http://www.tangali.net

Publicatie 047

Ala Hazrat Ash ShahImaam Ahmed Raza

Khan

Mujaddid-e-Deen-o-Millat Ala Hazrat Ash Shah Imaam Ahmed Raza Khan Qadri Bar-kati (radi Allaho anho)

Engels versie: Maulana Mohammed Afthab Cassim Razvi NooriUitgever: Imam Mustafa Raza Research Centre Overport, Durban, Zuid-Afrika

Copyright © M.J. TangaliAmsterdam, 12 oktober 2012 (26 Zul Qada 1433)

1e druk Nederlandse versieUitgever: Stichting Noorani Islamic Research Institute

E-mail: info@tangali.netWebsite: www.tangali.net

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijzedan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uit-gever.

No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permissionfrom the publisher.

13e Shabaan 1321

A. Vraagstellingen

Wat is het oordeel van de Ulama (Schriftgeleerde)van de islam in het volgende geval:

1.Kan de ziel van de overledene ooit zijn huis, nahet overlijden, bezoeken of niet?

2.Heeft de overledene voordeel aan het verzoek(aan Allah) door zijn nabestaanden en relaties,dat elke Sawāb (beloning) door middel van hetreciteren van de Heilige Qur’aan, Khairaat, dis-tributie van voedsel of geld enzovoorts aan deoverledene toekomt?

3.Als de zielen hun huizen bezoeken, op welkedagen komen ze dan?

4.Als ze hun huizen bezoeken, is het dan eenzonde voor de persoon die dit weerlegt en watvoor categorie zonde is het?

A. Beantwoording van de vragen

Khatim-ul-Muhadithien Sheikh Muhaqiq Maula-na Abdul Haq Muhadith-e-Delhwi schrijft in deannotatie van Mishkaat Sharief in het hoofdstukover het bezoeken van de graven als volgt: “Omsadaqā (vrijwillige liefdadigheid) te geven tengunste van de overledene, gedurende zeven da-gen, nadat hij de wereld heeft verlaten is moesta-hab (gewenste actie). Het geven van sadaqānamens de overleden persoon is een middel omvoordeel voor hem/haar te behalen. Er is geenverschil van mening tussen de 'Ahle Ilm' (de man-nen van kennis) over dit onderwerp. Er zijn Sahih(deugdelijk) Ahadith overgeleverd over deze za-ken, vooral over de distributie van water. Het isde mening van sommige Ulama, dat de overlede-ne alleen de beloning van sadaqā en du’ a (smeek-bede) ontvangt. In sommige overleveringen staat,dat de ziel de huisbezoeken op de vooravond vanvrijdag (donderdagavond na maghrib namaaz)aflegt en wacht om te zien of sadaqā namens hemwordt gegeven of niet.” Ash'atoel Lam'aat, deel 1,pagina’s 716-717

Sheikh-ul-Islam schrijft als volgt in paragraaf zesvan het boek Kashful Ghitaa: “Het wordt opgeno-men in Garaa'ib en Khazana, dat de zielen van deoverledenen terugkeren naar hun huizen op devooravond van elke vrijdag, de dag van Ied, deDag van de Aashoerah en op Shab'be Bara’at. Deziel staat buiten het huis, en in een zeer triestestem kondigt het aan: “O mijn familie! O mijnkinderen! O mijn verwanten! Wees mededogendnaar ons toe door het geven van sadaqā.” KashfulGhitaa

In Sharah Sudoer, heeft Sheikh Jalaluddin Suyutirahmatullah Alaih verschillende Ahadith gepre-senteerd op de meest voorkomende tijden (wan-neer de zielen de woningen bezoeken), hoewel demeeste Ahadith da'ief (zwakke overleveringen))zijn.

Het woord “meeste” in de bovenstaande verkla-ring bewijst duidelijk, dat de geregistreerde Aha-dith niet allemaal da'ief zijn. Opgemerkt moetworden, dat in zaken die geen betrekking hebbenop Aqieda, of problemen met betrekking tot Halālen Harām, zelfs de da'ief overleveringen volgensde Ijma (consensus) aanvaardbare argumenten

zijn. Imam Ajal Abdullah bin Moebaarak en AbuBakr bin Abi Shuaiba rapporteren van de leraarvan Bukhari en Moesliem, Hazrat Abdullah binAmar bin A'as (radi Allaho anhoem) en ImamAhmed meldt op gezag van Musnad en Tabranirapporten op gezag van Mu'jim Kabier en Hākimrapporten van Sahih Mustadrik en Abu Naeemrapporten in Huliya op gezag van Sahih, dat isovergeleverd van de Profeet (Heilige Profeet sall-allaaho alaihi wa sallam): [woorden van Ibn Moe-baarak] “Voorwaar, de wereld is een Tuin(paradijs) voor de ongelovigen en een gevangenisvoor de gelovigen. Wanneer de ziel van eenmoesliem zijn lichaam verlaat, dan is het te verge-lijken met een persoon die in een gevangeniscelwas en inmiddels is vrijgelaten. Hij begon dus opde aarde te reizen en vrij rond te lopen.” KitaabusZuhd Lie Ibn Moebaarak, Hadith 597, pagina 211

De verslaggeving van Abu Bakr bin Abi Shuaibaluidt als volgt: “Wanneer een moesliem deze we-reld verlaat (overlijd), dan is zijn pad geopend enkan hij gaan waar hij ooit wilde gaan.”

Ibn Abi Duniya en Baihaqi vertellen van Saeedibn Musayab (radi Allaho anhoema) die ooit met

Hazrat Salman Farsi (radi Allaho anho) en HazratAbdullah ibn Salaam (radi Allaho anho) een ont-moeting had. Eén zei tegen de andere, als je eer-der dan mij overlijd, dan moet je me op de hoogtebrengen van wat er gebeurt. Hij vroeg: “Ontmoe-ten de doden en de levende elkaar?” [Noot van deNederlandse vertaler: hiermee wordt bedoeld ofde eerder overleden persoon en de pas overledenpersoon elkaar ontmoeten.] Hij antwoordde: “Ja,de zielen van de moesliems zijn in Jannat. Zijhebben de keuze om te gaan waar ze willen.”Shu'bul Imaan, Hadith 1355, deel 2, pagina 121

Ibn Moebaarak rapporten in Kitaabuz Zuhd enAbu Bakr bin Abi Duniya en Ibn Munda rapportvan Salman Farsi (radi Allaho anho): “Voorwaar,de zielen van de moesliems zijn in de Barzakh(een domein ieljien, het bovenste gedeelte, tussende wereld en het Hiernamaals) en gaan waar zewillen en de zielen van de kufaar zitten gevangenin siejien (een domein in het onderste gedeelte-aarde- tussen de wereld en het Hiernamaals).”Kitaabuz Zuhd - Hadith 429, pagina 144

Ibn Abi Duniya overlevert van Hazrat Malik binAnas (radi Allaho anho): “Een overlevering heeft

mij bereikt (waarin gezegd wordt dat), de zielenvan de moesliems vrij zijn. Ze gaan waar ze wil-len.” Sharah Sudoer, pagina 98

Imam Jalaluddin Suyuti (radi Allaho anho) steltin Sharah Sudoer, dat Imam Abu Umar ibn AbdulBirr zegt: “Het is algemeen bekend, dat de zielenvan de martelaren in Jannat zijn en de zielen vanandere moesliems dicht bij hun graven zijn. Zekomen en gaan wanneer ze willen. “ SharahSudoer, pagina 105

In Tafsir Sharah Jaame Saghier van AllamaManaawi staat: “Voorwaar, wanneer de zielgescheiden is van zijn schelp en is bevrijd vanhaar gevangenschap door de dood, dan reist hetwaarheen hij wil.” Tafsir Sharah Jaame Saghier,deel 1, pagina 320

Qaazi Thana'ullah schrijft ook in TazkiratulMauta: “De zielen van de Awliyah Kiraam reizende hemel, de aarde en Jannat rond. Ze gaan waarze willen.” Misbahoen Noer, een vertaling vanTazkiratoel Mauta, pagina’s 75-76

Dit wordt verklaard in Khazaanatul Riwayaat:“Het is overgeleverd door sommige MuhaqiqUlama, dat de zielen bevrijd worden aan de voor-avond van een vrijdag en ze beginnen uit te strek-ken (over de aarde). Eerst komen ze naar hun grafen gaan dan naar hun huizen.” KhazaanatulRiwayaat

In Dastoer-ul-Quz'zat staat het volgende: “Voor-waar, de zielen van de moesliems bezoeken hunhuizen aan de vooravond van elke vrijdag. Zestaan  aan  de  deur  en  kondigen  aan  in  een  zeerdroevige stem, o mijn familie! O mijn kinderen! Omijn verwanten! Wees gul naar ons toe en geefsadaqā. Vergeet ons niet. Vergeet ons niet. Weesmededogend jegens ons in onze armoede.”

Het staat in Khazaanatul Riwayaat: “Het is over-geleverd door Ibn Abbas (radi Allaho anho) datwanneer de dagen van Ied, Jumu’ah, Aashurah ofShab'be Bara’at aankomen, de zielen van de over-ledenen hun huizen  te  bezoeken. Ze  staan  voorhun deuren en zeggen: Is er iemand die ons herin-nert? Is er iemand, die mededogen zal zijn naarons  toe?  Is  er  iemand die  zal  toestaan  dat  onzearmoede zal worden herinnerd?”

Opmerking: de volgende twee pagina's van hetoriginele boek van Ala Hazrat (radi Allaho anho)behandeld met diepgaande uitleg het valse con-cept van Wahabies en Najdis die eventuele zwak-ke Ahadith weerleggen. Ala Hazrat (radi Allahoanho) legt in de conclusie duidelijk uit, dat dekwestie van de zielen van de overledenen eenbezoek aan het huis na overlijden, niet direct eenkwestie van Aqaaid noch een kwestie van fiqh isdie direct te maken heeft met Harām en Halāl; enhet blijkt dat met de hoeveelheid gepresenteerdeAhadith deze ondervraagde kwestie zeker aan deorde is. In het laatste deel van dit boekje AlaHazrat (radi Allaho anho) bespreekt hij anderegedetailleerde kwesties die niet voor het grotepubliek zijn bedoeld en dus weggelaten is in deEngelse vertaling.

Andere Fatãwa van Ala Hazrat over het gebiedvoor de overledene en de ziel

Vraag van Imamuddin Sahib, 19 Rabi-ul-Aakhir1326, KanpurHoe kan de ziel na overlijden in contact blijvenmet zijn familie?

BeantwoordingDe dood betekent niet dat de ziel sterft, maar hetverwijst naar de scheiding van de ziel van hetfysieke lichaam. De ziel blijft altijd levend. Hetstaat in de Hadith, u bent geschapen om vooraltijd te leven. Dus net zoals ze contact hebbengehad tijdens het fysieke leven, zo hebben ze ditnog steeds na de dood. Het staat in de HadithSharief, elke vrijdag worden de daden van hunkinderen van de lopende week aan hen gepresen-teerd. Ze worden blij met goede daden en ver-drietig met de slechte daden, dus o dienaren vanAllah, maak je overleden ouders niet verdrietig.

B. VraagstellingWat zeggen de geleerden over het volgendegeval:1.Waar is de plaats van de zielen van de

moesliems?2.Blijven ze bij het lichaam of zijn ze gescheiden?

B. BeantwoordingDe zielen van de gelovigen zijn in verschillendevormen in Barzakh, zoals het is genoemd metbetrekking tot de martelaren. Ze zijn in de vormvan groene vogels.

Er zijn plaatsen van elkaar gescheiden op basisvan hun status. Sommige zijn hun graven, som-mige bij de fontein van Zam Zam, sommigen inde lucht tussen de hemel en de aarde, een aantalonder de Arsh in lantaarns van Noor, net zoalsImam Suyuti in details beschreven heeft in zijnboek Sharah Sudoor.

C. Vragen1.Wordt dat wat gevoeld wordt door de familieook gevoeld door de overledene?2. Wat is de vorm van de straf en beloning, wan-neer de mens is gemengd met zand en zijn zielnaar de aangewezen plaats gaat?3. Waar is de plaats van de ziel na het overlijden?4. In een droom ziet een familielid soms de over-ledene. Wordt dit ook gevoeld door de overlede-ne?5. Wat is de ziel? Het wordt vaak gezegd, dat deziel zich bewust is van de affaires van de wereld,zelfs na overlijden.6. Weet de overledene wanneer iemand zijn grafbezoekt?

C. Beantwoording1 Als de familieleden pijn voelen, dan voelt deoverledene zich ook verdrietig. In het ons verbie-den om te huilen bij de overledene is gezegd: “Alsje huilt, dan huilt ook de overledene, dus maak zeniet verdrietig.”

2 De mens wordt nooit stof. Het is het lichaam datstof wordt en niet het hele lichaam. Er zijn enkeleoorspronkelijke deeltjes die niet kunnen wordengezien, die niet vernietigen, maar voor altijd blij-ven bestaan. Het is daarmee dat het lichaam op deDag van Qiyaamat zal worden gerezen. Straf enbeloning zijn zowel op het lichaam als de ziel.Degenen die zeggen dat dit alleen voor de zielgeldt worden misleid.

Zowel de ziel als de originele deeltjes van hetlichaam is in het bestaan, en zelfs als die is omge-vormd tot stof, dan nog is het niet volledig uiteen-gevallen. Ze worden in verschillende vormengescheiden.

Het voorbeeld gegeven in de Hadith is om aan tetonen dat de straf zowel op het lichaam als de zielis, dat er een boomgaard is en het eten van het

fruit uit de boomgaard verboden is. Er is eenverlamde buiten de boomgaard die niet kan lo-pen, maar wel kan zien. Hij ziet de vruchten,maar kan ze niet bereiken. Juist op dat momentkomt een blinde persoon aan. De verlamde zegttegen hem: “Je draagt me op je schouders en ik zalje de weg wijzen. Op deze manier kunnen zoweljij als ik eten van de vruchten in de boomgaard.De blinde man droeg de verlamde naar de boomen beiden deelden in de vrucht.” Wel, wie vanhen verdient straf, beide zijn overtreders? Als deblinde hem niet had gedragen zou hij niet zijngegaan en als de verlamde hem niet had begeleid(de weg vertellen), zou hij niet hebben gezien. Deverlamde is de ziel (voorbeeld) dat hij weet enziet, maar heeft niet de mogelijkheid om fysiekehandelingen te verrichten en de blinde man is hetlichaam (voorbeeld) dat de mogelijkheid heeft omop te treden en te doen, maar niet ziet of weet. Zowerd de verkeerde handeling gepleegd door hetsamenkomen van beide, waardoor beide waardigwerden voor de straf. (En, Allah weet het beter).

3. De plaats van de ziel verschilt afhankelijk vande status. Onder moesliems zijn een aantal, dat ophet graf blijft, sommige bij de fontein van Zam

Zam, tussen de hemel en de aarde, in de eerstehemel, in de tweede hemel, enzovoorts tot dezevende hemel, sommigen in de hoogten van delucht en sommige in de vorm van groene vogelsin het kader van de Arsh van Allah in lantaarnsvan het Licht. De zielen van de Kuffaar (niet-moesliems) verblijven sommigen in een plaatsgenaamd Wadi-e-Barhoet, sommigen in de tweederde hemel, enzovoorts en sommige in eenplaats genaamd siejien. (En, Allah weet het beter).

4. Soms voelen ze het en soms ook niet. Beide zijnbeschreven in Sharah Sudoer van Allama Suyuti.(En, Allah weet het beter).

5. De ziel is door het Bevel van mijn Heer eenschepping en je hebt slechts een fractie van kennisgekregen. De kracht van de ziel, het kunnen zien,horen en weten blijft bestaan, maar wordt zelfskrachtiger dan voorheen. (En, Allah weet het be-ter).

6. De overledene ziet degenen die een bezoek aanzijn graf brengt en hij hoort ook de woorden. Alshij hen herkende tijdens zijn leven, dan zal hij henook herkennen na het overlijden. Als de persoon

zijn familielid of vriend is, dan wordt hij blij als zeop bezoek bij zijn graf komen. Dit alles is duide-lijk gemaakt in de Ahadith, verklaringen van deGrote Imams en is van de Aqaaid van de AhleSunnat. De gedetailleerde uitleg hierover is tevinden in mijn boek Hayaatul Amwaat. (En, Al-lah weet het beter).

D. VraagstellingWat zeggen de Ulama over de vraag als een per-soon overlijdt op een donderdag wordt hij ge-spaard van bestraffing van het graf, is hij alleenop de donderdagen of voor altijd vergeven?

D. BeantwoordingEr is geen Gebod met betrekking tot een donder-dag. Dit is vermeld met betrekking tot de voor-avond van een vrijdag, de vrijdag en alle dagenvan de maand Ramadaan. De moesliems die opdeze dagen overlijden worden ontzien van devragen van de Nakirain (Moenkar en Nakier) envan de kwelling van het graf. Allah is Karim,opdat Hij iets vergeeft en dan nog steeds eenpersoon verantwoordelijk voor houdt. (En, Allahweet het beter).

E. VraagstellingWat zeggen de geleerden Ulama in dit geval. Alsvandaag de dag een persoon met een bepaaldenaam zou moeten overlijden, dat per ongeluk eenandere persoon ket dezelfde naam sterft, dus deandere met dezelfde naam is ten onrechte meege-nomen door de Engel. Iemand vertelde dat eendergelijk incident zich had voorgedaan. Iemandwas overleden en een tijdje later kwam hij weertot leven, terwijl een andere persoon met dezelfdenaam vervolgens verleed. Toen de eerste persoonwerd gevraagd wat er gebeurd is, begon hij tevertellen (buiten de lichamelijke ervaring).Wat is het oordeel in bovenstaande kwestie?

E. BeantwoordingDit is helemaal niet waar. De engelen van deAlmachtige Allah maken geen fouten bij het ver-vullen van het Gebod van Allah. Almachtige Al-lah zegt: “De engelen doen waarvoor ze zijnopgedragen.”