-DDUYHUDQWZRRUGLQJ - Geef uzelf een Nieuwe Kans! - … · Bemoeizorg Het projectleiderschap van het...

45

Transcript of -DDUYHUDQWZRRUGLQJ - Geef uzelf een Nieuwe Kans! - … · Bemoeizorg Het projectleiderschap van het...

Gemeente Tilburg en regio Midden-Brabant

Jaarverantwoording 2013

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 1

Gemeente Tilburg en regio Midden-Brabant

Jaarverantwoording 2013

In dit document treft u de jaarverantwoording aan van de gemeentelijk gefinancierde zorg en preventie. Deze is voorzien van een accountantsverklaring, die u separaat toegezonden wordt. De zorg die Novadic-Kentron in 2013 geleverd heeft vanuit de AWBZ, de ZVW en de forensische zorg wordt verantwoord in het maatschappelijk jaardocument zorg. In mei wordt ook een jaarbericht uitgegeven met de highlights van het afgelopen jaar. U vindt de complete jaarverslaglegging te zijner tijd op www.novadic-kentron.nl

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 2

Stedelijk Kompas

Ambulante verslavingszorg

Relevante ontwikkelingen in de zorg

In de regio Midden-Brabant heeft een aantal thema’s in 2013 veel aandacht gekregen. In 2013 is de ketensamenwerking verder versterkt. Bijvoorbeeld via het Zorg- en Veiligheidshuis waarbij verschillende medewerkers van Novadic-Kentron actief samenwerken met de gemeente en ketenpartners. Hierin zijn zowel de zorg als ook de verslavingsreclassering van Novadic-Kentron actief, met name in de top-100 aanpak en in de persoonsgerichte aanpak. Tevens is Preventie het afgelopen jaar een steeds nadrukkelijker onderdeel geworden van de ketensamenwerking. Verder heeft Novadic-Kentron in 2013 deelgenomen aan relevante ontwikkelingen op het gebied van frontlijnsturing (ondersteuning dichterbij) en transitie jeugd. Novadic-Kentron heeft een duidelijke rol gehad met als uitdagingen vooral de afstemming van preventie en de eerste lijnszorg met de generalistische professionals in het wijkgerichte werken en het adequaat inzetten en toegankelijk maken van de tweedelijnsvoorziening via ambulantisering en een versterking van outreachend werken. Het werken vanuit de kracht van de burger en het betrekken van het systeem en de omgeving van cliënten past in de behandelvisie CRA van Novadic-Kentron1. Ook met FACT en via de versterking van de outreachende functies vanuit het Veiligheidshuis zullen we sneller en beter kunnen inspelen op de problematiek. Maar ook de herstelbenadering van de MSS methodiek biedt hierin grote kansen. Één van de prominente thema’s in het publieke debat in Tilburg betrof de voorgenomen verhuisplannen van Novadic-Kentron naar de Jan Wierhof. Het voornemen is om de komende jaren een aantal voorzieningen van Novadic-Kentron (onder andere de Medische Heroïne-unit (MHU), kliniek, polikliniek, methadonverstrekking en kantoorfuncties) te huisvesten op het terrein van GGZ Breburg. Deze beweging heeft vooral in de wijk Armhoefse Akkers een groot bewonersprotest en –verzet opgeroepen. Begin 2013 heeft de gemeenteraad groen licht gegeven voor de plannen. Er is veel tijd en energie gaan zitten in de communicatie en gesprekken met buurtbewoners, gemeente en ketenpartners. Novadic-Kentron wil zich als goede buur en betrouwbare partner uiteraard ook in de nieuwe omgeving welkom voelen. We zien dat het imago van onze doelgroep in belangrijke mate de basis is voor maatschappelijke onrust. We zullen er dan ook hard aan gaan werken om dit beeld in positieve zin bij te stellen. Dat we dat kunnen hebben we

1 De CRA-behandeling (Community Reinforcement Approach) richt zich op het ontwikkelen van een nieuwe leefstijl die meer beloning geeft dan middelengebruik. CRA is gebaseerd op de aanname dat bekrachtigers uit de sociale omgeving van grote invloed zijn en bepalen of het gebruik van alcohol en/ of drugs wordt voorgezet. CRA richt zich dan ook primair op bekrachtigers in de fysieke omgeving, zoals het gezin, woonomgeving, vrienden, vrijetijdsbesteding, werk, etc.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 3

bewezen in onze reeds bestaande voorzieningen in Tilburg, waarbij er in de buurt/omgeving zelfs sprake is van toegenomen veiligheidsgevoelens in de buurt (MHU-buurtenquête 2012). In 2012 is het project Housing First gestart waarin Traverse, RIBW, GGZ Breburg en Novadic-Kentron samenwerken met woningcorporaties, met als doel om de kwetsbare doelgroep te ondersteunen via het aanbieden van een woning. Hiermee wordt rust en stabiliteit gecreëerd en kan er rondom de cliënt op maat een pakket van flankerende zorg worden geboden op het gebied van activering, behandeling en het vergroten van de participatiegraad. Vanzelfsprekend betreft het ook cliënten met verslavingsproblemen, dus is onze inzet en expertise belangrijk binnen het project. In 2013 is het project volop in uitvoering.

Gebruiksruimte

Novadic-Kentron exploiteert een gebruiksruimte waar drugsverslaafden onder toezicht van hulpverleners hun drugs op een veilige en hygiënische manier kunnen gebruiken. In 2013 is deze gebruiksruimte 105 uur per week open geweest. In deze ruimte zijn in 2013 gemiddeld vier verschillende cliënten per dag geweest. Dit waren er in 2012 ook vier en in 2011 zes. In totaal maakten vorig jaar 28 cliënten gebruik van de gebruiksruimte. Dit waren er in 2012 26. We zagen een duidelijke afname die veroorzaakt werd door de veranderde doelgroep binnen De Loop (voorheen Het Dienstencentrum) van SMO-Traverse. Afgelopen jaar heeft er een stabilisatie van het aantal cliënten plaatsgevonden met betrekking tot deze doelgroep. Vanuit de Basiszorg van Novadic-Kentron wordt de doelgroep die niet binnen de gebruiksruimte komt ambulant benaderd. Deze doelgroep voldoet aan de eisen om toegelaten te worden tot de gebruiksruimte maar woont/verblijft elders (o.a. bij andere locaties van SMO-Traverse en het RIBW). Vanuit Basiszorg worden ze ambulant benaderd om ze in beeld te houden en zorg aan de basis te kunnen bieden. Alle cliënten die de gebruiksruimte bezoeken maken onderdeel uit van de zorgplansystematiek en hebben een zorgplan. Als we kijken naar de totale doelgroep van De Loop van SMO-Traverse hebben 45 cliënten ondersteuning vanuit Novadic-Kentron op het gebied van financiën of andere flankerende zorg (zoals geneeskundige zorg en casemanagement). Een deel van deze nieuwe groep heeft een tijd in detentie gezeten. De inzet van externe beveiliging bij de methadonverstrekking is 100% en loopt in de pas met de begrote productie. In de doorontwikkeling van Ambulante Basiszorg en het bereiken van deze doelgroep is afgesproken hierin samen op te trekken met SMO-Traverse en de gemeente. Ook lopen er afspraken met SMO-Traverse om de bereikbaarheid en de toegang tot de gebruiksruimte aan te passen zodat meer cliënten hier gebruik van kunnen maken en de overlast en onveiligheid op straat zo veel mogelijk beperkt wordt. Met betrekking tot de omgevingsveranderingen in de Spoorzone blijft dit een belangrijk aandachtspunt. Binnen De Loop bestaan verbouwings- en aanpassingsplannen waarmee ook in ruimtelijke zin de voorzieningen een plek kunnen krijgen.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 4

Medische Heroïnebehandeling

Medische heroïne wordt enkel ingezet bij de behandeling van langdurige, chronische verslavingsproblematiek waarbij gebleken is dat diverse eerdere behandelingen niet succesvol waren. De cliënten die voor medische heroïnebehandeling in aanmerking komen, maken reeds langere tijd gebruik van de methadonverstrekking. Alle cliënten hebben een trajectplan, waarin veel aandacht is voor sociale activering.

Bezetting

In het begin van 2013 was er gedurende enkele maanden een tijdelijke bezetting van 19 cliënten, waarna de rest van het jaar sprake is geweest van een bezetting van het maximum aantal van 20 cliënten. Flankerende zorg

� 1 cliënt heeft een casemanager; � 2 cliënten hebben woonbegeleiding van Novadic-Kentron; � 1 cliënt gaat naar de zorgboerderij (Novafarm) van Novadic-Kentron; � 2 cliënten hebben financiële begeleiding vanuit Novadic-Kentron; � 5 cliënten hebben woon- en financiële begeleiding via Traverse; � 2 cliënten hebben dagbesteding bij het RIBW (door ons gezocht); � 4 cliënten wonen op het sociaal pension met de daarbij behorende woon- en financiële begeleiding en dagbesteding, waarvan 2

cliënten ook begeleiding krijgen vanuit het ACT-team (GGZ); � 3 cliënten hebben enkel ondersteuning vanuit de medische heroïne behandeling; � 2 cliënten hebben een betaalde baan en wonen geheel zelfstandig, wat ook goed gaat; � 1 cliënt woont bij het RIBW en heeft daar ook begeleiding en dagbesteding; � 1 cliënt woont thuis bij zijn moeder en heeft begeleiding vanuit het ACT-team. Deze wil graag te zijner tijd op zichzelf gaan wonen

met begeleiding; � Er zijn geen cliënten dakloos. Een aantal cliënten doorloopt meerdere trajecten tegelijkertijd, bijvoorbeeld werken op de zorgboerderij en woonbegeleiding. Hierdoor komt het aantal boven de 20 uit. Voor een aantal cliënten wordt nog gezocht naar (beter) passende dagbesteding en activiteiten.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 5

Gezondheid

� Cliënten met COPD-klachten zijn nu stabiel; � Bij diverse cliënten is Hepatitis-C vastgesteld tijdens de intake en daar is actie op ondernomen met betrekking tot onderzoek/

behandeling; � Cliënten die eerst spoten en nu niet meer, hebben geen ontstekingen meer; � Cliënten komen aan in gewicht doordat ze meer rust in hun dagritme hebben; � Cliënten worden begeleid om actie te ondernemen om naar de tandarts te gaan, eventueel onder begeleiding; � Cliënten worden beter in de gaten gehouden bij diverse (gezondheids)klachten, waardoor klachten eerder gesignaleerd worden

en interventies eerder kunnen plaatsvinden; � Er is samenwerking met andere instanties zoals Traverse, RIBW en GGZ in de begeleiding van cliënten, zodat begeleidingsplannen

integraal opgesteld kunnen worden. De Medische Heroïnebehandeling heeft positieve effecten op de afname van politie- en justitiecontacten van onze cliënten. Ze komen veel minder tot niet meer in aanraking met justitie. Er zijn geen klachten in de omgeving van de MHU.

Maatschappelijke Dienstverlening

Een aanzienlijk deel van de chronisch verslaafden heeft te kampen met (grote) financiële problemen. Juist de combinatie van chronische verslaving en financiële problemen resulteert vaak in een vicieuze cirkel die voor cliënten moeilijk te doorbreken is. Met behulp van de inzet van een maatschappelijk dienstverlener proberen we de cliënten bij te staan en te helpen om hun financiële huishouding op orde te brengen. Deze doelgroep vraagt een specifieke aanpak waarbij het belangrijk is laagdrempelige begeleiding te bieden. De begeleiding is er op gericht om de situatie van cliënten te stabiliseren en waar mogelijk te verbeteren. Deze flankerende zorg wordt onder andere geboden voor cliënten van de Medische Heroïnebehandeling (MHU). Daarbij wordt gebruik gemaakt van bijvoorbeeld budgetbeheer of het toeleiden naar beschermingsbewind. Daarnaast constateren we een algemene toename aan hulpvragen op het gebied van financiën bij al onze cliënten. Steeds meer mensen hebben te kampen met de gevolgen van de economische crisis en de financiële consequenties daarvan. Het financieel spreekuur op de Edisonlaan wordt dan ook druk bezocht. Een deel van de hulpvragen kan met een korte interventie worden beantwoord. Het volstaat dan om informatie te verstrekken over hoe een cliënt kan omgaan met schuldeisers of waar een cliënt terecht kan voor bijvoorbeeld de meedoen-regeling. Complexere problematiek wordt verwezen naar de meer intensieve geïndiceerde trajecten, intern of extern. Inzet is er in eerste instantie op gericht om ‘erger’ te voorkomen. Zo

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 6

kan de inzet bijvoorbeeld worden aangewend om een dreigende uithuiszetting te voorkomen door een schuldenregeling te treffen. Het blijkt voor cliënten met een verslavingsprobleem tot nu toe moeilijk om zich door andere maatschappelijke instellingen op dit gebied te laten helpen. Elders wordt onze doelgroep als lastig en complex ervaren en ontbreekt het aan expertise op het gebied van verslaving. Omdat de mogelijkheden van Novadic-Kentron voor het bieden van maatschappelijke dienstverlening beperkt zijn en we cliënten niet langer dan nodig binnen de gespecialiseerde GGz willen houden, zijn we in gesprek met het IMW en SMO Traverse over intensievere samenwerking op dit terrein.

Zorgwekkende zorgmijders

Bemoeizorg

Het projectleiderschap van het bemoeizorgteam ligt bij de GGD Hart voor Brabant. Deze treedt op als penvoerder en rapporteert namens het bemoeizorgteam aan de gemeente over de voortgang en legt verantwoording over 2013 af. Bemoeizorg richt zich op het signaleren en traceren van en contact leggen met (verslaafde) zorgmijders en leidt hen, indien mogelijk, naar reguliere zorgtrajecten. Het zijn veelal chronische, psychiatrische cliënten met verslavingsproblematiek, die in sommige gevallen ernstig dreigen te verloederen en overlast kunnen veroorzaken. Naast dak- en thuislozen bestaat deze doelgroep ook uit mensen die kampen met verborgen leed ‘achter de voordeur’. Zij vallen niet direct op door overlast of onmaatschappelijk gedrag. In de jaarrapportage die vanuit bemoeizorg separaat zal worden aangeleverd vindt u de resultaten en activiteiten die in het afgelopen jaar zijn behaald. Binnen bemoeizorg zien wij een duidelijke rol voor Novadic-Kentron omdat we ons als organisatie verantwoordelijk voelen voor cliënten die geen hulp voor hun problemen zoeken, maar enerzijds door hun verslaving veel last ervaren en anderzijds overlast veroorzaken voor de samenleving. De CTI-methodiek die door het bemoeizorgteam wordt gebruikt, sluit in de praktijk goed aan bij de CRA-methodiek die door Novadic-Kentron wordt gehanteerd. Als bemoeizorgcliënten gemotiveerd zijn blijkt toeleiding naar de reguliere zorg goed aan te sluiten. De samenwerking binnen het bemoeizorgteam en met andere ketenpartners in het Zorg- en Veiligheidshuis wordt als plezierig en constructief ervaren. De werkplek waarin men andere instanties letterlijk kan ontmoeten blijkt een grote meerwaarde te hebben voor de samenwerking. In 2013 is door drie ervaren medewerkers een belangrijke inzet gedaan in het stedelijk bemoeizorgteam. Zij delen onder andere hun expertise met betrekking tot verslaving met hun collega’s zodat ook verborgen problematiek zichtbaar wordt. In 2013 is de samenwerking met het Outreachend Interventieteam geïntensiveerd.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 7

Outreachend Interventieteam (OIT)

Het Outreachend Interventie team (OIT) is een samenwerkingsinitiatief van Novadic-Kentron en De Loop voor dak- en thuislozen van SMO Traverse en richt zich op het voorkomen van overlast en onveilige situaties in de directe omgeving van de voorzieningen van Traverse aan de Gasthuisring. Doel is het tegengaan van (gevoelens van) onveiligheid in de buurt door het toeleiden van potentiële cliënten naar de reguliere zorg en opvang. Indirect richt de aanpak zich op winkeliers, ondernemers en buurtbewoners door enerzijds het in beeld brengen van en snel en adequaat reageren op signalen van overlast en anderzijds door alle betrokkenen te informeren over de doelgroep en de werkwijze van het team. De OIT-medewerkers blijven zich richten op overlast. Er is vooral meer inzet geweest op het gebied van overlastcontacten. Hierin is de samenwerking met politie en buurt regelmatig gezocht. Vooral door de ontwikkelingen in de Spoorzone blijft dit een belangrijk aandachtsgebied. Onze outreachende medewerkers zijn nog steeds een herkenbaar gezicht op straat en hun inbreng in diverse overlegsituaties wordt bijzonder gewaardeerd. In 2013 is de samenwerking met team Bemoeizorg geïntensiveerd. Een verdere toelichting wordt binnen de jaarrapportage van Team Bemoeizorg gedaan.

Bevorderen zelfredzaamheid: MSS

Maatschappelijke Steunsysteem (MSS)

De gemeente Tilburg heeft zich ten doel gesteld de participatie van alle kwetsbare burgers te bevorderen. Zelfredzaamheid en sociale stijging is daarbij een belangrijk speerpunt. Tilburg heeft ervoor gekozen deze doelstellingen voor mensen met psychische en psychiatrische problematiek te realiseren door middel van het ontwikkelen van Maatschappelijke Steunsystemen. Een Maatschappelijk Steun Systeem (MSS) wordt gedefinieerd als een gecoördineerd netwerk van personen, diensten en voorzieningen waar mensen met een psychische handicap zelf deel van uitmaken en dat hen op vele manieren ondersteunt in de participatie aan de samenleving (Bron: visiedocument GGZ Nederland, 2008). Om de participatie van burgers met psychische en psychiatrische problematiek zo efficiënt mogelijk te maken, heeft de gemeente in 2010 besloten om de middelen van GGz Breburg voor de ontwikkeling van MSS in te zetten. De gemeente Tilburg heeft ambities met het Maatschappelijk Steunsysteem. Idealiter verbindt een MSS de activiteiten en de ontwikkelingen van vele organisaties (formeel en informeel), de burgers en de doelgroep zelf. In 2012 heeft de gemeente een start gemaakt met het verbreden van de basis voor het MSS, door naast GGz Breburg ook Novadic-Kentron aan deze ontwikkeling te

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 8

verbinden. De organisaties is gevraagd een gezamenlijk werkplan te maken en dit uit te voeren. De inhoudelijke onderdelen van de offertes en verantwoording zijn met ingang van 2013 een verantwoordelijkheid van beide organisaties. De medewerkers voeren activiteiten gezamenlijk uit, gebruikmakend van elkaar expertises. De gemeente heeft aangegeven deze methode van werken in 2014 en verder uit te willen breiden. Maatschappelijke Steunsystemen worden een belangrijk instrument in de stad. Ontwikkelingen 2013

Drie belangrijke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden in 2013. Op de eerste plaats is deelgenomen aan de MSS-pilot van het Trimbos-instituut. In deze pilot staat het vormgeven, beschrijven en leren van goede parkijken in Nederland centraal. Behalve inhoudelijke verdieping en hechtere verbindingen met de partners in de stad kan hiermee ook geleerd worden van andere best practices in Nederland. Daarnaast hebben organisaties en de gemeente veel energie gestoken in de voorbereidingen om het MSS in 2014 verder te verbreden. Uiteindelijk hebben eind 2013 vijf organisaties een gezamenlijk werkplan 2014 geschreven, met ondersteuning van een aantal ketenpartners. De organisaties die in 2014 zullen behoren tot de kernpartners van het MSS zijn naast de twee eerder genoemde partijen: Thebe, RIBW Brabant en De Huiskamer. MSS is een bekende ontwikkeling in de stad geworden. Ten slotte zijn de ontwikkelingen in de transities gevolgd. Deelname aan de werktafels vond plaats in de zomer van 2013. In het najaar van 2013 is met een aantal partners gewerkt aan de doorontwikkeling van het Centrum van Herstel en Ervaringsdeskundigheid, het initiatief van het respijthuis en de verbindingen met MSS hierin. Deze ontwikkeling zal in 2014 verder worden doorgezet. De gemeente stuurde in 2013 in haar beleid op het ontwikkelen van een beleidsgericht kader rond MSS waarin activiteiten van meerdere organisaties (ook vrijwilligersorganisaties) gecoördineerd een plaats hebben. De doelgroep en doelstelling MSS heeft als kernopdracht een bijdrage te leveren aan de mogelijkheden van burgers met psychiatrische problematiek om (weer) deel te kunnen nemen aan het normale leven. De opdracht aan het MSS is naast het bereiken van deze doelstelling voor de burgers van de gemeente Tilburg, ook de ontwikkeling van instrumenten en werkwijzen/ methodieken ter hand te nemen. Een van de richtlijnen is het bieden van ondersteuning dichtbij mensen zelf. Met MSS voorkomen we sociale uitsluiting van burgers met ernstige psychiatrische en/ of verslavingsproblemen door samen met hen aan een sociaal netwerk te bouwen. Op die manier ondersteunen we hen bij de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie en dragen we bouwstenen aan voor sociale stijging.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 9

Doelen van MSS:

1. Het leveren van een bijdrage aan het voorkomen van maatschappelijke uitval door ernstige problemen ten aanzien van de geestelijke gezondheid en/of verslaving;

2. Het meedoen in de samenleving van de doelgroep te verhogen en marginalisatie en verwaarlozing te voorkomen door deze mensen in hun maatschappelijke omgeving ter zijde te staan;

3. Sociaal maatschappelijke participatie bevorderen door de waarde en betekenis van de burger te vergroten door waardevolle contacten en zinvolle dagbesteding mogelijk te maken;

4. Het ondersteunen van andere maatschappelijke groepen en organisaties (die zich niet specifiek op deze doelgroep richten maar die wel maatschappelijke ondersteuning en activiteiten bieden), teneinde rehabilitatie (en sociale participatie) mogelijk te maken;

5. De doelgroep en hun naasten (mantelzorgers) de mogelijkheid bieden een belangrijk aandeel te krijgen in de vormgeving van het zorg- en ondersteuningsaanbod (vraaggericht werken).

Doelgroep

De doelgroep bestaat uit mensen die wonen in de wijken van Tilburg en die in staat zijn om (al dan niet met begeleiding of behandeling) zelfstandig te wonen. Ze hebben complexe maar grotendeels gestabiliseerde problemen op het gebied van psychiatrie, psychosociale problemen, verstandelijke beperkingen, verslaving en multiproblemen. In de praktijk hebben we het over twee doelgroepen:

- Mensen die uitstromen uit klinische en ambulante voorzieningen en of woonvoorzieningen naar een zelfstandige woning. De kans dat deze burgers terugvallen of opnieuw moeten worden opgenomen wanneer ze geen ondersteuning krijgen is aanzienlijk.

- Mensen die langdurig psychisch of psychosociaal kwetsbaar zijn, die niet klinisch of intramuraal behandeld worden en die min of meer stabiel zelfstandig in de wijken wonen. Door de aard en de duur van hun problematiek zijn ze de contacten met hun sociale netwerk en arbeidssituatie veelal kwijt geraakt. Het lukt hen niet deze zelf tot stand te brengen waarmee de voorwaarden voor sociale stijging ontbreken.

Daarnaast worden ook de leden van het systeem (partner, kinderen, familie) en ondersteunende vrijwilligers tot de doelgroep gerekend. Het gewenste resultaat is dat iedere deelnemende cliënt beschikt over een ondersteunend netwerk. Met steun van dit netwerk kan hij/zij zich naar eigen tevredenheid redden in zijn of haar omgeving en meedoen in de samenleving.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 10

De activiteiten in het maatschappelijk steunsysteem

Concreet waren de activiteiten in het MSS in 2013 als volgt: � via huisbezoeken laagdrempelig contact leggen en onderhouden met de burgers met psychiatrische en/of

verslavingsproblematiek De uitvoering hiervan vindt plaats door consulenten, ervaringswerkers en vrijwilligers. Vaak vindt een eerste contact plaats door een wijkgebonden professional zoals een medewerker van een woningbouwcorporatie, een wijkagent of wijkverpleegkundige. Voor een inschatting van de problematiek gaat een consulent van GGz Breburg of Novadic-Kentron vanuit het MSS voor een eerste bezoek. Wanneer uit dit eerste bezoek blijkt dat contacten vanuit MSS zinvol zijn, wordt met de client besloten tot huisbezoeken. Doel van de huisbezoeken is het contact leggen met de burger, het komen tot motivatie, het herkennen van de behoefte en het samen met de burger onderzoeken van mogelijkheden veranderingen te brengen in de situatie. Soms starten de contacten met het regelen van praktische zaken. In een later stadium krijgen contact en netwerkversterking een plaats in het contact. Ervaringsdeskundigen spelen een belangrijke rol in dit traject. Wanneer uit het eerste bezoek blijkt dat bezoek van een vrijwilliger vanuit vriendendienst meer gewenst is, wordt een vrijwilliger vanuit Vriendendienst ingezet. De coördinatoren vriendendienst maken deel uit van het Team MSS. � participatiemogelijkheden organiseren en creëren, waaronder de mogelijkheid bieden elkaar te ontmoeten in de wijk. Nadrukkelijk wordt hiermee bedoeld het samen met de doelgroep en andere buurtbewoners ontwikkelen van inloopmogelijkheden en groepsmatige activiteiten. Ervaringsdeskundigen en andere professionals spelen hierbij een belangrijke rol spelen maar zorgen ervoor dat vrijwilligers en burgers zelf naar eigen wens en behoeften participeren.

� contact leggen met medewerkers van organisaties en voorzieningen die een bijdrage leveren aan het persoonlijk steunsysteem en daarover afspraken maken en deze bewaken. Uitvoering door consulenten, overige projectmedewerkers en projectcoördinatoren.

� ondersteuning van andere vrijwilligers en professionals door middel van consultatie, advies en groepsgerichte training of cursus.

De consulenten spelen hierbij een belangrijke rol.

Bovenstaande activiteiten zijn in 2013 voor de gehele stad Tilburg uitgevoerd. De eerder ingezette verdeling over MSS Noord en MSS Zuid is daarmee los gelaten.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 11

Ontwikkeling van de activiteiten

In 2013 zijn de volgende activiteiten gerealiseerd:

Ontwikkelen van een werkplan 2013, diverse materialen

Voor het MSS Tilburg zijn een projectplan, een werkplan 2013 en diverse materialen beschikbaar. In het projectplan zijn doelstelling, doelgroep en uitgangspunten opgenomen. In het werkplan is vastgelegd welke stappen in het project gepland zijn, wie hiervoor verantwoordelijk is en met wie deze gecommuniceerd worden. De materialen zijn een presentatie MSS, een folder, diverse folders vriendendienst, wervingsmaterialen voor de groep, de inloop, nieuwe vrijwilligers enzovoorts. Deze laatsten worden gebruikt bij het extern (en binnen de organisaties) communiceren over de activiteiten. Team MSS

De eerder bestaande teams MSS Zuid en Noord zijn in 2013 samengevoegd tot één team MSS. Dit team bestaat uit medewerkers die direct bij de uitvoering van het MSS betrokken zijn. Het overleg bestrijkt alle onderwerpen die van belang zijn binnen het project: methodiekontwikkeling, sociale kaart, intervisie externe overlegstructuren, registratie, casuïstiek en het volgen van aangemelde cliënten. Het overleg vindt maandelijks plaats, gesplitst in een casusoverleg en een beleidsoverleg. In het casusoverleg zijn teamleden zelfsturend. Het beleidsoverleg wordt voorbereid door en vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de twee leidinggevenden van GGz Breburg en Novadic-Kentron. Netwerkontwikkeling, integratie in de keten en sociale kaart

Er is sprake van een actieve netwerkontwikkeling. Het team heeft een eigen sociale kaart ontwikkeld die blijft groeien. Kennis hierover wordt gedeeld tijdens het MSS-overleg en kort vastgelegd in het gezamenlijk systeem (wat, wie en contactpersoon). Deelname aan overleggen en contacten worden goed met elkaar afgestemd. Bewaakt wordt een overkill zodat voldoende ruimte overblijft voor contacten met burgers en omgeving en uitvoering van activiteiten. In 2013 is structureel deelgenomen aan:

- Wmo in de Wijk

- Korte Lijnen

- Hier woon ik

- Buurtregie in de wijken van het MSS De medewerkers MSS hebben bij een viertal gelegenheden (kwartaallunches) een presentatie en uitleg gegeven over MSS. Persoonlijke Steunsystemen met en door burgers (zie huisbezoeken en participatiemogelijkheden ondersteunen)

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 12

Casefinding

Voor casefinding is deelname aan de wijkgebonden ketensamenwerking van belang, evenals het kennen van de sleutelfiguren in de wijk. De dienstverlenende houding van de werkers binnen het MSS (meegaan op huisbezoek) heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de bereidheid van sleutelfiguren mee te werken aan het MSS. Een andere manier van casefinding vindt plaats binnen de eigen en andere organisaties. In 2013 is veel energie besteed aan het informeren van behandelaren en begeleiders van Novadic-Kentron, GGz Breburg, SMO Traverse, RIBW, Maks, bemoeizorg en andere organisaties over het MSS, de mogelijkheden van het MSS, de manieren van aanmelden en werken. Op die manier is een belangrijk netwerk voor casefinding ontstaan. De belemmerende factor die we in 2012 nog kenden vanwege de wijkindeling, was in 2013 niet meer aan de orde. Dit bevordert mogelijkheden tot deelname aan het MSS. Deelname aan de pilot Trimbos-instituut

In 2013 is deelgenomen aan de pilot van het Trimbos-instituut. In de pilot worden de maatschappelijk steunsystemen van verschillende regio’s in Nederland gevolgd. Door toevoeging van een landelijke projectleider worden de ervaringen uit de best practices elders toegevoegd aan de lokale ontwikkelingen. De pilot startte met een Quick Scan naar bekendheid van en mening over de MSS-activiteiten in Tilburg. In de vervolgfase is onderzocht hoe bestaande activiteiten verbonden kunnen worden aan de visie en werkwijze van het MSS. Vanuit het bestaande team MSS zijn hiervoor contacten gelegd en interviews gehouden met belangrijke sleutelorganisaties en -personen in Tilburg. In drie gezamenlijke bijeenkomsten zijn de beleidslijnen voor MSS uitgezet en een werkstructuur voor 2014 besproken. Met de kernpartners MSS is (in nauwe afstemming met andere belangrijke partners) een werkplan 2014 en een subsidieaanvraag opgesteld.

Doorontwikkeling registratiesysteem

Het registratiesysteem MSS is ontwikkeld als een word en excel document (tabel) bij GGz Breburg. Dit vraagt veel investering van de medewerkers en de leidinggevenden. Met de komst van meer medewerkers en organisaties in het MSS kunnen niet meer alle medewerkers “kijken” in hetzelfde systeem en ontstaan vragen rond privacy en het delen van informatie. De vraag rond de opzet en de doorontwikkeling van het systeem is eind 2012 terecht gesteld en neergelegd bij de daartoe uitgeruste personen. Er moet een goed systeem zijn om te weten wat je doet zonder dit te overdrijven. Het gaat immers niet om hulpverlening. In 2013 zijn andere systemen geïnventariseerd en zijn gesprekken over dossiervorming en privacy met juristen van de organisaties gevoerd. In 2014 moet dit leiden tot een werkbaar en veilig systeem. Gedacht wordt aan een vorm van eigen “ dossier online” dat in beheer blijft bij deelnemers zoals hiermee geëxperimenteerd wordt bij de decentralisatie AWBZ.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 13

Casuïstiekbesprekingen

Binnen MSS zijn de casuïstiekbesprekingen belangrijk. Het aantal casussen blijft stijgen. Wat opvalt, is dat het onderscheid in casuïstiek minder goed te maken is dan in theorie aannemelijk. Wat in eerste instantie een gestabiliseerde casus lijkt, blijkt na een aantal contacten een heftige problematiek. Ondersteuning van vrijwilligers en ervaringsdeskundigen of opschalen naar hulp en zorg moet dan mogelijk zijn. De aanwezigheid van ervaren consulenten en goede contacten met zorgverleners is in de ontwikkeling van MSS noodzakelijk. Ervaringsdeskundigen blijken soms bezig met het regelen van praktische zaken alvorens gedacht kan worden aan zaken waarvoor het MSS bedoeld is: deelname aan het normale dagelijks leven.

Lotgenotengroepen

Medio 2012 is gestart met een eerste lotgenotengroep. Deze groep, in eerste instantie begeleid door een ervaringsdeskundige, had meteen veel deelnemers. In deze lotgenotengroep treffen vrouwen elkaar, die vanuit hun persoonlijkheid en verleden, gemakkelijk kiezen voor een bepaalde partner en afhankelijkheidspatroon waardoor zij en hun kinderen in een kwetsbare en moeilijke situatie terecht komen. De groepsbijeenkomsten vinden plaats in een wijklocatie in Noord. Hier lopen de deelnemers ook buiten de groepsbijeenkomsten binnen voor ondersteuning en contact. Een aantal van hen doet dit inmiddels. Ook onderhoudt een aantal van hen na afloop onderling contact. Na een succesvolle start van de groep in 2012 is het initiatief in 2013 doorgezet. De groep heeft een open karakter. Deelnemers aan vorige groepen gaan verder als een groep met een zelfhulp karakter. In 2013 heeft zich een tweede groep gevormd: Authos. Deze groep, voorheen begeleid door hulpverleners van GGz Breburg is succesvol ondergebracht bij MSS. De groep wordt begeleid door vrijwilligers, in samenwerking met de deelnemers. Zij hebben een onderkomen gevonden bij Contour de Twern. Door een participatiemedewerker van deze organisatie worden ze ondersteund in de praktische zaken. Inloop

In 2013 zijn twee inlopen actief (Noord en Zuid), naast de bestaande inlopen in de stad. Deze inlopen worden begeleid door vrijwilligers die voorheen zelf bezoeker waren aan een van de Inlopen. Alleen bij de start wordt inzet geleverd door de ervaringsdeskundige. De inlopen hebben een open karakter en versterken de binding met de wijk.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 14

Vriendendienst

De activiteiten van Vriendendienst (voorheen maatjesproject) zijn gericht op het doorbreken van sociaal isolement van mensen met psychiatrische problemen en het bouwen aan een nieuw netwerk. Vrijwilligers begeleiden burgers op individuele basis; daarnaast worden groepsactiviteiten buiten de GGz georganiseerd. Vrijwillige maatjes worden in hun werk ondersteund door betaalde professionals (vrijwilligerscoördinatoren). Een cruciaal onderdeel bij Vriendendienst is het beschikken over voldoende gemotiveerde vrijwilligers. Vriendendienst Tilburg is succesvol in het werven en houden van vrijwilligers. Daarnaast zijn de contacten met andere organisaties die werken met vrijwilligers intensief. Dit geldt in belangrijke mate voor Contour de Twern. Met deze organisatie wordt informatie uitgewisseld en worden geschikte vrijwilligers naar elkaar doorverwezen. Ook is er afstemming over elkaars doelgroep. De stagiaire van Vriendendienst heeft in 2013 een onderzoek gepresenteerd naar de behoefte aan ondersteuning door de vrijwilligers van Vriendendienst Tilburg. De actiepunten uit dit onderzoek zijn geëffectueerd. Binnen Vriendendienst Tilburg zijn in 2013, 81 koppels begeleid. Dit betreft allen koppels uit de gemeente Tilburg. De koppels uit de andere gemeenten worden afgebouwd. Eind 2013 moest een stop worden ingevoerd voor deelnemers. De coördinatoren konden de aanmeldingen van vrijwilligers en deelnemers niet meer met kwaliteit coördineren vanwege de grote belangstelling voor het aanbod. Het Centrum voor Herstel en Ervaringsdeskundigheid

Het Centrum voor Herstel en Ervaringsdeskundigheid (CHE) wil mensen met psychische problemen empoweren, bevorderen in hun zelfstandigheid en zelf laten werken aan herstel. Hiertoe biedt het CHE informatie en ondersteuning aan mensen met psychische beperkingen bij hun zoektocht naar zorg. Binnen het CHE werken ongeveer veertig ervaringsdeskundigen en/of mensen met ervaringskennis. Zij verzorgen onder andere een infodesk, diverse groepen en cursussen voor deelnemers en de training Samenspel. Hiermee bevorderen ze de deelname aan de samenleving en het ontwikkelen van steunsystemen voor kwetsbare burgers met psychiatrische problematiek. Ervaringsdeskundigen

De ervaringsdeskundigen die vanuit GGZ werkzaam zijn binnen de maatschappelijke steunsystemen zijn tevens verbonden aan het CHE voor inhoudelijke ondersteuning en ontwikkeling. De werkers met ervaringskennis vanuit Novadic-Kentron die verbonden zijn aan MSS nemen deel aan de brede projectgroep MSS.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 15

De ervaringsdeskundige werkers GGz hebben in 2013, 34 deelnemers aan het MSS begeleid. De contacten van de ervaringswerkers van Novadic-Kentron zijn hierbij niet mee gerekend. In het tweede deel van 2013 zijn de ervaringswerkers van Novadic-Kentron actiever aan het werk gegaan. In 2013 zijn zestien (16) deelnemers aan MSS zijn door hen begeleid. Aan de inloop en lotgenotengroepen hebben buiten de reeds getelde deelnemers aan MSS een kleine 20 personen deelgenomen. Aansluiting bij FACT

Vanuit MSS is de aansluiting bij FACT en de basis GGZ gerealiseerd. Cliënten van FACT die uitstromen naar de basis GGZ kunnen gebruik maken van de mogelijkheden van MSS, inclusief ondersteuning bij het ontwikkelen van een persoonlijk systeem. Andersom hebben medewerkers MSS die in het traject merken dat een deelnemer meer zorg nodig heeft, een betere ingang bij FACT (en andere zorgsoorten). Hiermee ontstaat een mogelijkheid van opschalen en afschalen zoals die in de toekomst gewenst wordt. (Landelijke) Publicaties

In 2013 zijn een aantal publicaties voorbereid en gerealiseerd. In het voorjaar van 2013 is een bijdrage van MSS Tilburg geplaatst in een brochure van het Trimbos-instituut over de pilot MSS. Een interview met een deelneemster MSS is geplaatst in de cliëntenbladen van GGz Breburg en Novadic-Kentron. Bovendien is de kopij verspreid naar een tweetal regionale bladen. Behaalde resultaten

Eind 2013 zijn 141 bewoners uit Tilburg gezien in het MSS. Het streven om 120 bewoners te bereiken is hiermee ruimschoots gehaald. Vriendendienst heeft in 2013 81 koppels begeleid. De ervaringsdeskundigen vanuit GGz Breburg en Novadic-Kentron hebben 50 deelnemers begeleid. Het aantal deelnemers aan de lotgenotengroepen en bezoekers van de Inloop die niet reeds bij de andere contacten zijn meegenomen wordt op ongeveer 20 geschat. Omdat deelname aan de Inloop niet op naam wordt geregistreerd is hierbij een voorzichtige schatting gemaakt. Activiteiten die passen bij en geïntegreerd worden uitgevoerd binnen MSS

Naast de ontwikkeling van het Maatschappelijk Steunsysteem in engere zin zijn een aantal andere activiteiten uitgevoerd die bijdragen aan de ondersteuning van kwetsbare burgers in de regio Tilburg. Deze activiteiten hebben een directe verbinding met de ontwikkeling van MSS en maken hiervan onderdeel uit.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 16

Wijkgerichte activiteiten en Inloop

� Wijkgebonden aanpak: Pilot “Korte lijnen” (Korvel). Deelname en projectondersteuning. De pilot is gericht op een wijkgerichte samenwerkingsverband rond WMO- vragen, met daarin vertegenwoordigd de volgende vakgebieden: extramurale verpleging, verzorging en begeleiding; psychosociale zorg; persoonlijke dienstverlening, zoals hulp bij het huishouden, boodschappen en klussen in en rond huis; collectieve voorzieningen, zoals vervoer en welzijnsdiensten; vrijwilligerswerk en mantelzorg en tot slot de huisartsen. Er zijn korte lijnen, er wordt gewerkt vanuit vertrouwen, er is minder versnippering in zorg en welzijn.

� Wijkgebonden aanpak WMO in de Wijk in Stokhasselt en Korvel. Deze deelname past naadloos in de ontwikkeling van het MSS. � Deelname aan de ontwikkeling van de frontlijn-aanpak in Tilburg � Diverse inloop-activiteiten, waaronder de verschillende Alzheimercafé ’s en Café Brein.

Kwartiermakersfestival � Bijdrage aan kwartiermakerfestival. Het kwartiermakerfestival heeft als doel in Midden-Brabantse gemeenten aandacht te

vragen voor participatie van kwetsbare groepen. Het wil de burger een reëel beeld geven van mensen met psychiatrische problematiek. Het festival, dat voor de tiende keer is uitgevoerd, krijgt langzaam een andere uitstraling waarin kwartiermaken meer wordt toegevoegd aan de activiteiten van organisaties. Hierdoor zijn meer burgers betrokken bij de ontwikkeling van Kwartiermaken. Dit zal de komende jaren versterkt worden doorgezet. Kwartiermaken past daarbij goed in het bereiken van de doelstelling van MSS.

Deskundigheidsbevordering en trainingen voor professionals en vrijwilligers

� Medewerkers MSS ondersteunen andere werkers in het veld (betaalde professionals en/ of vrijwilligers) in het omgaan met mensen met psychiatrische en verslavingsproblematiek. Het kan hier gaan om actie rondom individuele casuïstiek. Vaak gaat het ook om structurele of cursorisch ingezette ondersteuning. De consultatie biedt andere werkers veel houvast in het adequaat omgaan met mensen met psychiatrische en verslavingsproblematiek en voorkomt onnodig opschalen.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 17

Signalen en opmerkingen

Er wordt een steeds groter beroep gedaan op de burger en zijn of haar netwerk om voor zichzelf te zorgen en deel te nemen aan de samenleving. Voor een deel van de Tilburgers is dat geen probleem. Voor die inwoners van de gemeente Tilburg die in aanmerking komen voor een persoonlijk steunsysteem is deelname aan de samenleving niet vanzelfsprekend. Ook sociale steun vanuit hun netwerk is bij de meesten niet voorhanden. In een situatie waarin het door psychische problemen en ervaringen uit het verleden al niet gemakkelijk is contacten aan te gaan en activiteiten te ondernemen werken de maatschappelijke ontwikkelingen niet mee. Iedere inwoner van Tilburg in kwetsbare omstandigheden heeft moeite zijn hoofd boven water te houden, voorzieningen in de buurt worden gesloten, ondersteuning van vrijwilligers of wijkwerkers door professionals is vanwege de bezuinigingen nog maar mondjesmaat of niet meer niet meer mogelijk. Buurten worden zwaarder op de proef gesteld. Steeds meer mensen met complexe problematiek blijven in de wijk wonen en worden niet meer in een instelling opgenomen. Dat kan als er voldoende ondersteuning van buurt en werkers aanwezig is. Zowel in preventieve zin als mogelijkheden om snel in te grijpen als dat nodig is. Zonder deze vangnetten zal de solidariteit in de wijken en de bereidheid de doelgroep met complexe problematiek met open armen te ontvangen eerder af- dan toenemen. Daarnaast willen de organisaties GGz Breburg en Novadic-Kentron in hun verantwoording de volgende opmerkingen niet ongezegd

laten.

MSS levert de volgende meerwaarde:

� Bijdragen aan de doorbreking van de stigmatisering van (ex-)verslaafden en psychiatrische patiënten door expertise te delen met instanties in de wijk, en medewerkers van organisaties die een bijdrage kunnen leveren aan maatschappelijke steun;

� Bevorderen van uitstroom uit de reguliere behandeling van Novadic-Kentron en GGz Breburg door bekendheid te geven aan het project. Met collega’s samen optrekken en deze kwetsbare cliënten helpen een steunend systeem om zich heen op te bouwen waardoor de professionele hulpverlening losgelaten kan worden;

� Het leveren van ervaringsdeskundige lotgenoten (ex-verslaafden/ psychiatrische patiënten) die als vrijwilliger participeren in het project door huisbezoeken af te leggen, mee te gaan naar activiteiten en steun te bieden;

� Deelname aan MSS en de ontwikkeling van MSS heeft ervoor gezorgd dat er binnen organisaties meer dan ooit aandacht wordt besteed aan het inzetten en ondersteunen van ervaringsdeskundige(n) vrijwilligers. Ook de samenwerking tussen traditionele professionals en ervaringsdeskundigen heeft een enorme vlucht genomen. Bovendien is, mede door de contacten vanuit MSS, een gezamenlijke ontwikkeling tot stand gekomen in de verdere doorontwikkeling van het Centrum voor Herstel en ervaringsdeskundigheid;

� De ontwikkeling van MSS ondersteunt en bevordert de beweging waarin cliënten zelf participeren in hun eigen herstel en bijdragen aan dat van anderen. De ervaringen zijn zeer positief te noemen.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 18

Bevorderen zelfredzaamheid: Preventie

Preventie

In 2013 heeft Novadic-Kentron, Leefstijl en Preventie, uitvoering gegeven aan het programma ‘Bevorderen zelfredzaamheid, preventie GGZ en verslavingsproblematiek’. Daarbij is in overleg met de gemeente een globale driedeling en ordening afgestemd in de productgroepen: ondersteuning dichterbij en inzet in casuïstiek/werkgroepen, selectieve preventie via vindplaatsgerichte inzet en geïndiceerde preventie GGZ/Vz. Preventie: voorkomen is altijd de beste optie

De politieke en bestuurlijke aandacht voor preventie is op dit moment groot vanwege de noodzaak om de gezondheid van burgers te verbeteren en zo de kosten van de zorg in de hand te houden en maatschappelijke uitval te voorkomen. In de regel kun je stellen ‘voorkomen is altijd beter dan behandelen’. Risicovol gebruik van middelen kan een negatieve invloed hebben op de zelfredzaamheid van burgers waardoor de participatiemogelijkheden worden belemmerd. Bij risicogroepen zijn deze gevaren nog groter. De interventies van Leefstijl en Preventie sluiten aan bij de eigen situatie en de mogelijkheden van de doelgroep. Daarbij wordt ook de omgeving betrokken. Het doel daarbij is gedragsbeïnvloeding en -verandering én het vergroten van de weerbaarheid. Handreikingen en oplossingen worden zoveel mogelijk gevonden in de eigen omgeving. Dit sluit goed aan bij de principes van Community Reinforcement Approach (CRA). Algemene trends en ontwikkelingen 2013

De ophanden zijnde transities en daarmee samenhangende transformatie van het sociaal domein beïnvloedt de positionering van verslavingspreventie. In 2013 zijn de samenwerkingsmogelijkheden op instellingsniveau verkend en bekrachtigd (onder andere via samenwerkingsconvenant R-Newt+, samenwerking met de SJS (Samenwerkende Jeugdzorg Specialisten) inzake risicojeugd, de GGD Hart voor Brabant voor preventie-inzet ten behoeve van jeugd en onderwijs, en in veel regiogemeentes op risicojeugd). In 2013 is in opdracht van de gemeente een werkplan gepresenteerd waarin een beschrijving gegeven wordt van de samenwerking in casusoverleggen, wijkgericht werken, buurtregie en het Zorg- en Veiligheidshuis. Novadic-Kentron onderschrijft de inhoudelijke kaders van ondersteuning dichterbij en constateert dat de basisvoorzieningen en de organisaties die de frontlijnteams gaan vormen volop een beroep op onze expertise en inzet doen. De inzet van de verslavingszorg binnen casusoverleggen Jeugd in het Zorg- en Veiligheidshuis (ZVH) en de Zorg Advies Teams (ZAT's), waarbij aandacht is voor efficiëntie van die inzet (oproepbasis), is preventief.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 19

We verwachten veel van de samenwerking met de frontlijnteams die ook preventief werken. We willen vroegtijdig ontwikkelingen en trends signaleren, ondersteunen bij een aanpak en het verergeren van problemen helpen voorkomen. Vaak komen problemen met middelengebruik pas aan het licht als het te laat is. Bijvoorbeeld bij meldingen van drugs- en/ of alcoholincidenten, -overlast of bij ernstige gezondheidsproblemen (zoals verslaving). Dit vraagt om een directe aanpak, bij voorkeur in de wijk of op de vindplaats. Een belangrijke ontwikkeling hierin is ook de Basis GGZ, die nadrukkelijk wil aansluiten op wijknetwerken waarin met name de huisarts/POHGGZ een centrale rol zal gaan krijgen. Daarnaast constateren we een toename van vragen van burgers die rechtstreeks een beroep op Novadic-Kentron doen via Advies en Inschrijving. Dit zijn voor het merendeel (bezorgde) ouders, maar ook vaak intermediairen. Rondom genotmiddelen blijkt nog steeds een groot taboe te bestaan. Deze burgers worden doorgaans niet bereikt door de bestaande netwerken. Vanaf 1 januari 2013 is de Drank- en Horeca Wet (DHW) gewijzigd en zijn de taken overgeheveld van het rijk naar de gemeenten. Iedere gemeente moest voor 1 januari 2014 beschikken over een drank- en horecaverordening, bijvoorbeeld door wijzigingen aan te brengen in de APV. Tevens moeten gemeenten uiterlijk 1 juli 2014 een preventie- en handhavingsplan alcohol vaststellen. Dit plan bevat onder andere het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik (onder jongeren) en de handhaving van de wet. Novadic-Kentron heeft hierbij advies gegeven. Samen met gemeente(n), GGD, politie en andere netwerkpartners wordt de problematiek in een gemeente of regio besproken en worden afspraken gemaakt over passende interventies. Voorbeelden zijn Goirle en Hilvarenbeek. Belangrijk hierbij is dat het gaat om een integrale aanpak. In algemene zin zien we dat ontwikkelingen in de drugsmarktdie landelijk spelen ook in de regio Tilburg herkenbaar zijn. Uitgaan gebeurt de laatste jaren meer en meer op party’s en festivals. Dance, dat in de jaren ’80 onder de noemer ‘house’ alleen populair was in een beperkte groep, werd steeds meer mainstream. Niet toevallig is parallel aan deze ontwikkelingen onder stevige stappers het gebruik van vooral XTC ‘genormaliseerd’. Dat wil zeggen dat het gebruik van XTC door stappers steeds vaker als volstrekt normaal wordt beschouwd. Daarbij wordt de vraag naar steeds hoger gedoseerde XTC groter. Onterecht heeft XTC in deze groep vaak het imago van een ‘veilige drug’. De uitdaging zal zijn dit beeld te veranderen, zonder dat gebruikers overstappen op andere drugs, zoals nieuwe psychoactieve stoffen. Dat de prijzen van XTC bovendien laag zijn en de beschikbaarheid groot is, heeft vermoedelijk ook bijgedragen aan de populariteit van dit middel onder partygangers. Dat alles is niet zonder gevolgen. Afgelopen jaren nam het aantal ernstige, levensbedreigende en vermoedelijk ook het aantal fatale drugsincidenten toe. Vorig jaar overleed een 17-jarig meisje na XTC-gebruik bij de dancefeest SubQuake in 013. Dit heeft ertoe geleid dat de contacten en samenwerking in het uitgaansleven van Tilburg is versterkt. Onderstaande trends en ontwikkelingen zijn of worden gesignaleerd door medewerkers van Leefstijl en Preventie van Novadic-Kentron, die werkzaam zijn in de regio Tilburg. Zij komen dit tegen in hun werk op straat, in het uitgaan of in de ketensamenwerking.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 20

De signalen worden gedeeld en bespreekbaar gemaakt in relevant overleg en er wordt in voorkomende gevallen gericht op ingezet. Najaar 2013 hebben we op basis van signalen een onderzoek uitgezet in het uitgaansgebied in Tilburg naar het gebruik van genotmiddelen onder de uitgaande jeugd. De resultaten van dit onderzoek komen in 2014 beschikbaar. � De ‘beleving’ van jongeren met het eigen gebruik van alcohol, soft- en/of harddrugs verandert. De gevaren worden minder

ingezien. Zij bagatelliseren de risico’s ervan terwijl hun omgeving (ouders en school) juist veel zorgen hebben. Een stijgend aantal ouders richt zich met opvoedingsvragen, gerelateerd aan drugsgebruik, tot Novadic-Kentron. Ook vanuit scholen in de regio komen er veel vragen met betrekking tot hun zorgen over het drugsgebruik van de leerlingen bij Novadic-Kentron terecht. Veel jongeren die cannabis gebruiken hebben moeite met de juiste keuzes maken (bijvoorbeeld voor een opleiding) en/of zijn heel ontevreden over de keuzes die ze hebben gemaakt. Jongeren hulp bieden bij het maken van de juiste keuzes is dan ook aan te bevelen.

� De crisis en de daarmee samenhangende jeugdwerkloosheid pakken extra hard uit voor jongeren die weinig andere bezigheden in hun leven hebben dan buiten rondhangen en cannabis gebruiken. Jongeren komen ook moeilijker aan een baan dan voorheen. Sommigen hebben hun studie afgemaakt en anderen niet. Doordat ze geen baan kunnen vinden hangen ze vaker ergens op straat en is er dus meer gelegenheid cannabis of andere drugs te gebruiken. Het is lastig deze cirkel te doorbreken. We zien veel jongeren op straat die thuis weinig of geen regels en/of grenzen mee hebben gekregen. Hierdoor zien ze in cannabisgebruik minder snel gevaar en loopt het sneller uit de hand.

� Steeds vaker zien we ook meisjes op straat hangen en ook veel of overmatig drugs gebruiken. Dit is ook een landelijke trend. � Jongeren zijn meer ‘creatief’ in het vinden/gebruiken van middelen en met name het ‘gas snuiven’ is een item geweest (in Tilburg

en Waalwijk). Tevens maken veel jongeren (ook van Basisonderwijs-leeftijd) gebruik van de Shisha-pen en E-smokers en zien dit als minder schadelijk dan gewoon roken.

� In het onderwijs en de vrije tijdssfeer zien wij veel jongeren die het afgelopen jaar vooral meer problematisch zijn gaan gamen (met name speciaal onderwijs b.v. Frater van Gemert). Jongeren geven dit vaak niet zelf aan maar mentoren, loopbaanbegeleiders of ouders komen met (opvoed)vragen.

� Er zijn meer vragen gekomen voor directe voorlichtingen aan de leefgroepen waar de LVB-doelgroep (Licht Verstandelijk Beperkten) aanwezig is. Maar ook de vraag naar deskundigheidbevordering voor de begeleiders, met daarbij vragen hoe om te gaan met middelengebruik buiten de woonsetting en het vroegtijdig signaleren van problemen, stijgt. Hier gaat het vaak om gamen, blowen, alcohol en speed.

Novadic-Kentron heeft in de aanpak van risicojeugd tussen 12 en 23 jaar als gevolg van middelengebruik (waaronder alcohol) een nauwe samenwerkingsrelatie met R-Newt Tilburg. In 2013 hebben beide instellingen de samenwerking bekrachtigd middels het ondertekenen van een convenant. De in het convenant geregelde integrale samenwerking tussen deze partijen heeft tot doel om elkaar te versterken in het effectief werken met risicojongeren van 12 tot 23 jaar met een verslavingsproblematiek en de daaraan

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 21

gerelateerde psychische en sociale gedragsproblemen. In 2014 wordt dit convenant geactualiseerd. Daarnaast zullen we in de wijk Reeshof met R-Newt gaan werken met een vernieuwde aanpak via inzet van de bus, waarmee we flexibel groepen jongeren kunnen bereiken. Outreachend veldwerk is selectieve preventie op het grensvlak met geïndiceerde preventie

Voor een aantal interventies is in 2013 de start gemaakt met een vernieuwing van de methodiek waarmee gewerkt wordt. Met name het straatwerk, de interventies op hanggroepen waarbij gebruik wordt gemaakt van de inzet van ‘peers’ en het implementeren van de methodiek Moti4, waarin risicojongeren worden gemotiveerd en toegeleid naar zorg, zijn in 2013 uitgewerkt om in 2014 verder te implementeren. In 2013 zijn er middels Moti4 negen risicojongeren toegeleid naar de zorg. Ook de bovengenoemde samenwerking met R-Newt+ leidt tot andere aanpakken. Voor 2014 wordt de samenwerking gezocht met onder andere Traverse, RIBW, Kompaan en Contour/Twern voor een ketenaanpak gericht op de vangnetgroepen in Tilburg. Deze ontwikkelingen en trends laten op zich zien dat de inzet vanuit verslavingspreventie toegevoegde waarde biedt bij voorkomen van problemen door alcohol- en druggebruik voor jongeren, intermediairen, ouders en ook in de samenwerking met ketenpartners.

Jongeren, Onderwijs en Vrije tijd

Het onderwijs en de vrije-tijd zijn ‘traditionele’ vindplaatsen voor verslavingspreventie. Hoewel de gemeente Tilburg de universele preventie bij de GGD heeft ondergebracht, zien we dat voor specifieke projecten Novadic-Kentron nog wel wordt benaderd, met name voor het aanbod B Smart. Tijdens de B-Smartles leren jongeren het eventuele gebruik van middelen zolang mogelijk uit te stellen. Tevens zijn leerlingen zich bewust van het feit dat experimenteergedrag vaak beïnvloed wordt door de omgeving. In totaal zijn er in 2013 13 in plaats vavn zeven B-Smartlessen uitgevoerd. Dit met het doel dat minder jongeren op het voortgezet onderwijs risicogedrag gaan vertonen en daarmee tot de risicodoelgroep gaan behoren. Om de effectiviteit van deze voorlichting te vergroten, worden de B-Smartlessen, daar waar mogelijk, gecombineerd met ouderavonden. (o.a. bij De Wingerd te Diessen, Franciscusschool te Biezenmortel, De Hil te Kaatsheuvel). De afgelopen jaren is er veel energie gestoken in het opbouwen van relaties met het middelbaar onderwijs rond het programma De Gezonde school en Genotmiddelen in de regiogemeenten. Ten aanzien van voorlichtingen op middelbare scholen zijn in 2013 vijftien scholen voor voortgezet onderwijs in de regio aan de slag gegaan met de onderwerpen alcohol, roken en/of blowen. Dit gebeurde door middel van een Elektronisch leerprogramma (ELO). Er zijn diverse activiteiten uitgevoerd bij Fontys, Rooi Pannen en verschillende afdelingen van ROC Midden Brabant, Beatrix College te Tilburg, Mill Hill te Goirle, Cobbenhage te Tilburg, Cambreur College te Dongen, De Overlaat, Walewyc, Willem van Oranje en het Dr MollerCollege te Waalwijk, St Josef en Theresialyceum te Tilburg, MBC Tilburg en 2College Durendael te Oisterwijk.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 22

We zien een forse stijging in zowel het aantal individuele informatie- en adviesgesprekken (71 in plaats van 15) als in het contact met ouders (10 in plaats van 4). De jongeren en ouders worden steeds meer doorverwezen vanuit school (bijvoorbeeld door schoolmaatschappelijk werk of ZAT). We zien ook een stijging in de ‘ouder en kind-gesprekken’, waarin naast kennisvergroting, bewustwording en gedragsverandering ook de communicatie tussen ouder en kind centraal staat. Deze voorlichtingsbijeenkomsten worden zowel op scholen als in de vrije tijd-setting uitgevoerd en ze zijn op diverse manieren ingericht, afhankelijk van leeftijd en doelgroep (bijvoorbeeld wel of geen middelengebruik). Alle activiteiten zijn gericht op het voorkomen van gebruik, het uitstellen van gebruik dan wel van riskant gebruik. Vanuit de ROC’s krijgen we regelmatig jongeren aangemeld waar gesprekken mee gevoerd worden in het kader van hun (risicovol)gebruik. In ROC (AKA) aan de Wildstraat hebben we wekelijks een spreekuur. De toegevoegde waarde zit in de korte lijnen die we met het onderwijs hebben. Er kan snel gehandeld worden waardoor grotere problemen voorkomen kunnen worden. Deze samenwerking willen we graag, mede in het licht van de invoering van passend onderwijs, continueren. Chatservice

Novadic-Kentron neemt deel aan de landelijke Chatservice die in nauwe samenwerking met landelijke verslavingszorginstellingen en het Trimbos-instituut wordt uitgevoerd. Door dit samenwerkingsinitiatief kan deze service zeer kosteneffectief worden uitgevoerd. Bij het opstellen van deze rapportage was de evaluatie van 2013 nog niet beschikbaar.

Vindplaatsgericht werken

Ouderen en alcohol

De leeftijdsgroep 55 + neemt toe in de statistieken van de verslavingzorg. Met name (overmatig) alcoholgebruik wordt gesignaleerd bij ouderenorganisaties. Eind 2012 is een plan van aanpak alcohol en ouderen in Tilburg opgesteld, waarin Traverse, de Twern, GGZ Breburg, Zorgnetwerk MB, Robuust, Thebe, GC Reeshof, de Wever, GGD Hart voor Brabant en Novadic-Kentron participeren. In dat plan staat de signalering en preventie van alcoholmisbruik onder ouderen centraal. Op basis van een ‘Preventiemodel voor alcohol en ouderen’ is de beschikbare expertise bij organisaties op het terrein van alcohol en ouderen in beeld gebracht. Er is nadrukkelijk aansluiting gezocht bij de leefwereld van de doelgroep, zowel qua fysieke setting als sociale omgeving, zodat samen met het individu naar maatwerkoplossingen kan worden gezocht. Tussen Novadic-Kentron en de De Wever, Thebe en Zorgnetwerk zijn afspraken gemaakt over middelen-infogesprekken met cliënten, toeleiding naar zorg en deskundigheidsbevordering aan medewerkers. Medewerkers hebben handelingsverlegenheid en ontberen kennis op het vlak van omgaan met 55plussers waarbij sprake is van alcoholproblematiek. De activiteiten zijn gericht op vroegsignalering. Opvallend in 2013 is het hoge aantal trainingen aan professionals, 57 in plaats van 20. In totaal zijn er vier voorlichtingsavonden voor ouderen geweest met een bereik van 23 personen.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 23

Outreachend veldwerk

Een belangrijke taakstelling van het preventieteam van Novadic-Kentron is het benaderen van jongeren in hun eigen leefomgeving, die zich door hun genotmiddelengebruik een risicovolle leefstijl eigen gemaakt hebben of dreigen te maken. In Tilburg en de regio wordt opvolging gegeven aan alle signalen vanuit ketenpartners waarin sprake is van drank- of middelengebruik. De preventiewerker is ondersteunend aan het netwerk om samen te zorgen voor het tegen gaan van escalatie van overlast en een juiste doorgeleiding naar hulpverlening. Novadic-Kentron heeft de wijken van Tilburg en de Midden-Brabantse regiogemeenten verdeeld onder haar outreachende medewerkers. Hierdoor kunnen we gebiedsgericht werken en zijn we zichtbaar en beschikbaar in dat betreffende gebied, in de netwerken en voor samenwerkingspartners als R-Newt en politie. In de Tilburgse wijk De Reeshof woont een derde van de Tilburgse jeugd. Een klein deel van deze jeugd hangt structureel op straat. Deze hangjongeren worden vaak geassocieerd met alcohol- en drugsgebruik. Met name veel jongeren die op straat blowen, ook onder de 18 jaar, en jongeren die met regelmaat grote hoeveelheden alcohol drinken, de zogenaamde bingedrinkers in het weekend, komen we tegen onder de hangjongeren. Hier gaat het om 15-25 glazen per uitgaansgelegenheid. De meeste jongeren geven aan op straat of thuis in te drinken en dan met name sterke drank. In het ‘netwerk 12+’ overleg worden de hanggroepen uit de wijk De Reeshof besproken door onder andere de politie, het jongerenwerk en de gemeente. De lokale preventiewerker neemt structureel deel aan dit overleg. Risicovol gedrag door hangjongeren zien we ook in de Midden-Brabantse gemeenten Dongen, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Gilze en Rijen, Goirle, Oisterwijk en Waalwijk. In Dongen kreeg de gemeente signalen van de wijkagenten en jongerenwerk over het risicovol gebruik van alcohol en drugs onder hangjongeren in de gemeente. Het was onbekend wat de aard en omvang van het alcohol- en drugsgebruik was van de hangjongeren in Dongen. In maart 2013 is aan Novadic-Kentron gevraagd een onderzoek uit te voeren om het alcohol- en drugsgebruik onder hangjongeren in de gemeente Dongen inzichtelijk te maken. Het onderzoek bevestigde de zorgen van de partijen in Dongen. Naar aanleiding hiervan is onder regie van de lokale preventiewerker van Novadic-Kentron een werkgroep (Gemeente Dongen, Poltie, GGD en Jongerenwerk) samengesteld met als opdracht een plan van aanpak te maken op basis van de bevindingen van het onderzoek. Naast de interventies in de Reeshof en Dongen zijn er vanuit Waalwijk in 2013 meer vragen gekomen over meervoudige problematieken. Vaak hebben jongeren naast het risicovol blowen en gamen ook een stoornis (ADHD, ADD, bipolair, etc). Er is nauwe samenwerking met MST (Multi-Systeem-Therapie) Juvans, GGZ en het RIBW. Daarnaast zijn er groepen jongeren die weinig uitgaan maar wel veel gebruiken in de thuissetting. Voor onder andere deze laatste groep zijn er structurele samenwerkingsafspraken met het jongerenwerk van Tavenu.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 24

Bij open inlopen en voorlichtingen aan groepen jongeren zoals bij het ROC, jongerencentra, het outreachend veldwerk op straat en door middel van inzet van de infobus hebben in 2013 191 bezoeken aan vindplaatsen plaatsgevonden. Met deze bezoeken zijn 1389 jongeren bereikt. Gedurende het eerste en tweede kwartaal hebben de preventiewerkers deelgenomen aan de vergaderingen van de buurtregieoverleggen van onder andere De Reeshof, Tilburg Noord (Stokhasselt, Heikant en Berkel-Enschot) en het buurtregieoverleg van Oisterwijk/Moergestel. Gaanderweg het jaar is in onderling overleg besloten dat de preventiewerker niet langer regulier de vergaderingen bijwoont maar voor specifieke casussen op afroep beschikbaar is. De inzet van de verslavingszorg binnen de casusoverleggen Jeugd in het Zorg- en Veiligheidshuis (ZVH) en de Zorg Advies Teams (ZAT's) hebben geleid tot veel toeleidingen. Middels informatie- en adviesgesprekken met risicojongeren over hun middelengebruik worden jongeren uitgedaagd naar zichzelf en hun (risico)gedrag te kijken. In de meeste gevallen leidt dit al tot inzicht en gedragsverandering. In sommige gevallen kan het nodig zijn om een jongere naar de zorg toe te leiden. Dit toeleiden van jongeren naar passende hulpverlening is van een aantal factoren afhankelijk waardoor het vaak een langdurig traject is waarbij het motiveren van de jongere en zijn omgeving centraal staat. 260 uitgebreidere info- en adviesgesprekken hebben in 2013 plaatsgevonden. Deze hebben uiteindelijk geleid tot 24 toeleidingen naar verdere relevante hulpverlening. Vanuit andere instanties zoals ROC’s (AKA) en jeugdhulpverleningsinstellingen worden op regelmatige basis jongeren aangemeld waar gesprekken mee gevoerd worden in het kader van hun (risicovol)gebruik. Er zijn het afgelopen jaar zeven Eerste Hulp bij Drank en Drugs incidenten in het Uitgaan- (EHBD-U) trainingen gegeven. Doelgroepen waren onder andere politie, jongerenwerk en EHBO-verenigingen in Tilburg, Hilvarenbeek en Waalwijk. Cursisten leren hierbij welke uitgaansdrugs er zijn, welke mogelijke gezondheidsverstoringen kunnen plaatsvinden en hoe ze hier mee om moeten gaan. Dit zorgt voor een groter kennis- en handelingsrepertoire van de deelnemers en dit kan op zijn beurt ernstige alcohol- en drugsgerelateerde ongevallen voorkomen. Het aanbod van uitgaansvoorzieningen in Tilburg is groot, daarnaast kent Tilburg veel evenementen. In de stad is altijd wel wat te beleven en daar heeft de stad en de burger veel profijt van. Uitgaan en evenementen brengen echter ook risico’s met zich mee. Zo is er vaak sprake van (overmatig) gebruik van alcohol en/of drugs en is er sprake van een grote hoeveelheid mensen in een beperkte ruimte. De portiersoverleggen in de binnenstad worden door Novadic-Kentron structureel bijgewoond. Gemeente, politie, portiers en uitbaters van uitgaansgelegenheden worden hierbij geïnformeerd over het uitgaan in de stad, de stand van zaken op de drugsmarkt en het recreatieve gebruik in het reguliere uitgaan. Met betrekking tot de opening van het academisch jaar hebben preventieativiteiten plaatsgevonden. De EHBO’ers van popcentrum 013 worden getraind om nog adequater hulp te kunnen verlenen bij genotmiddelengerelateerde gezondheidsverstoringen. Het monitoren van het gebruik van genotmiddelen in het uitgaan biedt

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 25

relevante aanknopingspunten voor preventieactiviteiten. Landelijke onderzoeken laten zien dat het (combi)gebruik aan de hoge kant is. Eind 2013 hebben we in het Tilburgese uitgaansleven een onderzoek uitgevoerd om te kijken of dit ook in de regio speelt. De uitkomsten daarvan worden in het voorjaar van 2014 verwacht.

Peersupport

Een peersupporter is een voormalig risicojongere die een aantal eigenschappen en ervaringen met de doelgroep deelt. Alle peersupporters die Novadic-Kentron inzet, zijn getraind in motiverende gespreksvoering en straatwerk. De peersupporters gaan samen met een preventiewerker, en indien mogelijk een jongerenwerker, de straat op. De jongeren op straat hebben respect voor de peersupporters, hun geloofwaardigheid en aanzien maakt de kans op gedragsverandering groter. Met deze methode is een werkrelatie opgebouwd met 10 groepen. Er vonden 45 info- en adviesgesprekken met als doel beperking van instroom en 5 doorverwijzingen naar zorg in dit kader plaats.

Jeugdhulpverlening

Ondersteuning jeugdhulpverlening richt zich op het voorkomen van problematisch gebruik onder andere door het opzetten van preventieve activiteiten binnen de jeugdzorginstellingen. Er zijn 11 individuele gesprekken gevoerd met jongeren, waarover men zich zorgen maakte vanwege hun alcohol- en/ of druggebruik. Het gaat hierbij vaak om meerdere gesprekken. Niet alleen wordt tijdens het gesprek ingegaan op het gebruik zelf, maar ook op het positief bekrachtigen van andere leefgebieden. In het 2013 zijn 16 informatie- en adviesgesprekken gevoerd (onder andere bij Kompaan en een aantal voorzieningen van het OCB). Dit gebeurt veelal via ons aanbod Drugs-Wise. Tijdens die bijeenkomsten staan kennis, bewustwording en bespreekbaar maken van middelengebruik centraal. Daar waar mogelijk worden deze voorlichtingen gecombineerd met deskundigheidsbevorderingen aan de begeleiders. We zien dat met name in de LVB-zorg (Licht Verstandelijke Beperking) een toename in vragen om deskundigheidsbevordering, dan wel adviesvragen met betrekking tot casuïstiek of voorlichting aan cliënten. Tevens zien we een toename in het aantal contacten met individuele ouders. De samenwerking binnen SJS (Samenwerkende Jeugdzorg Specialisten), ingezet door de transities, heeft tot gevolg dat organisaties hun krachten bundelen en expertise uitwisselen. Hiermee komt ook de specifieke preventie expertise beschikbaar voor specialistische instellingen.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 26

Geïndiceerde preventie

Jongeren en justitie

In 2013 hebben we met negen groepen jongeren de leerstraf Alcohol uitgevoerd evenals de gekoppelde oudergroepen. Dit is één meer dan begroot. Tevens hebben we 14 individuele gesprekken gevoerd met jongeren buiten het groepsaanbod. Dit zijn jongeren die niet in het groepsaanbod kunnen functioneren of jongeren die doorverwezen worden door het Veiligheidshuis. De effectiviteit van de leerstraf wordt in opdracht van het Trimbos-instituut onderzocht en de resultaten worden gedurende 2014 gepubliceerd.

Testservice Dims

In Tilburg kunnen gebruikers van synthetische drugs wekelijks terecht op een spreekuur van de testservice DIMS (Drug Information and Monitoring System). Bezoekers kunnen hier anoniem hun synthetische drugs laten testen op de samenstelling en het gehalte van de werkzame stoffen. Hierbij worden gebruikers gewezen op de risico’s van het middel en wordt advies gegeven over het zo risicoloos mogelijk gebruik. Tevens kunnen middels dit spreekuur doorverwijzingen naar hulpverlening plaatsvinden. Via de testservice synthetische drugs houden we zicht op nieuwe middelen en veranderingen in middelengebruik onder jongeren. In 2013 hebben er 404 informatie- en adviesgesprekken plaatsgevonden. In totaal leverde dit 416 uitgevoerde testen op en heeft er in verband met mogelijke vervuiling in aangeleverde monsters een waarschuwingscampagne plaatsgevonden. De campagne vond plaats naar aanleiding van het overlijden van een 17-jarig meisje in 013 na gebruik van XTC-pillen.

Kinderen van Verslaafde Ouders

Novadic-Kentron voert samen met Indigo het KOPP/KVO-project uit (kinderen van ouders met psychiatrische problemen en/of verslaafde ouders). In voorgaande jaren hebben we, samen met Indigo, tijd en energie gestoken in het bekendmaken van het aanbod KOPP/KVO bij onze netwerkpartners. De sterke overproductie op collectieve preventie is daarmee te verklaren. Het heeft een duidelijke plek binnen het preventieve aanbod voor kind en ouder gekregen. In 2013 zijn zes KOPP/KVO-jongerengroepen en vijf ouderengroepen gedraaid. In deze groepen zijn de thema’s en activiteiten toegesneden op de leeftijdsfase van de deelnemers, zo ook het aantal bijeenkomsten. Bij zowel de kinderen als bij de pubers worden de ouders actief betrokken middels ouderbijeenkomsten. Er worden met de deelnemers (en hun ouders) kennismakingsgesprekken gevoerd evenals evaluatiegesprekken. Naast het groepsaanbod hebben verscheidene individuele trajecten plaatsgevonden ter overbrugging van de start van een groep of indien een individueel traject geschikter leek. Ook bij het KVO-aanbod komen geregeld kinderen in beeld bij wie meer ondersteuning nodig blijkt. Deze kinderen zijn doorverwezen/toegeleid naar een passend aanvullend aanbod (bijvoorbeeld een sociale vaardigheidstraining, ondersteuning door Schoolmaatschappelijk werk (SMW), maatjesproject etc. Bij diverse instellingen (o.a. Thebe, Basisschool De Wingerd te Tilburg, Netwerkoverleg Rijen) zijn voorlichtingen gegeven over de problematiek van kinderen van verslaafde ouders.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 27

Opvoedingsondersteuning

Jongeren komen eerder en gemakkelijker met middelen in aanraking dan een aantal jaar geleden. Ouders hebben een verantwoordelijkheid om probleemgebruik bij hun kind(eren) te voorkomen. Een belangrijk deel van de vragen om opvoedingsondersteuning komt van ouders die Novadic-Kentron via Advies en Inschrijving (aanmelding van Novadic-Kentron) rechtstreeks benaderen. We zien in 2013 een forse stijging van het aantal contacten met individuele ouders naar 95 in plaats van 40 contacten. Ouders moeten hun kinderen ondersteunen bij het maken van de juiste keuzes, aangezien het puberbrein nog in ontwikkeling is. Daarom worden ouderbijeenkomsten en individuele oudergesprekken georganiseerd onder begeleiding van preventiewerkers. Via telefonische en face-to-face gesprekken wordt geluisterd naar ouders en wordt hen informatie en advies gegeven over onder andere het bespreekbaar maken van het onderwerp genotmiddelengebruik. We proberen daar waar mogelijk deze oudergesprekken te combineren met kindgesprekken. De situaties waarin de ouders verkeren vragen vaak om meerdere gesprekken. Zo is er bijvoorbeeld regelmatig sprake van bijkomende problematiek als Autisme, ADHD, PDD-NOS. Vragen omtrent gamegedrag, computer- en/of telefoongebruik zijn toegenomen. Binnen deze gesprekken staat naast kennisvergroting, bewustwording en gedragsverandering ook de communicatie tussen ouder en kind centraal staat. Het aanbod van Novadic-Kentron staat op diverse sites van de CJG’s in de regio en er is voorgaande jaren veel ruchtbaarheid gegeven aan het aanbod bij netwerkpartners (zoals scholen). Ouders weten ons steeds vaker te vinden, dit zien wij met name terug in de behoorlijke stijging van het aantal contacten met individuele ouders. Middelenmisbruik of -afhankelijkheid komt zelden alleen, er zijn bijna altijd verbanden met andere levensgebieden. Intensieve samenwerking in de keten is dus cruciaal voor een succesvolle aanpak. Het gaat dan om: het realiseren van korte lijnen tussen CJG, jeugdhulpverlening etc. en Novadic-Kentron, elkaar snel weten te vinden en snel kunnen inspelen op vragen. Aanmeldspreekuren

In 2012 zijn we gestart met een centrale, uniforme aanmeldingsprocedure via een centraal aanmeldadres. Daarmee hebben we de aanmelding efficiënter ingericht en sluit deze beter aan bij het huidige zoekgedrag van potentiële cliënten. Op het centrale aanmeldadres kunnen zowel cliënten, als naastbetrokkenen, ketenpartners en stakeholders terecht. Eind 2012 is een beslisboom geïmplementeerd zodat hulpvragers efficiënt, effectief en gastvrij naar de juiste soort zorg geleid worden. Er is hard gewerkt aan het verder optimaliseren van deze functie. Hierbij stonden als vanzelfsprekend efficiëntie en klantvriendelijkheid centraal. Er zijn hiervoor door een onafhankelijk onderzoeksbureau op twee momenten cliënt-tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd. Ondanks de beperkte respons waren de uitkomsten positief. De centrale aanmeldfunctie wordt gezamenlijk door de zeven centrumgemeenten gefinancierd naar rato van het aantal inwoners.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 28

In 2013 stonden 1.541 cliënten uit de regio Midden-Brabant ingeschreven voor de hulpverlening bij Novadic-Kentron. Hiervan waren 769 nieuwe aanmeldingen. Voor verdere specificaties, zoals de bereikprestaties per gemeente, verwijzen we naar de tabellen verderop in dit schrijven.

De afdeling ontvangt - naast aanmeldingen voor hulp - veel vragen van mensen die zich zorgen maken over alcohol- en druggebruik van hun partner, ouders of kinderen. Deze mensen worden in contact gebracht met medewerkers van Preventie en Leefstijl.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 29

Begroting Tilburg en regio Midden-Brabant 2013

3

Productie- en budgetrealisatie 2013 Periode 12

Subsidiebeschikking: PU

2013_111354692/PI11065224/GS/AvO

Producten Productie 2013 Inkomsten 2013

Rekeneenheid

Tarief €

Productie-

afspraak

jaarbasis

productie-

afspraak tm

periode

realisatie

tm periode

%

gerealiseerd

tov begroot

Budget

jaarbasis

Budget tm

periode

realisatie

tm periode

% geraliseerd

tov begroot

1. Stedelijk Kompas

a. ambulante verslavingszorg

Gebruiksruimte uur arbeidsinzet openstelling 79,96 5475 5475 5475 100% 437.781 437.781 437.781 100%

Externe Beveiliging uur arbeidsinzet 42,85 390 390 390 100% 16.712 16.712 16.712 100%

Medische heroïnebehandeling uur openstelling 193,65 2620 2620 2620 100% 507.363 507.363 507.363 100%

Maatschappelijke begeleiding/dienstverlening uur arbeidsinzet 71,88 682 682 800 117% 49.022 49.022 57.513 117%

sub-totaal 9167 9167 9285 101% 1.010.878 1.010.878 1.019.369 101%

b. zorgwekkende zorgmijders: bemoeizorg

Bemoeizorg uur arbeidsinzet 74,81 3040 3040 3386 111% 227.422 227.422 253.286 111%

Outreachend Interventieteam (OIT) uur arbeidsinzet 65,54 1044 1044 1079,43 103% 68.424 68.424 70.746 103%

sub-totaal 4084 4084 4465,16 109% 295.846 295.846 324.032 110%

2. bevorderen zelfredzaamheid: MSS

a. coördinatie te vormen keten MSS (eenmalige subsidie!) uur arbeidsinzet 80,68 100 100 119 119% 8.068 8.068 9.601 119%

b. uitbouw bestaande dienstverlening uur arbeidsinzet 74,8 1389 1389 1363 98% 103.897 103.897 101.971 98%

sub-totaal 1489 1489 1482 100% 111.965 111.965 111.572 100%

3. bevorderen zelfredzaamheid:

preventie ggz.- en vs probleem

a. expertise ggz/vz in casusoverleggen en

ondersteuning dichtbij NB: INZET UIT EIGEN MIDDELEN 80,68 25,252 0 0 0 #DEEL/0!

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 30

Ontwikkeling werkplam 'inzet expertise GGZ…" NB: INZET UIT EIGEN MIDDELEN 80,68 123,488 0 0 0 #DEEL/0!

Onderwijs en Vrije tijd uur arbeidsinzet 80,68 900 900 939,86 104% 72.612 72.612 75.828 104%

Aanmeldspreekuren

centrale aanmelding o.b.v.aandeel inwoners 70.464 70.464 70.464 100%

sub-totaal 1048,74 900 939,86 104% 143.076 143.076 146.292 102%

b. vindplaatsgericht werken GGZ/VZ

(selectieve preventie)

Ouderen en Alcohol uur arbeidsinzet 80,68 100 100 90,15 90% 8.068 8.068 7.273 90%

Outreachend Veldwerk uur arbeidsinzet 79,24 2600 2600 2780,51 107% 206.024 206.024 220.328 107%

Peersupport uur arbeidsinzet 79,24 450 450 427,09 95% 35.658 35.658 33.843 95%

Jeugdhulpverlening uur arbeidsinzet 80,68 90 90 145,14 161% 7.261 7.261 11.710 161%

sub-totaal 3240 3240 3442,89 257.011 257.011 273.153 106%

c. geïndiceerde preventie ggz/vz

Jongeren en justitie uur arbeidsinzet 80,68 150 150 193,97 129% 12.102 12.102 15.649 129%

Testservice DIMS uur arbeidsinzet 79,24 175 175 209,86 120% 13.867 13.867 16.629 120%

Kinderen van Verslaafde Ouders (KVO) uur arbeidsinzet 80,68 310 310 458,54 148% 25.011 25.011 36.995 148%

Opvoedingsondersteuning uur arbeidsinzet 80,68 130 130 208,43 160% 10.488 10.488 16.816 160%

sub-totaal 765 765 1.071 61.468 61.468 86.090 140%

Totale subsidiestroom 2013 19.645 20.686 1.880.244 1.880.244 1.960.508 104%

Naam: drs. K. in 't Veld Functie: voorzitter Raad van Bestuur Datum: 28-04-2014 Handtekening:

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 31

Rapportage Prestatieafspraken Tilburg en regio Midden-Brabant

2013

Prestatieafspraken 2013 uit Programa van Eisen KPI Afspraak 2013 Gerealiseerd

2013

Algemeen

> Deelname in de digitale sociale kaart van Tilburg (De Gids) voldaan

> Voor 1 september 2013 levert NK een nacalculate op de kostprijzen 2012 aan voldaan

> NK levert globale berekening van de procentuele bijdrage aan de opbouw van het eigen vermogen van de subsidie van de gemeente Tilburg in 2012 voldaan

1. Stedelijk Kompas

a. ambulante verslavingszorg

Gebruiksruimte voor drugs en methadon Zie ook tekstuele verantwoording

a. Novadic-Kentron biedt minimaal 40 dak- en thuisloze verslaafden met meervoudige en complexe problematiek de gelegenheid om in de gebruiksruimte aan de Gasthuisring op een verantwoorde, hygiënisch en humane manier drugs te gebruiken. Bereik aantal deelnemers gebruiksruimte 40 28

b. Aan deze cliënten wordt de meest noodzakelijke medische en maatschappelijk zorg geboden. Zo nodig en mogelijk biedt Novadic-Kentron deze basiszorg outreachend aan op andere vindplaatsen.

c. Waar mogelijk worden de cliënten doorgeleid naar reguliere zorg, opvang van Novadic-Kentron zelf of van andere dienstverlenende organisaties.

d. Novadic-Kentron waarborgt het interne veiligheidsklimaat en de veiligheidsbeleving van medewerkers en cliënten van de gebruiksruimte bij Traverse.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 32

Medische heroïnebehandeling Zie ook tekstuele verantwoording

a. In de medische heroïne unit zijn gedurende het jaar minimaal 20 plaatsen beschikbaar waar cliënten op medisch voorschrijft heroïne gebruiken met daarbij de nodige medische en maatschappelijke begeleiding. Aantal plaatsen 20 20

b. De gemiddelde bezettingsgraad is op jaarbasis minimaal 90%. Gemiddelde bezettingsgraad MHU 90% 97%

c. Aan de cliënten wordt daarnaast flankerende zorg en begeleiding geboden op het terrein van wonen, gezondheid, financiën en dagbesteding.

d. In juli 2013 rapporteert Novadic-Kentron aan de gemeente Tilburg over de feitelijke bezetting van de behandeleenheid gedurende de periode juli 2012 tot juli 2013.

e. Novadic-Kentron ziet er op toe dat de onveiligheid in de omgeving van de locaties niet toeneemt.

f. Novadic-Kentron werkt mee aan de totstandkoming van de samenwerkingsovereenkomst en het beheerprotocol Jan Wierhof en zet in overleg met gemeente Tilburg alle instrumenten van integraal omgevingsbeheer in die noodzakelijk zijn in Tivoli/Armhoef.

g.Inzicht in werkelijke kosten van de medische heroineunit

Maatschappelijke dienstverlening Zie ook tekstuele verantwoording

a. Wekelijks wordt op diverse locaties waar de doelgroep komt (bijvoorbeeld de Loop, de medische heroïne unit en de locatie Edisonlaan) een spreekuur maatschappelijke dienstverlening georganiseerd. Wekelijks zijn er minimaal 7 uur spreekuur.

aantal uren spreekuur maatschappelijke dienstverlening per week 7 7

b.Novadic-Kentron biedt aan continu minimaal 25 verslaafde cliënten maatschappelijke dienstverlening aan zodat hun financiële situatie op orde komt en daardoor andere zorg kan worden ingezet.

aantal clienten dat maatschappelijke dientsverlening ontvangt 25 25

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 33

b. zorgwekkende zorgmijders: Bemoeizorg

Bemoeizorg

Bemoeizorg wordt in de regio Midden Brabant uitgevoerd door 5 organisaties: GGD Hart voor Brabant, Novadic Kentron, GGz Breburg, Traverse en Amarant. Deze organisaties zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het bereiken van onderstaande resultaten in 2013:

a. Minimaal 350 nieuwe meldingen van zorgwekkende zorgmijders worden in behandeling genomen. aantal meldingen bemoeizorg 350

b. Minimaal 70% van de cliënten worden toegeleid naar zorg, hun sociaal netwerk wordt geactiveerd en/of ze worden zelfredzaam. aantal toegeleid naar zorg 70%

c. De cliënten worden zo snel mogelijk doorgeleid naar zorg. Gemiddeld in 4 maanden, met een maximum van 9 maanden per cliënt. Met name de uitstroom van bemoeizorgcliënten naar eigen kernorganisaties wordt geoptimaliseerd. Gemiddelde doorlooptijd bemoeizorgtraject

min 4, max 9 mnd

d. De organisaties werken er aan onterechte meldingen te verminderen onder meer door optimalisering van de aansluiting bij reguliere zorg van kern- en schilpartners en door vergroten van de bekendheid van de werkwijze van Bemoeizorg bij hulpverleningsorganisaties en anderen.

e. Het team Bemoeizorg werkt actief mee aan versterken van het outreachend werken binnen het Zorg- en Veiligheidshuis.

f. Het team Bemoeizorg werkt er aan het primaire proces meer in te bedden in het Zorg- en Veiligheidshuis.

Zie rapportage GGD Hart voor

Brabant

Outreachend Interventieteam

Novadic-Kentron en Traverse zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het bereiken van onderstaande resultaten in 2013:

a. Het OIT benadert daklozen en overlastgevers op straat, met name in de omgeving van locaties van Traverse in postcodegebied 5041 en rondom het Centraal Station. Het OIT adviseert hen om onveilige situaties te voorkomen, leidt zo nodig door naar de dag- en nachtopvang bij Traverse, naar het Bemoeizorgteam of andere vorm van dienst- en hulpverlening. De medewerkers registreren naar welke organisatie is doorgeleid.

Rapportage Contacten OIT

Soort contact

1 Overlastcontact 240

2 Nieuw contact 9

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 34

3 Preventief contact 143

4 Bedrijvencontact 43

5 Hulpverleningscontact 11

6 Politiecontact 28

7 Instellingencontact 41

8 Overig contact 6

9 Buurtcontact 10

Observatie Station en omgeving

1 = Prostitutie gerelateerd 34

2 = Drugs-/drankgerelateerd 139

3 = Bedelen 201

b. Met het HCO-V wordt informatie uitgewisseld over casuïstiek of worden zaken doorgesproken die spelen binnen het werkgebied van het OIT. De uitvoerende organisaties maken afspraken over de relatie tussen het OIT en het casusoverleg HCO-V in het Zorg- en Veiligheidshuis. Bovendien werken zij actief mee aan het versterken van het outreachend werken binnen het Zorg- en Veiligheidshuis.

Het team geeft informatie, voorlichting en advies aan de doelgroep en aan mensen uit de omgeving. Ook worden (potentieel) onveilige plekken gemeld aan de politie en gemeente

2. bevorderen zelfredzaamheid: MSS

a. de te vormen keten MSS

Coördinatie Maatschappelijke steunstructuur

Resultaten moeten zijn:

1. Opbouwen van Maatschappelijke Steunsystemen in heel Tilburg, in de geest van de 'Handreiking maatschappelijke steunsystemen' (van MOVISIE/Trimbos-instituut, november 2010), afgestemd op de situatie in Tilburg;

2. Actief deelnemen aan het pilotproject 'Wonen, welzijn en zorg voor psychisch kwetsbare mensen. Een maatschappelijke steunsysteem binnen de WWZ', uitgevoerd door Trimbos-instituut, Kenniscentrum Phrenos en MOVISIE, waaraan gemeente Tilburg met een aantal Tilburgse organisaties deelneemt;

Zie rapportage GGZ Breburg

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 35

3. Actieve bijdrage leveren, in samenwerking met gemeente Tilburg, aan het opstellen van het 'Werkplan Maatschappelijk steunsysteem' en de 'Maatschappelijk steunsysteem - Quickscan' in het kader van bovengenoemd pilotproject;

4. Het geven van een gezamenlijk advies over de ontwikkeling van Maatschappelijke Steunsystemen in Tilburg,

b. uitbouw bestaande dienstverlening MSS

Maatschappelijke steunstructuur

1. Uitrol van de Maatschappelijke Steunsystemen over alle wijken van Tilburg en minimaal 120 gerealiseerde plaatsen; aantal gerealiseerde plaatsen MSS 120

2. Koppeling aan de relevante sociale netwerken en ketencoördinatie in Tilburg, in ieder geval aan buurtregie, de casusoverleggen in het zorg- en veiligheidshuis (ZVH) en de medio 2013 te ontwikkelen 'sterke frontlijn in de wijken'. Alle aanmeldingen via deze netwerken/ketens worden beoordeeld;

3. De MSS-organisatie beoordeelt voor alle mensen die uitstromen uit een klinische opname in de verslavingszorg of geestelijke gezondheidszorg en die in de gemeente Tilburg gaan wonen of het opbouwen van een MSS rond die cliënt een noodzakelijke én de meest geschikte oplossing is om zijn of haar zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie in de wijk te versterken. Indien blijkt dat deelname aan MSS niet gepast is en dat het opstellen van een individueel trajectplan in het ZVH noodzakelijk is: dit in gang zetten.

4. De MSS-organisatie zorgt dat zij alle mensen bereikt die langdurig psychisch of psycho-sociaal kwetsbaar zijn en die min of meer stabiel zelfstandig in de wijken wonen, ook als ze niet (recent) klinisch of intramuraal behandeld zijn;

5. Huisbezoeken afleggen;

6. Lotgenotencontact organiseren en faciliteren. Concreet vragen we minimaal 50 actieve koppels in het Maatjesproject binnen de gemeente Tilburg in het kader van de MSS en 30 burgers binnen de gemeente Tilburg in begeleiding door ervaringsdeskundigen in het Regionaal Service Centrum in het kader van de MSS; aantal koppels in het Maatjesproject 50

Zie rapportage GGZ Breburg

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 36

aantal burgers binnen de gemeente Tilburg in begeleiding door ervaringsdeskundigen in het Regionaal Service Centrum 30

7. Participatiemogelijkheden creëren in elke wijk van Tilburg, waaronder een eigen veilige (ontmoetings)plek. De MSS-organisatie toont per wijk het opgebouwde netwerk van participatiemogelijkheden, inclusief de (ontmoetings)plek;

8. Randvoorwaarden creëren en contact onderhouden met (betaalde en onbetaalde) organisaties en voorzieningen die voor de participatie van de client belangrijk zijn;

9. De dienstverlening in het kader van de MSS optimaal aansluiten op Functie Assertive Community Treatment (FACT) in Tilburg;

10. Minimaal één keer in 2013 landelijk publiciteit geven aan de MSS in Tilburg (b.v. via VNG, Trimbos of Tranzo van Tilburg University); in wijkbladen en andere lokale media bekendheid geven aan de mogelijkheden van MSS in de Tilburgse wijken.

3. bevorderen zelfredzaamheid: preventie ggz.- en vs

probleem

a. expertise ggz/vz in casusoverleggen en

ondersteunming dichtbij

Ontwikkeling werkplam 'inzet expertise GGZ…"

ondersteunen en adviseren van professionals (de generalisten) in de "frontlijn" (volgens de nota 'Ondersteuning dichtbij') en in de casusoverleggen op het gebied van zorg en veiligheid.U neemt in 2013 regulier deel aan de volgende casusoverleggen: - volwassenen: de buurtregies - volwassenen: casusoverleggen Zorg- en Veiligheidshuis, waaronder hulpverlenerscasusoverleg-volwassenen (HCO-V) - jeugd: de vijf lokale ZAT's voor het basisonderwijs en de ZAT's per school voor het voortgezet onderwijs en MBO - jeugd: de twee specialisten-kernteam van Integrale Vroeghulp, gecoördineerd door MEE - jeugd: jeugdgezondheidszorg. Hier wordt in overleg met GGD Hart voor Brabant afgesproken welke inzet vanuit Novadic-Kentron wenselijk en haalbaar is - casusoverleggen in de regiogemeenten

Zie tekstuele verantwoording

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 37

Onderwijs en Vrije tijd Aantal scholen/instellingen waarmee contact 15 15

Aantal voorlichtingen aan jongeren 15 32

Aantal themabijeenkomsten voor opvoeders 4 10

Aantal informatie en adviesgesprekken 15 71

Aantal deskundigheidsbevorderingen aan professionals 3 5

Aantal gastlessen B-Smart 7 13

Aanmeldspreekuren

Binnen 48 uur krijgt de informatievrager een professioneel antwoord of correcte doorverwijzing.

Zie tekstuele verantwoording

Binnen 24 uur heeft de hulpvrager een geplande afspraak voor een intake en is juist geïnformeerd over de wachttijden en de invulling van die wachttijd

Zie tekstuele verantwoording

b. vindplaatsgericht werken GGZ/VZ (selectieve

preventie)

Ouderen en Alcohol Bereik doelgroep 50 23

Voorlichtingsavonden 4 4

Trainen intermediairs 20 57

Toeleiden naar zorg 8 1

Outreachend Veldwerk

ketensamenwerking wordt uitgevoerd volgens het 'Convenant samenwerking R-Newt.

Zie tekstuele verantwoording

De samenwerking tussen het jongerenwerk, Novadic-Kentron en overige deelnemende partners is schriftelijk vormgegeven en de signalering, de informatie-uitwisseling en de toeleiding is geoptimaliseerd

80% van de risicojongeren zijn door het jongerenwerk in samenwerking met Novadic-Kentron geïnformeerd/voorgelicht op het gebied alcohol en drugs.

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 38

Aanpak overlastgevende jongeren Er wordt opvolging gegeven aan alle meldingen vanuit R-Newt+ en de manier waarop en er wordt voor gezorgd dat in 95% van de gevallen waarin sprake is van drank- of middelengebruik R-Newt+ en Novadic-Kentron samen zorgen voor escalatie van de overlast en een juiste doorgeleiding naar hulpverlening;

Aantal bezoeken aan vindplaatsen 140 191

Bereik aantal bezoeken vindplaatsen 1000 1389

Aantal informatie- en adviesgesprekken met risicojongeren ivm met middelengebruik 200 260

Aantal toeleiding naar zorg 50 24

Aantal uitgevoerde EHBD-u/Barcodes 10 7

Aantal voorlichtingsactiviteiten bij de Jeugdhulpverlening 14 16

Unity 4 4

Peersupport Bereik/werkrelatie risicogroepen 10 10

Doorverwijzingen naar de zorg 10 5

Info- en adviesgesprekken ten behoeve van inperking instroom zorg 50 45

Jeugdhulpverlening Aantal voorlichtingen aan groepen jongeren 3 16

Aantal gesprekken met individuele jongeren 15 11

Aantal informatie- en adviesgesprekken met professionele derden 2 16

Aantal deskundigheidsbevorderingen medewerkers 2 2

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 39

c. geindiceerde preventie ggz/vz

Jongeren en justitie

Aantal jongerengroepen (gemiddelde deelname 6 jongeren) 8 9

Aantal oudergroepen 8 9

Aantal individuele jongeren (buiten het groepsaanbod) 6 14

Testservice DIMS Aantal Informatie- en adviesgesprekken 250 404

Aantal uitgevoerde testen 350 416

Aantal waarschuwingscampagnes 1 1

Kinderen van Verslaafde Ouders (KVO) Aantal groepen kinderen/ jongeren 6 6

Opvoedingsondersteuning

Aantal voorlichtingen aan groepen ouders/ gespreksgroepen met ouders 4 5

Aantal contacten met individuele ouders 40 95

Aantal informatie- en adviesgesprekken met professionele derden 4 10

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 40

Bereikprestaties Novadic-Kentron regio Midden-Brabant per jaar

In- en uitschrijvingen

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Aantal nieuwe inschrijvingen* 611 651 607 880 905 842 815 693 713 769

Waarvan nevencliënt 92 66 37 27 66 60

Aantal uitschrijvingen 463 538 573 752 790 944 930 814 637 677

Aantal ontslagen tegen advies 182 218 226 242 286 328 297 299 211 216

Aantal cliënten in behandeling 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

Aantal in behandeling 1200 1437 1533 1780 1941 1958 1.820 1.537 1.421 1.541

Aantal cliënten per 1000 inwoners 4,6 5,0 5,1 4,7 4,0 3,6 4

Primaire problematiek 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

Alcohol 512 653 679 732 734 731 682 587 507 533

Opiaten 225 232 219 216 207 198 201 193 199 184

Opwekkende middelen (cocaïne, amfetamine) 285 310 311 326 366 344 298 250 257 255

Hallucinerende middelen (extasy) 135 187 198 248 295 292 313 2 4 5

Cannabis** 240 227 272

GHB*** 17 17 20

Gokken 37 44 49 59 64 76 70 61 51 40

Nevencliënten 144 135 108 61 84 105

Overig of onbekend 6 11 77 199 131 182 148 126 75 127

1200 1437 1533 1780 1941 1958 1820 1537 1421 1.541

Geslacht 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

Mannen 927 1089 1167 1298 1421 1402 1.338 1.128 1.064 1.165

Vrouwen 273 348 366 482 520 556 482 409 357 376

1200 1437 1533 1780 1941 1958 1820 1537 1421 1.541

Leeftijd 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

Ouder > 50 jaar 170 241 283 376 412 436 352 326 321 339

24-50 jaar 915 1053 1073 1157 1244 1222 1.183 999 929 1.000

Jongeren < 24 jaar 115 143 177 247,0

18 t/m 23 jaar 188 203 199 164 134 153

Jonger dan 18 jaar 97 97 86 48 37 49

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 41

1200 1437 1533 1780 1941 1958 1820 1537 1421 1.541

Culturele herkomst 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

Autochtonen 927 1183 1304 1268 1345 1485 1.435 1.248 1.093 1.148

Allochtonen 147 198 211 210 255 247 251 211 227 231

Onbekend 126 56 18 302 341 226 134 78 101 162

1200 1437 1533 1780 1941 1958 1820 1537 1421 1.541

* Bij de inschrijvingen kunnen dubbeltellingen voorkomen omdat één cliënt in de verslagperiode meerdere keren in zorg genomen kan worden.

** Cannabis is vanaf 2011 apart opgenomen. Deze verslaving valt echter onder de hallucinerende middelen

*** GHB is vanaf 2011 ook apart opgenomen. Deze verslaving valt echter onder de opwekkende middelen

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 42

Bereikprestaties Novadic-Kentron 2013 regio Midden-Brabant per gemeente

In- en uitschrijvingen

Totaal regio Tilburg Waalwijk Dongen Gilze-Rijen Goirle Hilvarenbeek Loon op Zand Oisterwijk

Abs. % Abs. % Abs

. % Abs

. % Abs

. % Abs

. % Abs. % Abs. % Abs. %

Aantal nieuwe inschrijvingen* 769

100 521 68 70 9 33 4 28 4 40 5 19 2 27 4 31 4

Waarvan nevencliënt 60

100 34 57 2 3 1 2 2 3 4 7 6

10 6

10 5 8

Aantal uitschrijvingen 677

100 494 73 56 8 20 3 24 4 28 4 13 2 16 2 26 4

Aantal ontslagen tegen advies 216

100 153 71 16 7 13 6 10 5 12 6 3 1 3 1 6 3

Aantal cliënten in behandeling Abs. % Abs. %

Abs. %

Abs. %

Abs. %

Abs. % Abs. % Abs. % Abs. %

Aantal in behandeling

154

1

100

109

4 71 142 9 53 3 53 3 63 4 36 2 41 3 59 4

Aantal cliënten per 1000 inwoners 3,92 5,25 5,59

2,05

2,31

4,18 1,56 1,59 1,27

J7

Primaire problematiek

Alcohol 533 35 363 33 43 30 28 53 25 47 21

33 14

39 17

41 22

37

Opiaten 184 12 140 13 28 20 1 2 5 9 3 5 3 8 1 2 3 5

Opwekkende middelen (cocaïne, amfetamine) 255 17 191 17 24 17 6 11 7 13 9

14 3 8 4

10 11

19

Hallucinerende middelen (extasy) 5 0 4 0 0 - 0 - 0 - 1 2 0 - 0 - 0 -

Cannabis** 272 18 201 18 24 17 6 11 8 15 13

21 3 8 5

12 12

20

GHB*** 20 1 12 1 2 1 3 6 1 2 1 2 0 - 1 2 0 -

Gokken 40 3 30 3 2 1 1 2 1 2 1 2 1 3 3 7 1 2

Nevencliënten 105 7 69 6 3 2 1 2 4 8 7

11 9

25 7

17 5 8

Overig of onbekend 127 8 84 8 16 11

7 13 2 4

7

11 3 8

3 7 5 8

154

1

100

109

4

100

142

100

53

100

53

100

63

100

36

100

41

100

59

100

Geslacht

Mannen 116 76 823 75 119 84 38 72 41 77 42 22 33 47

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 43

5 67 61 80 80

Vrouwen 376 24 271 25 23 16 15 28 12 23 21

33 14

39 8

20 12

20

154

1

100

109

4

100

142

100 53

100

53

100 63

100

36

100 41

100

59

100

Leeftijd

Ouder > 50 jaar 339 22 226 21 31 22 17 32 17 32 14

22 8

22 12

29 14

24

24-50 jaar 100

0 65 738 67 89 63 29 55 29 55 34

54 20

56 24

59 37

63

18 t/m 23 jaar 153 10 98 9 21 15

5 9 3 6

8

13 5

14

5

12 8

14

Jonger dan 18 jaar 49 3 31 3 2 1 2 4 4 8 7

11 3 8 0 - 0 -

154

1

100

109

3

100

143

101 53

100

53

100 63

100

36

100 41

100

59

100

Culturele herkomst

Autochtonen 114

8 74 812 74 114 80 42 79 38 72 45

71 20

56 29

71 48

81

Allochtonen 231 15 175 16 19 13 8 15 7 13 8

13 7

19 5

12 2 3

Onbekend 162 11 107 10 9 6

3 6 8 15

10

16 9

25

7

17 9

15

154

1

100

109

4

100

142

100 53

100

53

100 63

100

36

100 41

100

59

100

* Bij de inschrijvingen kunnen dubbeltellingen voorkomen omdat één cliënt in de verslagperiode meerdere keren in zorg genomen kan worden.

** Cannabis is vanaf 2011 apart opgenomen. Deze verslaving valt echter onder de hallucinerende middelen

*** GHB is vanaf 2011 ook apart opgenomen. Deze verslaving valt echter onder de opwekkende middelen

Gemeentelijke jaarverantwoording 2013 44

Bereikprestaties collectieve preventie 2013

Rapportage periode 12

Product

Tilburg

Dongen

Gilze-

Rijen Goirle

Hilvarenbeek

Loon op

Zand Waalwijk

Oisterwijk

TOTAAL

Kinderen van Verslaafde Ouders 0

goepen 25 2 2 2 2 6 3 42

individueel 98

jeugdhulpverlening

info en advies doelgroep 11 11

info en advies prof. derden 9 2 2 2 1 16

voorlichting jongeren 17 17

deskundigheidsbevordering 15 15 30

opvoedingsondersteuning 0

bereik ouders 122 2 5 6 6 4 9 48 202

bereik prof. derden 9 14 23

Totaal 193 20 5 25 8 6 32 52 439