaling komt ereen komma buiten de aanha-lingstekens. Maar niet als hetvoorafgaande citaat met eenvraagteken of uitroepteken werdbesloten. Ook na de toelichtendewoorden die het citaat onder-breken (zei x, vroeg y), plaats jeeen komma:‘Geen weldaad’, zei de premier,‘voor fraudeurs.’

Als een citaat op deze manierwordt onderbroken, komt dekomma een enkele keer binnende aanhalingstekens, namelijkwanneer deze komma er ookstaat als de geciteerde zin apartwordt opgeschreven.Vaak is dat het geval na een aan-spreking. Voorbeeld:‘Heren,’ vroeg de voorzitter, ‘la-ten we ernstig blijven.’

Als in de hoofdzin verwezenwordt naar een citaat dat volgt,bijvoorbeeld met hij zei of zevroeg, gebruik je een dubbele-punt.Toen vroeg de fractieleider vande oppositie: ‘Wat vindt destaatssecretaris hiervan?’Als een zin eindigt met een citaatdat een vraagteken of uitroepte-ken heeft, vervalt de slotpunt.

Als ook de hoofdzin een vraagzinwas, dan hoeft er maar éénvraagteken te staan. We behou-den het vraagteken binnen deaanhalingstekens:Heeft u haar horen vragen: ‘Wiekan me naar het station bren-gen?’

b) Voor ongewone benamin-genGebruik enkele aanhalingste-kens als je in niet-geciteerdetekst ongewone benamingen ge-bruikt of woorden uit een vreem-de taal, of als je het hebt overwoorden.

Voorbeeld:Dit noemt de regering de ‘ge-zondheidsindex’.In de plaats van aanhalingste-kens kun je ook een cursief let-tertype gebruiken voor deze ge-vallen.

7.7 PUNTKOMMA

De puntkomma kan nuttig zijntussen twee korte zinnen die jebijeen wil houden, bijvoorbeeldomdat ze met elkaar in nauwverband staan.De vakantie nadert; de toeristenmaken zich klaar om te vertrek-ken.De meerderheid stemde voor; deoppositie onthield zich.

7.8 GEDACHTESTREEP

Een gedachtestreep (of twee ge-dachtestrepen) kun je gebruikenom contrasten te accentueren.Voorbeeld:De zanger moet een schadever-goeding betalen van een halfmiljoen euro - een kleinigheid, invergelijking met wat hij aan deschlager verdiende.

Tussengeschoven zinnen, die af-gezonderd worden door gedach-testrepen of komma’s, maken jezinnen langer en moeilijker telezen. Voorbeeld:De verantwoordelijkheid voorhet incident - een veldslag noem-den sommige kranten het - lagniet bij de betogers.

7.9 BELETSELTEKEN

Het gebruik van het beletselte-ken (...) in zakelijke tekstenwordt afgeraden. Na een opsom-ming kun je beter en dergelijkeof enzovoort zetten, of helemaalniets. Om nieuwsgierigheid tewekken of ironie aan te gevenzijn de puntjes ongeschikt. Wegebruiken het beletselteken tus-sen haakjes wel om aan te gevenwaar in een citaat woorden weg-gevallen zijn. .

7.10 SCHUINE STREEP

De schuine streep wordt in de in-formaticawereld slash ge-noemd. Ze komt voor wanneereen keuze wordt gesuggereerd.Bijvoorbeeld:Handtekening van vader en/ofmoeder.Import/export van fruit engroenten.Gezocht: ingenieur (m/v)

Soms heeft de schuine streepeen specifieke betekenis in af-kortingen:km/h (kilometer per uur)t/m (tot en met)p/a (per adres)

Page 12: 1 Schrijftips - De Standaard · 2 DE STANDAARD MAANDAG 25 OKTOBER 2010 IK VIND HET TE MOEILIJK Nogal wat mensen die soms een tekst moeten schrijven, zeggen dat ze daar geen aanleg

Hoofdredacteurs: Karel Verhoeven en Bart Sturtewagen - Teksten: Ludo Permentier - Illustraties: Zaza. - Vormgeving: Jan Goossens. -Eindredactie: Astrid Houthuys.

1.Er is een escalatie in het conflict aan degang.

2.Het voorstel om een ombudsman aan testellen, die als commissaris klachten overhet optreden van de centrale overheid be-handelt, zal door de regering spoedig wor-den ingediend.

3.Ik zal niet ontkennen dat ik niet gewachtheb.

4.We moeten proberen de aan- en doorvoervan en naar het achterland beter te orga-niseren, waardoor de capaciteit van de be-staande terminals en havenfaciliteiten ge-optimaliseerd kan worden.

5.We kregen een brief betreffende jouw re-sultaten op school.

6.De economie kent een achteruitgangsinds de aanslagen op het WTC.

7.Ik wil je even spreken met betrekking totwat je deze middag hebt gezegd in jespeech.

8.Het conventionele stukgoed is na het bij-zondere jaar 2007 – toen de haven een uit-zonderlijk hoge staaltrafiek vanuit Aziënoteerde – met 14,5 procent afgenomen tot16.938.327 ton.

9.Zou het mogelijk zijn dat u het licht nogeven kunt aanlaten?

10.Alle toestellen die niet constant gebruikthoeven te worden, moeten uitgeschakeldworden.

11.Ik wil maar bedoelen dat ik niet zoveel omhem geef.

12.De herstelling van het dak mogen we niettot later uitstellen.

13.Het is in de filmwereld een wet van Medenen Perzen dat, als een film succes heeft, ereen vervolg op komt.

14.Ik denk niet dat er geen mogelijkheidmeer is om de fouten te herstellen.

15.De pensioenleeftijd voor bedienden wordtniet verlaagd.

16.Het nummer dat aan een uitgever wordttoegekend, bestaat – afhankelijk van degrootte van zijn fonds (de gezamenlijkewerken waarvan een uitgever het rechtvan uitgave bezit) – uit twee of meer cij-fers.

17.Er is in de mogelijkheid tot het verkrijgenvan een studiebeurs voorzien.

18.Voor het technische beheer van het ge-bouw en de installaties neemt de gebouw-verantwoordelijke contact op met de ge-bouwenbeheerder en bepaalt samen methem de prioriteiten voor verbetering en/of aanpassing.

19.Ze heeft het geld, maar ze wil echter nietbetalen.

20.Ondanks het feit dat de toestand hopelooswas, hebben de mijnwerkers de moed nietverloren.

21.De pijn zal als u het tablet direct inneemtwaarschijnlijk heel snel verminderen.

22.Hij bracht zijn dankbaarheid tot uiting.

23.Je mag die computer kopen indien je hetgeld daarvoor hebt.

24.Ons adres verandert.

25.Ik ben de laatste om te ontkennen dat wesoms getwijfeld hebben.26.Het is natuurlijk niet zo dat we jullie in desteek laten.

27.Als een medewerker ziek werd, dan washet de keuze van de chef om al dan nietcontact op te nemen met zijn medewerkerom zijn bezorgdheid te uiten over de afwe-zigheid van de medewerker en om eens tepeilen naar de reden van afwezigheid.

28.De oude, maar nog altijd niet opgelostemoordzaak brengt weer pennen in bewe-ging.

29.De afnemende populariteit van de make-larij wordt bevestigd door Unizo.

30.Deze brief kan vanaf morgen afgehaaldworden in het postkantoor.

31.’s Morgens worden alle kamers waarin de-genen die aan het feest hebben deelgeno-men hebben geslapen, schoongemaakt.

32.We hechten veel belang aan dienstverle-ning en service.

33.Het is de eerste die al zijn kaarten op tafelheeft gelegd, die wint.

34.Wil je dat nog eens opnieuw herhalen?

35.De brieven worden door de postbediendegesorteerd en verdeeld over verschillendebakjes.

- ONLINEDe oplossing van deze oefeningen vindt u opwww.standaard.be/taal

AFLEVERING 1: OEFENINGENVerbeter deze zinnen.

COLOFON