x-as

y-as Assenstelsel

Schrijf de coördinaten van de punten.

x-as

y-as Assenstelsel

Schrijf de coördinaten van de punten.

A

x-as

y-as Assenstelsel

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1)

x-as

y-as Assenstelsel

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4)

x-as

y-as Assenstelsel

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3)

x-as

y-as Assenstelsel

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3) D(-1,2)

x-as

y-as Assenstelsel

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3) D(-1,2)

E( 3 ½ , 1)

x-as

y-as Assenstelsel

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3) D(-1,2)

E( 3 ½ , 1) of E(3,5

x-as

y-as Assenstelsel

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3) D(-1,2)

E( 3 ½ , 1) of E(3,5; 1)

x-as

y-as Assenstelsel

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3) D(-1,2)

E( 3 ½ , 1) of E(3,5; 1)

F(-2,0)

x-as

y-as Assenstelsel

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3) D(-1,2)

E( 3 ½ , 1) of E(3,5; 1)

F(-2,0) G(0,-1)

x-as

y-as Assenstelsel

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3) D(-1,2)

E( 3 ½ , 1) of E(3,5; 1)

F(-2,0) G(0,-1)

Op2a) Welke punten hebben hetzelfde x-coördinaat?

b) Welke hebben hetzelfde y-coördinaat?

x-as

y-as Assenstelsel

c)Welke punt ligt op de x-as en welke op de y-as?

d) Het punt I ligt 4 boven A, geef de coördinaten van I.

e) Om bij het punt J te komen moet je vanuit C 4 naar links en 1 omlaag. Geef de coördinaten van J.

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3) D(-1,2)

E( 3 ½ , 1) of E(3,5; 1)

F(-2,0) G(0,-1)

Op2a) Welke punten hebben hetzelfde x-coördinaat? F & C

b) Welke hebben hetzelfde y-coördinaat?

x-as

y-as Assenstelsel

c)Welke punt ligt op de x-as en welke op de y-as?

d) Het punt I ligt 4 boven A, geef de coördinaten van I.

e) Om bij het punt J te komen moet je vanuit C 4 naar links en 1 omlaag. Geef de coördinaten van J.

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3) D(-1,2)

E( 3 ½ , 1) of E(3,5; 1)

F(-2,0) G(0,-1)

Op2a) Welke punten hebben hetzelfde x-coördinaat? F & C

b) Welke hebben hetzelfde y-coördinaat? A&E

x-as

y-as Assenstelsel

c)Welke punt ligt op de x-as en welke op de y-as?

d) Het punt I ligt 4 boven A, geef de coördinaten van I.

e) Om bij het punt J te komen moet je vanuit C 4 naar links en 1 omlaag. Geef de coördinaten van J.

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3) D(-1,2)

E( 3 ½ , 1) of E(3,5; 1)

F(-2,0) G(0,-1)

Op2a) Welke punten hebben hetzelfde x-coördinaat? F & C

b) Welke hebben hetzelfde y-coördinaat? A&E

x-as

y-as Assenstelsel

c)Welke punt ligt op de x-as en welke op de y-as? F ligt op x-as en G ligt op y-as

d) Het punt I ligt 4 boven A, geef de coördinaten van I.

e) Om bij het punt J te komen moet je vanuit C 4 naar links en 1 omlaag. Geef de coördinaten van J.

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3) D(-1,2)

E( 3 ½ , 1) of E(3,5; 1)

F(-2,0) G(0,-1)

Op2a) Welke punten hebben hetzelfde x-coördinaat? F & C

b) Welke hebben hetzelfde y-coördinaat? A&E

x-as

y-as Assenstelsel

c)Welke punt ligt op de x-as en welke op de y-as? F ligt op x-as en G ligt op y-as

d) Het punt I ligt 4 boven A, geef de coördinaten van I. I(2, 5)

e) Om bij het punt J te komen moet je vanuit C 4 naar links en 1 omlaag. Geef de coördinaten van J.

Schrijf de coördinaten van de punten.

A(2,1) B(3,4) C(-2,3) D(-1,2)

E( 3 ½ , 1) of E(3,5; 1)

F(-2,0) G(0,-1)

Op2a) Welke punten hebben hetzelfde x-coördinaat? F & C

b) Welke hebben hetzelfde y-coördinaat? A&E

x-as

y-as Assenstelsel

c)Welke punt ligt op de x-as en welke op de y-as? F ligt op x-as en G ligt op y-as

d) Het punt I ligt 4 boven A, geef de coördinaten van I. I(2, 5)

e) Om bij het punt J te komen moet je vanuit C 4 naar links en 1 omlaag. Geef de coördinaten van J. J(-6, 2)

Opdracht 1.a) Teken de punten A(5,2), B(1 ½ ,4), C(-2,2), D(-2,-22) E(5,-2) b) Verbind A met B, B met C, enz. Waar lijkt het figuurtje dat je krijgt op?

Opdracht 1.a) Teken de punten A(5,2), B(1 ½ ,4), C(-2,2), D(-2,-22) E(5,-2) b) Verbind A met B, B met C, enz. Waar lijkt het figuurtje dat je krijgt op?

Opdracht 1.a) Teken de punten A(5,2), B(1 ½ ,4), C(-2,2), D(-2,-22) E(5,-2) b) Verbind A met B, B met C, enz. Waar lijkt het figuurtje dat je krijgt op?

y-as

x-as

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Opdracht 1.a) Teken de punten A(5,2), B(1 ½ ,4), C(-2,2), D(-2,-22) E(5,-2) b) Verbind A met B, B met C, enz. Waar lijkt het figuurtje dat je krijgt op?

y-as

x-as

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Opdracht 1.a) Teken de punten A(5,2), B(1 ½ ,4), C(-2,2), D(-2,-2) E(5,-2) b) Verbind A met B, B met C, enz. Waar lijkt het figuurtje dat je krijgt op?

y-as

x-as

A

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Opdracht 1.a) Teken de punten A(5,2), B(1 ½ ,4), C(-2,2), D(-2,-22) E(5,-2) b) Verbind A met B, B met C, enz. Waar lijkt het figuurtje dat je krijgt op?

y-as

x-as

A

B

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Opdracht 1.a) Teken de punten A(5,2), B(1 ½ ,4), C(-2,2), D(-2,-2) E(5,-2) b) Verbind A met B, B met C, enz. Waar lijkt het figuurtje dat je krijgt op?

y-as

x-as

A

B

C

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Opdracht 1.a) Teken de punten A(5,2), B(1 ½ ,4), C(-2,2), D(-2,-2) E(5,-2) b) Verbind A met B, B met C, enz. Waar lijkt het figuurtje dat je krijgt op?

y-as

x-as

A

B

C

D

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Opdracht 1.a) Teken de punten A(5,2), B(1 ½ ,4), C(-2,2), D(-2,-2) E(5,-2) b) Verbind A met B, B met C, enz. Waar lijkt het figuurtje dat je krijgt op?

y-as

x-as

A

B

C

D D

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Opdracht 1.a) Teken de punten A(5,2), B(1 ½ ,4), C(-2,2), D(-2,-2) E(5,-2) b) Verbind A met B, B met C, enz. Waar lijkt het figuurtje dat je krijgt op?

y-as

x-as

A

B

C

D D

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Opdracht 1.a) Teken de punten A(5,2), B(1 ½ ,4), C(-2,2), D(-2,-2) E(5,-2) b) Verbind A met B, B met C, enz. Waar lijkt het figuurtje dat je krijgt op?

y-as

x-as

A

B

C

D D

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Opdracht 1.a) Teken de punten A(5,2), B(1 ½ ,4), C(-2,2), D(-2,-2) E(5,-2) b) Verbind A met B, B met C, enz. Waar lijkt het figuurtje dat je krijgt op?

Je figuur lijkt op een huis

y-as

x-as

A

B

C

D D

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Op2.In de figuur hieronder zie je steeds driehoeken getekend. De driehoeken hebben een nummer en een letter bij het hoogste punt.

a) Wat is de regelmaat bij de x-coördinaat?

b) Wat is de regelmaat bij de y- coördinaat

y-as

x-as

A

B

C

c) Neem de tabel hieronder en vul hem in

d) Een driehoek heeft als -11 als x-coördinaat, bereken de y-coördinaat

123

Nr 1 Nr 2 Nr 3 Nr 4 Nr 5

A(5,2) B(3,3) C(….,…) D(….,…) E(….,…)

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Op2.In de figuur hieronder zie je steeds driehoeken getekend. De driehoeken hebben een nummer en een letter bij het hoogste punt.

a) Wat is de regelmaat bij de x-coördinaat? Er gaat steeds 2 eraf dus -2

b) Wat is de regelmaat bij de y- coördinaat

y-as

x-as

A

B

C

c) Neem de tabel hieronder en vul hem in

d) Een driehoek heeft als -11 als x-coördinaat, bereken de y-coördinaat

123

Nr 1 Nr 2 Nr 3 Nr 4 Nr 5

A(5,2) B(3,3) C(….,…) D(….,…) E(….,…)

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Op2.In de figuur hieronder zie je steeds driehoeken getekend. De driehoeken hebben een nummer en een letter bij het hoogste punt.

a) Wat is de regelmaat bij de x-coördinaat? Er gaat steeds 2 eraf dus -2

b) Wat is de regelmaat bij de y- coördinaat Er komt steeds 1 bij dus +1

y-as

x-as

A

B

C

c) Neem de tabel hieronder en vul hem in

d) Een driehoek heeft als -11 als x-coördinaat, bereken de y-coördinaat

123

Nr 1 Nr 2 Nr 3 Nr 4 Nr 5

A(5,2) B(3,3) C(….,…) D(….,…) E(….,…)

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Op2.In de figuur hieronder zie je steeds driehoeken getekend. De driehoeken hebben een nummer en een letter bij het hoogste punt.

a) Wat is de regelmaat bij de x-coördinaat? Er gaat steeds 2 eraf dus -2

b) Wat is de regelmaat bij de y- coördinaat Er komt steeds 1 bij dus +1

y-as

x-as

A

B

C

c) Neem de tabel hieronder en vul hem in

d) Een driehoek heeft als -11 als x-coördinaat, bereken de y-coördinaat

123

Nr 1 Nr 2 Nr 3 Nr 4 Nr 5

A(5,2) B(3,3) C(1,4) D(….,…) E(….,…)

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Op2.In de figuur hieronder zie je steeds driehoeken getekend. De driehoeken hebben een nummer en een letter bij het hoogste punt.

a) Wat is de regelmaat bij de x-coördinaat? Er gaat steeds 2 eraf dus -2

b) Wat is de regelmaat bij de y- coördinaat Er komt steeds 1 bij dus +1

y-as

x-as

A

B

C

c) Neem de tabel hieronder en vul hem in

d) Een driehoek heeft als -11 als x-coördinaat, bereken de y-coördinaat

123

Nr 1 Nr 2 Nr 3 Nr 4 Nr 5

A(5,2) B(3,3) C(1,4) D(-1,5) E(-3,6)

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Op2.In de figuur hieronder zie je steeds driehoeken getekend. De driehoeken hebben een nummer en een letter bij het hoogste punt.

a) Wat is de regelmaat bij de x-coördinaat? Er gaat steeds 2 eraf dus -2

b) Wat is de regelmaat bij de y- coördinaat Er komt steeds 1 bij dus +1

y-as

x-as

A

B

C

c) Neem de tabel hieronder en vul hem in

d) Een driehoek heeft als -11 als x-coördinaat, bereken de y-coördinaat.Tussen E(-3,6) en mijn punt(-11, y) zit 8 verschil tussen in de x-coördinaat. Ik neem steeds stapjes van 2 dus ik heb 8:2 = 4 stapjes nodig.

123

Nr 1 Nr 2 Nr 3 Nr 4 Nr 5

A(5,2) B(3,3) C(1,4) D(-1,5) E(-3,6)

4 3

2

1

0

-1

-2

-2 -1 1 2 3 4 5 6

Op2.In de figuur hieronder zie je steeds driehoeken getekend. De driehoeken hebben een nummer en een letter bij het hoogste punt.

a) Wat is de regelmaat bij de x-coördinaat? Er gaat steeds 2 eraf dus -2

b) Wat is de regelmaat bij de y- coördinaat Er komt steeds 1 bij dus +1

y-as

x-as

A

B

C

c) Neem de tabel hieronder en vul hem in

d) Een driehoek heeft als -11 als x-coördinaat, bereken de y-coördinaat.Tussen E(-3,6) en mijn punt(-11, y) zit 8 verschil tussen in de x-coördinaat. Ik neem steeds stapjes van 2 dus ik heb 8:2 = 4 stapjes nodig. Bij de y komt er 1 per stap bij dus y-coördinaat is 6+4 =10

123

Nr 1 Nr 2 Nr 3 Nr 4 Nr 5

A(5,2) B(3,3) C(1,4) D(-1,5) E(-3,6)