Word order

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

Onderwerp

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

Onderwerp Gezegde

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?)

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?)

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?) (Waar?)

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?) (Waar?)(Wanneer?)

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?) (Waar?)(Wanneer?)

Mister Sebel

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?) (Waar?)(Wanneer?)

Mister Sebel corrected

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?) (Waar?)(Wanneer?)

Mister Sebel corrected the test

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?) (Waar?)(Wanneer?)

Mister Sebel corrected the test at home

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?) (Waar?)(Wanneer?)

Mister Sebel corrected the test at home yesterday.

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?) (Waar?)(Wanneer?)

Mister Sebel corrected the test at home yesterday.

Mother

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?) (Waar?)(Wanneer?)

Mister Sebel corrected the test at home yesterday.

Mother is buying

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?) (Waar?)(Wanneer?)

Mister Sebel corrected the test at home yesterday.

Mother is buying milk

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?) (Waar?)(Wanneer?)

Mister Sebel corrected the test at home yesterday.

Mother is buying milk at the shop

Word order

In een Engelse zin staan de woorden in de volgende volgorde:

LijdendOnderwerp Gezegde Voorwerp Plaats Tijd (Wie?) (Deed wat?) (Waar?)(Wanneer?)

Mister Sebel corrected the test at home yesterday.

Mother is buying milk at the shop now.

http://bit.ly/englishgrmmr/

http://www.youtube.com/user/EnglishGrmmr

https://twitter.com/englishgrmmr

https://www.facebook.com/english.grmmr.5