CARPALE TUNNEL SYNDROOM Chirurgie

PATIËNTENVOORLICHTING Ziekenhuis Rivierenland 2

Afbeelding 1: Dwarsdoorsnede door de pols ter hoogte van de carpale tunnel. De bodem en de wanden van de tunnel worden gevormd door botjes. De dwarse polsband vormt het dak van de carpale tunnel. Deze band wordt bij de operatie gekliefd

Bij u bestaat het vermoeden op het Carpale Tunnel Syndroom (CTS). In deze folder kunt u nalezen wat dit inhoudt, welke onderzoeken er plaats gaan vin-den en hoe de behandeling van het CTS eruit ziet.

WAT IS HET CARPALE TUNNEL SYNDROOM? Het Carpale Tunnel Syndroom is een aandoening, waarbij een zenuw in de pols bekneld zit. Hierdoor ontstaan er gevoelloosheid, tintelingen en pijn in de armen, handen en vingers. De plaats van de beknelling is de zogenaamde Carpale Tunnel, een doorgang in de pols van een zenuw en de negen buigpe-zen (zie afbeelding 1).

OORZAKEN De oorzaak van de beknelling is meestal onbekend. Er kan sprake zijn van een zwelling van het glijweefsel van de pezen hetgeen bekend staat als tenosynovi-tis. Botbreuken en arthrose kunnen de tunnel ook vernauwen. Het vasthouden van vocht tijdens de zwangerschap kan soms een zwelling veroorzaken in de tunnel en symptomen oproepen van het Carpale Tunnel Syndroom. Deze vorm van het CTS verdwijnt meestal weer na de bevalling. Bij sommige ziekten komt de aandoening vaker voor, bijvoorbeeld bij schildklierafwijkingen (hypothyreo-idie), reumatische aandoeningen en suikerziekte.

SYMPTOMEN Symptomen van het CTS zijn gewoonlijk pijn, gevoelloosheid, tintelingen of een combinatie van deze drie in één of beide handen. De gevoelloosheid of het tintelen treedt meestal op in de duim, wijs-, middel- en ringvinger. De

PATIËNTENVOORLICHTING Ziekenhuis Rivierenland 3

symptomen voelt men meestal ‘s nachts, maar kunnen ook tijdens activitei-ten overdag opgemerkt worden, bijvoorbeeld autorijden of het lezen van een krant. Patiënten merken soms dat ze minder kracht hebben en dat ze dingen laten vallen. In ernstige gevallen kan het gevoel permanent afwezig zijn en kunnen de spieren van de duimmuis verdwijnen.

DIAGNOSE Uw ziektegeschiedenis heeft de verdenking doen rijzen op het CTS. In sommi-ge gevallen wordt er een röntgenfoto gemaakt om botafwijkingen uit te sluiten als oorzaak van uw klachten of wordt er bloedonderzoek gedaan. Een EMG (electromyogram), dit is een zenuwgeleidingsonderzoek, wordt ook ingezet om de diagnose te bevestigen.

BEHANDELING Een operatie is niet altijd noodzakelijk. Soms is een verandering van werk-zaamheden voldoende om de klachten te doen verdwijnen. Het dragen van een nachtspalk kan sommige klachten verlichten. Ontstekingsremmende medicijnen die geslikt worden of geïnjecteerd worden in de carpale tunnel, kunnen bijdragen aan het verminderen van de zwelling in de carpale tunnel. Als de symptomen ernstig zijn of niet verbeteren, is een operatie nodig om de ruimte binnen de carpale tunnel te vergroten. Dit gebeurt door het dak van de tunnel, dat gevormd wordt door een stevige band, door te snijden (zie afbeel-ding 2). De operatie wordt over het algemeen poliklinisch uitgevoerd, onder locale anesthesie. Aan het eind van de operatie wordt de hand verbonden met een drukverband. Hierdoor wordt de tunnel vergroot en wordt de druk op de zenuwen verminderd.

Afbeelding 2

PATIËNTENVOORLICHTING Ziekenhuis Rivierenland 4

ADVIES NA OPERATIE Na twee dagen mag u het verband/tape verwijderen. De hecht pleisters, die nog over de wond zitten, dient u te laten zitten tot deze er vanzelf afvallen. U mag met deze hechtpleisters gewoon douchen. Na het douchen de pleisters droog deppen. De hand kan gewoon gebruikt worden op geleide van de pijn. Het is raadzaam de eerste twee weken niet te zwaar te tillen in verband met de wondgenezing.

NA DE OPERATIE Na de operatie kan de pijn rond het litteken een aantal weken of maanden aanhouden. De gevoelloosheid en tintelingen kunnen zowel direct na de ingreep als na verloop van tijd verdwijnen. Het kan enige maanden duren voor-dat de kracht in de hand en de pols weer normaal is. De symptomen van het CTS verdwijnen helaas niet altijd volledig door de operatie.

COMPLICATIES Als er klachten of problemen zijn, kunt u bellen met de

POLIKLINIEK CHIRURGIE. 0344-674041

van 08.30 uur tot 16.30 uur

Er bestaat altijd een kans op complicaties zoals bijvoorbeeld een nabloeding of infectie, echter de kans hierop is bij deze ingreep klein. Het specifieke risico van de operatie is het ontstaan van letsel van zenuwtakjes, waardoor het ge-voel van de vinger gestoord kan raken.

TOT SLOT Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stelt u deze dan gerust aan uw arts of verpleegkundige. Zij zullen u graag antwoord geven. Eenmaal thuis kunt u bij vragen contact opnemen met de polikliniek Chirurgie. In drin-gende gevallen kunt u buiten kantooruren contact opnemen met de afdeling spoedeisende hulp van het ziekenhuis Rivierenland Tiel.

PATIËNTENVOORLICHTING Ziekenhuis Rivierenland 5

ZIEKENHUIS RIVIERENLAND 0344-674041

www.chirurgietiel.nl

SPOEDEISENDE HULP 0344-674254

CHIRURGIE BARBARAPOLIKLINIEK 0344-674744

Elizabethdreef 4, 4101 KL Culemborg

AANTEKENINGEN

Heeft u nog vragen dan kunt u altijd contact opnemen met ons:

0344-674911 info@zrt.nl

www.ziekenhuisrivierenland.nl

1539

44 0

319

© Z

ieke

nhui

s Riv

iere

nlan

d