0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: [email protected] Vormgeving:...

31
Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 1

Transcript of 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: [email protected] Vormgeving:...

Page 1: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 1

Page 2: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 2

Page 3: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis 14/2007

Uitgeverij Vantilt, Nijmegen & nbv, Leiden

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 3

Page 4: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Redactie

Adriaan van der Weel (hoofdredacteur), Andrea Langendoen (redactiesecretaris), Paul van Capelleveen,

Chris Coppens, Berry Dongelmans, Gerda Huisman, Ad Leerintveld, Goran Proot en Pierre Pesch

Redactieadres

Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis

A. Langendoen

Koninklijke Bibliotheek

Postbus 90407

2509 LK Den Haag

e-mail: [email protected]

Kopij voor het Jaarboek wordt ingewacht op het redactieadres

Secretariaat Nederlandse Boekhistorische Vereniging

Elisabeth Meyer

Cornelis van Alkemadestraat 37

1065 AB Amsterdam

e-mail: [email protected]

Vormgeving: Martien Frijns

© 2007 artikelen: de auteurs

isbn 978 90 77503 82 9

issn 1381-0065

Afbeelding voorzijde:

Afbeelding achterzijde:

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van deuitgever.

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 4

Page 5: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Inhoud

7 Adriaan van der Weel Het boek in beweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

7 Berry Dongelmans, Gerda Huisman en Ad Leerintveld De wetenschappelijkebibliotheek als een ouroboros of: hoe bijzonder blijven bijzondere collecties?

7 Jacobijn Kiel Van perkament tot portalMiddeleeuwse handschriften in Nederland gecatalogiseerd

7 Jan-Hendrik Bakker Hoe taai is Gutenbergs nakomertje?Over de overlevingskansen van het betaalde dagblad

7 Saskia C.J. de Vries De toekomst van de monografie in een digitaal tijdperkEen perspectief vanuit een universitaire pers

7 Willem Heijting Het boek tussen de mediaOver kader en grondslagen van boekhistorisch onderzoek

7 Jaap van Loon en Geeske Steeneken Wat moet de internetgeneratie met een schoolboek?Heeft het boek op school z’n langste tijd gehad?

7 Jürgen Pieters Van editiewetenschap naar traditiewetenschapJerome McGann over teksten, boeken en computers

7 Els Stronks Het oude boek gaat digitaalContouren van de digitale editie

7 Jan Baetens en Dirk de Geest E-literatuur in het Nederlands: veel E-, weinig literatuur?

7 Frank Huysmans De openbare bibliotheek in Nederland en de veranderende leescultuur sinds 1975

7 Paul Rutten Digitalisering, boekenuitgeverij en de toekomst van lezen en leren

7 Frank de Glas Nieuw materiaal voor het onderwijs in de boekwetenschap

7 Summaries7 Personalia

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 5

Page 6: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

6

Adriaan van der Weel

Plato zag als een van de grootste nadelen van het schrift dat het tot geheugenver-

lies zou leiden. De geheugenkracht waarover Plato en zijn tijdgenoten beschikt

moeten hebben is voor ons inderdaad nauwelijks meer voorstelbaar. De rol van

het geheugen wordt door de computer alleen maar verder onder druk gezet.

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 6

Page 7: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

Hoe wilt u beginnen met dit themanummer van het Jaarboekvoor Nederlandse Boekgeschiedenis 2007?

Klik hier voor een pessimistisch beginKlik hier voor een neutraal beginKlik hier voor een optimistisch beginKlik hier om het begin over te slaan en te beginnen bij het begin

Dat het opslaan van kennis in boeken leidt tot versterving vanhet geheugen is een verzuchting van alle tijden – of in ieder gevalvanaf de uitvinding van het schrift. In Dissenters from the book, eenkort essay over de vele vormen van tegenstand die het boek in deloop van de geschiedenis heeft opgeroepen, haalt George Steinermet instemming Plato’s beroemde klacht uit de Phaedrus over deteloorgang van het geheugen aan. Inderdaad, schrijft Steiner,‘Modern education is, more and more, institutionalized amne-sia.1 De nadruk is in het onderwijs komen te liggen op het verga-ren van vaardigheden, bovenal die van het opzoeken. Parate ken-nis wordt volstrekt irrelevant. Met de infiltratie van het internetin de verste uithoeken van ons dagelijks leven wordt dit alleenmaar erger. Opzoeken gaat makkelijker en sneller dan ooit. Bin-nenkort worden dus ook boeken overbodig en kan het onderwijsvolstaan met kinderen leren googelen.

TerugVerder

Pessimistisch begin

1 G. Steiner, Dissenters from the Book.

Boston 2001, 6 (ook in vertaling

gepubliceerd als ‘La haine du livre’,

in: Esprit, januari 2005, 6-22: 9.)

7

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 7

Page 8: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

Met de komst van de digitale media is het palet aan media datons ten dienste staat opnieuw uitgebreid. Teksten kunnen nietalleen met de hand, op de schrijfmachine of in druk, maar ookdigitaal worden geschreven en verspreid. Steeds wanneer eennieuw medium zijn intrede doet, luidt dat een periode in vancontemplatie over dat nieuwe medium en hoe het zich verhoudttot de bestaande media. Vanzelfsprekend, want onze maatschap-pij is ondenkbaar zonder media. In het licht van de opkomst vande digitale tekstoverdracht is het misschien geen toeval dat deboekwetenschap zich sinds enkele decennia in zo’n sterk groei-ende belangstelling mag verheugen. TerugVerder

De nieuwe digitale tekstvormen hebben de mens ten langenleste bevrijd van de ketens van het papieren boek. In het wereld-omspannende hypernetwerk van teksten op het internet is ieder-een lezer en schrijver. Als ieder zijn eigen webstek beheert, heb-ben we geen uitgevers meer nodig om te bepalen wat wel en nietmoet worden uitgegeven. De verworvenheden van het WorldWide Web brengen ons de ultieme democratisering van de men-selijke kennis. Alles is altijd voor iedereen en tegen verwaarloos-bare kosten beschikbaar. In hun digitale vorm zijn teksten flexi-bel en op allerlei manieren inzetbaar. Het internet heeft eenrevolutie in de kennisoverdracht ontketend.TerugVerder

Neutraal begin

Optimistisch begin

8

Het OPTE-project stelt zich ten doelde verspreiding van internetserversin kaart te brengen. Deze kaartgeeft een beeld van de verspreidingvan ‘class C networks’ in 2005.

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 8

Page 9: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

Ooit was de computer niet meer dan een rekenmachine en twin-tig jaar geleden nog vooral een hulpje bij het ‘tekst verwerken’ ofvormgeven van drukwerk. Nu heeft hij zijn plaats gevonden ineen wereldomspannend netwerk en is daarmee een volwassencommunicatiemedium geworden waarmee we tekst niet alleenschrijven en vormgeven maar ook verspreiden. Hoe we ook tegende digitale media aankijken, de veranderingen die ze veroorza-ken laten niemand in onze westerse wereld onberoerd. Steedsmeer traditionele boekfuncties verhuizen naar het digitaledomein. Geen wonder dat zo’n verschuiving veel commentaaroproept; geen wonder dat daar veel emotie bij los komt. JanBaetens en Dirk De Geest signaleren in hun bijdrage ‘E-litera-tuur in het Nederlands’ verderop in dit themanummer bijvoor-beeld ook de polarisatie tussen de optimistische en de pessimis-tische visie op de digitale ontwikkelingen. Maar al lijken pessi-misten als George Steiner en Sven Birkerts en optimisten als JayDavid Bolter en Richard A. Lanham2 elkaars tegenpolen, zij heb-ben met elkaar gemeen dat ze de digitale technologie zelfbeschouwen als de cruciale factor die de invloed van de nieuwemedia op onze maatschappij bepaalt. Het verschil is dat de pessi-misten benadrukken wat we bij deze mediarevolutie hebben teverliezen; de optimisten wat we erbij hebben te winnen. De opti-mist gaat uit van de maakbaarheid van technologie en meent datde mens de zaken onder controle heeft, terwijl de pessimist bangis dat de technologie een doos van Pandora is waaruit altijd onbe-doelde en, erger, onbeheersbare eigenschappen ontsnappen.

Van mediarevoluties en technologisch determinisme hebbenwe sinds de publicatie van Eisensteins The printing press as anagent of change in 1979 onze bekomst gehad. Het debat dat bijnadertig jaar geleden door haar boek in gang is gezet, is nog steeds

beginnen bij het begin

2 Zie G. Steiner, Dissenters from the

book; S. Birkerts, The Gutenberg ele-

gies. The fate of reading in an electronic

age. Boston etc. 1994; J.D. Bolter,

Writing space. Computers, hypertext,

and the remediation of print. Mawah

1992 (2nd ed. 2001) en R.A. Lanham,

The electronic word. Democracy, techno-

logy, and the arts. Chicago etc. 1993.

9

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 9

Page 10: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

niet verstomd. Integendeel, de vraagstukken die zij erin aanroer-de blijken nog altijd hoogst actueel, getuige The nature of the bookvan Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ‘DeGutenberg-fallacy. Het herlezen van “The Printing Press as anAgent of Change”’ van Heine Scholtens.3 Ongeacht in hoeverreEisenstein gelijk had met haar stelling dat de boekdrukkunstgeheel autonoom een aantal ingrijpende cultuurhistorischefenomenen heeft veroorzaakt, is haar boek heel nuttig geweest.Het heeft zowel historici als niet-historici de ogen geopend voorde bijzondere rol van het gedrukte boek in het afgelopen halvemillennium – en meer in het algemeen voor de bijzondere rolvan media in onze maatschappij.

De overrompelend snelle opkomst van de nieuwe digitaleverspreidingsvormen van tekst in het afgelopen decennium is deaanleiding om een themanummer van het Jaarboek voorNederlandse boekgeschiedenis te wijden aan de betekenis van dezedigitale ontwikkelingen voor de status van het boek. Daarbijheeft de redactie geen digifoben of digifielen aan het woord gela-ten. Niemand predikt de revolutie; niemand een anti-revolutie.Er is geprobeerd een degelijke, op feiten gebaseerde kijk op deontwikkelingen te presenteren.

Net als iedereen worden ook boekhistorici in hun dagelijksleven geconfronteerd met een grondig gewijzigd mediapalet.Maar behalve een persoonlijke betrokkenheid hebben zij ook eenberoepsmatige belangstelling voor de manier waarop boeken,tijdschriften, kranten en ander drukwerk functioneren. Dusnemen zij met meer dan gemiddelde belangstelling kennis vanhet bericht dat na een eerdere proef daarmee van De tijd inVlaanderen nu de Volkskrant en NRC Handelsblad een e-papiereneditie voor het leesapparaat van iRex Technologies gaan maken.

3 In S. van Rossem, M. De Wilde

(red.), Boekgeschiedenis in het kwad-

raat. Context & casus. Brussel 2006,

21-28.

10

De iLiad van iRex Technologiespast de mede door Philipsontwikkelde e-inkttechnologietoe, die de leesbaarheid van digi-tale tekst dicht in de buurt van dievan inkt op papier brengt.

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 10

Page 11: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

Dus valt het hun op dat boeken steeds vaker in niet-traditionelevormen verschijnen: als luisterboek, in afleveringen ge-sms’t, alspdf-download. Dan rijst al snel de vraag wat dit allemaal bete-kent voor de status van het boek in de samenleving.

Commentatoren die over de nieuwe media schrijven, grijpenvooral terug naar de vergelijking met wat bekend is: het boek. Zogaat dat bij dingen die nieuw en onbekend zijn. Al die vergelij-kingen hebben zeker tot een dieper inzicht in de geschiedenisvan het boek geleid. Niet zozeer dat er zoveel nieuwe boekhisto-rische feiten boven water zijn gekomen, maar door de confronta-tie is wel een beter inzicht verkregen in het wezen van het boekals tekstueel medium. Jürgen Pieters geeft in zijn bijdrage ‘Vaneditiewetenschap naar traditiewetenschap’ een zorgvuldigelezing van Jerome McGanns Radiant textuality uit 2001. Daarinstelt McGann vast dat de digitale technologie ons dwingt na tedenken over wat tekst eigenlijk is. De verdieping van ons inzichtin de tekstcultuur brengt ons ‘dieper in het boek’. Zoals Pietershet formuleert:

[D]e technologische revolutie [vormt] zowel voor de lite-ratuurwetenschap als voor de boekgeschiedenis een cru-ciale stap vooruit die ons ironisch genoeg ook in staatmoet stellen achterom te kijken en beter te begrijpenniet alleen wat teksten zijn en kunnen worden, maarook wat ze al die tijd zijn geweest.

Een dergelijke hernieuwde kennismaking met tekstualiteit kanons, zo suggereert McGann, van allerlei vooroordelen verlossen.Prominent daarbij is bijvoorbeeld de notie die ten grondslag ligtaan de dominante editiepraktijk – ook in Nederland – dat tekst

11

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 11

Page 12: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

de inherente eigenschap heeft om toe te werken naar stolling enfixatie.

De in de vergelijking opgedane inzichten doorbreken ook deschijn van transparantie van het boek als medium. Ieder medi-um kleurt de boodschap. De specifieke eigenschappen van eenmedium stimuleren een bepaald soort gebruik. Zo speelt bij decomputer-als-medium de historische ontwikkeling van de com-puter – van rekentuig via schrijfgereedschap naar digitaal medi-um – een belangrijke rol. De computer biedt een onwaarschijn-lijk aantal functies op tekstueel gebied, van hulp bij het denken,schrijven, redigeren, ontwerpen, opmaken, corrigeren, verme-nigvuldigen, toegang verschaffen, lezen tot archiveren. Maarzoals Els Stronks in haar artikel ‘Het oude boek gaat digitaal’ laatzien, kan in digitale vorm tekst ook nog eens op allerlei manie-ren worden gemanipuleerd, met de computer als werktuig. Met‘simpele’ bewerkingen als het maken van concordanties en hetmeten van woordfrequenties zijn we genoegzaam bekend. Maarbijvoorbeeld het vastleggen van het gebruik van de tekst dooranderen dan de auteur of bewerker (in de vorm van bijvoorbeeldzoekvragen en hun resultaten, of annotaties) is een bijzonderemogelijkheid die nog maar net in ontwikkeling komt:

Idealiter leidt het zoeken van elke gebruiker tot groterinzicht in het materiaal. Zoekresultaten, en conclusies opbasis van die zoekresultaten, zouden aan een digitale edi-tie toegevoegd moeten kunnen worden om weer doorvolgende bezoekers doorzocht en geraadpleegd te kunnenworden, als annotatie, commentaar of als onderdeel vande inleiding. Het toevoegen van informatie door derdenmoet natuurlijk gecontroleerd gebeuren, en daarvoor

12

Het aanmaken van een annotatie ineen digitale editie door middel vande door het Huygens Instituutontwikkelde ‘editiemachine’ EDITOR

(the Edition as a Digital Instrumentfor Text-based Open Research).

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 12

Page 13: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

zijn inmiddels tools in de maak als Editor, een ‘editie-machine’ die door het Huygens Instituut ontwikkeldwordt om digitale edities te annoteren. Aan de editeursde taak om in een digitale omgeving een stapeling enscheiding van verschillende lagen van informatie te cre-eren. Digitale edities van vandaag kunnen morgen aan-gevuld zijn met nieuwe gegevens op basis van bijvoor-beeld bronnenonderzoek of vertaalarbeid. De editeurblijft eigenaar van het eigen werk, maar kan dat – zoalsdat binnen het EPU [Emblem Project Utrecht] gebeurt –ook vrijelijk ter beschikking stellen aan anderen.

In een digitale editie verschuiven onderzoeksmoge-lijkheden van degenen die edities maken naar degenendie edities gebruiken. Daar komt bij dat de onderzoeks-resultaten toegankelijk zijn voor iedereen, en ook doorgrote aantallen gebruikers worden gevonden.

Een dergelijke ‘archeologie’ van het gebruik van de tekst waartoecomputers ons in staat stellen, belooft veel voor nieuwe vormenvan onderzoek.

Zulke extra mogelijkheden moeten dan wel gefaciliteerdworden door degene die het materiaal openbaar maakt: onder-zoeker, uitgever, of welke nieuwe partij ook. Daarvoor zijngoede standaarden voor tekstcodering (markup) en opslag-,bevragings- en transmissieprotocollen van belang. Over denoodzaak en zelfs de keuze van dergelijke standaarden bestaatde laatste tijd een opvallende mate van overeenstemming. Welkan de gedetailleerde technische beschrijving en implementatieervan ons het valse gevoel geven dat we met ons gebruik van ditsoort standaarden als techneuten onze zaakjes beter onder con-

13

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 13

Page 14: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

trole hebben dan in werkelijkheid misschien het geval is. Ookzonder de technologie meteen als een doos van Pandora af teschilderen, doen we er goed aan te beseffen dat wij niet altijdalle gevolgen ervan helemaal kunnen overzien. Iedere technolo-gie kan onvermoede en in ieder geval onbedoelde gevolgen heb-ben. Om maar een klein voorbeeldje aan te halen uit de bijdragevan Baetens en De Geest:

Een van de belangrijkste consequenties van de doorge-dreven digitalisering is (...) dat voor heel wat auteurs detaal waarin zij schrijven, verandert. Auteurs die op hetnet actief zijn, kiezen dikwijls ‘spontaan’ voor het Engels,een evolutie waarvan de impact nu nog niet valt in teschatten. Die keuze voor een internationale taal vergrootimmers het bereik van hun bijdrage aanmerkelijk.

Ook kunnen de bedenkers van een nieuwe mediale technologiewel allerlei gedachten hebben over hoe die moet functioneren,maar uiteindelijk beslissen de gebruikers. Edison had zijn gram-mofoon bedoeld als een dicteermachine voor kantoorgebruik,niet voor het opnemen en afspelen van muziek voor huiselijkamusement. Hypertexttheoretici van het eerste uur (voordat hetWorld Wide Web werd bedacht) hadden zich een voorstellinggemaakt van geavanceerde mogelijkheden van tweerichtings-verkeer, coöperatie en hergebruik waar in de praktijk nauwelijksiets van terecht is gekomen. En zoals Baetens en De Geest con-stateren, maken literaire schrijvers nog steeds nauwelijks ge-bruik van hypertext. Hoeveel hypertext-romans zijn er geschre-ven sinds die ‘granddaddy of hypertext fictions’, Afternoon. A storyvan Michael Joyce uit 1990?

14

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 14

Page 15: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

Natuurlijk is het digitale medium nog in volle ontwikkeling.Afgezien van het feit dat we misschien eigenschappen nog niethebben herkend, of dat ze anders blijken uit te pakken dan voor-zien, kunnen we ook nog allerhande nieuwe mogelijkheden be-wust toevoegen. Het gebruik van de digitale mogelijkhedenstaat nog maar in de kinderschoenen. En dat is een extra redenom ons te verdiepen in wat het digitale medium is en doet. Wehebben zelf veel in de melk te brokken als het om de toekomsti-ge ontwikkelingen gaat.

Nu we weer een revolutie verder zijn, geven we ons meer danooit rekenschap van het feit dat de dominantie van ieder medi-um maar tijdelijk is. Maar is er eigenlijk wel sprake van revolu-tie? Baetens en De Geest vinden van niet:

Steeds meer onderzoekers beklemtonen dat digitalise-ring niet beschouwd moet worden als een volstrektunieke en radicale revolutie, maar in feite één van devele schakels vormt in een complex proces van perma-nente vernieuwing en verandering, dat in feite zo oud isals het boek zelf.

Misschien dat de gevolgen ingrijpend genoeg zijn om het predi-kaat ‘revolutionair’ te verdienen, maar de veranderingen zelfworden toch vooral gekenmerkt door geleidelijkheid. Dat is na-tuurlijk niet toevallig; continuïteit ligt in de aard van mens enmaatschappij. Ook het doel blijft hetzelfde: communicatie enuitwisseling van kennis en ideeën. Uiteraard zijn er wel verschil-len, die zich, zoals Frank Huysmans in zijn bijdrage over ‘Deopenbare bibliotheek in Nederland en de veranderende leescul-tuur sinds 1975’ schrijft, geleidelijk uitkristalliseren:

15

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 15

Page 16: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

De mediageschiedenis heeft laten zien dat bij deopkomst van een krachtig nieuw medium de reedsbestaande media niet verdwijnen. Hooguit specialiserenmedia zich ten opzichte van het nieuwe medium in dat-gene waarin ze goed zijn: die functie of functies waar-mee ze het nieuwe medium kunnen ‘verslaan’. Hetboek, dat een informerende en een amuserende functievervult, heeft sinds het begin van de twintigste eeuwconcurrentie gekregen van achtereenvolgens de film,radio en audio, televisie en video/dvd en in recente jarende personal computer met internetverbinding.

Zoals we hebben gezien ging een belangrijke vraag in het boek-historische debat over het al dan niet vermeende causale verbandtussen technologische en sociale verandering. Bij de digitalemedia is deze vraag onverminderd actueel. De casus van de bij-drage van Jan Hendrik Bakker vormt daarvan een goede illustra-tie. In ‘Hoe taai is Gutenbergs nakomertje’ beschrijft hij hoe hetdagblad in zijn presentatie van het nieuws lijkt op een collage.Die nevenschikking, waarin ieder zijn eigen weg kan vinden,kijkt vooruit naar het zappen op de televisie en het surfen op hetWorld Wide Web. Maar is dit nu vooreerst een mediatechnologi-sche of een maatschappelijke ontwikkeling, die bijvoorbeeldsamenging met massale geletterdheid? Voldeed het mediummet zijn collage-achtige presentatievorm aan een kennelijkbestaande behoefte van de consument, of was het het mediumdat ervoor zorgde dat hij zappend gedrag ging vertonen?

Het kan eigenlijk niet anders dan tweerichtingsverkeer vantechnologische en sociale veranderingen zijn: tendensen dieelkaar versterken. Natuurlijk was de krant ‘het kind van een tijd-

16

De computer als rekenma-chine: de Electronic NumericalIntegrator And Computer, ofENIAC (1946), wordt beschouwdals de eerste elektronische, dig-itale, programmeerbare com-puter. Foto: John W. MauchlyPapers, Rare Book &Manuscript Library, Universityof Pennsylvania.

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 16

Page 17: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

perk’ – namelijk dat waarin massale geletterdheid ontstond, enwaar de krant het symbool van was. Maar net zo goed heeft hetformat van de krant dat tijdperk mede vorm gegeven. Hoe hetook zij, als de krant al aan de wieg stond van het idee van het‘zappende’ lezen, is zij vervolgens in ieder geval onttroond doorandere media die zich nog beter voor het zappen leenden: deradio, de televisie en, in ultima forma, het World Wide Web.

Het is niet alleen de verbeterde zap-technologie van anderemedia waar de oplagen van de dagbladen onder lijden. Ook hunsnelheid speelt zeker een rol: radio en televisie, maar vooral hetinternet, zijn wendbaarder en kunnen hun nieuws vaker verver-sen. Belangrijker nog is de vraag of de krant niet gewoon te ste-vig geworteld is in een schriftcultuur die steeds minder vanzelfspreekt. De enige multimedialiteit die de papieren krant kan ver-tonen is die van stilstaand beeld naast tekst. Vergelijk dat met derijkdom aan bewegend beeld en geluid van het World Wide Web.De uitbreiding van de krant met een aanwezigheid op het Weben andere multimediale activiteiten groeit dan ook razendsnelen is van levensbelang voor zijn voortbestaan.

Een van de meest genoemde eigenschappen van het digitalemedium is de vanzelfsprekende convergentie van alle medialemodaliteiten: geschreven woorden, gesproken woorden, muziek,stilstaand en bewegend beeld. Spelletjes, e-mail, video, foto’s,muziek en tekstbestanden worden door elkaar heen in één endezelfde virtuele mediaruimte geconsumeerd. Alleen al zo spre-ken over convergentie van modaliteiten en media, geeft aan datschrijver dezes van een generatie is die nog gewend is tussen dezecategorieën een betekenisvol onderscheid te maken. Veel van dezaken die dit themanummer aan de orde stelt, zullen voor onzekinderen al nauwelijks meer ter zake doen. Voor de jeugd van

17

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 17

Page 18: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

vandaag is de mix aan media en modaliteiten zo vanzelfsprekenddat ze er praktisch geen onderscheid tussen maken. Ook de dis-continuïteit, multilineariteit en zapmogelijkheden die de hyper-links van het World Wide Web hun bieden, zijn voor hen geenvoorwerp van aandacht.

De vanzelfsprekendheid van de multimedialiteit voor jonge-ren heeft in betrekkelijk korte tijd geleid tot een gapend gat tus-sen twee generaties in de manieren waarop zij kennis opnemenen verwerken. Kinderen blijken bijvoorbeeld al zappend de ver-haallijn van een aantal televisieprogramma’s tegelijk bij te kun-nen houden – en nog te kunnen reproduceren ook. Wat wil je,vrijwel het hele sociale leven van onze tieners is aan het virtuali-seren. Ouders zijn bezorgd over het feit dat kinderen steeds min-der bij elkaar op bezoek lijken te gaan. In plaats daarvan chattenze. Kinderen zijn daar in het geheel niet bezorgd over, want zijweten niet beter. Het is natuurlijk de vraag of ze later in hunleven van gewoonte zullen veranderen of dat dit mediagedraghet weefsel van onze samenleving inderdaad onontkoombaar enonomkeerbaar zal bepalen. Als Amerika ook in dit opzicht onsvoorland is, ligt het tweede meer voor de hand, getuige Robert D.Putnams spraakmakende sociologische studie Bowling alone. Thecollapse and revival of American community (2000).

In deze omstandigheden is het niet verrassend dat hetschoolboek in een crisis is geraakt. De vraag uit de titel van debijdrage van Jaap van Loon en Geeske Steeneken, ‘Wat moet deinternetgeneratie met een schoolboek?’ is geen retorische vraagwaarop iedereen het antwoord wel weet. Integendeel, er is nie-mand die het antwoord weet. Het mediagedrag van de leerlingvan nu, door Wim Veen in zijn oratie, Flexibel onderwijs voor nieu-we generaties studerenden (Delft 2000), gekarakteriseerd als homo

18

Nederlanders besteden gemiddeld2 uur per week aan e-mailen, chat-ten, telebankieren, online shoppenen dergelijke activiteiten.

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 18

Page 19: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

zappiens, kenmerkt zich door multimedialiteit; multi-tasking;verwerking van discontinue informatiestromen; iconische (integenstelling tot talige) beeldverwerking; non-lineariteit (tenkoste van narrativiteit en betoog); de behoefte aan veel kleinebeetjes informatie (‘hapklare brokken’); en de noodzaak vaninstant payoff (in tegenstelling tot het geduld dat nodig is voor deuitgestelde behoeftebevrediging). Geconfronteerd met dezenieuwe leerlingen, houden Van Loon en Steeneken als uitgeversvan schoolboeken een pleidooi voor de noodzaak van ontwikke-ling van beter op hun behoeften toegesneden manieren om ken-nis over te dragen. Dat het boek zijn langste tijd zou hebbengehad is daarmee nog geen uitgemaakte zaak. De technologievan de gebruikte leermiddelen vormt immers niet de enigevariabele:

Hoewel we herhalen dat de nieuwe elektronische tech-nologieën een enorme potentie hebben en een ongeken-de invloed zullen uitoefenen op het onderwijs, gaat hetniet om technologie. Het gaat om wat wij weten vanleren en educatie. In dat opzicht is het relevant teabstraheren van de technologie als zodanig en meeraandacht te geven aan de psychologie van het mechanis-me dat interactieve en communicatieve ‘leervormen’ zoaantrekkelijk maakt. De uitkomsten van deze analysezullen we moeten toepassen bij het ontwerp voor hetonderwijs van de toekomst en dus ook bij de leermidde-len van de toekomst. Een gedegen wetenschappelijkonderzoek kan belangrijke inzichten verschaffen in hoehet onderwijs meer op de leerling gericht kan wordengeorganiseerd en motiverender kan worden.

19

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 19

Page 20: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

Bij dat onderzoek moeten geen media op voorhand worden uit-gesloten. Ook bijvoorbeeld games moeten volgens Van Loon enSteeneken serieus genomen worden als een potentiële inspiratieom onderwijs efficiënter te maken – wat aansluit bij de doorBaetens en De Geest geciteerde wetenschappelijke pleidooienvoor een bredere belangstelling voor games als een alternatievemanier om verhalen te vertellen. (Al moeten we ons wel hoedendat de verwachtingen niet te hoog gespannen zijn: het transpo-neren van spelprincipes als narrativiteit, niveaus en probleem-oplossing is één ding. De ontwikkelkosten van, vooral grafische,speltechnologieën zouden toepassing daarvan in het onderwijsuitermate kostbaar maken.)

Maar niet minder interessant zal het zijn te onderzoeken watjuist het boek in het onderwijs te bieden heeft. Wat zijn de ster-ke eigenschappen van het boek precies – juist in vergelijking metde digitale media die het naar de kroon steken? Moet het boek(het lezen vanaf een gedrukte pagina) een belangrijke plaats blij-ven innemen in ons onderwijs, of kunnen de digitale media detraditionele rol van het boek beter overnemen? Moet trouwenslezen een belangrijke plaats blijven innemen? En zo ja, wat voorsoort lezen? Puur technisch gesproken wordt er nog steeds veelgelezen. Het door Huysmans geciteerde tijdsbestedingsonder-zoek uit 2005 wijst uit dat Nederlanders alleen in hun vrije tijd algemiddeld 2 uur per week besteden aan e-mailen, chatten, tele-bankieren, online shoppen en soortgelijke activiteiten. Ook bijveel spelletjes speelt lezen trouwens een grote rol. Maar literairlezen is natuurlijk wel wat anders, en zoals Baetens en De Geestschrijven, voelt de literatuur zich in het nieuwe medium (nog?)niet bijzonder thuis.

Wij zijn er altijd stilzwijgend vanuit gegaan dat het boek

20

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 20

Page 21: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

allerlei voor onze maatschappij essentiële waarden vertegen-woordigt. Die waarden expliciet benoemen is niet eenvoudig,maar het betogende karakter ervan (vooral in contrast met dezap-eigenschappen van andere media); de narrativiteit; de ervoorbenodigde concentratie en geduld; de solitaire contemplatie diehet bevordert en de pure taligheid van tekst horen er waar-schijnlijk bij. Het in 2004 verschenen rapport Gifts of the muse. ref-raming the debate about the benefits of the arts van de randCorporation4 probeert in ieder geval voor het literaire boek ietsvan die verborgen waarden in beeld te brengen. Het rapport sug-gereert bijvoorbeeld dat literatuur een empathische ervaringbiedt die complexer is dan die in spelletjes. Deze ‘expanded capa-city for empathy’ van literatuur wordt in het rapport omschre-ven met een citaat uit A scream goes through the house. What litera-ture teaches us about life, van Arnold Weinstein:

There is a startling economy at work here, a two-waystreet, inasmuch as the books we read flow inward intous, add to our stock, enrich our perceptions, stir ourinmost feelings; yet art and literature also, quite wonder-fully, draw us out, hook us up (imaginatively, emotional-ly, neurally) into other circuits, other lives, other times.5

Ook bijvoorbeeld de filosoof Martha Nussbaum wordt geciteerdals vertegenwoordiger van een groeiend aantal denkers datschrijft over de complexe aard van de reactie op kunst. ‘Becauseliterature actively involves us in the inner lives of characters thatmust make judgments in the face of complex circumstances anddaunting uncertainties, we come to appreciate the differencebetween judging poorly and judging well’ schrijft het rapport.6

4 De rand Corporation, gevestigdin Santa Monica, California, is ‘anonprofit research organizationproviding objective analysis and

effective solutions that address thechallenges facing the public and

private sectors around the world’.Gifts of the muse is in pdf-formaat op

te halen vanwww.rand.org/pubs/mono-

graphs/MG218.

5 New York 2003, xxvii; geciteerd inGifts of the muse, 47-48.

6 Gifts of the Muse, 49.

21

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 21

Page 22: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

Het klinkt mooi, maar is het inderdaad zo dat boeken, of inieder geval literatuur, dit soort waarden overbrengen? Kun je dateigenlijk wel meten? Toch moeten – als dit waarden zijn die weinderdaad niet willen kwijtraken – dit soort aspecten van onzeboekcultuur op enigerlei wijze worden geëvalueerd en verdis-conteerd in het onderzoek waar Van Loon en Steeneken om vra-gen. Kunnen de nieuwe media dergelijke verworvenheden vande boekcultuur voor ons behouden en zo ja, hoe doen zij dat?Ook in en rond het onderzoek naar hersenen en leren dat nuwetenschappelijk en politiek hoog op de agenda staat,7 moet ditsoort vragen gesteld worden.

Wat ook het resultaat van dergelijke onderzoeken zal zijn, de‘democratisering’ van het mediagebruik is inmiddels een nieuwesociale realiteit. Tot nog toe heeft ieder nieuw medium een weerhogere participatiegraad onder de potentiële gebruikers weten tebewerkstelligen. Voor de digitale media geldt dat misschien quaconsumptie nog niet helemaal (hoewel de penetratiegraad vanbreedbandinternet in Nederland inmiddels al tot circa 75% isgestegen, wat de totale internettoegang op ruim 85% brengt),8

maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de mate waar-in actief gebruik wordt gemaakt van productie- en distributie-mogelijkheden als websites, blogs, forumdiscussies en dergelij-ke. Deze mediale democratisering heeft allerlei, zij het misschiennu nog niet in volle reikwijdte herkenbare, gevolgen.

Wat dat betreft is het instructief om wat nu gebeurt met hetinternet te vergelijken met de democratisering van de leescul-tuur in de negentiende eeuw. Niet iedereen was er evenzeer meeingenomen toen na de verheffing van het volk bleek dat de geestuit de fles was en er niets anders opzat dan het volk kiesrecht teverlenen. Het geëmancipeerde mediagebruik van de mondige

7 Zie bijvoorbeeldwww.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOP_6CHFLF op de website vannwo.

8 PricewaterhouseCoopers,Entertainment & media outlook towards2010. Amsterdam 2006, 77-84; op tehalen van www.pwc.com/outlook/.

22

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 22

Page 23: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

burger van nu – en a fortiori dat van de mondige jeugdige bur-ger – laat zich evenmin terug stoppen in de fles. Het maakt kortemetten met allerlei vormen van hiërarchie, en niet alleen in hetonderwijs. Het zogenaamde ‘Web 2.0’ vormt daarvan een goedeillustratie. In Web 2.0 toepassingen kantelt de verhouding tussende aanbieder en de gebruiker van een hiërarchisch-verticale naareen egalitair-horizontale. Het weekblad Time karakteriseerdedeze ontwikkeling fraai door in 2006 als Person of the year uit teroepen: You.9

Wat deze ontwikkeling voor bijvoorbeeld bibliotheken bete-kent, is verre van duidelijk. Wel is duidelijk dat er naast de tradi-tionele hiërarchische bibliografische ordening van bibliothekenbijvoorbeeld al een parallel universum is ontstaan van ‘democra-tische’ toegang tot informatie. Daarin wordt informatie ‘rauw’aangeboden, ongefilterd, zonder redactionele of inhoudelijkebegeleiding. Filteren wordt een steeds problematischer concept.Enerzijds wil de gebruiker op informatie kunnen vertrouwen;anderzijds wil hij op geen enkele wijze bevoogd worden. Dezeambivalentie beïnvloedt de hele houding van de bibliotheekjegens haar gebruikers. Ergens tussen een ongeremd ‘u vraagt,wij draaien’ en een vorm van traditionele zorg voor kwaliteitmoet de bibliotheek een strategie vinden om de gebruiker nietvan zich te vervreemden en haar voortbestaan te rechtvaardigen.

Verbreding van het dienstenpakket, met name in digitalerichting, rapporteert Huysmans, moet een tegenwicht biedenvoor het teruglopende aantal uitleningen. Met de vragendienstAl@din, een virtuele mediatheek, analoge en digitale muziekuit-leen en vele andere initiatieven is de openbare bibliotheek ‘bezigmet het opzetten van digitale activiteiten om aan de veranderen-de mediavoorkeuren van met name de jongeren tegemoet te

9 Zie www.time.com/time/magazine/article/0,9171,

1569514,00.htm. De korte video ‘Themachine is us/ing us’ van M.

Wesch, een culureel antropoloogverbonden aan Kansas State

University (www.youtube.com/watch?v=NLlGopyXT_g) verbeeldt

Web 2.0 op aansprekende wijze.

23

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 23

Page 24: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

komen’. Huysmans ziet het aantal boekenplanken afnemen tenfaveure van databanken. Maar:

De digitalisering in en buiten de openbare bibliotheekmoet (...) zeker niet worden gezien als een bedreigingvan haar kerntaak: het collectioneren, catalogiseren enbeschikbaar maken van boeken. Digitale content zalniet in de plaats komen van de papieren collectie, het zaler vooral een aanvulling op zijn. Wel zal in de komendedecennia de nadruk sterker komen te liggen op de ver-werving van digitale informatie en cultuur voor debibliotheekcollectie.

Misschien door het ontbreken van een meer algemeen-socialefunctie lijkt digitalisering voor de wetenschappelijke bibliothe-ken potentiëel bedreigender. In het gesprek dat Jaarboekredac-teuren Berry Dongelmans, Gerda Huisman en Ad Leerintveldhadden met beheerders en gebruikers van diverse vormen vanbijzondere collecties op boekgebied blijkt dat de digitaliserings-activiteit hoog is – paradoxaal genoeg meteen de oorzaak van eenprobleem:

Bibliotheken zijn bezig zich, zeker voor wat hun oudetaken betreft, als een ouroboros in de eigen staart te bij-ten en zichzelf langzaam maar zeker op te eten. Zemaken zich op een dubbele manier overbodig doordatze hun informatie via het internet verspreiden metgebruikmaking van gelden die aan de collectievormingmoeten worden onttrokken.

24

In het laatste nummer van 2006riep het weekblad Time de lezer uittot ‘person of the year’, daarmee deontwikkeling van ‘Web 2.0’ sym-boliserend.

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 24

Page 25: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

Hoe doelstellingen, selectie en methoden van digitalisering zichmoeten verhouden tot traditionele taken als collectionering,conservering en ontsluiting roept een scala van vragen op over detoekomst van het boek als drager van cultuur en als fysiek objectin een bibliotheekomgeving. Ontsluiting is een bibliotheektaakvan alle tijden, maar bij digitale ontsluiting speelt de wetmatig-heid dat wat mogelijk is vanuit gebruikersperspectief ook meteenals gewenst, zo niet zelfs als minimaal vereist wordt ervaren eengrote rol. Iedere handreiking aan de digitale gebruiker (meestalde gebruiker op afstand) roept steevast gretigheid op en de vraagnaar meer. Duidelijk is dat als de bijzondere collecties zich in hetdigitale geweld staande weten te houden, hun taken in iedergeval mee zullen moeten evolueren.

Dat de digitale ontsluiting met name op het gebied van hetonderzoek bijzondere eisen stelt maakt Jacobijn Kiel duidelijk inhaar bijdrage ‘Van perkament tot portal’. Het project ‘FromParchment to Portal’, dat moet voorzien in een centrale catalo-gus van in Nederlandse collecties aanwezige middeleeuwsehandschriften, biedt ook allerlei andere toegangsmogelijkheden,zoals die tot digitale facsimiles en transcripties. Met het bijeen-brengen van alle bestaande digitale toegangsmogelijkheden totafzonderlijke handschriften komt paradoxaal juist scherper naarvoren waar dergelijke toegang ontbreekt. From Parchment toPortal illustreert zo goed de wetmatigheid dat wat mogelijk isook meteen als gewenst wordt beschouwd. Loont het de moeite‘alle Nederlandse handschriften volledig te digitaliseren’, vraagtKiel zich af. Het is een arbeidsintensief proces, maar wel, zoals zeschrijft, zeer nuttig uit oogpunt van conservering en ontslui-ting. Minstens even belangrijk is dat digitale publicatie van deteksten, in de vorm van plaatjes (de zogenaamde ‘digitale surro-

25

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 25

Page 26: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

gaten’) en in de vorm van transcripties, geheel nieuw onderzoekmogelijk maakt, zoals naar parallellen tussen handschriften opgrond van bijvoorbeeld schrift of lay-out.

Ook wetenschappelijke uitgevers ervaren de ingrijpendegevolgen van digitalisering. In eerste instantie lijkt het pro-bleem in hun geval minder dan bij bibliotheken in de identi-teitssfeer te liggen. Hun taak (de verspreiding van wetenschap-pelijke kennis) en doel (daaraan geld verdienen) blijven onveran-derd. Waar zij mee worden geconfronteerd is de vraag welke ver-dienmodellen mogelijk zijn in die steeds vlakkere, democrati-sche mediawereld waarin de gebruiker steeds makkelijker toe-gang krijgt tot steeds meer informatie, en waarvan het grootstedeel ook nog eens ‘gratis’ is. In de wetenschappelijke wereldwordt de verwachting dat voor informatie niet betaald hoeft teworden nog versterkt doordat de opvatting steeds breder ingangvindt dat wetenschappelijke informatie het eigendom van dewetenschap en samenleving moet blijven en vrij toegankelijkmoet worden gesteld. ‘Er gaan steeds meer stemmen op dieervoor pleiten het beschikbaar stellen van wetenschappelijkeinformatie als een not-for-profit business te beschouwen,’ zoschrijft Saskia de Vries in haar bijdrage ‘De toekomst van demonografie in een digitaal tijdperk’. Uit deze opvatting is de‘Open Access’-beweging ontstaan. Het initiatief ervoor lag in hetwetenschappelijke veld, maar het principe kan op groeiendesteun rekenen, ook van financiers van onderzoek. Ook bij de euwordt nagedacht over de mogelijkheid met overheidssteun totstand gekomen onderzoeksresultaten na een korte periode vanbijvoorbeeld zes maanden voor commerciële exploitatie ver-plicht in een Open Access-repository op te laten nemen.

Net als bij bibliotheken is hier sprake van de paradox dat het

26

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 26

Page 27: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

juist de digitaliseringsactiviteiten zijn die de bestaande verdien-modellen van uitgevers van wetenschappelijke informatieondergraven. Zonder digitale vormen van wetenschappelijkeinformatie had het idee dat die informatie gratis ter beschikkingzou moeten worden gesteld nooit post kunnen vatten. Iedereenbegrijpt dat het maken van een fysieke papieren uitgave geldkost. De vermenigvuldiging van een digitaal bestand daarente-gen kost op zich geen geld, en schaarste speelt ook geen rol, wanthet aantal keren dat een bestand kan worden vermenigvuldigd iseindeloos. Die beeldvorming, niet alleen onder het grote publiek,maar ook onder wetenschappers, gaat natuurlijk voorbij aan deonzichtbare investeringen die in het uitgeefproces wordengedaan. Maar zo hebben de nieuwe digitale mogelijkheden de rolvan de uitgever wel zwaar onder druk gezet.

Terwijl wetenschappelijke tijdschriften in snel tempo digita-liseren, is dat bij monografieën nog niet het geval. Toch is ergenoeg reden tot zorg over hun voortbestaan. Zoals De Vriesschrijft, vindt al sinds het midden van de jaren ’70 een duidelijkeverschuiving van boek naar tijdschrift plaats. De oorzaak daar-van is complex en ligt zowel bij de wetenschap zelf (de toene-mende specialisatie van vakgebieden en dus individuele auteurs,en de snelheid waarmee de ontwikkelingen elkaar opvolgen) alsbij de uitgevers (voor wie tijdschriften lucratiever bleken).Bibliotheken zagen een steeds groter deel van hun budget opge-slorpt worden door tijdschriften en hielden dus minder geldover voor de aanschaf van monografieën. Het gevolg was eenterugloop in aantallen titels, maar ook in oplagen per titel.

Voor conventionele monografieën lijkt digitalisering geensoelaas te bieden:

27

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 27

Page 28: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

Boeken kenmerken zich door hun omvang en lineairekarakter, ze hebben een verhalende opzet of bevatteneen uitvoerige argumentatie, waardoor lezers er langeretijd mee bezig zijn en er andere eisen aan stellen.

Dat wil niet zeggen dat monografieën helemaal niet gedigitali-seerd worden. De Vries noemt een aantal interessante pogingenom tot geheel nieuwe vormen te komen. Zeker de belangrijksteontwikkeling is de retro-digitalisatie van bestaande wetenschap-pelijke boeken door Google en andere partijen. Onder invloedvan Google Scholar is te verwachten dat een boek primair in digi-tale vorm wordt uitgegeven, om desgewenst op uitdrukkelijkverzoek te worden afgedrukt – het zogenoemde Printing onDemand.

Digitalisering is de meest recente uiting van de enorme inventi-viteit waarmee de mens steeds weer nieuwe manieren bedenktom zijn kennis tekstueel vast te leggen en te verspreiden. In digi-tale vorm vinden teksten hun plaats te midden van alle anderegedigitaliseerde mediale modaliteiten: gesproken woord,muziek, bewegend beeld. Maar zelfs – of misschien juist – in dezeconvergerende wereld van het internet is er een goede reden omniet alle modaliteiten over één kam te scheren. Voor lezen enschrijven gebruiken we weliswaar net als om een film te bekij-ken onze ogen, maar de hersenactiviteiten die ermee gepaardgaan zijn van een geheel andere orde. Hoewel naar de vormnatuurlijk niet anders dan kleine beeldjes, zijn letters in werke-lijkheid in hoge mate abstracte symbolen. Het lezen van lettersvergt daarom een ingewikkeld neurologisch proces van coderenen decoderen waarbij het brein zich voortdurend moet inspan-

28

not found

De Océ VarioPrint 6250 is eenvan de modernste print-on-demandmachines. Door beidezijden van het papier gelijkti-jdig te bedrukken kan een boekvan 250 bladzijden binnen eenminuut geprint worden.

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 28

Page 29: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

nen voor het afwikkelen van de interactie tussen de linker- enrechterhersenhelft. Dat heeft weinig uitstaand met het waarne-men van gewone beelden.

Gezien de neurologische inspanning die lezen en schrijvenons kost, is het opmerkelijk hoe taai het schrift is gebleken. Het iseigenlijk verrassend hoe prominent de tekstoverdracht nogsteeds in ons leven is. Vanaf de uitvinding van het schrift in hetvijfde millennium voor Christus is onze Westerse cultuur gaan-deweg steeds meer een tekstcultuur geworden, met Gutenbergsuitvinding van het drukken met losse loden letters als de belang-rijkste katalysator. In combinatie met beeld vormt het schrift debasis van een continue boektraditie die handschrift, boekdruk endigitale tekstoverdracht in onze cultuur verbindt. Op die manierbezien, is de geschiedenis van het boek de geschiedenis van deproductie, distributie en consumptie van tekst en beeld in hand-schriftelijke, gedrukte en digitale vorm. Boekgeschiedenis is dande geschiedenis van de interactie tussen vorm en inhoud van hetboek en de betekenis van die interactie voor onze cultuur.

In zijn bijdrage ‘Het boek tussen de media: Over kader engrondslagen van boekhistorisch onderzoek’ pleit Wim Heijtingvoor een andere zienswijze. Het woord ‘boek’ in boekgeschiede-nis moet in zijn optiek beperkt blijven tot het gedrukte boek,want het handschriftelijke en digitale boek zijn andere media.Het is weliswaar belangrijk het gedrukte boek in een brederecontext te beschouwen, dat wil zeggen als één van de media,maar de boekgeschiedenis heeft betrekking op één medium. Bijboekhistorisch onderzoek kunnen andere media soms wel eenrol spelen, bijvoorbeeld om verbanden te leggen of om een con-text aan te geven, maar toch is het ‘monomediaal onderzoek’.

29

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 29

Page 30: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

Het boek in benbvWord lid! Jaarboek Activiteiten Discussielijst

>

Heijting levert met zijn artikel een belangrijke bijdrage aan detheorievorming over de boekgeschiedenis als discipline. Maarzoals hij schrijft, moet ‘het eigenlijke debat... over kader en grond-slagen van boekhistorisch onderzoek’ nog gevoerd worden.

Dat handschrift, druk en digitale tekst ieder hun eigen-schappen hebben, met alle gevolgen van dien voor de aard eninhoud van de boodschap, staat vast. Maar net als het gedrukteboek taken overnam van het handschrift, neemt het digitalemedium taken over van het gedrukte boek. Daarmee ligt in iedergeval een groot deel van de toekomst van het boek op het digita-le vlak. Net zoals de continuïteit tussen handschrift en boek eenbelangrijk boekhistorisch onderzoeksterrein is, zal dat niet min-der gelden voor de continuïteit tussen boek en digitale tekst-overdracht.

Een van de belangrijke vraagstukken in het door Heijtingbepleite debat zal dus moeten zijn wat zwaarder moet wegen: denadruk op continuïteit, waarbij, zoals hij terecht signaleert, hetgevaar van competentieproblemen op de loer ligt, of de nadrukop afbakening, met het gevaar van verlies van overzicht dat juistbestudering van de breukvlakken oplevert.

In zijn redactionele bijdrage ‘Introducing issues in digitalhumanities’ in het zojuist verschenen eerste nummer van hetnieuwe on-line tijdschrift Digital Humanities Quarterly10 geeftJoseph Raben voorbeelden van ‘issues’ waarover hij hoopt datmensen in het nieuwe op de digitale media gerichte blad zullenwillen schrijven. In zijn lijstje staat niet alleen de prangendevraag ‘Will digital libraries make today’s libraries obsolete?’ waarhet artikel van Dongelmans, Huisman en Leerintveld in ditJaarboek al een antwoord op probeert te formuleren, maar ook:‘Can we learn anything about today’s resistance to new techno-

10 Spring 2007, zie www.digitalhu-manities.org/dhq.

30

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 30

Page 31: 0102&&3456$4&-Cornelis van Alkemadestraat 37 1065 AB Amsterdam e-mail: e.meyer@th.vu.nl Vormgeving: Martien Frijns ... van Adrian Johns uit 1998 en het onlangs gepubliceerde ÔDe ...

eweging: De boekcultuur in een digitaliserende wereld

Organisatie Contact International visitors Boekenlinks

jaarboek voor nederlandse boekgeschiedenis 14 (2007)

logies from studying the reactions in the Renaissance to theintroduction of printing?’11

Daarmee onderstreept Raben eens te meer het grote belangvan onderzoek naar de mediale breukvlakken. Juist op de kantel-punten, van orale kennisoverdracht naar handschrift, van hand-schrift naar druk, en nu van druk naar digitaal, bieden zich degelegenheden aan om diepere inzichten op te doen in de beteke-nis van media voor onze cultuur. Met hoeveel opschudding – jazelfs ontreddering – de onstuitbare mediale veranderingen vanvandaag ook gepaard gaan, we mogen ons gelukkig prijzen datwij ze als boekhistorici mogen meemaken. Dat wij ons daardoorniet alleen hoeven te laten verontrusten, maar ook kunnen lateninspireren, daarvan getuigen de bijdragen aan dit themanum-mer van het Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis.

11 In ‘Bibliography for the newmedia’ (Quaerendo 35, 1-2 (2005), 96-

108) noem ik enkele andere voor-beelden van wetenschappers die

zich vanuit hun onderzoeksbelang-stelling voor digitale media tot de

boekwetenschap richten.

31

bw.nbv 2007.def 01-06-2007 13:38 Pagina 31