De herfst is nu echt begonnen. Overal in het bos kun je zaden tegenkomen. Kastanjes, beukennootjes, eikels... je vindt ze overal. Maar hoe komen ze daar.
Grammar – Part 2 – the Past. Recapitulation: Past Simple – Verleden tijd -> simpele vorm: I worked/he worked. Gebruik nooit een –s in de verleden.