0( 1%2345352,( - rotterdam.nl · Tijdens de verdiepende les B wordt via een stellingenspel verder...

20
Lespakket voor groep 5 & 6 | Handleiding Schoon genoeg van zwerfafval?

Transcript of 0( 1%2345352,( - rotterdam.nl · Tijdens de verdiepende les B wordt via een stellingenspel verder...

Lespakket voor groep 5 & 6 | Handleiding

Schoongenoegvan zwerfafval?

2

Inhoudsopgave Inleiding 3

1. Doel 4

2. Doelgroep 4

3. Relatieschema 5

4. Opbouw van de lescyclus 6

Lesbrief 1 Rommel in Rotjeknor 7

Lesbrief 2 School Schouw 9

Lesbrief 3 Schoon Genoeg? 11

Lesbrief A ‘Waar moet het naartoe?’ 13

Lesbrief B ‘Het Stellingen Spel’ 14

5. Materialenlijst 16

6. Tips & Links 16

7. Bijlage 1 Praatplaat (afval)situaties 18

Bijlage 2 Uitleg puntentelling School Schouw 20

3

Inleiding Een schone stad is een fijne stad om in te wonen, werken en spelen. Honderden reinigingsmedewerkers van de gemeente Rotterdam zetten zich daar dagelijks voor in en ruimen jaarlijks 13.000 ton afval in de stad op. Dat is behoorlijk veel en levert ook een enorme kostenpost op. Belangrijk dus, dat naast de gemeente ook Rotterdammers bijdragen om hun stad schoon te houden! Het Rotterdamse offensief tegen zwerfafval richt zich daarom op het betrekken van Rotterdammers bij het schoonhouden van hun stad, onder andere door het belonen van goed gedrag, voorlichting en educatie. Het lespakket ‘Schoon Genoeg van Zwerfafval?’ is ontwikkeld in samenwerking met Stadsbeheer Schone Stad en Natuur- & Milieueducatie als onderdeel van het Rotterdamse offensief tegen zwerfafval. Het lespakket is bedoeld voor leerlingen van groep 5 & 6 van het basisonderwijs in Rotterdam en helpt leerlingen zich bewust te worden van de oorzaken en gevolgen van zwerfafval in de stad. Het lespakket sluit aan op het eigen handelen van de leerlingen en draagt bij aan de waarden- en meningsvorming van de leerling; vindt uw groep de stad schoon genoeg…of hebben ze schoon genoeg van zwerfafval? Ter ondersteuning van het lespakket krijgt u een aantal materialen van de gemeente. Zie hiervoor de materialenlijst op pagina 16. Het digitale materiaal kunt u vinden op www.rotterdam.nl/downloadslesmateriaal. Veel plezier met het lespakket!

Colofon: Dit lespakket is ontwikkeld door Stadsbeer Schone Stad, gemeente Rotterdam. Onderdelen van dit lespakket zijn geïnspireerd op, of overgenomen uit, het lespakket ‘Doe ff gewoon, houd je buurt schoon’ van Utrecht Natuurlijk. Illustraties door Studio Westkaap, Rotterdam © Gemeente Rotterdam, 2017 Illustraties, onderdelen en opdrachten uit dit lespakket mogen zonder schriftelijke toestemming van de gemeente Rotterdam niet worden overgenomen, gekopieerd, gebruikt, doorverkocht of aangepast door derden.

4

1. Doel Na het doorlopen van dit lespakket hebben de leerlingen een aantal doelstellingen op het gebied van kennis, houding en vaardigheden rondom het thema ‘afval’ bereikt:

• Kennis: o De leerlingen kunnen benoemen wat zwerfafval is o De leerlingen kunnen een beschrijving geven van oorzaken en gevolgen van zwerfafval op

straat o De leerlingen kunnen ten minste drie soorten natuurlijk afval en drie soorten menselijk

afval benoemen en het verschil tussen menselijk en natuurlijk afval uitleggen • Vaardigheden:

o De leerlingen kunnen omschrijven wat een ‘schouw’ is en kunnen een simpele schouw in hun eigen school- en thuisomgeving uitvoeren

• Houding- en waardevorming: o De leerlingen kunnen een mening formuleren over het onderwerp zwerfafval en deze

mening onderbouwen met een argument o De leerlingen zijn vanuit hun intrinsieke motivatie bereid om een keuze te maken op het

gebied van zwerfafval (geen afval meer op straat gooien of afval op straat opruimen)

2. Doelgroep Dit lespakket is bedoeld voor leerlingen van groepen 5 & 6 van Rotterdamse basisscholen.

5

3. Relatieschema

Technische Kringloop afval = grondstof CIRCULAIR

AFVAL

Natuurlijk afval • Bladeren • Takken • Vruchten (zoals kastanje, eikel,

dennenappel) • Poep

Menselijk afval • Huishoudelijk afval (bijvoorbeeld blik, papier, plastic,

glas, textiel en frituurvet) • Groente-, fruit- en tuinafval (GFT) • Grofvuil • Industrieel afval • Klein Chemisch Afval (KCA) • Bouw/sloop afval

GEVOLGEN

Vervuiling van de natuurlijke leefomgeving van mens, dier & plant

Verbranden Storten

Groei

Afbraak door natuurlijke organismen (bacteriën en

schimmels)

Natuurlijk afval Voedingsstof

Recyclen

Grondstof

Productie

Menselijk afval

Waar zorgt de GEMEENTE voor? • Bieden van voorzieningen om afval aan

te bieden (bijvoorbeeld containers, glasbak, plasticbak en het milieupark)

• Ophalen afval op/van de voorzieningen

Wat kan IK doen? • Afval naar juiste voorziening brengen • Afval op straat vermijden • Afval zo veel mogelijk scheiden • Eigen afval verminderen

• www.rotterdam.nl/afval • www.rotterdam.nl/datdoejegoed

Biologische kringloop afval = voedingsstof

VERWERKING

Door NATUUR Door MENS

Bijdragen aan…

6

4. Opbouw van de lescyclus 4.1. Schematisch overzicht opbouw lescyclus 4.2 Uitleg opbouw lescyclus

• Tijdens les 1 maken de leerlingen kennis met het begrip zwerfafval. Ze ontdekken wat zwerfafval is, hoe het veroorzaakt wordt en welke (nadelige) gevolgen zwerfafval kan hebben op mens, dier en natuur.

• Tijdens les 2 gaan de leerlingen op onderzoek uit. Zij verkennen hun eigen schoolomgeving en brengen in kaart hoe schoon deze is. Aan het eind van deze les vormen de leerlingen hierover een mening. Zij hebben schoon genoeg van het zwerfafval in hun buurt of zij vinden hun buurt wel schoon genoeg. Zij maken met de groep een keuze in wat zij bereid zijn te doen aan zwerfafval in hun buurt.

• Tijdens les 3 brengen de leerlingen hun keuze uit les 2 tot uitvoer. Zij kiezen voor een schoonmaakactie in de omgeving of voor een afspraak om de omgeving zo te houden zoals deze is.

Optioneel: Er is de mogelijkheid om twee verdiepende lessen uit te voeren van 60 minuten.

A. Verdiepende les A ‘Waar moet het naartoe?’B. Verdiepende les B ‘Het stellingenspel’

De verdiepende les A is optioneel in te zetten als vervolg op les 1 ‘Rommel in Rotjeknor’. De verdiepende les B is optioneel in te zetten als vervolg op les 2 ‘De School Schouw’. Tijdens de verdiepende les A gaan de leerlingen uitzoeken waar je verschillende soorten afval kunt inleveren en waar in hun eigen buurt deze inleverpunten zijn. Tijdens de verdiepende les B wordt via een stellingenspel verder ingegaan op het formuleren van een mening over zwerfafval. Het stellingenspel bestaat uit weetjes en feitjes over zwerfafval. Respect hebben voor elkaars mening en het leren formuleren van een argument om een mening te onderbouwen staan hierbij centraal. 4.3. Lesbrieven Onderstaand volgen de lesbrieven van les 1, les 2, les 3 en de verdiepende lessen A en B. De powerpointpresentatie ‘Schoon Genoeg Van Zwerfafval?’ leidt u stap voor stap door de lessen heen.

Les 1: ‘Rommel in Rotjeknor’ (60 min)

Kennismaken met zwerfafval

Les 2: ‘School Schouw’ (60 min)

Onderzoeken, mening vormen, keuze maken

Les 1: ‘Schoon genoeg?’ (60 min)

Actie

A

B

7

Doelstelling(en) Aan het einde van deze les: • Kunnen de leerlingen benoemen wat

(zwerf)afval op straat is • Hebben de leerlingen kennis gemaakt met de

oorzaken en gevolgen van (zwerf)afval • Kunnen de leerlingen het onderscheid maken

tussen natuurlijk afval en menselijk afval

Lesopbouw • Opdracht 1 mindmap (5 min) • Opdracht 2 denken-delen-uitwisselen (15

min) • Opdracht 3 verkenning buiten (20 minuten) • Afsluiting ‘De natuur ruimt op?’

(20 minuten)

Open de powerpointpresentatie. De presentatie leidt u door deze les heen en bevat links naar digitale materialen. Opdracht 1 - Mindmap: Voorkennis activeren (5 minuten) Nodig: Pen en papier, (digi) bord Opdracht:

• Laat de leerlingen zelfstandig een mindmap maken met in het midden het woord Afval of Zwerfafval.

• Bespreek wat de leerlingen hebben opgeschreven in hun mindmap. • Schrijf mee in een lege mindmap op het (digi)bord. Deze start-mindmap geeft een indruk van wat

de leerlingen al weten (voorkennis). • Bewaar deze start-mindmap zodat u deze kunt vergelijken met de mindmap in les 3.

Opdracht 2 - Denken-delen-uitwisselen (15 minuten) Nodig: 8 vertelplaten Rommel in Rotjeknor, digitale vertelplaat Opdracht:

• Verdeel de klas in groepen van 4 á 5 leerlingen. Ieder groepje krijgt een praatplaat. • Geef de leerlingen de opdracht om een paar minuten stil (zelfstandig) naar de plaat te kijken met in

hun achterhoofd de vraag ‘wat zie ik op de plaat gebeuren?’. • Na een paar minuten mogen de leerlingen met elkaar delen wat ze gezien hebben. • De laatste vijf minuten volgt een klassikaal onderwijsleergesprek:

- Open de digitale vertelplaat ‘Rommel in Rotjeknor’ op het digibord. - Laat de leerlingen vertellen wat hen het meest is opgevallen in de plaat. Op de volgende

pagina ziet u een overzicht van (afval)situaties die op de plaat te zien zijn. - Stimuleer door open vragen te stellen een onderwijsleergesprek waarin naar voren komt hoe

de leerlingen aankijken tegen wat zij op de plaat zien en wat zij daarvan vinden. Het gevoel staat hierbij centraal. Bijvoorbeeld: Wat heb je gezien? Heb jij iets anders gezien dan je klasgenoot? Wat vind je daarvan? Hoe voel jij je daarbij? Wat is herkenbaar voor jou in jouw eigen omgeving?

Het wordt duidelijk tijdens het gesprek dat afval op straat oorzaken en gevolgen kan hebben. Er wordt dieper ingezoomd op een aantal karakters op de plaat en de gevolgen die zij hebben ondervonden van afval op straat.

- Wat zou er gebeurd zijn met persoon X? Hoe is dat gekomen? Wat heeft dat veroorzaakt? Wat vind jij daarvan? Hoe voel jij je daarbij?

- Wat is er gebeurd met dier Y? Hoe is dat gekomen? Wat heeft dat veroorzaakt? - Wat vind jij daarvan? Hoe voel jij je daarbij?

LESBRIEF 1

Rommel in Rotjeknor

8

Opdracht 3 - Verkenning buiten (20 minuten) Nodig: 8 x Afval Afvinklijst, 8 x potloden of pen. Opdracht: Tijdens deze opdracht gaan de leerlingen kijken of ze het afval op de praatplaat ook in hun eigen buurt kunnen vinden. De leerlingen gaan hiervoor naar buiten en krijgen vooraf directe instructies. Er worden afspraken gemaakt over:

• Het dragen van de hesjes voor de zichtbaarheid. • Werken in groepjes (bijvoorbeeld dezelfde groepjes als tijdens de introductieopdracht). • Voorbeeldvragen: Hoe gedraag je je buiten? Tot waar mag je komen? Mag je oversteken?

Met welk signaal verzamelen we?

Ieder groepje krijgt een Afval Afvinklijst mee met verschillende soorten afval die zij op straat zouden kunnen tegenkomen, variërend van bladafval tot plastic zakjes. De leerlingen gaan naar buiten en kruisen aan welke soorten afval ze tegenkomen. Het gaat hierbij niet om hoeveelheden, maar om de soorten afval en/of vervuiling die zij tegenkomen. Afsluiting - ‘De natuur ruimt op?’ (20 minuten) Nodig: (Digi)bord, de ingevulde ‘Afval Afvinklijsten’, digitale kringloop ‘natuur’, afbraaktijdlijn Inhoud: Samen met de leerlingen inventariseert u de soorten afval die de leerlingen op straat hebben zien zwerven. U vraagt de leerlingen na te denken over het volgende:

• Welk afval wordt door de natuur op straat geworpen? à natuurlijk afval • Welk afval wordt door de mens op straat geworpen? à menselijk afval

U ordent met de leerlingen de soorten afval die op straat gezien zijn in ‘natuurlijk afval’ en ‘menselijk afval’ in een woordkast (zie de presentatie). U zult met de leerlingen conflicten tegenkomen, zoals:

• Een klokhuis à een appel à een appelboom (maar is neergegooid, en niet opgeruimd, door een mens).

• Hondenpoep à een hond (maar uitgelaten, en niet opgeruimd, door een mens). We beschouwen al het afval dat door de mens op straat terecht is gekomen als menselijk afval. Wat gebeurt er met menselijk afval wat op straat terechtkomt?

• Natuurlijk afval is onderdeel van een natuurlijke ‘kringloop’ en wordt door de natuur opgeruimd. • Natuurlijk afval wordt omgezet in voedingsstoffen die door de natuur kunnen worden opgenomen.

U kunt op het bord de natuurlijke kringloop laten zien. Vraag: Kan via de natuurlijke kringloop al het zwerfafval worden opgeruimd? Laat de ‘Afbraaktijdlijn’ zien op het bord. Conclusie: Nee, de natuur kan niet al het afval (snel) opruimen (blik, glas, papier, plastic). Het gevolg: Dit afval gaat zwerven à Zwerfafval à Consequenties! Sluit het onderwijsleergesprek af met open vragen:

- Wat is je het meest opgevallen? - Hoe denk je nu over afval op straat? - Hoe zou het zijn als de straten, speelveldjes en speelpleinen altijd schoon waren?

Optioneel: verdiepende les A ‘Waar moet het naartoe?’ (60 min). Zie Lesbrief A.

9

Open de powerpointpresentatie op sheet nummer 11. De presentatie leidt u door deze les heen en bevat links naar digitale materialen.

Opdracht - Terugblik les 1 & buitenopdracht ‘School Schouw’ (30 minuten) Nodig: Powerpointpresentatie ‘Schoon genoeg van Zwerfafval?’, 8 x schouw formulier, 8 x potloden. Opdracht: Blik kort terug op de vorige les. Tijdens deze les hebben de leerlingen gezien dat er verschillende soorten afval zijn: natuurlijk en menselijk afval. Menselijk afval dat niet vergaat, gaat zwerven en noemen we zwerfafval. Kijken ze anders naar afval op straat? Valt het afval op straat hen meer op? Hebben ze in hun eigen buurt de containers zien staan om glas, plastic of kleding in te leveren? In de vorige les hebben de leerlingen buiten gekeken welke soorten afval ze tegen kwamen. Vandaag gaan de leerlingen kijken hoeveel zwerfafval in de eigen (school)omgeving te vinden is. Dat doen de leerlingen met behulp van een ‘schouw’ van de schoolomgeving (School Schouw). Directe instructie: • Verdeel de klas in groepjes; • Maak afspraken met de leerling over hoe zij zich buiten gedragen en op welke plaatsen zij mogen

komen; • Leg uit hoe de School Schouw werkt; • Deel de reflectiehesjes uit. De leerlingen zijn zo goed zichtbaar buiten.

De School Schouw: • Ieder groepje krijgt een schouwformulier mee. • Ieder groepje kijkt op drie plekken in de buurt specifiek naar de aanwezigheid van zwerfafval:

1. Op de bestrating: bijvoorbeeld de tegels op het schoolplein of de stoep 2. In grasland: bijvoorbeeld een trapveldje of grasstrook 3. Bij de bosjes: bijvoorbeeld tussen de struiken langs de stoep

• Op het schouwformulier staan voor iedere plek (bestrating, gras, bosjes) vijf foto’s. De foto’s geven aan hoeveel vervuiling er te zien is. Bij iedere foto staan punten.

• Als de leerlingen zich een goed beeld hebben gevormd, kruisen zij voor ieder van de drie plekken (bestrating, gras en bosjes) steeds één foto aan die de mate van vervuiling het meest weergeeft.

• Ieder groepje komt dus terug met drie cijfers. Meer uitleg over de puntentelling van de School Schouw vindt u in bijlage 2. Wilt u ondersteuning vanuit de gemeente Rotterdam afdeling Publieksvoorlichting tijdens het uitvoeren van de schouw? Informeer dan naar de mogelijkheden via [email protected].

LESBRIEF 2

De School Schouw

Doelstelling(en) Aan het einde van deze les: • Weten de leerlingen wat (zwerf)afval op straat

is • Kunnen de leerlingen d.m.v. een schouw de

stand van zaken rondom (zwerf)afval in hun eigen directe leefomgeving in kaart brengen

• Vormen de leerlingen zich een mening over (zwerf)afval in hun eigen leefomgeving

-

Lesopbouw • Terugblik en buitenopdracht ‘School Schouw’

(30 minuten) • Verwerking ‘School Schouw’ (10 minuten) • Afsluiting ‘Schoon genoeg?’ (20 minuten)

10

Verwerking ‘School Schouw’ (10 minuten) Nodig: digitale tabel schouw (zie powerpointpresentatie) Voorbeeld:

Bestrating Gras Bosjes Groepje 1 1 3 5

Groepje 2 1 2 4 Groepje 3 2 3 4

Groepje 4 1 2 5 Groepje 5 2 1 4

Etc. Totaal 7 11 22

• De scores van ieder groepje worden in de tabel opgenomen. • Ieder groepje krijgt de gelegenheid om kort iets te vertellen over hun bevindingen en ervaringen

tijdens de schouw. Bekijk de drie totaalscores met de klas. Zitten de scores aan de hoge kant of aan de lage kant? Kunnen alle groepjes zich vinden in de totaalscore? Komt het redelijk overeen met wat zij hebben gezien? Welke van de plekken (bestrating, gras en bosjes) scoort het meeste punten? Welke het minst? Extra uitleg van de scores: Bij vier groepjes is 4 punten het minste wat op een plek gescoord kan worden (alle groepjes gaven 1 punt). De omgeving is extreem vervuild en verre van schoon. Bij vier groepjes is 20 punten is het maximaal haalbare wat op een plek gescoord kan worden (alle groepjes gaven 5 punten). De omgeving is brandschoon.

Afsluiting - ‘Schoon genoeg?’ (20 minuten) In deze afsluiting gaan leerlingen hun mening vormen. In les 1 hebben de leerlingen geleerd wat zwerfafval is en welke gevolgen zwerfafval kan hebben. In les 2 hebben de leerlingen hun eigen omgeving bekeken en gescoord hoe schoon (of vervuild) de omgeving is. TIP: Wilt u tijdens deze afsluiting met de leerlingen oefenen met stellingen, mening vormen en argumenteren? Dan kunt u een aantal stellingen uit Verdiepende Les B gebruiken tijdens deze afsluiting.

- Wat vinden de leerlingen nu van de scores? Hoe schoon is de schoolomgeving? - Welke gevolgen van het zwerfafval in hun schoolomgeving zien zij? - Kan het in de omgeving schoner? Of is het schoon genoeg? - Wat zouden de leerlingen bereid zijn om zelf te doen? Zelf geen afval meer op straat gooien?

Een schoonmaakactie om de rommel op te ruimen? Sluit af met een klassikale keuze voor les 3: Keuze 1: we gaan de schoolomgeving schoner maken. Keuze 2: we gaan de schoolomgeving net zo schoon houden als het nu is. TIP Geef een schouwformulier aan de leerlingen mee zodat zij ook hun thuisomgeving kunnen beoordelen.

Optioneel: Verdiepende les B ‘Het stellingenspel’ (60 min). Zie lesbrief B.

11

Open de powerpointpresentatie op sheet nummer 15. De presentatie leidt u door deze les heen en bevat links naar digitale materialen. Introductie (10 min) Nodig: Powerpointpresentatie ‘Schoon genoeg van Zwerfafval?’ Opdracht: Blik kort terug op de vorige les. Wat hebben de leerlingen van deze les onthouden? Hebben zij de schouw in hun thuisomgeving uitgevoerd? Welke resultaten zagen ze in hun thuisomgeving? Benoem de keuze die de klas gemaakt heeft.

Keuzeopdracht 1 - ‘Schoonmaakactie’ (30 minuten) Nodig: 40 x hesjes, 20 x papierknijpers, 10 paar werkhandschoenen, rol vuilniszakken, 8 ringen Directe instructie:

• Leg uit hoe de leerlingen zich buiten gedragen. • Geef aan waar de leerlingen mogen komen. • Geef aan wat de leerlingen mogen opruimen. • Geef aan dat leerlingen afval alleen met de knijper of handschoenen mogen oprapen en eventueel

gevaarlijke voorwerpen zoals naalden laten liggen en glas alleen met een handschoen oprapen. • Deel de reflectiehesjes uit. • Maak groepjes van vier leerlingen:

- Eén leerling draagt de ring met de vuilniszak - Eén leerling draagt handschoenen om afval op te rapen - Twee leerlingen hebben een knijper om afval op te knijpen

• Na 5 tot 10 minuten kunt u taken laten rouleren zodat iedere leerling een keer met een knijper heeft geoefend.

Heeft u een afvalstation in de buurt of de mogelijkheid om afval gescheiden weg te brengen? Laat leerlingen dan de elementen gescheiden ophalen. Bijvoorbeeld één groepje gaat op zoek naar plastic, metaal en drankverpakking (afvalstroom PMD).

Doelstelling(en) Aan het einde van deze les: • Kunnen leerlingen hun mening onderbouwen

met een argument • Hebben de leerlingen bijgedragen aan een

schone schoolomgeving (keuze 1) • Zijn de leerlingen vanuit hun intrinsieke

motivatie bereid om geen afval op straat te gooien (keuze 2)

Lesopbouw • Introductie ‘Keuzeopdracht’ (10 minuten) • Keuze opdracht 1 of 2 (30 minuten) • Afsluiting ‘mindmap’ (20 minuten)

LESBRIEF 3

Schoon genoeg?

12

Keuzeopdracht 2 - ‘Let’s make a deal’ (30 minuten) Nodig: 8 x placemat De klas heeft gekozen om de schoolomgeving zo schoon te houden als het nu is. Dat betekent niet extra opruimen, maar er zelf voor zorgen dat er ook geen vuil meer bij komt! Inhoud: Tijdens deze opdracht bepalen de leerlingen in groepjes wat ze bereid zijn te doen om hun omgeving minstens zo schoon te houden als het nu is. De leerlingen proberen met elkaar (en zichzelf) een ‘deal’ te sluiten. Opdracht: • Verdeel de leerlingen in groepjes van maximaal vier leerlingen. • Ieder groepje krijgt een placemat. • Op het placemat staan vakjes: vier vakjes aan de zijkanten en één groen vak in het midden. • Iedere leerling neemt voor zichzelf vijf minuten om na te denken wat hij/zij zelf voor ideeën heeft om

de omgeving schoon te houden. Wat ben ik zelf bereid te doen? • Daarna bespreken de leerlingen gedurende 10 minuten hun ideeën met elkaar. Luisteren, afwegen

en overleggen zijn belangrijke vaardigheden hierin. • De laatste opdracht is ‘let’s make a deal!’. Kunnen de leerlingen tot één gezamenlijke afspraak

komen in hun groepje om hun eigen leefomgeving schoon te houden? Deze schrijven zij in het middelste groene vak op.

Leergesprek: Bespreek de afspraken van de groepjes. Stel vragen over het proces en deze afspraken, zoals: • Hoe is het groepje tot deze afspraak gekomen? Verliep dat moeizaam of heel vlot? • Werd er goed geluisterd en overlegd? • Waar liep het groepje tegenaan? • Zijn er groepjes met eenzelfde afspraak? • Hoe lang gaan de leerlingen proberen zich aan de afspraak te houden? • Wat als iemand zich niet aan de afspraak houdt? Hoe gaan we daarmee om?

De leerlingen kunnen het groene vak van de placemat met de afspraak uitknippen en gezamenlijk op een plekje in de klas ophangen.

Afsluiting - Mindmap (20 min) Nodig: pen en papier voor iedere leerling, (digi) bord, de klassikale mindmap uit les 1 Inhoud: Wat weet je nu? Reflectie op kennis d.m.v. de mindmap: Laat de leerlingen zelfstandig een mindmap maken met in het midden het woord Afval of Zwerfafval.

Open de klassikale mindmap uit les 1 op het bord. Bespreek wat de leerlingen nu hebben opgeschreven in hun mindmap. Zijn er woorden bijgekomen die in les 1 niet naar voren zijn gekomen? Is de kennis vergroot? Kunnen de leerlingen verbanden leggen (oorzaak-gevolg) tussen de woorden?

13

LESBRIEF A

‘Waar moet het naartoe?’

Wanneer: Na les 1 ‘Rommel in Rotjeknor’ Tijdsduur: 60 minuten Nodig: Digitale kringloop ‘recyclen’, computer (internet), 30 x werkblad ‘waar moet het naartoe?’,

materialen voor de reclamecampagne (powerpointpresentatie, wit papier met stift of knutselmaterialen)

De leerlingen weten na les 1 wat zwerfafval is, hoe zwerfafval op straat terecht is gekomen en wat de gevolgen kunnen zijn van zwervend afval. De leerlingen hebben ontdekt dat de natuur met name natuurlijk afval kan opruimen (de natuurlijke kringloop). Maar er is ook afval dat slecht of zelfs helemaal niet door de natuur wordt opgeruimd. Dit afval kan problemen opleveren voor de natuur en voor dieren. Vooral blik, glas, plastic en papier horen niet in de natuur thuis. Menselijk afval is onderdeel van een door mensen bedachte ‘kringloop’ ofwel een technische kringloop (namelijk recyclen en hergebruiken). Dit afval kan in de industrie worden afgebroken tot grondstoffen die gebruikt kunnen worden om een nieuw product te maken. We noemen dit ook wel Circulair. Voorwaarde is wel dat het afval door de mens op de juiste manier moet worden opgeruimd, namelijk in de prullenbak. Het liefst in de daarvoor bestemde afvalcontainers (papier in de papierbak, glas in de glasbak, groente-, fruit en tuinafval in de GFT bak). We noemen dit ‘afval scheiden’. De opdracht:

• Verdeel de klas in vijf groepen: groepje ‘plastic/metaal/drankkarton (PMD)’, groepje ‘papier’, groepje ‘glas’, groepje ‘textiel’, groepje ‘GFT’.

• Deel het werkblad ‘Waar moet het naar toe?’ aan de groepjes uit. • De leerlingen onderzoeken in deze opdracht waar in de buurt van de school de verschillende soorten

afval kunnen worden ingeleverd. • De leerlingen bedenken een reclamecampagne met pakkende slogan om een door henzelf gekozen

doelgroep te motiveren ‘hun afvalsoort’ naar deze juiste containers te brengen. Ze mogen zelf bedenken hoe ze deze groep willen motiveren.

• De leerlingen presenteren hun reclamecampagne-idee aan de klas.

14

LESBRIEF B

‘Het Stellingen Spel’

Wanneer: Na les 2 ‘School Schouw’ Tijdsduur: 60 minuten Nodig: Lijst met stellingen, bordjes met EENS, ONEENS en IK WEET HET NIET Het spel: De leerlingen hebben de schoolomgeving (en thuisomgeving) geschouwd en de schouw-scores besproken. Bij dit proces is wellicht al naar voren gekomen hoe de leerlingen denken over het afval in hun omgeving. Bij dit spel gaan de leerlingen zich bewust een mening vormen over hun eigen school- en leefomgeving. De leerlingen krijgen van u een stelling te horen en kiezen voor één van de drie antwoorden:

- ‘Eens’ - ‘Oneens’ - ‘Ik weet het niet’

Maak in het klaslokaal drie hoeken/plekken voor de drie antwoorden eens, oneens of ik weet het niet. Als de leerlingen het eens zijn met de stelling lopen zij naar de ‘eens’ hoek, zijn ze het niet eens naar de ‘oneens’ hoek. Twijfelaars gaan naar de ‘ik weet het niet’ hoek. Als u niet wilt dat er rondgelopen wordt in de klas, kunt u voor de antwoorden ‘eens’, ‘oneens’ en ‘ik weet het niet’ ook bordjes maken die de leerlingen omhoog kunnen houden. Het is belangrijk dat iedere leerling zich veilig genoeg voelt om een eigen mening te vormen en deze te uiten. Benadruk dat er geen goed of fout antwoord is, dat ze een andere mening mogen hebben en dat respect voor elkaars verschillende ideeën altijd voorop staat.

Soms volgt na een stelling een feit over de stelling. Als de leerlingen na dit feit toch hun mening veranderen, mogen ze wisselen van hoek. U kunt ook af en toe een leerling vragen waarom ze het eens of oneens met de stelling zijn. Op deze wijze leren de leerlingen hun mening uit te leggen en argumenten te formuleren. Als hun argument andere leerlingen van mening doet veranderen dan mag dat en wisselen deze leerlingen van hoek. De stellingen vindt u op de stellingenkaart op de volgende bladzijde. U kunt zelf bepalen hoeveel stellingen u met de leerlingen wilt behandelen. Uiteraard kunt u tussendoor ook zelf een stelling verzinnen, bijvoorbeeld over specifieke situaties bij uw schoolomgeving. De leerlingen die nog geen mening hebben kiezen een kant als zij overtuigd zijn. Benadruk dat er geen goede of verkeerde kant is. Iedereen heeft recht op een eigen mening. Het is mogelijk dat de leerlingen unaniem zijn in hun keuze. Vraag leerlingen wat zij bereid zijn om te doen om de schoolomgeving niet verder te vervuilen. Hoe zou de klas kunnen bijdragen aan een schonere schoolomgeving? Zouden zij met elkaar tot 1 afspraak kunnen komen die zij het hele schooljaar volhouden? Welke leerlingen zouden willen helpen met een opruimactie? Willen de leerlingen die het schoon genoeg vinden, toch hun klasgenoten die ‘er schoon genoeg van hebben’ helpen om het nog schoner te maken?

15

Stellingenlijst Stelling 1 Ik vind het wel meevallen met de hoeveelheid zwerfafval in onze schoolomgeving. Vraag Wie kan uitleggen waarom je het hier wel of niet mee eens bent? Stelling 2 Het maakt mij niet uit als er zwerfafval op het schoolplein ligt. Feit Verander je van mening als je zou weten dat kleine kinderen soms verkeerde/gevaarlijke dingen van straat oprapen? Stelling 3 Ik vind het zwerfafvalprobleem in de hele stad wel meevallen. Feit Verander je van mening als je weet dat er jaarlijks 13.000 ton zwerfafval op de Rotterdamse straten terecht komt? Stelling 4 Ik vind dat je een bananenschil in de struiken mag gooien. Feit Verander je van mening als je zou weten dat een bananenschil er 1 tot 3 jaar over doet om te verteren? Stelling 5 Ik vind het geen probleem om mijn kauwgom op straat te spugen. Vraag Wie kan uitleggen waarom je het hier wel of niet mee eens bent? Feit Verander je van mening als je weet dat kauwgom er 20 jaar over doet om te verdwijnen?

Verander je van mening als je weet dat sommige vogels denken dat het kauwgom voedsel is en vervolgens met hun snavel verstrikt raken in het kleverige goedje?

Stelling 6 Ik vind het geen probleem om afval op straat te gooien, dat ruimt de gemeente wel op. Feit Verander je van mening als je wist dat het de stad Rotterdam jaarlijks 46 miljoen euro kost om zwerfafval op te

ruimen en dat dat geld ook kan gaan naar bijvoorbeeld betere speelvoorzieningen. Stelling 7 Ik vind dat er meer vuilnisbakken op straat moeten komen, dan gooien mensen hun afval sneller netjes in de

prullenbak. Feit Verander je van mening als je weet dat het Nederland veel geld kost om alle openbare ruimtes schoon te houden.

Hieronder valt ook het legen van de straatvuilnisbakken? Want…die legen zichzelf natuurlijk niet! Stelling 8 Wat maakt het uit als ik iets op straat gooi, iedereen doet het! Vraag Wie kan uitleggen waarom je het hier wel of niet mee eens ben? Stelling 9 Ik vind dat mensen die afval op straat gooien een boete moeten krijgen. Feit Wist je dat volwassenen al een boete van 140 euro kunnen krijgen als zij afval op straat gooien? Stelling 10 Ik vind dat kinderen ook een boete moeten krijgen, want ook zij mogen geen afval op straat gooien. Feit Wist je dat jongeren van 12 tot 18 jaar ook een boete kunnen krijgen? Zij betalen een halve boete van 70 euro.

Boven de 18 jaar betaal je de hele boete. Stelling 11 Oud brood bij de sloot gooien is niet erg, dat is voedsel voor de eenden. Vraag Wie kan uitleggen waarom je het hier wel of niet mee eens bent? Feit Verander je van mening als je wist dat brood eigenlijk helemaal niet zo gezond is voor eenden en dat eenden zich

moeten voeden met kroos en waterdiertjes? Verander je van mening als je wist dat er soms zoveel brood op straat wordt gegooid dat er ongedierte, zoals ratten,

op af komen? Stelling 12 Ik vind dat eenden hun eigen voedsel moeten zoeken. Feit Verander je van mening als je wist dat eenden van nature algen, kroos en waterdiertjes eten? Dit voedsel vinden ze

in het water en zit boordevol voedingsstoffen die een eend nodig heeft om gezond en sterk te blijven. Brood lusten eenden wel, maar het bevat niet de voedingsstoffen die de eend nodig heeft om gezond te blijven. Door brood te eten, zit een eend snel vol en laat zijn ‘natuurlijke gezonde voedsel’ links liggen. Gevolg is dat eenden die veel brood eten sneller ziek worden en doodgaan dan eenden die hun eigen natuurlijke voedsel eten.

Stelling 13 Ik vind het vervelend als ratten op etensresten afkomen. Feit Wist je dat ratten slimme dieren zijn? Ze volgen de mensen omdat ze weten dat waar mensen zijn, voedsel is. Hoe

meer voedselresten wij op straat laten slingeren, hoe meer ratten daar op af komen. Dat is vervelend voor mens en rat, want mensen hebben last van de knaagschade van ratten en ratten kunnen ziekten overbrengen. Ratten hebben last van mensen, want als er teveel ratten zijn dan worden de ratten gevangen en gedood.

Stelling 14 Ik vind het niet erg om af en toe afval van de straat te rapen en in de prullenbak te doen. Vraag Wie kan uitleggen waarom je het hier wel of niet mee eens bent? Feit Verander je van mening als je weet dat een schonere omgeving ervoor zorgt dat andere mensen minder geneigd zijn

om afval op straat te gooien? Terwijl een omgeving met veel zwerfafval er juist voor zorgt dat mensen denken ‘wat maakt ‘t uit, het is hier toch al vuil!’.

Stelling 15 Ik ga ervoor zorgen dat ik zelf geen afval meer op straat gooi! Vraag Wie kan uitleggen waarom je het hier wel of niet mee eens bent? Stelling 16 Ik zeg er wat van als één van mijn vrienden afval op straat gooit. Vraag Wie kan uitleggen waarom je het hier wel of niet mee eens bent?

16

5. Materialenlijst

Bij het lespakket krijgt u van de gemeente Rotterdam een kleine rolcontainer met daarin:

• Hesjes voor alle leerlingen• Papierknijpers• Handschoenen• Vuilniszakken (twee kleuren)• Vuilniszakringen• Praatplaten ‘Rommel in Rotjeknor’• Stellingenbordjes (Eens, Oneens, Ik weet het niet)• Schouwformulieren• Afval Afvinklijst• Deelnamecertificaten• Leuke gadget voor iedere leerling

De aantallen van de materialen zijn afhankelijk van het aantal leerlingen.

Digitaal materiaal is te vinden via www.rotterdam.nl/downloadslesmateriaal. U vindt hier onder andere de handleiding voor de leerkracht, de powerpointpresentatie, de werkbladen en ondersteunend digitaal materiaal.

6. Tips & Links

1. Alles over afval in de gemeente Rotterdam: www.rotterdam.nl/afval.

2. Locaties afvalcontainers voor glas, papier, textiel, GFT-afval, PMD en gewone prullenbakken inRotterdam: http://afvalkalender.container-beheer.nl.

3. Informatie over dieren en afval, ratten(overlast) en voerbeleid in Rotterdam: www.rotterdam.nl/wonen-leven/rattenoverlast/.

4. Locaties en informatie over PIEKFIJN kringloopwinkels in Rotterdam: www.rotterdam.nl/piekfijn.

5. Leuk lesmateriaal over afval, zoals een afvalquiz? Kijk op www.aandeslagmetafval.nl.

6. Wilt u ondersteuning vanuit de gemeente Rotterdam Publieksvoorlichting tijdens het uitvoeren vande schouw? Informeer dan naar de mogelijkheden via onderstaand adres:[email protected].

17

Bijlagen

1. Praatplaat afvalsituaties en mogelijke oorzaken en gevolgen 2. Uitleg puntentelling School Schouw

18

Bijlage 1 - Praatplaat (afval)situaties + mogelijke oorzaken/gevolgen

Zwerfafval

- Chipszakje, prop papier, glazen flesje à bij drie meisjes op de stoep - Glazen fles à voor wielrenner op de straat

Veel klein zwerfafval is afval van etenswaren en drinken, bijvoorbeeld zakjes van chips, snoepwikkels, flesjes en drinkpakjes. Vooral op routes van en naar scholen wordt veel van dit soort afval gevonden; de zogenaamde snoeproutes. Het kan zijn dat kinderen dit op straat gooien of per ongeluk verliezen, maar ook volwassenen doen dit. Verpakkingen van eten, met kruimels of restjes erin trekt dieren aan. Maar dit voedsel is niet gezond voor dieren. Ook staat het slordig als dit afval op straat slingert. De wielrenner zou zelfs over de glazen fles kunnen vallen!

- Graffiti spuitbus à bij graffiti tekening op de muur De graffititekenaar heeft een lege bus op straat gegooid. Spuitbussen kunnen stoffen bevatten die schadelijk zijn voor het milieu.

- Bananenschil à door wielrenner over schouder gegooid - Brood à bij de vijver - Klokhuis à in snavel vliegende meeuw

De wielrenner gooit een bananenschil weg. De mensen op het zebrapad kunnen hierover uitglijden, want bananenschillen zijn glibberig. Een meeuw heeft een weggegooid klokhuis opgeraapt. Mensenvoedsel (ook restjes zoals schillen) is niet altijd gezond voor dieren. Ook trekken voedselresten dieren naar de stad die overlast kunnen veroorzaken (denk maar aan ratten, duiven en meeuwen en hun poep). In Rotterdam is veel overlast door bijvoorbeeld ratten (zie je de rat onder de struik?), omdat mensen veel brood voor dieren op de grond gooien, bijvoorbeeld bij de eenden. Op een aantal plekken in de stad is daarom zelfs een voerverbod!

- Plastic zakje, plastic flesje à In de vijver - Blikje, plastic zakje, plastic flesje à bij de boom

Plastic is erg schadelijk voor het milieu. Plastic verdwijnt niet, maar valt uiteen in kleine stukjes. Die kun je met het blote oog niet meer zien, maar ze komen wel in het milieu terecht. Veel plastic is licht en waait overal naartoe. Plastic komt vaak in water terecht, bijvoorbeeld in de Maas. Rivieren stromen vaak naar zee en het plastic komt zo uit de stad, via de rivieren in de oceanen terecht. Er is veel plastic wat op zee drijft (plastic soup). Dieren raken verstrikt in het plastic of krijgen dit plastic via hun voedsel in hun buik, worden ziek en gaan er soms zelfs aan dood.

- Kauwgom à bij groepje jongens met voetbal Als je goed op straat kijkt, liggen de tegels soms bezaaid met kauwgom. Een uitgespuugd kauwgompje kan door een vogel gezien worden als voedsel (zie je de mus bij de boom kijken?). Zodra ze het kauwgompje oppikken, raakt het verstrikt in hun snavel. Vogels kunnen hierdoor ziek worden of dood gaan.

- Blikje à opgeraapt door meneer met afvalknijper - Sigarettenpeuken à opgeraapt door meneer met afvalknijper - Papier à opgeraapt door meneer met afvalknijper

Gelukkig zijn er mensen die helpen de stad schoon te houden. Dat kunnen mensen zijn die bij de gemeente Rotterdam werken, maar ook buurtbewoners en verenigingen zetten zich in om hun buurt schoon te houden. Sommige mensen doen dit uit zichzelf, andere mensen doen mee met landelijke acties zoals de Keep It Clean Day of de Landelijke Opschoondag.

- Folders à bij brievenbussen (met ja/nee stickers) - Krant à bij het bankje bij de vijver

Folders en krantjes zijn leuk om te lezen, maar veroorzaken ook afval. Heb je geen interesse in folders, dan kun je een nee/nee of ja/nee sticker op de brievenbus plakken. De folderbezorger weet dan of jij wel of geen folders wilt krijgen. Natuurlijk mag de bezorger de folders niet op straat ‘dumpen’. Wat als een folder door de wind opwaait en op de ruit van een auto terecht komt? De bestuurder zou schrikken en een ongeluk kunnen veroorzaken.

- Doos, flessen, ander klein afval à in en rond de prullenbak bij de vijver

Het is heel fijn als mensen hun afval in een prullenbak doen. Soms zitten prullenbakken zo vol, dat er niets meer bij kan. Dan kun je het afval beter in je jaszak of tas meenemen. Als de prullenbak overvol is, valt het afval ernaast, waait het weg of er komen dieren op af om van het afval te eten.

19

Ander soort vervuiling/afval

- Uitlaatgassen à rode auto (de vuilniswagen, scooter) Uitlaatgassen (bijvoorbeeld van auto’s) veroorzaken luchtvervuiling. In Rotterdam is veel last van fijnstofvervuiling. Hele fijne stofdeeltjes komen via uitlaatgassen in de lucht en kunnen gezondheidsklachten veroorzaken.

- Fietswrak à lantaarnpaal Helaas gebeurt het wel eens dat een fiets door een dief wordt ‘gestript’. De wielen of het zadel worden dan weggehaald en het fietswrak blijft dan achter. Dit staat niet netjes en mensen kunnen er over struikelen.

- Poster à op de schutting - Sticker à lantaarnpaal - Graffiti tekening à muur

Stickers, posters en graffiti veroorzaken ook een soort van vervuiling. Sommige mensen vinden graffititekeningen een vorm van ‘kunst’, andere mensen willen met de tekening of met een sticker een boodschap overbrengen. Muren en lantaarnpalen zijn echter niet bedoeld voor ‘versieringen’ zoals stickers en graffiti. Het kost de gemeente veel geld en tijd om alles te verwijderen en weer netjes te maken.

- Naast geplaatste vuilniszakken à container Bij een volle container zetten sommige mensen (goed bedoeld) de vuilniszak naast de container. Echter, vuilniszakken naast de container worden open gemaakt door meeuwen, katten en ratten omdat er vaak voedselresten in te vinden zijn (zie je de rat bij de vuilniszakken?). Soms worden ook materialen naast de container geplaatst die daar niet thuis horen, zoals bankstellen en wasmachines.

- Hondenpoep à op de stoep bij de vrachtwagen - Duivenpoep à op de schutting

Dierenpoep is eigenlijk natuurlijk afval wat vanzelf door de natuur wordt opgeruimd. Sommige mensen vinden het daarom stom dat zij hondenpoep moeten opruimen. Andere mensen vinden dat een hond (en ook de poep) de verantwoordelijkheid is van het baasje. Het is natuurlijk ook heel vervelend om in de hondenpoep te trappen als je op de stoep loopt of als je aan het voetballen bent op een grasveldje. In Rotterdam mogen honden daarom alleen poepen in de daarvoor aangewezen uitlaatgebieden. Op andere plekken in de stad is het baasje verplicht de poep op te ruimen (met een zakje). Vogelpoep kan ook overlast veroorzaken. Doordat mensen soms vogels voeren (kijk maar naar de hand in de achtertuin die de duiven voert) lok je vogels naar een bepaalde plek. Daar ontstaat dan ook overlast door poep.

- Bladafval à bij de boom Met name in de herfst vallen de blaadjes massaal van de bomen. Bladafval hoort bij de natuur en noemen we natuurlijk afval. Schimmels, bacteriën en bodemdiertjes ruimen het bladafval op (zie je de slak op de blaadjes en de worm op de grond?). Toch worden blaadjes ook opgeruimd door mensen, bijvoorbeeld door de gemeente, of door mensen zelf die hun stoepje vegen en de bladeren opruimen. Veel bladafval kan namelijk overlast veroorzaken. De blaadjes worden glibberig als het regent en soms zie je door de blaadjes de stoeprand niet meer. Daar zouden mensen door kunnen struikelen.

20

Bijlage 2 - Uitleg puntentelling School Schouw

Wat is een schouw? Een schouw is een hulpmiddel wat door volwassenen wordt gebruikt om te beoordelen hoe schoon de omgeving is. Hoe schoon de omgeving is wordt uitgedrukt in punten. Een hoge score betekent een zeer schone leefomgeving met weinig tot geen vervuiling. Een lage score betekent een vervuilde leefomgeving. Hoe werkt de schouw in deze les? De leerlingen gaan in groepjes buiten aan de slag. Ieder groepje kijkt op drie plaatsen in de buurt specifiek naar de aanwezigheid van zwerfafval:

4. Bestrating (bijvoorbeeld de tegels op het schoolplein of de stoep) 5. Grasland (bijvoorbeeld het trapveldje of grasstrook) 6. Bosjes (bijvoorbeeld tussen de struiken langs de stoep)

De groepjes mogen allemaal een ander stukje bestrating kiezen, een ander stukje grasland en een ander stukje in de bosjes. Op het schouwformulier staan voor iedere plek (bestrating, gras, bosjes) vijf foto’s. De foto’s geven aan hoeveel vervuiling er te zien is. Foto 1 toont geen vervuiling en is heel schoon: 5 punten Foto 2 toont weinig vervuiling is vrij schoon: 4 punten Foto 3 toont matige vervuiling en is niet schoon: 3 punten Foto 4 toont veel vervuiling: 2 punten Foto 5 toont extreem veel vervuiling: 1 punten De leerlingen kruisen voor ieder van de drie plekken bestrating, gras en bosjes de foto aan die de mate van vervuiling het meest weergeeft. Ieder groepje komt dus terug met drie cijfers, bijvoorbeeld: Bestrating 1 punt Grasland 3 punten Bosjes 5 punten De puntentelling: Tel alle punten van de groepjes voor bestrating op. Tel alle punten van de groepjes voor grasland op. Tel alle punten van de groepjes voor bosjes op. Verwerk de cijfers in de digitale tabel (zie onderstaand voorbeeld) Min Max Bestrating Gras Bosjes Groepje 1 1 5 1 3 5 Groepje 2 2 10 1 2 4 Groepje 3 3 15 2 3 4 Groepje 4 4 20 1 2 5 Groepje 5 5 25 2 1 4 Etc. Totaal 7 11 22

Als we uit gaan van vier groepjes in de klas, dan is 4 het minste aantal punten wat op een plek gescoord kan worden (alle groepjes gaven 1 punt). De omgeving is extreem vervuild en verre van schoon. Bij vier groepjes is 20 is het meeste aantal punten wat op een plek gescoord kan worden (alle groepjes gaven 5 punten). De omgeving is brandschoon. Dus hoe hoger het aantal punten, hoe schoner de omgeving. Voor vijf groepjes is 5 punten minimaal (alle groepjes gaven 1 punt) en 25 punten maximaal (alle groepjes gaven 5 punten). Voor zes groepjes is 6 punten minimaal (alle groepjes gaven 1 punt) en 30 punten maximaal (alle groepjes gaven 5 punten).

In bovenstaande voorbeeldtabel (waarbij maximaal 25 punten per plek kan worden gescoord met vijf groepjes) is te zien dat de categorie ‘bosjes’ bijna een maximale score heeft (22 van de 25). Dit betekent dat er zeer weinig tot geen vervuiling is aangetroffen en het bij de bosjes heel schoon is. De bestrating is daarentegen met een score van slechts 7 punten niet zo schoon en erg vervuild.