-1- Radio D-a-3€¦ · -1-Radio D-a-3 SIGNAL TRACEN De "signal tracer" is een meetapparaat,...

8
-1- Radio D-a-3 SIGNAL TRACEN De "signal tracer" is een meetapparaat, waa.rmee het mogelijk is een gemoduleerd signaal op zijn weg door de ontvanger, va.n- af de antenne-aansluiting tot aan de luidsprekeraansluiting te volgen. Als op enig punt va.ndeze weg het signaal verdwenen, te zwak, vervormd of op welke andere wijze dan ook, niet meer in orde is, zal de oorzaak liggen bij een defeot onderdeel dat deel uitmaakt van de schakeling van dat punt. Met een spannings- enjof weerstandsmeting is het defecte onderdeel dan snel ge- vonden. De signaal tra.oerwordt slechts dan gebruikt wanneer geconsta- teerd is dat niet een eenvoudige fout de oorzaak is, zoals b.v. defecten aan netsnoer, netsteker, schakelaars, buizen, opvallende kortsluitingen en dergelijke. Eveneens wordt vooraf met een voltmeter de aa.nwezigheid en grootte van de hoogspanning op het eerste afvlakfilter gecon- troleerd (punt 1 fig. 1). Waarschuwing Bij univeraeelontvangers (geschikt voor voeding uit wissel- en gelijkspanningsnetten) is het noodzakelijk dat, indien de ontvanger op een wisselspanningsnet wordt aangesloten, dit via een scheidingstransformator gebeurt. De secundaire van de transformator mag niet worden geaard, terwijl slechts één ont- vanger op de transformator mag worden aangesloten. Het chassis kan da.nworden geaard. Bij a.a.nsluiting op gelijkspanningsnetten dient op de juiste polariteit te worden gelet. Voor de juiste aansluitingen wordt verwezen naar B-g-1 fig. 8. Benodigde meetapparaten De voor het signal tracen benodigde meetapparaten zijn: 1. Signal tracer : b.v. GM 7628 2. Service oscillator : b.v. GM 2883, GM 2884. Wil men het signaal nauwkeurig meten of visueel waarnemen, dan kan op de uitgangsklemmen van de signal tra.cerworden aange- slotenz PHILlPS serv-o-mecum

Transcript of -1- Radio D-a-3€¦ · -1-Radio D-a-3 SIGNAL TRACEN De "signal tracer" is een meetapparaat,...

Page 1: -1- Radio D-a-3€¦ · -1-Radio D-a-3 SIGNAL TRACEN De "signal tracer" is een meetapparaat, waa.rmee het mogelijk is een gemoduleerd signaal op zijn weg door de ontvanger, va.n-af

-1- Radio D-a-3

SIGNAL TRACEN

De "signal tracer" is een meetapparaat, waa.rmee het mogelijkis een gemoduleerd signaal op zijn weg door de ontvanger, va.n-af de antenne-aansluiting tot aan de luidsprekeraansluiting tevolgen.Als op enig punt va.ndeze weg het signaal verdwenen, te zwak,vervormd of op welke andere wijze dan ook, niet meer in ordeis, zal de oorzaak liggen bij een defeot onderdeel dat deeluitmaakt van de schakeling van dat punt. Met een spannings-enjof weerstandsmeting is het defecte onderdeel dan snel ge-vonden.De signaal tra.oerwordt slechts dan gebruikt wanneer geconsta-teerd is dat niet een eenvoudige fout de oorzaak is, zoalsb.v. defecten aan netsnoer, netsteker, schakelaars, buizen,opvallende kortsluitingen en dergelijke.Eveneens wordt vooraf met een voltmeter de aa.nwezigheid engrootte van de hoogspanning op het eerste afvlakfilter gecon-troleerd (punt 1 fig. 1).

WaarschuwingBij univeraeelontvangers (geschikt voor voeding uit wissel-en gelijkspanningsnetten) is het noodzakelijk dat, indien deontvanger op een wisselspanningsnet wordt aangesloten, ditvia een scheidingstransformator gebeurt. De secundaire van detransformator mag niet worden geaard, terwijl slechts één ont-vanger op de transformator mag worden aangesloten. Het chassiskan da.nworden geaard.Bij a.a.nsluiting op gelijkspanningsnetten dient op de juistepolariteit te worden gelet. Voor de juiste aansluitingen wordtverwezen naar B-g-1 fig. 8.

Benodigde meetapparatenDe voor het signal tracen benodigde meetapparaten zijn:1. Signal tracer : b.v. GM 76282. Service oscillator : b.v. GM 2883, GM 2884.Wil men het signaal nauwkeurig meten of visueel waarnemen, dankan op de uitgangsklemmen van de signal tra.cerworden aange-slotenz

PHILlPS serv-o-mecum

Page 2: -1- Radio D-a-3€¦ · -1-Radio D-a-3 SIGNAL TRACEN De "signal tracer" is een meetapparaat, waa.rmee het mogelijk is een gemoduleerd signaal op zijn weg door de ontvanger, va.n-af

Radio D-a-3 -2-

3. Een spanningsmeter I b.v. GM 6008, GM 6009, P817 00.4. Een elektronenstraalosoillograaf : b.v. GM 5653, GM 5659.Voor de bediening van deze meetapparaten wordt verwezen naarde betreffende gebruiksaanwijzingen.

Het signal traoen in A.M. ontvangersDe servioe-osoillator wordt via een normale kunstantenne (ziehoofdstuk G-a-1) op de antennebus van de ontvanger aangesloten(zie fig. 1) en ingesteld op 600 kHz (400 Hz gemoduleerd) enmaximumuitgangsspanning.

De meetpen van de signal traoer (stand HF) wordt op het stuur-rooster van de eerste buis aangesloten (punt 1 fig. 1).De ontvanger wordt in de stand M.G. gesohakeld en zodanig af-gestemd, dat de signal traoer een maximum aan uitgangssignaalgeeft. Vindt men geen maximum, dan is de antennekring defeot.

De uitgangsspanning van de servioe-osoillator wordt nu zoveelverminderd dat het afstemoog van de signal traoer een juistwaarneembare uitslag geeft.

De meetpen wordt nu naar de anode van de eerste buis verpnwtst(punt 2 fig. 1) waar het signa.al dan versterkt moet worden ge-hoord.De ontvanger zal dan iets moeten worden bijgestemd daar deeigencapaoiteit van de signal-tracer-meetkop parallel aan dekring is geschakeld en daardoor verstemming veroorzaakt.

Vindt men op dit punt het signaal niet meer of vervormd terug,dan moet het defect schuilen tussen dit en het v~6rlaatst ge-teste punt. De oorzaak is dan door middel van een spannings-en/of weerstandsmeting snel gevonden. Mogelijke oorzaken indeze kring ~n b.v. een onderbroken anodeweerstand of kathode-weerstandf er wordt dan geen signaal gevonden. De A.V.R. isniet in orde (hierover later meer) waardoor het signaal oppunt 2 vervormd is, enz.

Is het signaal op dit punt wel in orde, dan wordt de meetpenverplaatst naar het rooster g1 van buis 2 (punt 3 fig. 1). Be-vinden we hier het signaal in orde dan verplaatsen we de meet-pen naar de anode van B2 (punt 4). Vervolgens gaan we naar hetrooster g1 van B3 (punt 5). Is hier geen signaal a.anwezig, dankan dit te wijten zijn aan een defeote oscillatorkring. Om ditna te gaan wordt de signal traoer in stand oso. gesohakeld ende meetpen op het rooster van de osoillatorbuis aangesloten

PHILlPS serV-Q-mecum

Page 3: -1- Radio D-a-3€¦ · -1-Radio D-a-3 SIGNAL TRACEN De "signal tracer" is een meetapparaat, waa.rmee het mogelijk is een gemoduleerd signaal op zijn weg door de ontvanger, va.n-af

-3- Radio D-a-3

(punt 6). Het afstemoog moet nu bij een goed functionerendeosoillator een goed waarneembare indicatie geven.

Natuurlijk geeft een werkende oscillator nog geen volledigebevestiging dat deze kring inderdaad in orde is, want indiendoor een of andere reden de kring ernstig verstemd is zal weloscillatie en menging optreden, doch de resulterende midden-frequentie zal dan geheel of gedeeltelijk buiten het bereikvan de bandfilters vallen.

Nadat nog het signa.al op de anode van:83 (punt 7) en op dedetectie diode (punt 8) is gecontroleerd, wordt de signal tra-cer in de stand L.F. geschakeld.

Achtereenvolgens wordt nu op de punten 8 tot en met 13 het ~naaI geoontroleerd. Bij het onderzoek van dit laagfrequentgewdeelte moet de volumeregelaar geheel rechtsom gedraaid zijn.Om geen hinder te hebben van de eigen luidspreker van de ont-vanger wordt de luidspreker losgemaakt en een passende weer-stand ervoor in de plaats gesoldeerd. Vindt men op enig punthet signaal niet meer of vervormd terug dan moet, zoals reedseerder opgemerkt, het defeot schuilen tussen dit en het laatstgeteste punt.De oorza.ak kan dan door middel van een eenvoudige spannings-en weerstandsmeting meestal snel worden gevonden ••

Controle van de A.V.R.-spanningDe A.V.R.-spanning kan op eenvoudige Wl.Jze gecontroleerd wor-den. De signal tracer wordt daa.rtoe in de stand A.V.R. gescha-keld. De meetpen wordt aangesloten op een punt waar A.V.R.-spanning aanwezig zou moeten zijn, b.v. de punten 14, 15 enverder natuurlijk ook op de punten 1, 3 en 5.Indien A.V.R.-spanning aanwezig is zal het a.fstemoog van designal tracer een uitslag geven welke verminderd wanneer deontvanger van zijn a.fstemming (600 kHz)wordt gedraaid.

Het signal tracen in een F.M.-ontvanger (zie fig. 2)De signal tracer is niet geschikt voor het detecteren van in-frequentie gemoduleerde signalen.Om deze reden wordt het onderzoek van F.M.-ontvangers in driedelen gesplitst.1. Het onderzoek va.n het L.F.-gedeelte.2. Het onderzoek van het M.F.-gedeelte en detector.3. Het onderzoek van de afstemeenheid.

PHILlPS serv-o-mecum

Page 4: -1- Radio D-a-3€¦ · -1-Radio D-a-3 SIGNAL TRACEN De "signal tracer" is een meetapparaat, waa.rmee het mogelijk is een gemoduleerd signaal op zijn weg door de ontvanger, va.n-af

Radio D-a-3 -4-

Het onderzoek van het L.F.-gedeelte is analoog aan da.t van eenA.M.-ontvanger.EenL.F.-signaal wordt in dit geval op de p.u.-bussen, of debovenzijde van de volumeregelaar aangesloten (punt 8 fig. 2).

Voor het onderzoek van het middenfrequentgedeelte wordt een inamplitude gemoduleerd signaal van 10,1 MHz via een oondensatorvan 1500 pF op het rooster van de eerste M.F.-buis (1 fig. 2)aangesloten. Het signaal wordt dan tot aan de deteotor op degebruikelijke wijze gevolgd. Daar de la.a.tsteM.F.-buis gewoon-lijk als begrenzer (Eng.: limiter)geschakeld is kan het (A.M.)signaal op de anode van deze buis aanzienlijk vervormd zijn.Het is dan raadzaam om wanneer het signaal op het rooster vandeze buis nog in orde is, een in frequentie gemOduleerd sig.naaI op het rooster van deze buis (5 fig. 2) aan te sluiten omdaarna. het gedetecteerde signaal over de detector te controle-ren (1 fig. 2).

Indien nu zowel het M.F.- als L.F.-gedeelte in orde is, dan~nde fout welhaast niet anders dan in de afstemeenheid schuilen.Het signa.l tracen hierin is niet mogelijk, dit gedeelte zaldan ook op andere wijze onderzocht moeten worden, b.v. doormiddel va.n spa.nnings- en weerstandsmeting, of door de signaal~injectiemethode, zoals deze in hoofdstuk D-aw4 is beschreven.

TrapversterkingMet de signal tracer kan ook op eenvoudige wijze de verster-king per trap gemeten worden. De versterking per trap hangteohter af van de wijze waarop de buizen geschakeld zijn. Zozal bij een eenvoudige ontvanger meer versterking per trapworden verkregen dan bij een meer ingewikkeld apparaat metmeer versterkertrappen waarbij veel aandacht aan de kwaliteitvan het ontvangen signaal wordt geschonken. De waarden die inhet schema van fig. 1 en fig. 2 aangegeven zijn, dienen danook slechts als richtlijnen te worden besohouwd. Een juist in-zicht za.l slechts met de ervaring komen.

Bij trapversterkingsmetingen in het H.F.-gedeelte van de ont•••vanger moet de A.V.R. worden uitgeschakeld.Daartoe wordt de A.V.R.-Ieiding bij punt 15 van fig. 1 onder-broken. De A.V.R.-roosterleiding wordt dan via een batterijva.n 3 V met aa.rde verbonden (fig. 3).Aan de antennekring wordt weer een gemoduleerd H.F.-signaaltoegevoerd waarop de ontvanger wordt afgestemd.

De verzwakker van de signal tracer wordt in de stand "1x" ge-

PHILlPS serv-o-mecum

Page 5: -1- Radio D-a-3€¦ · -1-Radio D-a-3 SIGNAL TRACEN De "signal tracer" is een meetapparaat, waa.rmee het mogelijk is een gemoduleerd signaal op zijn weg door de ontvanger, va.n-af

-5- Radio J)..~à,-3

sohakeld en de meetpen op het rooster van de eerste buis aan-gesloten. De uitga~gsspanning van de servioe-osoillator wordtnu zo ingesteld dat het afstemoog van de signal traoer eenjuist merkbare uitslag geeft. Nu verplaatst men de meetpennaar het rooster van de volgende buis. De verzwakker van designal tracer wordt nu zover teruggedraaid dat het afstemoogweer ongeveer dezelfde uitslag geeft. De trapversterking volgtdan uit de stand van de verzwakker.Was de verzwa.kking in de eerste stand P1 en in de tweede P2,dan is de trapversterking ~.

Op deze wijze voortgaand kan de versterking tussen andere pun-ten in de ontvanger bepaald worden. Voor metingen in het L.F.-gedeelte kan men beter een L.F.-signaal aan de p.u.-bussentoevoeren, of bij gebreke daarvan, aan de bovenzijde van devolumeregelaar (16 fig. 1).

6.-

PHILlPS serv-o-mecum

Page 6: -1- Radio D-a-3€¦ · -1-Radio D-a-3 SIGNAL TRACEN De "signal tracer" is een meetapparaat, waa.rmee het mogelijk is een gemoduleerd signaal op zijn weg door de ontvanger, va.n-af

-6- Radio D-a-5

5-10, 50 -100, 100-200, 0.1-0.3,

15

+1cJ~:r :r [? ? ? ? ? ? ~

B1B2B3BJ.B5B6

Fig.1

100-150, 15-30, 20-40, 1 -2x

r---------- --I

, I, I, I, I, ,, ,, ,

L]!;,:I:I,,,I,L _

PHILlPS serv-o-m~ cum

Page 7: -1- Radio D-a-3€¦ · -1-Radio D-a-3 SIGNAL TRACEN De "signal tracer" is een meetapparaat, waa.rmee het mogelijk is een gemoduleerd signaal op zijn weg door de ontvanger, va.n-af

STRENG VERTROUWELIJK Uitgave van de

Alleen voor Philips

Service Handelaren

CENTRALE SERVICE AFDELING

Auteursrechten voorbehouden

N.V. Phtltps' GloeilampenlabriekenEindhoven

PHILIPSSERVICE DOCUMENTATIE

voor deINTERFOON UNIT

AF78DD1952

De interfoon-unit dient~ om in combinatie met eennormale 0 ntvanger met piek-up ingang en radio-pickup schake-laar een eenvoudig intercormnunicatiesysteem op te bouwen8 Deschakelaar in de unit biedt de volgende mogelijkheden:a" Pickup-schakelaar in stand Itradio"~

Stand 1: extra luidspreker alléénoStand 2: eigen luidspreker van het apparaat alléén.,Stand 3: beide luidsprekers parallel.

b e Pickup-schakelaar in stand 11 päckup'",Stand 1: eigen luid spreker van de ontvanger als microfoon e

Stand 2: extra luidspreker als microfoon"Inbouwvoorschrift

Inbouw van de unit geschiedt als volgt:1~ Soldeer de luidspreker-verbindingen van de ontvanger loso2 ..Verbind de punten van de unit als volgt:

punt 1 en 2: met de pickup-ingang (1 is aarde)~punt 3 en 4: met de secundaire van de luidspreker-trans-

formator (3 is aarde) 0

punt 5 en 6: met de luidspreker van de ontvanger (6 isaarde)"

punt 7 en 8: met de extra luidspreker (7 is aarde)"De unit zelf wordt op de achterwand van de ontvanger

bevestigd met behulp van twee schroevenoSTUKLIJST

In Nede

51-S2 microfoon transformator A3 169 44,,0Rl 22 Ohm. 1 Watt-10~ 48 557 10j22E

r ~nd gedrukt. Steker 49 291 10,,0Knop {? 23 951 96.,2

93 976 51 ..1~22

Page 8: -1- Radio D-a-3€¦ · -1-Radio D-a-3 SIGNAL TRACEN De "signal tracer" is een meetapparaat, waa.rmee het mogelijk is een gemoduleerd signaal op zijn weg door de ontvanger, va.n-af

//

il!! z

0"//" fj"'11I, 1"// I \

SI S2

II

III

-J°l.

5 6j ~

~: I,:j/ /;1

_.--

.1Fig2 I

2

Fig3

R/4070