nonons.nl  · Web viewZo word je je bijvoorbeeld ook bewust van het effect van wat je zegt op je...

25
Stoere interventies Inleiding Hoe blijf je zuiver coachen Ruimte Voordat de sessie start Tijdens de sessie Na de sessie Stoere interventies Respectvol confronteren Speelse interventies Inleiding Soms is een coachee gebaat bij een coach die alleen goede vragen stelt en helpt zijn verhaal te structureren. Door op deze manier te reflecteren zet de coachee stappen en wordt geholpen bij de situatie. Zoals ook in twee van mijn andere boeken gebruik ik graag het verandermodel als kapstok. Sommige coachees weten waar ze heen willen, nemen tijd om te reflecteren(bewustwording) en zetten stappen, als vanzelf. Ze doorlopen het verandermodel soepel en moeiteloos.

Transcript of nonons.nl  · Web viewZo word je je bijvoorbeeld ook bewust van het effect van wat je zegt op je...

Stoere interventies

InleidingHoe blijf je zuiver coachen

Ruimte Voordat de sessie start Tijdens de sessie Na de sessie

Stoere interventies Respectvol confronteren Speelse interventies

InleidingSoms is een coachee gebaat bij een coach die alleen goede vragen stelt en helpt zijn verhaal te structureren. Door op deze manier te reflecteren zet de coachee stappen en wordt geholpen bij de situatie. Zoals ook in twee van mijn andere boeken gebruik ik graag het verandermodel als kapstok. Sommige coachees weten waar ze heen willen, nemen tijd om te reflecteren(bewustwording) en zetten stappen, als vanzelf. Ze doorlopen het verandermodel soepel en moeiteloos.

Soms is het zetten van stappen of effectiever omgaan met de situatie minder makkelijk en zijn er meer vaardigheden van de coach nodig. Het doel veranderd, bewustwording lukt niet voldoende door een minder goed reflectievermogen van de coachee, het contact loopt niet soepel of de coachee zet geen stappen. Het traject is complexer en de coach moet meer in huis hebben: stoere interventies.

Stoere interventies, wat bedoel ik daarmee? Stoere interventies zijn interventies die het gedrag en verhaal van de coachee ontregelen. Je brengt de coachee als het ware even aan het wankelen, aan het nadenken. Waardoor de coachee opnieuw naar zichzelf, zijn gedrag, zijn werkelijkheid en verhaal gaat kijken. Hij gaat vanuit een ander perspectief kijken,

waardoor hij bij een ander gevoel kan komen. Dit leidt tot verandering in denken, voelen en doen.

Steven, mijn coachee wil tussen de sessies door veel contact. De sessies lopen ook vaak uit omdat hij vaak nog wat wil inbrengen en op de valreep nog iets. Ik voel steeds vaker ergernis en dat er over mijn grens gegaan wordt.

Jan, is wat lomp tegen mij in de sessie, ik zie daarom tegen de volgende sessie op. Marie vraagt telkens bevestiging voor wat ze doet. Ze vraagt me ook of ik haar

leidinggevende bel om de voortgang van ons traject toe te lichten. Ik voel dat ik Ruud wil beschermen. Dat ik de neiging heb om oplossingen voor hem te

verzinnen waardoor hij op kan boksen tegen zijn irritante baas. Peter praat eindeloos langdradig. Hij is zelf erg enthousiast over zijn coachtraject, toch denk

ik steeds: heb ik hem wel wat te bieden? Met Els heb ik zo’n goed contact, het zou wel een vriendin kunnen zijn. Ik merk ook dat we bij

het nakletsen over onze kinderen tips uitwisselen en dat ze me soms appt tussendoor. (nog een aantrekkingskracht voorbeeld?)

Wat hebben deze casussen gemeen? Het belangrijkste is: onrust in mij als coach. Een gevoel van: helpt het, klopt het, noem het onderbuik of intuïtie. Dit gevoel geeft veel informatie over het traject. Startende coaches zullen dit gevoel snel toeschrijven aan zichzelf. Terwijl het ook zoveel kan zeggen over de ander. De kunst als coach is dat je ‘lenig’ kan blijven kijken en luisteren in een traject. Dat je kunt blijven voelen wat je voelt, je kan blijven inleven in de ander, vanuit je hart kunt blijven waarnemen en in de helikopter kan blijven kijken naar wat er gebeurt tussen jullie. Dat je niet vast komt te zitten in je ik-bol positie (hier uitleg toevoegen 3 posities). Maar ook dat je ruimte maakt om je te verdiepen in de ander.

Hoe blijf je zuiver coachen1. Ruimte2. Voordat de sessie start3. Tijdens de sessie4. Na de sessie

1.CoachruimteVoor mij is het belangrijk om een rustige ruimte te hebben, zonder veel afleiding of persoonlijke spullen. Ik moet al even in de ruimte zitten voor ik ga coachen. Ik merk dat ook als ik trainingen geef dat het voor mij belangrijk is om even rust te hebben in de ruimte waar ik ga trainen. Ik heb een collega voor wie de ruimte minder belangrijk is. Zij hecht wel weer waarde aan het hebben van haar eigen fijne spullen, zoals haar eigen pen, groot kladblok, lekkere thee. Een andere collega coacht graag op het strand en een andere weer in het bos. Ik kan je dus geen tips geven over de ruimte maar wel dat je er als coach over na moet denken. Wat werkt goed voor jou? Waar ben jij op je best? Waar kun jij je coachee het best helpen. Sommige coachees van mij willen op hun werk of bij hen thuis gecoacht worden, voor mij werkt dat niet prettig, maar ook daar moet elke coach zelf zijn keuzes in maken. Ik heb zelf gemerkt dat coachees op hun eigen werkplek vaak nog afgeleid zijn door

voorbijlopende collega’s of dat ze zelfs gestoord worden tijdens een gesprek, dit soort afleiding beïnvloed het coachgesprek, dus wees je daar als coach van bewust.

2.Voordat de sessie startVoor mij begint het bij jezelf. Voordat een coachee bij mij komt is het voor mij belangrijk dat ik een paar dingen doe. Ik neem altijd even de tijd voor een ritueel. Mijn ritueel is als volgt.

Eerst zoom ik in op de ander en het trajectTerug naar vorige keerIk lees mijn aantekeningen van de vorige keer door en probeer de sessie opnieuw te beleven. Tussentijdse opdrachtIk lees als aanwezig eventueel tussentijdens mails en opdrachtenInzoomen op de persoonIk zoom als het ware in op wie is het, waar heeft hij last van en wat is zijn kracht. Wat speelt er tussen ons. Oorspronkelijke doelIk kijk altijd ook terug naar het oorspronkelijke doel en zie het doel weer voor me. Waar staan we in het trajectWelke sessie is het en hoeveel sessie hebben we in totaal. Wat hebben we hebben gedaan. Op welke laag we hebben gewerkt.

Vervolgens zoom ik in op mijzelfHoe voel ik mij?Ik scan mijn lichaam op spanning, vermoeidheid en onrust. En doe eventueel een ontspannings-of ademhalingsoefening als ik merk dat ik onrustig ben of bezig met de mail die net voorbijkwam.

3.Tijdens de sessie

Eerste indrukHoe komt iemand binnen hoe is iemand gekleed, hoe loopt iemand, zegt iemand gedag. Dit is belangrijk bij de intake maar ook elke keer weer. De informatie is nuttig om tijdens de sessie in te zetten.

Drie posities hoppen (zie afbeelding X)Tijdens de sessie neem ik de rust om te hoppen door de 3 posities, wat voel ik, hoe is dit voor de ander en hoe loopt dit gesprek. Ik doe dit bewust om niet gefixeerd te raken1.drie posities: de kunst van het In- en uitzoomenEen groot verschil tussen coachen en een gewoon gesprek voeren met een vriend of vriendin is dat je als goede coach constant vanuit verschillende posities luistert:1. Inzoomen op jezelf: je bent je voortdurend bewust van je eigen gedachten, gedrag,

gevoel en beleving;

2. Inzoomen op de ander: je kruipt als het ware in het hoofd van je coachee en vraagt je af: hoe ziet hij de situatie en hoe voelt hij, denkt hij en reageert hij?

3. Uitzoomen: intussen zoom je uit en beschouw je als neutrale observator wat er in het gesprek tussen jou en de ander gebeurt.

De kunst van goed coachen is het voortdurend in- en uitzoomen tussen deze drie posities. Je luistert naar de coachee en voelt wat zijn verhaal, de toon waarop hij praat en hoe hij zich gedraagt met jou doen. Deze informatie is belangrijk voor het coachen in het hier-en-nu, in plaats van coachen in het daar-en-dan. Ook sta je als het ware naast de ander. Je kruipt in zijn hoofd en lijf en probeert te voelen hoe het is om je coachee te zijn, om in zijn schoenen te staan. Je verplaatst je in zijn referentiekader en kijkt vanuit daar de wereld in; je leeft je in. Hierdoor kun je de beweging maken naar de ander, zodat hij zich begrepen en gerespecteerd voelt. En als laatste houd je in de gaten wat de interactie is tussen jullie twee. Je zoomt uit en bekijkt het gesprek ‘vanuit de helikopter’. Zo word je je bijvoorbeeld ook bewust van het effect van wat je zegt op je coachee.Een onervaren coach verliest zich soms in zijn eigen gevoelens, net zoals dat kan gebeuren als je met een vriendin in de kroeg zit te praten. Als je je zorgen maakt over je eigen onzekerheid of oordelen velt over de coachee, ben je als coach te veel geassocieerd met jezelf. Maar je kunt je ook totaal in het verhaal van de coachee verliezen en vergeten de regie in handen te houden en op de verbanden te letten. Dan ben je te veel geassocieerd met de ander. Ten slotte kun je te veel uitzoomen of te veel de objectieve waarnemer zijn: dan voel je niet meer wat het gesprek met je doet en creëer je te veel afstand.

de twee komende voorbeelden staan ook in je andere boek, volgens mij letterlijk, vind je dat erg of niet?

Een coachee van mij verlangde naar meer contact en verbinding met anderen. Ze had nogal wat conflicten op haar werk en in haar omgeving. In de gesprekken met mij uitte ze zich opvallend vaak boos en verongelijkt over situaties, over collega’s die niet nadachten, de secretaresse die niet genoeg deed, de andere moeders op de school van haar kind die zich volgens haar onverantwoordelijk gedroegen. Ik voelde haar boosheid en werd er zelf bozig van. Als ik haar in mijn omgeving had, dacht ik, zou ik ook moeite hebben met al die scherpe oordelen. Bewust stapte ik toen uit die positie van mijn eigen gevoel en zoomde in op de andere positie: haar gevoelens. Ik leefde me in en voelde de zwaarte die ze met zich meedroeg. Ze voelde zich altijd verantwoordelijk, kon niet loslaten en zag om zich heen mensen die de kantjes ervan afliepen. Zelf deed ze zo haar best, maar ze voelde zich ten diepste niet gezien. Vervolgens ging ik uitzoomen en stapte in de helikopterpositie. Van daaruit zag ik twee vrouwen, van wie de een heel graag kwetsbaar wilde zijn en contact wilde maken en de ander – ik dus in dit geval – afhaakte, zoals zoveel mensen bij haar deden. Op het moment dat ik zo kan kijken, weet ik ook wat ik moet doen, welke interventie passend is.

Nog een voorbeeld. Een cursist van een van mijn opleidingen bleef tijdens de uitleg van een model maar vragen stellen over praktische zaken en details die niet ter zake deden. Ik had al een paar keer aangegeven dat ik graag eerst mijn verhaal wilde afmaken voor ik vragen zou beantwoorden en ik raakte geïrriteerd. In plaats van mijn irritatie te uiten, verplaatste ik me in haar. Wat maakte dat ze dit zo graag nu wil weten, hoe was dit voor haar, wat zou zij voelen? Ik zag dat zij waarschijnlijk wat meer zekerheid wilde hebben, uit onzekerheid of behoefte aan controle. Als ik verder zou gaan zonder haar vragen te beantwoorden, zou ik haar nog onzekerder maken.

Dat nam mijn irritatie weg en ik kon haar geruststellen door haar te vertellen op welk punt in het programma al haar vragen beantwoord zouden worden.

De ik-positie

Onder het luisteren naar je coachee zoom je in op je eigen gevoelens. Je let op wat de coachee met jou doet, je observeert wat er in jouw lichaam gebeurt. Deze coach-houding heb je nodig om echte empathie te ervaren en je coachee te laten voelen dat je meeleeft, dat je hoort wat ze zegt.

Positie Ik is ook essentieel bij het (respectvol) confronteren. Als een coachee jou een onprettig gevoel bezorgt, dan zal hij dat ook op het werk doen. Hoe komt hij binnen, hoe groet hij je, is er iets in zijn gedrag dat jou tegen de haren instrijkt?Confronteer hem met jouw gevoel: “Ik schrik ervan als je binnenkomt en meteen kritiek hebt op de inrichting van mijn kamer. Heb je dat vaker, dat mensen van je schrikken?” Daarop kun je verder coachen.

Fixatie positie IK: Onzeker raken, je afvragen of de coachee gelijk heeft. “Hoe zou jij deze kamer dan inrichten?” Als je eigen ‘verhaal’ op de voorgrond gaat staan, kun je niet meer goed coachen.

De ander-positie:

Zoom in op je coachee, kruip onder haar huid, in haar hoofd. Wees nieuwsgierig en vraag uit, probeer erachter te komen wat ze voelt, wat ze denkt, hoe het voor haar werkt. Zet je eigen normen, waarden en gedachten even opzij om je in te leven.

Fixatie positie ANDER: Je kunt ook te veel meegaan in het verhaal van je coachee, te sterk meevoelen, of verloren raken in de details van haar verhaal. Ook dan kun je niet meer goed coachen. Je cliënten zijn juist op zoek naar iemand die wat meer afstand kan houden.

Aandacht voor de ander is een keuze. Soms komt er een gedachte van mijzelf langs, eigen sores, die pareer ik. Door weer in te zoomen op de ander. Ik geeft aandacht zonder oordeel of commentaar. Adem rustig en ben met volledige aandacht bij de ander. Ook ben ik mij bewust dat het niet om mij gaat, dat ik zoveel mogelijk eigenbelang uit mijn aandacht haal. Eigenbelang kan bijvoorbeeld zijn dat je bezig bent met de coachee, of hij jou aardig vindt of voor jou als coach gaat kiezen. Vindt hij mij aardig of koopt de coachee het traject. Ook belangrijk dat je je niet laat afleiden door de coachee zelf, door verhalen die horen bij bij het niveau praten over. Verhalen die ook op het schoolplein worden verteld.

De helikopter-positie:

Her zoom je uit. Je hangt als het ware boven het gesprek en registreert wat jullie allebei zeggen, hoe jullie op elkaar reageren. Waar gaat het gesprek over, hoe loopt het proces en wat zijn jullie samen aan het doen? Zo kan het je bijvoorbeeld opvallen dat de coachee zich hulpeloos voordoet en dat de coach (jij dus) steeds harder gaat werken om een goede oplossing te verzinnen.

Fixatie positie helikopter: verstarring in de helikopter-positie betekent dat je je gevoel uitschakelt. Het proces is belangrijker geworden dan het contact.

4.Na de sessieNa de sessie reflecteer ik op de sessie. Soms kort en soms wat langer. Handig is deze reflectietool te gebruiken.

Stap 1 terugblikWat dacht voelde of deed ik in de sessie?Wat was het effect?Wat ging goed en wat kan beter?

Ik heb een coachee Willem. Hij is directeur van een bedrijf en wil meer rust en focus. In de sessie merk ik dat hij mij aan het overtuigen is dat hij nu toch geen rust kan nemen, omdat het bedrijf er slecht voorstaat. Ik merkte dat ik een beetje ongeduldig werd en iets te ongenuanceerd zei: maar je wilde toch rust?

Het effect was dat hij zich nog meer ging verdedigen en verklaren. Wat goed ging is dat ik niet geheel meeging in zijn verhaal wat minder was dat ik het uit de macho deed waardoor hij zich ging verdedigen in plaats van reflecteren.

Stap 2 bewustwordingWat is de reden trigger of oorzaakDoe ik dit vaker?

De trigger is tweeledig, als je ergens last van hebt moet je wat doen (uit mijn script) en kies nou gewoon voor je kinderen. Het leven is zo kort! (uit mijn persoonlijke ontwikkeling) Ik realiseer me dat dit van mij is en dat de ander daar niet bij gebaat is. Er ik mijn nieuwsgierigheid verlies. Terugdenkend heb ik dat vaker bij mensen die koste wat het kost willen presteren terwijl ik denk: er is zoveel meer.

Stap 3 heb ik iets te lerenKan ik iemand iets vragenKan ik iets lezen

Als ik zo reflecteer bedenk ik mij dat ik met Monica ga praten en goede vriendin van mij die ook niet kan stoppen. Om mijn nieuwsgierigheid en empathie weer aan te zetten.

Stap 4 Volgende keerVoornemens volgende keer

Volgende keer ga ik hem vragen wat hij aan dit traject heeft en wat het hem oplevert, tussenevaluatie en ik ga meer empathie inzetten voor zijn onvermogen minder te doen en zijn angst dat het mis gaat.

Wanneer ga je stoer interveniëren?Bovenstaande stappen zet ik altijd om te voorkomen dat je gefixeerd of geraakt raakt en jouw eigen stuk mee gaat coachen. Terug naar het begin, we hebben het over stoere interventies. Waarom bovenstaande stappen zo belangrijk zijn is dat je moet voorkomen dat je een coachee lastig gaat vallen met iets wat van jou is. Als je bijvoorbeeld te gehaast een sessie inloopt ben je misschien nog teveel met jezelf bezig waardoor je onvoldoende kan luisteren naar wat de ander zegt. Je zou dat een stoere interventie kunnen doen die gaat over de onrust die je voelt bij je coachee terwijl dat je eigen onrust is. Of dat jij een oordeel hebt over delen van de coachee die te maken hebben met een stuk van jou, niet met de coachee. Het allerbelangrijkste van stoere interventies is dat je je coachee er verder mee helpt. Als je te pas en te onpas zaken benoemd kunnen ze zelfs schadelijk zijn, en dan kan nooit de bedoeling zijn. Wanneer het helpend is een stoere interventie in te zetten is als de reguliere ingang niet werkt, je meer diepgang wilt en het traject wat meer body mag krijgen.

Wat wij onder stoere interventies verstaan zijn de volgende:

Respectvol confronteren Speelse interventies

Het zijn interventies waar de coach de veiligheid van het analyseren en vragen stellen verlaat en zichzelf, zijn creativiteit, speelsheid en zijn intuïtief meer gaat inzetten. En de coachee ontregelt. Coaching mag ook schuren.

1.Respectvol interveniëren

Nanja weet niet goed wat hij wil, voelt zich generalist, maar moet binnen zijn organisatie meer een kennisgebied claimen. Hij moet kiezen. Hij vertelt dat zijn vrouw thuis alles bepaalt en dat hij daar geen problemen mee heeft. Op het derde gesprek dat we hebben, heeft hij zich niet voorbereid en hij kan niet verzinnen wat hij wil bespreken.

Piet vertelt dat hij, als hij een bij mij komt voor een gesprek, altijd bedenkt wat hij aan moet. Dat hij de perfecte trui aan wil en mooie schoenen. Dat hij altijd heel zenuwachtig is, ook na meerdere gesprekken. Zijn coachthema is dat hij zich minder van anderen wil leren aantrekken.

Marie is CEO en in coaching om haar angst voor haar CFO te beteugelen. Ze maakt zich regelmatig klein en laat zich onder druk zetten. Tijdens het coachen gebeurt het regelmatig dat ik een vraag stel en dat ze geen antwoord heeft. Ze gaat erover nadenken en mailt dan achteraf. Ook de vraag, wat vond je van dit gesprek kan ze nooit beantwoorden, ik krijg altijd nog een appje hoe ze het ervaren heeft.

In het contact tussen jou en de coachee gebeurt onbewust vaak waar het de coachee werkelijk om gaat. Iemand met de doelstelling dat hij meer moet plannen, komt vaak te laat in de sessies of verschuift afspraken. Iemand die weinig proactief is, bereidt zich niet voor en legt het gesprek in jouw handen. Iemand die zijn plannen niet over de bühne krijgt praat bij jou vooral over details en is niet te volgen. De informatie uit deze gesprekken is belangrijk om te gebruiken als informatie voor de coachee. Het zijn zaken die anderen misschien ook opvallen, alleen zeggen ze het niet (maar misschien wel tegen elkaar bij de koffieautomaat).

Bij al deze voorbeelden, en ik ga er vanuit dat het in elk gesprek en traject gebeurt, hebben het gedrag en de reactie met het leerdoel en het functioneren te maken. Je benoemt iets wat je een paar keer, in verschillende vormen, hebt gezien. Je benoemt dus niet een incident, maar een patroon. Als iemand een keer te laat komt kan het toeval zijn. Als iemand structureel te laat komt, is het vaak iets wat typerend is voor de coachee. Het kan zijn dat hij niet goed plant, dat zijn timemanagement niet goed ontwikkeld is of dat iemand nooit kiest voor zaken die belangrijk voor hem zijn of dat de coachee zich heeft laten sturen zonder dat hijzelf het belang van coaching inziet.

De belangrijkste stoere interventie is het openleggen wat er gebeurd wat je ziet bij de coachee, wat je opvalt aan het contact en het traject. Het in het hier en nu interveniëren of het respectvol confronteren. Of het heterdaadje het bespreekbaar maken wat er speelt. Gewoon benoemen wat jou opvalt, respectvol interveniëren. Wat heel belangrijk is bij stoere interventies, dat je ze uit het hart kan doen. Dus met compassie en liefdevol. Als je al afgehaakt bent of oordelen hebt voelt de coachee zich bedreigd en onveilig en is zo’n interventie niet helpend en gepast.

Bij het benoemen is het van belang: 1. Dat je niet je eigen normen, waarden en angsten op de ander projecteert. Als jijzelf

als coach snel onder de indruk bent van dominantie kan het zijn dat je het voor jou dominante gedrag te snel ziet als fors en akelig. Terwijl er objectief gezien niet veel aan de hand is.

2. Dat je het oordeelsvrij doet. Als jij het vanuit ergernis gaat zeggen voelt iemand zich mogelijk aangevallen, de coachee zal in de verdediging gaan in plaats van reflecteren op wat er gezegd wordt (Mature Rol)

3. Dat je de inhoud minder belangrijk maakt, dus benoem wat je ziet, niet wat je hoort en benoem wat je voelt, los van wat iemand zegt.

Waarom werken in het hier en nuHet interveniëren in het hier en nu is altijd effectiever dan het werken in het daar en dan.Waarom is het effectief:

• Je ziet het gedrag op het moment dat het gebeurt en kan dat dan samen ‘spot-on’ onderzoeken;

• Je kunt feedback geven die anderen niet geven op het moment dat het gebeurt, zodat de coachee ook precies weet over welk moment het gaat (dat is anders dan wanneer iemand achteraf feedback krijgt;

• Je ontregelt het vanzelfsprekende betoog van de coachee en dat stelt de coachee in staat om te leren.

1.Respectvol interveniëren

1.Signalen bij jezelf, introspectieJe merkt voor, tijdens of na het coachingsgesprek sterke gevoelens of signalenMama macho molMama: je merkt dat de coachee bij je oproept dat je de neiging hebt te gaan zorgen of

adviezen te gaan geven. Of dat je je zorgen maakt of hij het wel redt. Je wilt tussendoor appen en vragen hoe het gaat. Je voelt je verantwoordelijk voor het gesprek. Wil iemand heel graag helpen en merkt dat je vindt dat hij het zelf niet kan. Iemand heel lief vindt. Het belangrijk vindt dat de coachee jou aardig vindt.

Macho je merkt dat je een oordeel hebt over de coachee en iets vindt van zijn gedrag, oplossingen of manier van communiceren

Mol je merkt dat je een beetje afgehaakt bent, dat je zaken niet meer benoemd, niet meer goed kan luisteren.

Stap 1. Stap in de helikopter: creëer afstand Kijk vanuit de helikopter naar beneden en stel jezelf de volgende vragen.

1. Kijk naar het gedrag: incident, toeval of patroonWat gebeurt er bij de coachee? Richt je aandacht op het gedrag van de coachee. Wat gebeurt er nu, wat gebeurt er tussen ons en wat doet hij nu precies? Deze vragen stel je jezelf. Als je antwoord hebt, bekijk je of dit: • een incident is – dat wil zeggen dat het alleen maar deze ene keer gebeurt; • of toeval – dat kan het nog steeds zijn, ook als het twee keer gebeurt; • of een patroon: dan is het gedrag dat je steeds weer ziet bij de coachee.

De coachee laat bijvoorbeeld passief merken dat hij ontevreden is met de coaching, stelt vragen als: ‘Heb je niet meer oefeningen dan dit?’ Vraag jezelf dan af of je dit eerder hebt gezien: heeft hij een geschiedenis van klagen en mopperen op anderen? Met andere woorden, is dit een patroon?

2. Kijk naar jezelf: is dit van jou?Als het inderdaad een patroon blijkt te zijn, dan is het zaak eerst te onderzoeken of dit met jou of jouw persoonlijke thema te maken kan hebben. Stel dat je zelf veel belang hecht aan bescheidenheid en je merkt dat het voor je coachee geen enkel probleem is om zeer positief, flatterend en waarderend over zichzelf te praten. Als je daar last van hebt, is het de vraag of jij dit gedrag zou moeten benoemen als problematisch patroon van de coachee, of dat je daar zelf geraakt wordt in een persoonlijke zwakke plek. Zou jij dat nooit kunnen, met zoveel waardering over jezelf praten? Is dat laatste het geval, koppel dan je gevoelens los van je professionele aanpak en ga gewoon verder met de coachee. Als je weet dat dit niet met jou te maken heeft, maar echt met het gedrag van de coachee en het gedrag is een patroon, dan is het belangrijk naar de coachee te kijken en hem hierover een vraag te stellen. Het kan ook zijn dat je je snel zorgen maakt over coachees die niet vooruitkomen, dat heeft dan meer met jou te maken dan met de coachee. Of dat je de neiging hebt te snel conclusies te trekken of er snel een model bij haalt: dan kan je dit ook even laten liggen en naast je neer leggen.

Als je vaker deze gevoelens hebt is het belangrijk dat je zelf in supervisie of intervisie dit gaat aanpakken. Als dit niet zo is, dus echt bij deze coachee hoort kan je respectvol interveniëren. Als het ook de coachee verder gaat helpen.

Ook van belang: Gaat interveniëren het traject verder helpen?Zorg ervoor dat je interventies altijd positief worden ingezet, waarbij jij het idee hebt als coach dat de coachee er baat bij gaat hebben. Intervenieer vanuit een volwassen mindset.

Je zet het niet in als reflex of boosheid. Je zet de interventie strategisch in, gekozen in de helikopter.

Stap 2. Hier en nu interveniëren: zo doe je datIs het duidelijk dat het gaat om een patroon van de coachee dat invloed heeft op zijn leerdoel, dan confronteer je hem er respectvol mee of maak je het respectvol bespreekbaar. Respectvol is het sleutelwoord. Zodra een coachee een oordeel hoort of ongeduld in je stem bespeurt, zal hij niet meer luisteren naar wat je zegt. Hij kan bang worden dat hij het niet goed doet. Hij zal bijvoorbeeld de neiging krijgen zich te verdedigen. En niet meer horen en voelen waar het werkelijk over gaat.

3. RESPECTVOL INTERVENIEREN stappen 1.Iemand onderbreken Zeggen dat je graag wat teruggeeft. Je hoeft niet altijd te wachten tot je coachee zijn hele verhaal heeft verteld. Je kunt vriendelijk vragen: ‘Mag ik je even onderbreken? Vind je het goed dat ik je teruggeef wat ik je zie doen?’ Als je het doet op het moment zelf, is het effectiever dan wanneer je ermee wacht.

2.Concreet gedrag benoemen. Benoem het gedrag en het patroon dat je ziet, neutraal, op een heldere manier, zonder oordeel, interpretatie of emotionele lading. Hoe concreter hoe beter. ‘Ik zie je dit doen, ik hoor je dat zeggen.’ De coachee moet precies weten waarover het gaat.

3.Effect op jou en mogelijk linken aan leerdoel of effectiviteit coaching

4.Vragen aan de coachee of hij dit herkent en hoe het is dit te horen

5.Samen kijken wat hiermee te doen, hoe dit op te pakken in de gesprekkenJe kunt met je coachee bespreken of hij verder wil met wat er nu is gebeurd in het gesprek, of hij dit wil bespreken en wil uitdiepen; of dat je het gesprek weer oppakt waar het gebleven was, vóórdat je hem onderbrak om het zichtbare gedrag bespreekbaar te maken.

Respectvol interveniëren

1.Als gedrag of een patroon zichtbaar is in de sessie waar de coachee mogelijk ook tegenaan loopt op zijn werk of zijn privé-situatie

Steeds als ik Joris probeer te helpen of te begrijpen, zegt hij zo erg is het niet waardoor ik denk, ik kan je eigenlijk niet helpen. Joris heeft ook in zijn werksituatie last van het feit da hij geen hulp kan vragen

Steven, een aimabele man van 45, is in coaching omdat hij te meegaand is en binnen zijn functie te zwabberend. Hij kan overal wat goeds in zien. Tijdens de gesprekken merk ik dat hij alles wat we doen heel interessant en leerzaam vindt en de bal heel erg bij mij legt, op een charmante manier. Ik merk aan mijzelf dat het prettig is met hem te werken omdat hij lovend is en meegaand, maar zie ook dat hij weinig doet met het geleerde en zijn doel uit het oog verliest. Hij is zo gericht op mij dat hij zichzelf vergeet. Tijdens het gesprek bespreek ik met hem of wat er tussen ons gebeurt niet precies is wat er op zijn werk ook gebeurt? Hij herkent het en we kunnen vervolgens in het hier en nu werken aan zijn coachdoel.

Gedrag dat je ziet tijdens de gesprekken, bijvoorbeeld de manier van communiceren of reageren, het al dan niet initiatief nemen, en dat mogelijk gelinkt is aan het coachdoel, moet je benoemen om dit vervolgens samen met je coachee te onderzoeken. Onderzoek hoe dat werkt, wat hij denkt en voelt als hij dit gedrag inzet. Ook voor, na en tussen de sessies kan een bepaald gedrag zichtbaar worden. Iemand verzet veel afspraken, houdt zich niet aan eigen voornemens of vindt het moeilijk zaken die angst oproepen te gaan aanpakken. Daarnaast vertelt de coachee soms iets onschuldigs, bijvoorbeeld iets over zijn kinderen, waarbij je hetzelfde patroon ziet, dat ook past bij het leerdoel.

Zichtbaar in de sessie:Coachee gaat met jou om zoals waarschijnlijk ook met anderenCoachee onderbreekt jou bijvoorbeeld vaak of uit zich kritischZichtbaar buiten sessieCoachee gaat met afspraken om zoals hij waarschijnlijk ook thuis en op het werk doetCoachee levert afgesproken ‘huiswerk’ niet in of houdt zich niet aan voornemensParallelle situatieCoachee vertelt over een willekeurige andere situatie die hetzelfde is als de situatie die te

maken heeft met het leerdoelCoachee vertelt over zijn kinderen, dat hij daar zo vaak boos op wordt en niet consequent kan zijn

Sander rationaliseert alles weg. Het kan altijd erger, neemt zichzelf niet serieus. Hij komt in coaching omdat hij niet weet wat hij wil, neemt zichzelf hier ook niet serieus in.

Ferry wil meer zichtbaar zijn. Maar tijdens de sessies valt het op dat hij ook nauwelijks ruimte inneemt en zacht praat

Sofie wil meer serieus genomen worden. Wat mij opvalt is dat ze supercharmant is maar bij alles lacht en een soort hilarisch verhaal vertelt.

2. Benoemen dat je twijfelt aan effectiviteit van de coaching. Als wat je doet niet werkt bij deze coachee

Met peter ben ik in de gesprekken veel aan het bespreken op een analyserend cognitief niveau. Dit kan hij ook goed maar doet hij vaker. Ik heb niet het idee dat dit hem in beweging brengt.

Bij sanne, die last heeft van een zeer belast verleden vraag ik me af of coaching toereikend is of dat het niet beter therapie kan zijn

Edith heeft last van een trauma waar we achter komen tijdens een van de sessies. Hierover heeft ze nooit gesproken en heeft ze veel last van.

Harry komt altijd trouw en we hebben leuk contact. Toch vraag ik mij af of de coaching wel voldoende effectief is.

Stephan heeft een cognitieve basishouding en wil meer gevoel toelaten. Ik heb dit zelf ook en vraag mij af of wij een goede match zijn

Je merkt dat problematiek van Harry puur persoonlijk en de relatie met persoonlijke ontwikkeling ontbreekt

Suzan zit tegenover mij. Ze ziet er moe uit en geeft aan dat ze niet meer slaapt van de stress. Dat ze nachtenlang piekert en verdrietig is over de dood van haar moeder. Ze komt zeer paniekerig over. Ze wil verder werken aan haar coachdoel, namelijk haar zichtbaarheid vergroten binnen haar organisatie. Ik onderbreek haar en zeg dat mij dat nu geen goed idee lijkt, dat ik vind dat ze eerst voor zichzelf moet gaan zorgen en dat ik haar aanraad dat ze even langs de huisarts gaat voor eventuele medicatie.

Soms vragen coachingssituaties om een procesinterventie. Dit kan zijn omdat je denkt dat een coachee meer gebaat is bij therapie of andersoortige hulp. Het kan voorkomen dat een coachee somber wordt en het beter is dat hij naar de huisarts gaat voor mogelijke medicatie. Ook als het proces niet voldoende oplevert of als je het idee hebt dat er wat tussen jou en de coachee in staat, is het goed het proces en de vooruitgang te bespreken.

3.Benoemen wat in het gedrag of manier van communiceren of reflecteren het coachen en leren in de weg staat. Het verhaal van de coachee is repetitief afdraaien van hetzelfde zonder reflectief element

Hans wuift alle gevoelens weg en maakt vaak grapjes: niet te psychologisch he? Hiermee houdt hij mij op afstand en maakt ook dat het coachproces stagneert

Marieke zegt vaak afspraken af. Hierdoor zit er weinig progressie in de coaching.

Ole heeft het zo druk dat hij niet aan reflectie toekomt. Ik vraag me af of coaching voldoende zin heeftStefanie is mij aan het vertellen over haar collega’s, een soort amusant verhaal, alsof ze mij aan het behagen is maat zelf niet aan het leren

4.Benoemen wat je ziet of mist

Huub vertelt zeer rationeel over zijn scheiding. Je mist het gevoel

Omar heeft zeer veel overgewicht en past nauwelijks in de stoel. Hij heeft hier ook zichtbaar last van, je ziet het hijgen en zweten. Het niet bespreekbaar maken benoem je.

5.Benoemen dat de subpersoon er nu ook is

Koen is zeer kritisch op zichzelf. Hij geeft mij tijdens de sessie feedback op het feit dat ik een talentlijst gebruik en geen punten vrijhoudt voor kritiek. Ik benoem dat zijn subpersoon (zijn criticus) nu waarschijnlijk aan het woord is

Rosie wil dat ik haar help met haar emoties onder controle houden als ze in het ziekenhuis is met haar zieke zoon. Ook hier benoem ik dat haar controleur waarschijnlijk deze vraag stelt.

6.Lastig gedrag los van het leerdoel

Harry heeft als coachdoel: werken aan zijn presentatievaardigheden en zijn angsten verminderen bij presentaties. Hij heeft de neiging de sessies te pas en te onpas te verschuiven. Je merkt dat je het vervelend begint te vinden, omdat je steeds ruimte maakt in je agenda voor een afspraak die toch weer wordt verschoven.

In deze situaties geef je feedback aan de coachee en link je dat niet aan het leerdoel. Je vertelt over jouw eigen gevoel en behoefte in het traject. Je vraagt om commitment of bespreekt de manier van werken nogmaals.

7. Het verhaal van de coachee als (theoretisch) conceptMaddy geeft een aantal voorbeelden van situaties waar ze tegen aanloopt. De eerste gaat over haar boosheid op parkeerbeheer voor een onterechte boete, de tweede over de buren die de heg niet snoeien en de derde over onrecht op het werk. Ik zie in elk verhaal haar machteloosheid en gebrek aan regie terug en stel voor om dat te onderzoeken.

Als coach ontdek je vaak samen met de coachee patronen in de voorbeelden en gevoelens van de coachee. Het patroon dat jij, je coachee of jullie samen zien, past vaak in een theoretisch concept. Iemand vertoont bijvoorbeeld veel duikgedrag en vermijdt zaken die hij spannend of moeilijk vindt. Jij kunt hem dan het concept TA uitleggen, zodat hij in een model kan zien wat er gebeurt. Als dat helder is, is het makkelijker om regie te pakken op het gedrag.Of iemand spaart vaak zegels, in die zin dat ze zich niet uitspreekt en uiteindelijk stil afscheid neemt. Je kunt haar dan voorstellen om te kijken hoe ze assertiever kan reageren, in plaats van subassertief. Je kunt de coachee helpen door te reflecteren, te abstraheren of te

experimenteren. Wat je bij deze interventie doet is abstraheren. Het maakt dat de coachee meer snapt van zijn gedrag en er daardoor meer grip en regie op krijgt.

Speelse interventies

Wat helpend is aan het inzetten van meer speelse interventies is dat je niet blijft steken in praten over of analyseren. Het brengt mildheid, humor en relativeringsvermogen wat zeer behulpzaam kan zijn bij coachees die gepreoccupeerd zijn met lijden en hun problemen. Het is een balans tussen denken voelen doen en beleven.

Hieronder noem ik een paar speelse interventies waaraan je kan denken. Liever nog ontstaan ze op het moment in de sessie spontaan.

DubbelenDubbelen is een techniek die rechtstreeks toegang geeft tot de gevoelslaag van de coachee. Wat je doet als coach is in de ik-vorm verwoorden wat je vermoed wat de coachee ervaart, voelt en wil. Dat doe je niet vanuit je analyse maar uit je empathie en het meebewegen.

Piet had ruzie met zijn vrouw, of eigenlijk had zijn vrouw ruzie met hem. Hij had niet genoeg gedaan in huis en met de kinderen. Hij wordt wel vaker hiervan beticht en weet niet zo goed wat hij hiermee aan moet. Ik vraag hem: wat zou je willen en wat zou je willen zeggen? Hij weet het niet. Ik sta op, ga naast hem staan en zeg: ik wil dat je stopt met zeuren, ik doe hartstikke veel en voor mij is de maat vol. Piet krijgt tranen in zijn ogen. Ja dat zou ik willen zeggen, maar het maakt me zo bang. De rest van de sessie hebben we besteed aan deze angst en manier om zijn behoefte te verwoorden

RolwisselJe wisselt van rol met je coachee waardoor hij zichzelf door de ogen van de ander kan bekijken. En het effect van zijn houding en communicatie kan ervaren.

Kees heeft een medewerker die de kantjes ervan afloopt. Hij heeft dit vaker besproken en ik vroeg hem hoe hij dat besproken had. En ik deed hem na. Bootste de manier na, gebruikte de woorden die hij genoemd had. En ik vroeg kees, maak ik nu indruk op je? Ga je doen wat ik vraag?Kees zag hierdoor dat zijn subassertieve taalgebruik zoveel ruimte gaf dat het niet overkwam bij de ander.

Spelen met delenAls je de voice dialogue beheerst is het leuk om te spelen de delen die je hoort of niet hoort. Je kan spelen door naast iemand te gaan zitten en in iemands oor de tekst te roepen die zoveel impact hebben op de coachee. Of je laat iemand een Playmobil poppetje pakken of ander voorwerk in de ruimte die het deel representeert.

Opwekken van heterdaadjeIemand komt met het doel om meer grenzen aan te geven of bijvoorbeeld omgaan met autoriteiten. Je kan dan in de sessie de situatie nabootsen.

Ik had een coachee die slecht zijn grenzen kon aangeven. Op een gegeven moment ben ik heel dicht naast hem gaan zitten. En hij bleef doorpraten. Toen ik vroeg of hij het fijn vond zei hij: nee, en we konden goed bespreken wat hij had kunnen doen.

Doe maar gekLaat je coachee iets doen wat hij normaal niet doet of kan. Gewoon om te ervaring mee te nemen. Een beheerste coachee heel hard laten gillen en schelden. Iemand die actiegericht en snel is, eerst heel rustig langzaam laten ontspannen. Of iemand heel veel empathie laten hebben bij iemand waar hij een hekel aan heeft.

Laatst heb ik een cursist die heel beleefd was opgevoed alleen maar onbeleefde interventies laten doen. Voortdurend onderbreken. Tot we echt heel erg moesten lachen en de weg vrij was om iemand te onderbreken.