1. De poort kan niet geopend of gesloten worden. De ... (NL).pdf · De poort gaat niet open, hoewel...

12
Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Montagehandleiding Schuifpoortaandrijving SM 40 Versie juli 1998 vanaf motornr. 19001 Technische wijzigingen voorbehouden! 22 8. Wat te doen bij storingen? 1. De poort kan niet geopend of gesloten worden. De elektromotor functioneert niet; er worden geen geluiden of trillingen waargenomen. a) Controleer in dit geval of op de aandrijving een netspanning van 230 V AC staat. b) Controleer de zekeringen van de motorbesturing. c) Controleer de bedrijfscondensator. Om dit te controleren moet een hulpcondensator van 25μF parallel met de bruine en de zwarte draad worden aangesloten. d) Controleer of de motor een spanning van 230 V AC +/– 10% krijgt. 2. Na het bereiken van de eindpositie ‘Poort DICHT’ kan de aandrijving gedurende enige tijd niet meer worden aangestuurd. a) Controleer of de potentiometer (pos. 10 pag. 13) op de hulpkaart geheel rechtsom is gedraaid. 3. De poort gaat niet open, hoewel de motor draait. Er vindt desondanks geen beweging van de poort plaats. a) Controleer of de slipkoppeling niet is losgeraakt. b) Ga na of het tandwiel goed in de tandstang grijpt. c) Controleer of de noodontgrendeling van de aandrijving niet geactiveerd is. d) Controleer of de poort klemt bij één van beide mechanische aanslagen. In dit geval de noodontgrendeling van de aandrijving bedienen en de poort met de hand een stuk verschuiven. Voordat u het automatische werking weer activeert, dient u te controleren of de eindschakelaarmagneten in de juiste positie staan. 8. Garantiebepalingen Wij verlenen de wettelijke garantie volgens het Duitse burgerlijk wetboek (BGB), vanaf de aangebrachte fabricagedatum. 8.1 Garantie-uitsluiting Geen aansprakelijkheid wordt aanvaard voor schade ontstaan in de volgende gevallen: - het niet opvolgen van de montage-, aansluit-, bedrijfs-, en instelaanwijzingen; - aansluiting resp. installatie in strijd met de VDE-voorschriften; - transport- en waterschade, blikseminslag, brand, overmacht; - wijziging van de apparaten (bijv. achteraf aangebrachte boringen op hiervoor niet bestemde punten) of reparatiepogingen door derden of eigen ingrepen; - verwijderde, gewijzigde of onherkenbaar gemaakte markeringen; - bij slijtage als gevolg van normaal gebruik; - bij retourzending van de schuifpoortaandrijving zonder dat de ontluchtingsschroef op de juiste wijze is aangebracht. 8.2 Retourzendingen Teruggezonden apparaten moeten worden voorzien van een gedetailleerde beschrijving van de storing. Alleen dan kan de juistheid van uw klacht doelgericht worden gecontroleerd. Omschrijvingen als ‘Defect’, ‘Werkt niet’ of ‘Valt onder de garantie’ zijn ontoereikend!

Transcript of 1. De poort kan niet geopend of gesloten worden. De ... (NL).pdf · De poort gaat niet open, hoewel...

Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite:

Montagehandleiding

Schuifpoortaandrijving SM 40

Versie juli 1998vanaf motornr. 19001

Technische wijzigingen voorbehouden!22

8. Wat te doen bij storingen?

1. De poort kan niet geopend of gesloten worden. De elektromotor functioneert niet; erworden geen geluiden of trillingen waargenomen.

a) Controleer in dit geval of op de aandrijving een netspanning van 230 V AC staat.b) Controleer de zekeringen van de motorbesturing.c) Controleer de bedrijfscondensator.

Om dit te controleren moet een hulpcondensator van 25µF parallel met de bruine ende zwarte draad worden aangesloten.

d) Controleer of de motor een spanning van 230 V AC +/– 10% krijgt.2. Na het bereiken van de eindpositie ‘Poort DICHT’ kan de aandrijving gedurende

enige tijd niet meer worden aangestuurd.a) Controleer of de potentiometer (pos. 10 pag. 13) op de hulpkaart geheel rechtsom is

gedraaid.3. De poort gaat niet open, hoewel de motor draait. Er vindt desondanks geen beweging

van de poort plaats.a) Controleer of de slipkoppeling niet is losgeraakt.b) Ga na of het tandwiel goed in de tandstang grijpt.c) Controleer of de noodontgrendeling van de aandrijving niet geactiveerd is.d) Controleer of de poort klemt bij één van beide mechanische aanslagen. In dit geval

de noodontgrendeling van de aandrijving bedienen en de poort met de hand eenstuk verschuiven. Voordat u het automatische werking weer activeert, dient u te

controleren of de eindschakelaarmagneten in de juiste positie staan.8. Garantiebepalingen

Wij verlenen de wettelijke garantie volgens het Duitse burgerlijk wetboek (BGB),vanaf de aangebrachte fabricagedatum.

8.1 Garantie-uitsluitingGeen aansprakelijkheid wordt aanvaard voor schade ontstaan in de volgendegevallen:

- het niet opvolgen van de montage-, aansluit-, bedrijfs-, en instelaanwijzingen;- aansluiting resp. installatie in strijd met de VDE-voorschriften;- transport- en waterschade, blikseminslag, brand, overmacht;- wijziging van de apparaten (bijv. achteraf aangebrachte boringen op hiervoor niet bestemdepunten) of reparatiepogingen door derden of eigen ingrepen;- verwijderde, gewijzigde of onherkenbaar gemaakte markeringen;- bij slijtage als gevolg van normaal gebruik;- bij retourzending van de schuifpoortaandrijving zonder dat de ontluchtingsschroef op dejuiste wijze is aangebracht.8.2 Retourzendingen

Teruggezonden apparaten moeten worden voorzien van een gedetailleerdebeschrijving van de storing. Alleen dan kan de juistheid van uw klacht doelgerichtworden gecontroleerd. Omschrijvingen als ‘Defect’, ‘Werkt niet’ of ‘Valt onder degarantie’ zijn ontoereikend!

Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite:

Codedoorschakeling

Insteekplaatsaandrijving

Dubbeldraadsinterface

Antenne GND LED - 'Zenden' LED 5V

S1

Inhoud:

1. Belangrijke veiligheidsinstructies S.11.1 Attentie - Belangrijk: S.21.2 Toepassingsmogelijkheden S.21.3 Werking S.21.4 Speciale uitvoering S.31.5 Modellen en eigenschappen S.41.6 Technische gegevens S.42. Algemeen overzicht S.52.1 Voornaamste onderdelen S.52.2 Afmetingen SM 40 S.72.3 Mechanische montage S.73. Elektrische installatie S.113.1 Veiligheidsvoorschriften voor bedrijfsmatig gebruikte poorten S.113.2 Aansluiting van de aandrijving S.113.3 Overzicht motorbesturing CTD (SM 40) S.123.4 Overzicht hulpkaart LAIN S.133.5 Aansluitingen - contactstrip CTD S.143.6 Standaardwerking van de motorbesturing CTD S.173.7 Extra functies voor standaardwerking S.174. Handmatige bediening (noodontgrendeling) S.185. Slipkoppeling instellen S.196. Handzender programmeren S.206.1 Ontvangermodule S.217. Onderhoud S.228. Wat te doen bij storingen ? S.228.1 Garantiebepalingen S.228.2 Garantie-uitsluiting S.228.3 Retourzendingen S.22

6.1 Ontvangermodule

21

7. Onderhoud

De controle van het oliepeil moet minimaal éénmaal per jaar worden uitgevoerd. Voor decontrole van de motorolie dient men als volgt te werk te gaan:

1. Onderbreek de stroomtoevoer naar de schuifpoortaandrijving.2. Til de kap eraf (afb. 2, pag. 5).3. Draai de olieplug eruit (afb. 3, pag. 6).4. Controleer of de olie ter hoogte van de wikkeling staat (ca. 20 mm van de plug).

Indien olie moet worden bijgevuld, dient u Texaco Texamatic Decron 3 te gebruiken.

Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite:

Let op

Let op - Ter voorkoming van ernstige verwondingen1. Lees alle aanwijzingen en volg ze op.

2. Laat kinderen nooit poortbesturingen bedienen of ermee spelen. Houdafstandsbedieningen buiten het bereik van kinderen.

3. Houd de bewegende poort altijd in het oog en uit de buurt van personen en voorwerpentotdat hij volledig gesloten is. Niemand mag de baan die de bewegende poortbeschrijft, kruisen.

4. Let erop dat de slipkoppeling en de looptijdegrenzing altijd correct zijn ingesteld. Bijeen verkeerde instelling kan de kracht die voor het openhouden van de poort nodig iste groot worden. In de ‘Richlijnen voor mechanisch bediende ramen, deuren enpoorten’ (‘Richtlinien für kraftbetätigte Fenster, Türen und Tore’) van de

hoofdorganisatie van de Duitse ongevallenverzekeringen is de waarde van deopenhoudkracht voor porten op 150 N bepaald. Controleer de instelling regelmatig(minimaal eenmaal per jaar).

5. De motor bezit roterende delen die bij een verkeerd gebruik schade aan de gezondheidof materiële schade kunnen veroorzaken. Het is daarom noodzakelijk dat voor allewerkzaamheden aan de schuifpoortaandrijving uitsluitend gekwalificeerde personenworden ingeschakeld.

6. Op de motorbesturing (in de aandrijving geïntegreerd) staat een spanning van 230 V!Installatie- en instelwerkzaamheden mogen uitsluitend door een elektromonteurworden uitgevoerd.

7. Vanzelfsprekend mag de schuifpoortaandrijving uitsluitend, zoals in de handleidingbeschreven, voor het ‘openen’ en ‘sluiten’ van schuifpoorten worden gebruikt. Let op:

De poort mag om veiligheidstechnische redenen (veiligheidsuitschakeling metslipkoppeling) niet over een hellend oppervlak lopen. Een andere toepassing is zonder

toestemming van de fabrikant niet toegestaan.

8. Complete poortinstallaties mogen uitsluitend in bedrijf worden genomen als alle vanoepassing zijnde veiligheidsbepalingen worden opgevolgd.

9. De constructie van de poortinstallatie moet ervoor zorgen dat de werking en hetonderhoud (bij gebruik volgens de voorschriften) zonder gevaar voor personen kanplaatsvinden.

Afb.1

Afb.2

Afb.3

Afb.4

1. Onderbreek de netspanning!

2. Handzender programmeren:

- Trek het schuifdeel van de handzender af(afb. 1).

- Steek de FM-ontvangermodule op de handzender (afb. 2).

- Druk de gewenste handzendertoets in (afb. 3).

- Vervolgens lichten de beide LED’s op. (LED 2enigszins vertraagd). Houd de handzendertoetsingedrukt totdat de LED ‘Radiosignaal’ weeruitgaat.Nu is de programmeercyclus om de code vande ontvanger naar de handzender over tebrengen, voltooid.

3. Koppel de antennekabel aan X5 vast.

4. Breng de ontvangermodule op de hiervoorbestemde insteekplaats aan (afb. 4).

Let op: De onderdelen op de ontvangermodule wijzenonlaag.

Let op: Ontvangermodule nooit verwijderen als denetspanning is aangesloten!

6. Handzender programmeren

1. Belangrijke veiligheidsinstructies

120

Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite:

Bovenaanzicht motorbehuizing:

1

2

1. Let op: De ontluchtingsschroef moet bij de inbedrijfstelling verwijderd worden.

2. Slipkoppeling instellen

U kunt met een schroevendraaier de onder nr. 2 beschreven schroef verdraaien. Draaide schroef naar rechts om de instelling van het vermogen te verhogen en naar linksom deze te verkleinen.Neem de ‘richtlijnen voor mechanisch bediende ramen, deuren en poorten’ van dehoofdorganisatie van de ongevallenverzekeringen in acht. De maximaleopenhoudkracht mag niet groter zijn dan 150 N.

5. Slipkoppeling instellen1. 1 Attentie - Belangrijk:

- De mechanische montage van de aandrijving levert geen problemen op. Bij deeerste montage adviseren wij echter dringend om stapsgewijs volgens demontagehandleiding te werk te gaan. Inbouwfouten worden zo vermeden.

- De elektrische installatie moet om veiligheidsredenen door een erkend vakamworden uitgevoerd.

- De eerste inbedrijfstelling dient u volgens de handleiding uit te voeren.

- Voor schade ontstaan door het niet opvolgen van de voorschriften in demontage- en bedieningshandleiding wordt geen aansprakelijkheid aanvaard.

1. 2 Toepassingmogelijkheden

U kunt de schuifpoortaandrijving gebruiken voor het bewegen van alle schuifpoorten.Let op: Bij poorten op een helling mag deze aandrijving niet worden gebruikt. Deschuifpoortaandrijving is voor een snelle montage ontworpen en kan zonder problemenop elke poort gemonteerd worden. Een slot hebt u niet nodig omdat de aandrijvingzelfremmend is en de poort met de hand niet kan worden verschoven.

Let erop dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:- De poort moet soepel in zijn geleidingen en over de looprail lopen i.v.m. de

gevoeligheid van de baancontrolefunctie, die er d.m.v. een slipkoppeling voorzorgt dat de aandrijving van de poort in geval van nood wordt uitgeschakeld.

- De looprail dient zodanig aangelegd te zijn dat water ervan af kan lopen, omijsafzetting in de winter te voorkomen.

- De poort moet in geopende en in gesloten stand van een eindaanslag wordenvoorzien. Anders zou het kunnen gebeuren dat u de poort bij noodontgrendelingabusievelijk uit zijn geleiding schuift.

1. 3 Werking

De aandrijving beweegt de poort via een tandwiel dat in de aan de poortgemonteerde tandstang grijpt (zie afb. 2, pag. 5). De bediening vindt plaatsdoor middel van een druktoets, of draadloos. De aandrijving wordt in beideeindposities uitgeschakeld doordat de daar bevestigde eindschakelaarmagnetenworden geactiveerd. De mechanische slipkoppeling maakt een exacte instellingvan de schuifkracht mogelijk, zodat geen gevaar voor beknelling bestaat.

2 19

Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite:

Dip - Switch 4 Let op: Niet gebruiken bij schuifpoortaandrijvingen! Laat de Dip-switch op ‘off’ staan!

Dip - Switch 5 = on Werking zonder automatische sluiting (standaard)

Automatische sluiting is uitgeschakeld. De poort gaat pas dicht als een impuls wordtgegeven.

Dip - Switch 6 = on Waarschuwingsfunctie knipperlicht

Wordt een impuls gegeven dan knippert eerst het knipperlicht gedurende 2 seconden;vervolgens wordt de motor gestart. Tijdens deze vertragingstijd van 2 seconden reageert debesturing op geen enkel commando!

Dip - Switch 7 Let op: Niet gebruiken bij schuifpoortaandrijvingen! Laat de Dip-switch op ‘off’ staan!

Dip - Switch 8 = on Let op: Niet gebruiken bij schuifpoortaandrijvingen! Laat de Dip-switch op ‘on’ staan!

Bij stroomuitval of een storing in de installatie moet als volgt te werk worden gegaan:

1. Ontgrendel het deksel m.b.v. de bijgeleverde sleutel.2. Draai de deksel ca. 90° linksom open. De aandrijving is nu ontgrendeld.3. Voor het opnieuw vergrendelen van de aandrijving draait u het deksel terug tot in de

eindpositie.4. Om de sleutel eruit te kunnen nemen moet het deksel worden gesloten!

4. Handmatige bediening (noodontgrendeling)

1. 4 Speciale uitvoering

Veiligheids-voorzieningen Op de basisbesturing kunnen bovendien nog de volgende

veiligheidsvoorzieningen worden aangesloten:

Fotocel De aandrijving wordt uitgeschakeld als de poort dichtgaat en delichtstraal op de fotocel onderbroken wordt. Houd er rekening mee dateen fotocel de veiligheid van personen niet ten volle kan garanderen.

Elektrischecontactstrip De contactstrip reageert op aanrakingen en zet de aandrijving onmiddellijk

stop. Plaatsen waar personen bekneld zouden kunnen raken, kunnen zobeveiligd worden. Met geïntegreerde zelfcontrolefunctie die deaandrijving bij kabelbreuk of beschadiging van de contactstripuitschakelt.

Extra functies De basisbesturing beschikt al over diverse aansluitmogelijkheden(eindschakelaar, knipperlicht, fotocel, met één schakelaar - serieel, mettwee schakelaars - OPEN en DICHT gescheiden, stopschakelaar,controlelamp bij geopende poort, automatisch sluiten).

Draadloze besturing(toebehoren) Ontvangerkaart 40 MHz, art.nr. 6454, in basisbesturing te steken, incl.

werpantenne.Handzender 5-kanaals 40 MHz, art.nr. 4004, incl. 9 V batterij.Handzender mini 2-kanaals 40 MHz, art.nr. 4050, incl. 12 V batterij.Staafantenne 40 MHz, art.nr. 6440

318

Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite:

Dip-switch-functies (zie pag. 13 Hulpkaart Lain)

Dip - Switch 1 = on

Met de draadloze afstandsbediening of druktoets kunnen de volgende functies wordengeactiveerd:

OPEN - DICHT - OPEN - DICHT -......

Werking als seriële aansturing, echter zonder STOP.

Dip - Switch 2 = on Speciale functie fotocel poort OPEN

Wijzigt de werking van de fotocel in de openingsfase. Bij een onderbreking van de lichtstraalgedurende de openingsfase stopt de poort. Zodra de lichtstraal de fotocel weer onbelemmerdbereikt begint de openhoudtijd te lopen; vervolgens gaat de poort weer dicht.

Dip - Switch 3 = on Speciale functie fotocel poort DICHT

Wijzigt de werking van de fotocel in de sluitfase. Bij een onderbreking van de lichtstraalgedurende de sluitfase wordt de poort onmiddellijk tot stilstand gebracht. De poort blijft indeze stand staan totdat opnieuw een impuls wordt gegeven.

1.5 Modellen en eigenschappen

SM40 Zelfremmende elektromechanische reductormotor voor poorten zonder helling tot 600kg. Mechanische slipkoppeling in oliebad. Magnetische eindschakelaar en mechanischenoodontgrendeling, rondsel voor tandstang M4. Compleet met grondplaat enbevestigingsschroeven. In de aandrijving ingebouwde motorbesturing CTD.

1.6 Technische gegevens

3.6 Standaardwerking van de motorbesturing CTD

Besturingsfuncties:

Seriële werking:

Met draadloze afstandsbediening en druktoets (klem 8-13) bereikt u de volgende cyclus:

OPEN - STOP - DICHT - STOP - OPEN -........

3 - Besturing met 3 druktoetsen

Afzonderlijke aansturing van ‘OPEN’, ‘STOP’, ‘DICHT’

Let op: Stop-druktoets moet als verbreekcontact worden geschakeld!

4 17

3.7 Extra functies voor standaardwerking

Technische gegevens Eenheid SM 40

Stroomvoorziening V 230

Max. gewicht poort Kg 600

Max. stroomopname A 3,4

Max. opgenomen vermogen VA 800

Nominaal draaimoment Nm 24

Snelheid poort m/min 10

Bedrijfstemperatur °C -10/ +50

Beveiliging tegen oververhitting °C 110

Beschermingsgraad IP 43

Gewicht kg 14

Technische gegevens Eenheid CTD

Voedingsspanning V 230

Motorvermogen VA 500

Looptijd min. s 2/50

Looptijd max. s 50/100

Openhoudtijd s 5/120

Beschermingsgraad IP 43

Bedrijfstemperatuur °C -10/ +50

Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite:

1

2

3

4

5

6 1. Aluminium behuizing van spuitgietwerk2. Eindschakelaarmagneet Aperto- OPEN Chiuso- DICHT3. Tandstang module 44. Grondplaat5. Eindschakelaar - sensor6. Kap

Afb. 2

Klem 18-20Aansluiting motor

Kl.18 bruin (fase)Kl.19 blauw (Com.)Kl.20 zwart (fase)

Klem 21-22CondensatorKl.21Kl.22

Klem 23niet te gebruiken!

Klem 24-25Uitgang knipperlicht 230V max. 60W

Klem 26 en 27Voedingsspanning 230VAC.

* De klemmen (Com) 3, 7 en 13 zijn onderling verbonden!

Fotocel

Zolang de lichtstraal op de fotocel is onderbroken, accepteert de besturing geencommando’s. Wordt de lichtstraal tijdens de sluitfase onderbroken dan gaat de poort weeropen. Wordt de lichtstraal tijdens de openhoudtijd onderbroken dan blijft de poort open.Bereikt de lichtstraal weer onbelemmerd de fotocel dan gaat de poort na het verstrijken vande openhoudtijd weer dicht (bij een geactiveerde automatische sluiting). De openhoudtijdwordt met een ¼ van de normale openhoudtijd gereduceerd. Wordt de lichtstraal in de Stop-fase onderbroken, dan kan geen commando worden gegeven zolang de onderbreking duurt.

Veiligheidscontactstrip

Als de veiligheidscontactstrip gedurende de sluitfase op een hindernis stuit, gaat de poortopen en worden de functies uitgevoerd die reeds onder het punt ‘Fotocel’ werdenbeschreven.Als een veiligheidscontactstrip een kant in de richting ‘Poort OPEN’ moet bewaken, danmoet deze serieel op de Stop-druktoets worden aangesloten.

2. Algemeen overzicht

2.1 Voornaamste onderdelen

Afb. 1

16 5

Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite:

Klem 1-2-3*Kl.1 groen (uitgang eindschakelaar ‘DICHT’)Kl.2 wit (uitgang eindschakelaar ‘OPEN’)Kl.3 bruin (gezamenlijk)Kl.4 geel (plus 24VDC)

Klem 5-7Uitgang 24 V AC continu beschikbaar voor voedingsspanning fotocel enz. Het maximale opde klemmen aan te sluiten totale vermogen bedraagt 7 W (wij adviseren om deze belastingniet te overschrijden).

Klem 6-7Contact fotocel en/of andere veiligheidsvoorzieningen (Let op: verbreekcontact!). Als ergeen fotocel en/of andere veiligheidsvoorzieningen aangesloten zijn, moeten deze beideklemmen verbonden worden.

Klem 8-13Seriële druktoetsingang (contact moet bij niet bedienen open zijn).Werking: OPEN - STOP - DICHT - STOP - OPEN ...

Klem 9-13

Uitgang voor controlelamp poort ‘OPEN’. (Gebruik een gloeilamp 24 V AC 2 W)

Klem 10-13Ingang druktoets STOP (moet als verbreekcontact worden aangesloten). Naast de druktoetsSTOP kunnen veiligheidsvoorzieningen serieel worden aangesloten. Als de ingang nietgebruikt wordt, moeten deze klemmen verbonden zijn.

Klem 11-13

Druktoets SLUITEN (richtingsafhankelijke aansturing van de beweging ‘poort DICHT’).

Klem 12-13*Druktoets OPENEN (richtingsafhankelijke aansturing van de beweging ‘poort OPEN’).

Klem 14-15

Aansluiting voor staafantenne (coaxkabel 50 Ohm RG 58).

Klem 16-17

Kan bij schuifpoortaandrijvingen niet gebruikt worden.

1

2

3

4

1. Aansluitstekker motor2. Oplieplug3. Ontluchtingsschroef

Let op: Bij inbedrijfstelling schroef eruitdraaien!

4. Motorbehuizing5. Aansluiting PE (aarding)

Belangrijke opmerking:Is transport van de aandrijving nodig (bijv. voorreparatie), dan moet de ontluchtingsschroef (no.3) aangebracht en stevig vastgedraaid worden.Schade ontstaan doordat de schroef niet of nietcorrect aangebracht is, valt niet onder degarantie!

1 2

3

Afb. 3

Aansluitstekker motor

4

1. Fase - bruin2. Aarding - geel/groen3. Com - blauw4. Fase - zwart

6 15

1

2

3

4

5

Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite:

Eindschakelaar Sluiten (groen)

Eindschakelaar Openen (wit)

Com (bruin)

Uitgang 24 V DC (geel)

Uitgang 24 V

Fotocel

Com

Druktoets serieel

Controlelamp ‘Poort OPEN’ (24VAC, 2W)

Druktoets Stop

Druktoets Sluiten

Druktoets Openen

Com

Sluiten (bruin)

Com (blauw)

Openen (zwart)

25µF

Knipperlicht 220 V, max. 60 W

Niet te gebruiken!

Bedrijfscondensator

Com

Aansluiting staafantenne (coaxkabel)

Niet gebruiken bij schuifpoortaandrijving!

L1

N

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

18

19

16

17

15

14

26

27

25

24

23

22

21

20

(230VAC)

Afb. 4

3. 5 Aansluitingen – contactstrip CTD (SM40) 2.2 Afmetingen SM 40

2. 3 Mechanische montage

Montage met console art.nr. 5823 (als toebehoren verkrijgbaar)

Graaf een gat voor de fundamentplaat, rekening houdend met de maten in afbeelding 4. In dit gatkomen de geleidingskanalen (diameter 25-50 mm). Controleer de maten en de horizontale positiezorgvuldig. Vat de geleidingskanalen en de fundamentplaat in beton.

14 7

Aan de bovenzijde van de motorbehuizing vindt u diverse aansluitmogelijkheden voor het aarden van exter-ne verbruikers en van de toevoerleiding (zie pag. 6, afb. 3).

M

Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite:

Montage links: standaard

Montage rechts:1. Contactstrook2. Werking fotocel:

- Met een erop gestoken jumper en een onderbroken lichtstraal kunnen decommando’s voor openen en sluiten niet worden gegeven.

- Bij een niet erop gestoken jumper en een onderbroken lichtstraal verhindert deaandrijving uitsluitend in de stand ‘poort DICHT’ het sluiten van de poort.

3. Geen gebruik bij schuifpoortaandrijvingen!4. Dip-switch-schakelaar voor extra functies5. Dip-fix-beugel voor selectie van de functie ‘seriële aansturing’ of ‘uitsluitend openen’

- seriële aansturing: beugel op PP (standaard)- besturing uitsluitend voor openen: beugel op AP

6. Jumper voor verlenging van de looptijd- Met erop gestoken jumper is de looptijd instelbaar van 2–50 s.- Zonder jumper is de looptijd instelbaar van 50–100s.

7. Niet gebruiken bij schuifpoortaandrijvingen!Verander nooit de originele instelling (potentiometer tegen linker aanslag ).

8. Potentiometer voor instelling van de looptijd (de instelling van de looptijd moet ietslanger zijn dan die van de loopweg)

9. Potentiometer voor instelling van de openhoudtijd bij automatische sluiting (5–l20 s)10. Niet gebruiken bij schuifpoortaandrijvingen!

Verander nooit de originele instelling (potentiometer tegen rechter aanslag ).11. LED stroomvoorziening*12. LED openen*13. LED sluiten*14. LED knipperlicht*15. LED functiecyclus besturing*

3. 4 Overzicht hulpkaart LAIN

Let op: Montage rechts

De motorfasen en eindschakelaars moeten verwisseld worden.

Klem 18 en 20 verwisselen (motor)Klem 1 en 2 verwisselen (eindschakelaar)

Controle: 1 impuls na reset van de netspanning. De aandrijving moet in de richting 'deurOPEN' bewegen.

3

45

1

78910

11

12

13

14

15

6

2

8 13

Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite:

Afb.6

1. Aansluiting coaxkabel staafantenne2. Insteekplaats FM-ontvanger3. Niet te gebruiken bij schuifpoortaandrijving!4. Hulpkaart LAIN5. Zekering 1 A voor FM-ontvanger en hulpkaart LAIN6. Contactstrip toebehoren druktoets enz.7. Zekering 0,5 A voor 24 V AC (accessoire)8. Contactstrip eindschakelaar9. Transformator10. Relais11. Contactstrip netspanning12. Zekering net 6,3 A13. Contactstrip motor, condensator, knipperlicht

1

2

3

45

6

7

8

9

10

11

12

13

3.3 Overzicht motorbesturing CTD Zet de reductormotor met de bijgeleverde schroeven op de bevestigingsplaat vast. Leg onderbeide kanten van de bevestigingsplaat kleine stukjes staal of iets dergelijks met een dikte van1,5mm (afb. 5).

Abb.5

Montage op de ground

Indien de poort over een fundament van beton loopt, kan de reductmotor worden vastgezet metpluggen of met behulp van ingegoten ankerbouten.Houd de in afbeelding 6 vermelde maten exact aan!

12 9

Stand: Juli 98/Rev.A Seite: Stand: Juli 98/Rev.A Seite:

SL

Noodstop2x1mm

Veiligheidsstrip 2x1mm

Fotocel afhankelijk van uitvoering

Motorveiligheids-schakelaar

Druktoets2x1mm

Net 3x1,5mm

Net 3x1,5 mm

Veiligheidsvoorzieningen indien aanwezig

Motorbesturing CTD in debehuizing van de aandrijvinggeïntgreerd

Schakelapparaat voor veiligheidscontactstrip

3.2 Aansluiting van de aandrijving

Magnetische eindschakelaar

Teneinde een storingsvrije werking van de eindschakelaars te kunnen garanderen, moet demagneet op een afstand van max. 2-8 mm de op de motor bevestigde sensor passeren. De aande bovenzijde van de sensor aangebrachte LED’s moeten onmiddellijk oplichten als spanningwordt gezet op de besturing. Ze moeten bij het bereiken van een van de beide op detandstang gemonteerde magneten worden uitgeschakeld. Schuif de poort bijna DICHT. Depoort mag echter niet volledig gesloten zijn omdat rekening moet worden gehouden met eenzekere naloop van de poort. Bevestig de eindschakelaarmagneet nu op een zodanige plaatsdat de LED uit is als de poort in de eindpositie ‘poort DICHT’ staat. Ga op dezelfde wijze tewerk m.b.t. de eindpositie ‘poort OPEN’. Start de motor, en pas zonodig deeindschakelaarmagneten aan het optimale uitschakelpunt aan. Let op: eindschakelaarmagneetOPEN (Aperto), DICHT (Chiuso)

3. Elektrische installatie

Neem a.u.b. het volgende in acht:

- De elektrische installatie mag om veiligheidsredenen uitsluitend door een vakmanworden aangesloten.

- Bij ondeskundige ingrepen in de besturing komen alle aanspraken op garantie tevervallen.

- Gedurende de aansluitwerkzaamheden moet de besturing tegen vocht (regen, sneeuwen dergelijke) worden beschermd.

3.1 Veiligheidsvoorschriften voor bedrijfsmatig gebruikte poorten

Neem a.u.b. het volgende in acht:Poorten in bedrijfsomgevingen moeten voldoen aan de ‘richtlijnen voor mechanischbediende ramen, deuren en poorten’ van de hoofdorganisatie van deongevallenverzekeringen (te bestellen bij de uitgever, Carl Heymanns Verlag KG, 50939 Köln,best.nr. ZH 1/494, uitgave april 1989).

10 11

Montage van de tandstang

De tandstang wordt met de bijgeleverde schroeven M8 aan de poort bevestigd. Heteenvoudigst is het om een schroefdraad M8 in het poortprofiel te tappen en de tandstangdaaraan vast te schroeven. Zie voor de positie van de afstandsstukken, onderlegringen enveerringen de vorige afbeelding.Is de dikte van de poort te gering voor een duurzame schroefverbinding, bijv. indien deonderbalk uitsluitend uit een rechthoekige buis bestaat, dan moeten borgklinkmoeren (blindeborgklinkmoeren) van staal worden aangebracht.Voor het aftekenen van de boringen voor de schroefdraad wordt met de noodontgrendeling(zie pag. 18 punt 4, Handmatige bediening) de aandrijving ontgrendeld, zodat de poort met dehand kan worden verschoven. Het aftekenen dient altijd in de buurt van het aandrijftandwielte gebeuren.Tip:Om de afzonderlijke onderdelen van de tandstang nauwkeurig te kunnen monteren, verdienthet aanbeveling aan de stootnaden (overgang van het ene tandstangdeel naar het volgende)telkens een derde tandstangdeel van onder tegen de beide te monteren onderdelen aan teleggen zodat de tanden in elkaar grijpen.Hierdoor is later ook aan de stootnaden een nauwkeurige koppeling van tandwiel entandstang gewaarborgd.Nadat de tandstangen aan de poort bevestigd zijn, vindt het nauwkeurig uitlijnen van deafzonderlijke delen plaats. Schuif hiervoor de poort nogmaals met de hand heen en weer.Zorg voor een speling van circa 2 mm tussen tandwiel en tandstang.

CTD