Post on 16-Apr-2021
ColleCtiebesChrijvingen
Universiteit Antwerpen en AUHA2011-2012
bijlage 3
2
SYNTHESE ........................................................................................................... 4
INLEIDING .............................................................................................................. 5
1. OORSPRONKELIJKE EN HUIDIGE FUNCTIE........................................................................ 5
2. BEHOUD EN BEHEER................................................................................................ 8
2.1 Bewaarplaats................................................................................................ 8
2.2 Bewaaromstandigheden................................................................................10
2.3 Preservatie, conservatie en restauratie ...........................................................14
3. ONTSLUITING ......................................................................................................15
3.1 Registratiesysteem.......................................................................................15
3.2 Registratiestandaard ....................................................................................18
3.3 Digitalisering ...............................................................................................18
3.4 Online toegankelijkheid ................................................................................19
3.5 Toegankelijkheid fysieke objecten ..................................................................19
4. COLLECTIEBELEID .................................................................................................21
4.1 Acquisitiebeleid............................................................................................22
4.2 Collectieplan................................................................................................23
5. DE COLLECTIEBEHEERDER AAN HET WOORD ...................................................................25
5.1 Behoud en beheer........................................................................................25
5.2 Ontsluiting ..................................................................................................27
5.3 Collectiebeleid .............................................................................................28
OVERZICHT COLLECTIES .....................................................................................31
1. CENTRALE DIENSTEN (DEPARTEMENT ICT - NIEUWE MEDIADIENST) ......................................32
1.1 Media-apparatuur ........................................................................................32
2. FACULTEIT FARMACEUTISCHE, BIOMEDISCHE EN DIERGENEESKUNDIGE WETENSCHAPPEN ...............36
2.1 Diergeneeskunde .........................................................................................36
2.2 Academische, wetenschappelijke en technologische instrumenten (departementfarmaceutische wetenschappen)..........................................................................41
3. FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN .............................................47
3.1 Anatomie (vakgroep ASTARC) .......................................................................47
3.2 Pathologische anatomie (vakgroep pathologische anatomie)..............................51
4. FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE.......................................................................54
4.1 Historische kaarten ......................................................................................54
5. FACULTEIT WETENSCHAPPEN ....................................................................................58
5.1 Dierkunde (departement biologie) ..................................................................58
5.2 Herbarium (departement biologie) .................................................................62
5.3 Gesteenten (departement biologie) ................................................................66
3
5.4 Muizen- en rattenvallen (departement biologie) ...............................................70
5.5 Onderwijsplaten (departement biologie) .........................................................74
5.6 Preparaten (departement biologie).................................................................77
5.7 Topografische kaarten ..................................................................................80
5.8 Elektronenmicroscopen.................................................................................83
5.9 Kristalmodellen (departement fysica) .............................................................87
5.10 Natuurkunde (departement fysica) ...............................................................90
5.11 Mineralen en gesteenten (departement fysica)...............................................94
6. GEASSOCIEERDE CENTRA EN INSTITUTEN ......................................................................97
6.1 Leesapparaten voor microfilm en - fiches ........................................................97
7. VZW MUSEUM VOOR DE GESCHIEDENIS VAN DE GEZONDHEIDSZORG (MGG)..........................101
D. ASSOCIATIE UNIVERSITEIT EN HOGESCHOLEN ANTWERPEN (AUHA) ...................................109
1. ARTESIS HOGESCHOOL .........................................................................................109
1.1 Gesteenten (Departement Architectuurwetenschappen - Monumenten- enlandschapszorg) ..............................................................................................109
1.2 Topografische kaarten (Departement Architectuurwetenschappen - Monumenten-en landschapszorg)..........................................................................................113
1.3 Gezondheidszorg (Departement Gezondheidszorg).........................................117
2. KAREL DE GROTE-HOGESCHOOL ..............................................................................122
2.1 Robotica (Departement Industriële Wetenschappen en Technologie -Elektromechanica) ...........................................................................................122
2.2 (Meet)instrumenten uit de (bio)chemie (Departement Industriële Wetenschappenen Technologie - Chemie - biochemie) ...............................................................126
2.3 Auto-elektronica (Departement Industriële Wetenschappen en Technologie) .....130
2.4 Elektromechanica (Departement Industriële Wetenschappen en Technologie) ....133
2.5 Gezondheidszorg (Departement Gezondheidszorg).........................................137
3. HOGERE ZEEVAARTSCHOOL ....................................................................................141
3.1 (Meet)instrumenten en radars .....................................................................141
4
Synthese
5
Inleiding
Naar aanleiding van het project "Balans en perspectief. Verkenning en ontwikkeling vande erfgoedgemeenschap rond Academisch Erfgoed in Vlaanderen" werden van januari toten met april 2012 werden achtentwintig collecties van de Universiteit Antwerpen enAUHA bezocht en beschreven. Ter voorbereiding en begeleiding van het project werd innovember 2011 een Stuurgroep Academisch Erfgoed opgericht.
Elke collectie wordt onderworpen aan elf criteria die iets zeggen over de functie, behouden beheer, ontsluiting en het beleid van de collectie. De collectieverantwoordelijkenformuleerden tot slot zelf enkele acties binnen de drie gebieden die ze prioritairbeschouwen1.
1. Oorspronkelijke en huidige functie
Een universitaire collectie kan drie functies hebben: onderwijs, onderzoek en/ofpresentatie of ze kan inactief zijn. Het is mogelijk dat binnen één verzameling deobjecten meerdere functies hebben. Enkele voorwerpen kunnen bijvoorbeeld noggebruikt worden in het onderwijs, terwijl anderen alleen worden tentoongesteld.Een collectie is inactief wanneer de objecten geen onderwijzende, onderzoeks-, ofpresentatiegebonden functie meer hebben.
Oorspronkelijke functie
Universiteit Antwerpen
Beheerder Collectie Omvang Onderwijs Onderzoek Presentatie
Centrale Diensten - Nieuwe Mediadienst Media-apparatuur 1.500Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement Diergeneeskunde Diergeneeskunde
ca.3.000
Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement FarmaceutischeWetenschappen
Academische, wetenschappelijkeen technologische instrumenten
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - VakgroepASTARC Anatomie ca. 690Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - Vakgroeppathologische anatomie Pathologische anatomie ca. 200
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte -Departement Geschiedenis Historische kaarten 31
1 De criteria zijn geïnspireerd op de matrices van de Stichting Academisch Erfgoed (SAE) in Nederland en hetCometamodel (Stichting Academisch Erfgoed, Om het Academisch Erfgoed, 1996). Cometa staat voor CollectieMetaData en is ontwikkeld door FARO, PACKED vzw en de Vlaamse Erfgoedbibliotheek met steun van deVlaamse Overheid. Cometa biedt een model aan om collectiebeschrijvingen binnen de erfgoedsector op eengestandaardiseerde manier uit te voeren. Onder meer de groeperingen in behoud en beheer, collectiebeleid enontsluiting gaan terug naar het Cometamodel.
6
Faculteit Wetenschappen - DepartementBiologie Dierkunde
ca.12.330
Herbarium 4.665
Mineralen en gesteentenEnkele100-den
Muizen- en rattenvallen ca. 300
Onderwijsplaten biologie ca. 70
Preparaten uit de biologieca.9.000
Topografische kaartenFaculteit Faculteit Wetenschappen -Departement Fysica Elektronenmicroscopen 2
Kristalmodellen ca. 50Natuurkunde ca. 50Mineralen en gesteenten
Geassocieerde centra en instituten (GCI) -Ruusbroecgenootschap
Leesapparaten voor microfilm en –fiches 4
vzw Museum voor de geschiedenis van deGezondheidszorg
Medisch en paramedischeapparatuur
Figuur 1: Oorspronkelijke functie
Huidige functie
Universiteit Antwerpen
Beheerder Collectie Omvang Onderwijs Onderzoek Presentatie Inactief
Centrale Diensten - Nieuwe Mediadienst Media-apparatuur 1.500Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement Diergeneeskunde Diergeneeskunde ca. 3.000Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement FarmaceutischeWetenschappen
Academische,wetenschappelijke entechnologischeinstrumenten
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - VakgroepASTARC Anatomie ca. 690Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - Vakgroeppathologische anatomie Pathologische anatomie ca. 200Faculteit Letteren en Wijsbegeerte -Departement Geschiedenis Historische kaarten 31
Faculteit Wetenschappen - DepartementBiologie Dierkunde
ca.12.330
Herbarium 4.665
MineralenEnkele100-den
Muizen- en rattenvallen ca. 300Onderwijsplaten biologie ca. 70Preparaten uit debiologie ca. 9.000
Topografische kaartenFaculteit Wetenschappen - DepartementFysica Elektronenmicroscopen 2
Kristalmodellen ca. 50
7
Natuurkunde ca. 50
Mineralen en gesteenten
Geassocieerde centra en instituten (GCI) -Ruusbroecgenootschap
Leesapparaten voormicrofilm en – fiches 4
vzw Museum voor de geschiedenis van deGezondheidszorg
Medisch enparamedischeapparatuur
Figuur 2: Huidige functie
Alle verzamelingen werden oorspronkelijk voor onderwijs en/of onderzoek gebruikt. Negencollecties hebben hun oorspronkelijke functie behouden.Van de overige collecties is de functie verschoven van onderwijs en/of onderzoek naar museaalof van onderwijs en/of onderzoek naar inactief. De elektronenmicroscopen die oorspronkelijkvoor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs werden gebruikt, zijn nu tentoongesteld aan deingang van het departement fysica. De collecties pathologische anatomie, het herbarium en dehistorische kaarten hebben daarentegen hun functie verloren en zijn opgeborgen in depots.Bij een aantal collecties verschilt de huidige functie van collectiestuk tot collectiestuk. Het ismogelijk dat enkele objecten binnen één collectie nog worden gebruikt, terwijl anderen invitrines worden tentoongesteld of in depots zijn ondergebracht. Een deel van de collectieacademische, wetenschappelijk en technologische instrumenten wordt tentoongesteld in degang, terwijl andere instrumenten uit de verzameling nog in colleges worden gebruikt.
Hogescholen Antwerpen
Oorspronkelijke functie
Artesis Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Onderwijs Onderzoek PresentatieDepartementArchitectuurwetenschappen -monumenten- en landschapszorg Gesteenten
Topografische kaartenca.1.400
Departement Gezondheidszorg (GE) Gezondheidszorg
Karel de Grote-Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Onderwijs Onderzoek Presentatie
Departement IWT Robotica ca. 212
(Meet)instrumenten uit de(bio)chemieAuto-elektronica 1Elektromechanica ca. 30
Departement Gezondheidszorg Gezondheidszorg
Hogere Zeevaartschool
Beheerder Collectie Omvang Onderwijs Onderzoek Presentatie
Hogere Zeevaartschool Oude (meet)instrumenten 71Figuur 3: Oorspronkelijke functie
8
Huidige functie
Artesis Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Onderwijs Onderzoek Presentatie InactiefDepartementArchitectuurwetenschappen -monumenten- en landschapszorg Gesteenten
Topografische kaarten ca. 1.400
Departement Gezondheidszorg (GE) Gezondheidszorg
Karel de Grote-Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Onderwijs Onderzoek Presentatie Inactief
Departement IndustriëleWetenschappen en Technologie Robotica ca. 212
(Meet)instrumenten uit de(bio)chemie
Auto-elektronica 1
Elektromechanica ca. 30
Departement Gezondheidszorg Gezondheidszorg
Hogere Zeevaartschool
Beheerder Collectie Omvang Onderwijs Onderzoek Presentatie Inactief
Hogere Zeevaartschool Oude (meet)instrumenten 71Figuur 4: Huidige functie
Acht van de negen verzamelingen werden oorspronkelijk gebruikt voor onderwijs en/ofonderzoek. Alleen de motor uit de auto-elektronica was een schenking die van in het begin aande ingang van het gebouw werd geplaatst.Binnen de collecties verschilt de functie van object tot object. Uit de verzameling gesteentenen topografische kaarten van de Artesis Hogeschool wordt een deel nog gebruikt als didactischmateriaal, terwijl het andere deel inactief is. De collectie instrumenten uit de (bio)chemiewordt gekenmerkt door dezelfde verscheidenheid: een deel van de verzameling wordttentoongesteld in de gang, terwijl de instrumenten op de zolder worden verwaarloosd.
2. Behoud en beheer
2.1 Bewaarplaats
De museale ruimte is een lokaal dat specifiek is ingericht om de collectie te presenteren.Het is mogelijk dat in deze ruimte ook activiteiten plaatsvinden die inhoudelijk nietaansluiten bij de collectie (vb. recepties, lezingen,....).De werkruimte of gang is een ruimte die een andere functie heeft. Het kan gaan om eenlabo, een onderwijslokaal, bibliotheek, bureau, vergaderlokaal of studieruimte.Het depot is de opslagplaats waarin collectiestukken worden bewaard die niet in demuseale ruimte of werkruimte staan (dubbels of toevoegingen aan de collectie) of waarintentoonstellingmateriaal is ondergebracht (vitrines, panelen,...). Dit kan een lokaal zijndat alleen in functie van de collectie wordt gebruikt, maar het is ook mogelijk dat deruimte dienst doet als algemene opslagplaats.
9
Universiteit Antwerpen
Beheerder Collectie OmvangMusealeruimte
Werkruimte/gang Depot
Centrale Diensten - Nieuwe Mediadienst Media-apparatuur 1.500Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement Diergeneeskunde Diergeneeskunde ca. 3.000Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement Farmaceutische Wetenschappen
Academische,wetenschappelijke entechnologische instrumenten
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - Vakgroep ASTARC Anatomie ca. 690Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - Vakgroeppathologische anatomie Pathologische anatomie ca. 200Faculteit Letteren en Wijsbegeerte -Departement Geschiedenis Historische kaarten 31Faculteit Wetenschappen - DepartementBiologie Dierkunde
ca.12.330
Herbarium 4.665
GesteentenEnkele100-den
Muizen- en rattenvallen ca. 300
Onderwijsplaten ca. 70
Preparaten ca. 9.000Topografische kaarten
Faculteit Wetenschappen - Departement Fysica Elektronenmicroscopen 2
Kristalmodellen ca. 50
Natuurkunde ca. 50Mineralen en gesteenten
Geassocieerde centra en instituten (GCI) -Ruusbroecgenootschap
Leesapparaten voor microfilmen – fiches 4
vzw Museum voor de geschiedenis van deGezondheidszorg
Medisch en paramedischeapparatuur
Figuur 5: Bewaarplaats
Op Campus Groenenborger (Gebouw T) is er een lokaal ingericht - 'In de kijker' - waartentoonstellingen plaatsvinden. Collectiestukken uit verschillende departementen enoccasionele kleine kunsttentoonstellingen van 'Kunst op de Campus' worden er inwisselende opstellingen getoond. De objecten staan in gesloten vitrines met bijschriften.Aan de Universiteit Antwerpen beschikt alleen het Museum voor de Geschiedenis van deGezondheidszorg over een tentoonstellingsruimte waarin de collecties voor het bredepubliek toegankelijk zijn. De zaal is onderverdeeld in tien afdelingen waarbij elke afdelingeen stap in het proces van een ziekenhuisopname voorstelt. Alleen dit museum beschiktover een depot dat alleen voor de collectie is ingericht.De overige collecties zijn ondergebracht in werkruimtes en gangen. De muizen- enrattenvallen, elektronenmicroscopen en de instrumenten uit de natuurkunde staan resp.in de gang en de bibliotheek. Ze worden niet meer in het onderwijs gebruikt.
10
Hogescholen Antwerpen
Artesis Hogeschool
Beheerder Collectie OmvangMusealeruimte
Werkruimte/gang Depot
Departement Architectuurwetenschappen -monumenten- en landschapszorg Gesteenten
Topografische kaarten ca. 1.400
Departement Gezondheidszorg (GE) Gezondheidszorg
Karel de Grote-Hogeschool
Beheerder Collectie OmvangMusealeruimte
Werkruimte/gang Depot
Departement Industriële Wetenschappen enTechnologie Robotica ca. 212
(Meet)instrumenten uit de(bio)chemie
Auto-elektronica 1
Elektromechanica ca. 30
Departement Gezondheidszorg Gezondheidszorg
Hogere Zeevaartschool
Beheerder Collectie OmvangMusealeruimte
Werkruimte/gang Depot
Hogere Zeevaartschool Oude (meet)instrumenten 71Figuur 6: Bewaarplaats
Enkele stukken uit de collectie gezondheidszorg van de Artesis Hogeschool zijn inbruikleen gegeven aan het Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg. Zeworden daar in een museale ruimte tentoongesteld.Binnen de hogescholen zelf wordt geen enkele collectie in een museale ruimtegepresenteerd. De robotica, instrumenten uit de (bio)chemie en de elektromechanica zijnondergebracht in practicumlokalen. De objecten staan er naast het materiaal dat nogwordt gebruikt voor onderwijs en/of onderzoek. De instrumenten en voorwerpen uit degezondheidszorg (Artesis en Karel de Grote-Hogeschool) en enkele kleinere instrumentenuit de (bio)chemie zijn tentoongesteld in vitrines in de gang. De motor uit de auto-elektronica is opgesteld aan de ingang van het gebouw en de oude (meet)instrumentenuit de Hogere Zeevaartschool worden in een vergaderzaal gepresenteerd.
2.2 Bewaaromstandigheden
Museale ruimte en werkruimte
De bewaaromstandigheden zijn goed wanneer de collectie op zodanige wijze wordtgepresenteerd dat de bestaande toestand van de objecten redelijk is gewaarborgd en datmogelijk verval grotendeels wordt tegengegaan.Bij matige bewaaromstandigheden ontbreken voor een gedeelte van de collectiespecifieke voorzieningen of zijn de voorzieningen ontoereikend.De bewaaromstandigheden zijn slecht als de wijze waarop de collectie wordtgepresenteerd onvoldoende bescherming biedt tegen mogelijk verval.
11
Depot
De bewaaromstandigheden worden goed beschouwd wanneer deklimaatomstandigheden, de lichtregeling en de bescherming tegen vernielzucht,ongevallen en technische storingen zodanig zijn dat de bestaande toestand van deobjecten redelijk is gewaarborgd en dat mogelijk verval grotendeels wordt tegengegaan.Bij matige bewaaromstandigheden zijn de klimaatomstandigheden, de lichtregeling en debescherming tegen vernielzucht, ongevallen en technische storingen zodanig dat vooreen gedeelte van de collectie de bestaande toestand van objecten niet is gewaarborgd endat mogelijk verval van deze objecten niet kan worden tegengegaan.Bij een slechte quotering zijn de omstandigheden in zijn geheel of gedeeltelijk ongeschiktvoor het bewaren van een collectie.
Universiteit Antwerpen
Museale ruimte Werkruimte/gang Depot
Beheerder CollectieOmvang Goed Matig Slecht Goed Matig Slecht Goed Matig Slecht
Centrale Diensten - NieuweMediadienst
Media-apparatuur 1.500 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Faculteit Farmaceutische,Biomedische enDiergeneeskundigeWetenschappen - DepartementDiergeneeskunde Diergeneeskunde
ca.3.000 nvt nvt nvt
Faculteit Farmaceutische,Biomedische enDiergeneeskundigeWetenschappen - DepartementFarmaceutische Wetenschappen
Academische,wetenschappelijke entechnologischeinstrumenten nvt nvt nvt
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen -Vakgroep ASTARC Anatomie ca. 690 nvt nvt nvtFaculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen -Vakgroep pathologische anatomie
Pathologischeanatomie ca. 200 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte- Departement Geschiedenis
Historischekaarten 31 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Faculteit Wetenschappen -Departement Biologie Dierkunde
ca.12.330 nvt nvt nvt
Herbarium 4.665 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Mineralen engesteenten
Enkele100-den nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Muizen- enrattenvallen ca. 300 nvt nvt nvtOnderwijsplaten ca. 70 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Preparatenca.9.000 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Topografischekaarten nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Faculteit Wetenschappen -Departement Fysica
Elektronenmicroscopen 2 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Kristalmodellen ca. 50 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Natuurkunde ca. 50 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
12
Mineralen engesteenten nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Geassocieerde centra en instituten(GCI) - Ruusbroecgenootschap
Leesapparatenvoor microfilmen – fiches 4 nvt nvt nvt
vzw Museum voor de geschiedenisvan de Gezondheidszorg
Medisch enparamedischeapparatuur nvt nvt nvt
Figuur 7: Bewaaromstandigheden museale ruimte, werkruimte en depot
Van de dertien collecties die worden tentoongesteld in een museale ruimte, werkruimte ofgang worden er vijf in matige, één in slechte en zeven in goede omstandigheden bewaard.De elektronenmicroscopen en de muizen- en rattenvallen zijn goed in de gang opgesteld. Beidemicroscopen trekken de aandacht aan de ingang van het gebouw en de beheerder van decollectie muizen- en rattenvallen beschikt nog over extra vitrines om de verzameling verderaan te vullen.Bij matige bewaaromstandigheden is plaatsgebrek en het ontbreken van identificatie van deobjecten een veelvoorkomend probleem. De academische, wetenschappelijke entechnologische instrumenten en de verzameling uit de natuurkunde zijn ondergebracht invitrines waar de voorwerpen dicht bij elkaar liggen en er geen uitbreiding mogelijk is. Niet elkobject is geïdentificeerd met een bijschrijft waardoor het niet altijd duidelijk is wat er wordtgepresenteerd. Ook in het Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg is het doorplaatsgebrek niet mogelijk om alle stukken zo te presenteren dat ze tot hun recht komen.De bewaaromstandigheden in de depots zijn ook niet altijd optimaal. Ook hier is er gebrek aanopslagcapaciteit en het ontbreken van beveiliging tegen brand en diefstal. Doordatcollectiestukken vaak meerdere ruimtes in beslag nemen kan er ook geen duidelijk beeld vande collectie gevormd worden. De onderwijsplaten biologie worden op twee verschillendeplaatsen bewaard. Doordat niet duidelijk is waar er welke kaarten liggen, wordt het risico dater kaarten verdwijnen groter. De collectie academische, wetenschappelijke en technologischeinstrumenten is ondergebracht in een practicumlokaal op Campus Groenenborger én in eenkelder op Campus Drie Eiken. In de kelder sijpelt bovendien bij stormweer regenwater binnen.Andere verzamelingen staan in opslagruimtes waar ook ander materiaal wordt bewaard of inlokalen waarvan de beveiliging niet kan worden gegarandeerd. De onderwijsplatengeschiedenis worden in een kaartenlokaal bewaard dat met een sleutel is afgesloten, maarmeerdere personen hebben toegang tot het lokaal.De collecties pathologische anatomie en de media-apparatuur worden in zeer slechteomstandigheden bewaard. De bokalen staan verlaten en onder het stof in een labo dat niet isafgesloten en de media-apparatuur ligt in kelders op de stadscampus. Er wordt weinig tot geenaandacht aan deze collecties besteed.
Hogescholen Antwerpen
Artesis Hogeschool
Museale ruimte Werkruimte/gang Depot
Beheerder Collectie Omvang Goed Matig Slecht Goed Matig Slecht Goed Matig SlechtDepartementArchitectuurwetenschappen-monumenten- enlandschapszorg Gesteenten nvt nvt nvt
Topografischekaarten
ca.1.400 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
13
DepartementGezondheidszorg Gezondheidszorg nvt nvt nvt
Karel de Grote-Hogeschool
Museale ruimte Werkruimte/gang Depot
Beheerder Collectie Omvang Goed Matig Slecht Goed Matig Slecht Goed Matig Slecht
Departement IndustriëleWetenschappen enTechnologie Robotica ca. 212 nvt nvt nvt
(Meet)instrumenten uit de(bio)chemie nvt nvt nvt
Departement IndustriëleWetenschappen enTechnologie - auto-elektronica Auto-elektronica 1 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Elektromechanica ca. 30 nvt nvt nvt
DepartementGezondheidszorg Gezondheidszorg nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Hogere Zeevaartschool
Museale ruimte Werkruimte/gang Depot
Beheerder Collectie Omvang Goed Matig Slecht Goed Matig Slecht Goed Matig Slecht
Hogere Zeevaartschool
Oude(meet)instrumenten 71 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Figuur 8: Bewaaromstandigheden: museale ruimte, werkruimte en depot
Geen enkele collectie wordt in goede bewaaromstandigheden in een werkruimtetentoongesteld. De grote stukken uit de robotica en elektromechanica die niet meer vooronderwijs of onderzoek worden gebruikt, zijn in het labo blijven staan. Ze staan er naastobjecten die nog dagelijks worden gebruikt. Hierdoor is de kans is groot dat ze doorgebrek aan ruimte afgestoten worden.Doordat de collecties ook niet in een museale ruimte zijn ondergebracht, liggen destukken vaak in meerdere lokalen en/of gangen. De vitrines met instrumenten uit degezondheidszorg uit de Artesis Hogeschool zijn verspreid over het hele gebouw. Wanneerde verantwoordelijke op pensioen gaat is het niet meer duidelijk wat er allemaal tot deverzameling behoort.De vitrines in de werkruimtes zijn ook niet altijd optimaal beveiligd. Demeetinstrumenten uit de (bio)chemie liggen in de gang in een vitrine die niet op slot is.Het gaat over kleine, kostbare stukken die heel gemakkelijk meegenomen kunnenworden.De bewaaromstandigheden in de depots laten te wensen over. Alle opslagruimtes zijnongeschikt. Er is geen ruimte voorzien om collectiestukken systematisch enverantwoordelijk in op te slaan. De stukken liggen in stoffige ruimtes samen metmateriaal dat niets met de collectie te maken heeft. Een mogelijke verklaring hiervoor isdat er geen beleid is rond het bewaren van objecten, waardoor weinig instrumentenworden opgeslagen. Wanneer ze niet meer worden gebruikt worden ze afgevoerd. Decollecties die toch bewaard worden staan vaak in een berging, in afwachting van hetmoment dat ze worden afgevoerd. De instrumenten en voorwerpen worden niet in eendepotruimte bewaard om ze op een later moment tentoon te stellen.
14
Het meest sprekende voorbeeld zijn de instrumenten uit de (bio)chemie. Ze staan opzolder in een lokaal waarvan het bestaan niet bekend is. De objecten zijn in open rekkenopgestapeld. Het is niet duidelijk over welke objecten het gaat en hoeveel het er zijn.
2.3 Preservatie, conservatie en restauratie
Universiteit Antwerpen
Beheerder Collectie Omvang Preservatie Conservatie RestauratieCentrale Diensten - NieuweMediadienst Media-apparatuur 1.500Faculteit Farmaceutische,Biomedische en DiergeneeskundigeWetenschappen - DepartementDiergeneeskunde Diergeneeskunde ca. 3.000Faculteit Farmaceutische,Biomedische en DiergeneeskundigeWetenschappen - DepartementFarmaceutische Wetenschappen
Academische,wetenschappelijke entechnologische instrumenten
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen -Vakgroep ASTARC Anatomie ca. 690Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen -Vakgroep pathologische anatomie Pathologische anatomie ca. 200Faculteit Letteren en Wijsbegeerte -Departement Geschiedenis Historische kaarten 31Faculteit Wetenschappen -Departement Biologie Dierkunde
ca.12.330
Herbarium 4.665
MineralenEnkele100-den
Muizen- en rattenvallen ca. 300
Onderwijsplaten biologie ca. 70
Preparaten uit de biologie ca. 9.000
Topografische kaartenFaculteit Wetenschappen -Departement Fysica Elektronenmicroscopen 2
Kristalmodellen ca. 50
Natuurkunde ca. 50
Mineralen en gesteenten
Geassocieerde centra en instituten(GCI) - Ruusbroecgenootschap
Leesapparaten voor microfilmen – fiches 4
vzw Museum voor de geschiedenisvan de Gezondheidszorg
Medisch en paramedischeapparatuur
Figuur 9: Preservatie, conservatie en restauratie
Twee van de negentien collecties worden gerestaureerd. Dit gebeurt door de beheerder zelf. Erwordt - om budgettaire redenen - geen beroep gedaan op externe restaurateurs.De collecties die nog in het onderwijs of voor onderzoek worden gebruikt, worden optimaalgepreserveerd en geconserveerd. Bij slijtage worden collectiestukken wel eerder vervangendan gerestaureerd. Wanneer skeletten, skeletonderdelen of anatomische modellen binnen deopleiding diergeneeskunde of geneeskunde niet meer in een goede materiële staat zijn,worden er nieuwe aangekocht of worden zelf vervaardigd.
15
Hogescholen Antwerpen
Artesis Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Preservatie Conservatie RestauratieDepartementArchitectuurwetenschappen -monumenten- en landschapszorg Gesteenten
Topografische kaarten ca. 1.400
Departement Gezondheidszorg Oude instrumenten
Karel de Grote-Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Preservatie Conservatie Restauratie
Departement IndustriëleWetenschappen en Technologie Robotica ca. 212
(Meet)instrumenten uit de(bio)chemie
Departement IndustriëleWetenschappen en Technologie - auto-elektronica Auto-elektronica 1
Elektromechanica ca. 30
Departement Gezondheidszorg Gezondheidszorg
Hogere Zeevaartschool
Beheerder Collectie Omvang Preservatie Conservatie Restauratie
Hogere Zeevaartschool Oude (meet)instrumenten 71Figuur 10: Preservatie, conservatie en restauratie
De collecties binnen de Antwerpse hogescholen worden niet gerestaureerd. De meesteinstrumenten of objecten die aan restauratie toe zijn worden eerder afgevoerd en vervangen.Er is geen aandacht voor preservatie en conservatie van de objecten.
3. Ontsluiting
Een collectie kan op drie (aanvullende) manieren ontsloten worden: door gebruik temaken van een registratiesysteem, door de objecten te digitaliseren of door ze fysiektoegankelijk te maken voor studenten, onderzoekers of het brede publiek.
3.1 Registratiesysteem
Bij een inventaris op papier wordt verwezen naar een steekkaartinventaris of publicatieswaarin de objecten worden opgelijst, maar niet systematisch worden geïnventariseerd(eindverhandeling, cursus, artikel, uitgebreide toelichting bij het object....).Een kantoorautomatiseringssysteem houdt in dat de collectie of een gedeelte van decollectie geïnventariseerd is met een tekstverwerker (MS Word, OpenOffice.org Writer),een spreadsheet (MS Excel, OpenOffice.org Calc) of met een databaseprogramma (MSAccess, FileMaker Pro).Bij een gespecialiseerd registratieprogramma wordt tot slot de collectie of een gedeeltevan de collectie online ontsloten (Erfgoedplus.be, MovE,...).
16
De categorieën sluiten elkaar niet uit. Het is bijvoorbeeld mogelijk om zowel te werkenmet steekkaarten als met Adlib. In de meeste gevallen volgen de systemen elkaar op: deinformatie op de verouderde steekkaarten wordt aangevuld en in eenregistratieprogramma ingevoerd.
Universiteit Antwerpen
Beheerder Collectie Omvang Geen Papier Automat Prog
Centrale Diensten - Nieuwe Mediadienst Media-apparatuur 1.500Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement Diergeneeskunde Diergeneeskunde ca. 3.000Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement FarmaceutischeWetenschappen
Academische, wetenschappelijke entechnologische instrumenten
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - VakgroepASTARC Anatomie ca. 690Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - Vakgroeppathologische anatomie Pathologische anatomie ca. 200
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte -Departement Geschiedenis Historische kaarten 31Faculteit Wetenschappen - DepartementBiologie Dierkunde
ca.12.330
Herbarium 4.665
MineralenEnkele100-den
Muizen- en rattenvallen ca. 300
Onderwijsplaten biologie ca. 70
Preparaten uit de biologie ca. 9.000
Topografische kaartenFaculteit Wetenschappen - DepartementFysica Elektronenmicroscopen 2
Kristalmodellen ca. 50
Natuurkunde ca. 50
Mineralen en gesteentenGeassocieerde centra en instituten (GCI) -Ruusbroecgenootschap
Leesapparaten voor microfilm en –fiches 4
vzw Museum voor de geschiedenis van deGezondheidszorg Medisch en paramedische apparatuur
Figuur 11: Registratiesysteem
Raadpleegbaarheid
Universiteit Antwerpen
Beheerder Collectie Omvang NietTerplaatse Online
Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement Diergeneeskunde Diergeneeskunde ca. 3.000 1Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - Vakgroep ASTARC Anatomie ca. 690 1
17
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte -Departement Geschiedenis Historische kaarten 31 1Faculteit Wetenschappen - DepartementBiologie Dierkunde
ca.12.330 1
Muizen- en rattenvallen ca. 300 1
Onderwijsplaten biologie ca. 70 1
Preparaten uit de biologie ca. 9.000 1
Faculteit Wetenschappen - Departement Fysica Kristalmodellen ca. 50 1
Natuurkunde ca. 50 1vzw Museum voor de geschiedenis van deGezondheidszorg
Medisch en paramedischeapparatuur 1
TOTAAL 3 7 0Figuur 12: Raadpleegbaarheid inventaris
Tien van de negentien collecties zijn geïnventariseerd. Er wordt gebruik gemaakt vantwee systemen: op papier en met een kantoorautomatiseringssysteem. Van de collectiesdie op papier worden beschreven is de vorm uiteenlopend: het gaat zowel over cursussen(natuurkunde) als een met hand geschreven lijst (historische kaarten en onderwijsplatenbiologie). De muizen- en rattenvallen, de anatomische modellen, skeletten,gepreserveerde dieren, dierkundige preparaten en de verzamelingen van het Museumvoor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg zijn gedeeltelijk geïnventariseerd met eenkantoorautomatiseringssysteem. Zij maken gebruik van Access en Excel.De inventaris in Excel van het Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg isniet beschikbaar voor het brede publiek, maar in de toekomst zou de vzw de inventariswel te koop aanbieden. De handgeschreven lijst van de historische kaarten en deonderwijsplaten biologie kan ter plaatse bekeken worden.
Hogescholen Antwerpen
Artesis Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Geen Papier Automat Prog
DepartementArchitectuurwetenschappen -monumenten- en landschapszorg Gesteenten
Topografische kaartenca.1.400
Departement Gezondheidszorg (GE) Oude instrumenten
Karel de Grote-Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Geen Papier Automat Prog
Departement IWT Robotica ca. 212
(Meet)instrumenten uit de (bio)chemieDepartement IWT - Auto-elektronica Auto-elektronica 1
Elektromechanica ca. 30
Departement Gezondheidszorg (GE) Gezondheidszorg
Hogere Zeevaartschool
Beheerder Collectie Omvang Geen Papier Automat Prog
Hogere Zeevaartschool Oude (meet)instrumenten 71
18
Figuur 13: Registratiesysteem
Raadpleegbaarheid
Artesis Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang NietTerplaatse Online
DepartementArchitectuurwetenschappen -monumenten- en landschapszorg Topografische kaarten ca. 1.400 1
Karel de Grote-Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang NietTerplaatse Online
Hogere Zeevaartschool
Beheerder Collectie Omvang NietTerplaatse Online
TOTAAL Hogescholen 1 0 0Figuur 14: Raadpleegbaarheid inventaris
Alleen de verzameling topografische kaarten van de Artesis hogeschool isgeïnventariseerd. Het gaat om een zeer beperkte basisregistratie op papier: hetonderwerp en het aantal kaarten dat er van dit type aanwezig zijn wordt vermeld.
3.2 Registratiestandaard
De collecties aan de UAntwerpen en de AUHA zijn niet geïnventariseerd volgens eenregistratiestandaard.
3.3 Digitalisering
Een tweede manier om een collectie te ontsluiten is het omzetten van analoge bestandennaar digitale dragers en deze voor een doelgroep ter beschikking te stellen.
Universiteit Antwerpen
Digitalisering Raadpleegbaarheid
Beheerder Collectie Omvang Neen JaTerplaatse
OnlineDatabank
Centrale Diensten - Nieuwe Mediadienst Media-apparatuur 1.500 1Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement Diergeneeskunde Diergeneeskunde ca. 3.000 1
Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement FarmaceutischeWetenschappen
Academische, wetenschappelijkeen technologische instrumenten 1
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - VakgroepASTARC Anatomie ca. 690 1Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - Vakgroep Pathologische anatomie ca. 200 1
19
pathologische anatomie
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte -Departement Geschiedenis Historische kaarten 31 1Faculteit Wetenschappen - DepartementBiologie Dierkunde
ca.12.330 1
Herbarium 4.665 1
MineralenEnkele100-den 1
Muizen- en rattenvallen ca. 300 1
Onderwijsplaten ca. 70 1
Preparaten ca. 9.000 1
Topografische kaarten 1Faculteit Wetenschappen - DepartementFysica Elektronenmicroscopen 2 1
Kristalmodellen ca. 50 1
Natuurkunde ca. 50 1
Mineralen en gesteenten 1
Geassocieerde centra en instituten (GCI) -Ruusbroecgenootschap
Leesapparaten voor microfilm en –fiches 4 1
vzw Museum voor de geschiedenis van deGezondheidszorg
Medisch en paramedischeapparatuur 1
TOTAAL 17 2Figuur 15: Digitalisering
De collecties van het Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg en de privé-collectie muizen- en rattenvallen zijn gedeeltelijk gedigitaliseerd, maar zijn niet online teraadplegen. De overige collecties zijn niet gedigitaliseerd.
Hogescholen Antwerpen
De collecties van de hogescholen zijn niet gedigitaliseerd.
3.4 Online toegankelijkheid
Geen enkele collectie aan de UAntwerpen of AUHA heeft een eigen website.
3.5 Toegankelijkheid fysieke objecten
Een laatste manier om een collectie te ontsluiten is door toegang tot de objecten teverlenen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de mate waarin de collectie tetoegankelijk is (alleen op afspraak of vrij te raadplegen) en de wijze waarop een collectiebekeken kan worden (een tentoonstelling en/of rondleiding of randactiviteit).
Toegankelijkheid - mate
Universiteit Antwerpen
Beheerder Collectie OmvangOpafspraak
Vrijraadpleegbaar
20
Centrale Diensten - Nieuwe Mediadienst Media-apparatuur 1.500 1Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen - DepartementDiergeneeskunde Diergeneeskunde ca. 3.000 1Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen - DepartementFarmaceutische Wetenschappen
Academische,wetenschappelijke entechnologische instrumenten 1
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - Vakgroep ASTARC Anatomie ca. 690 1Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - Vakgroeppathologische anatomie Pathologische anatomie ca. 200 1Faculteit Letteren en Wijsbegeerte - DepartementGeschiedenis Historische kaarten 31 1
Faculteit Wetenschappen - Departement Biologie Dierkunde ca. 12.330 1
Herbarium 4.665 1
MineralenEnkele100-den 1
Muizen- en rattenvallen ca. 300 1
Onderwijsplaten ca. 70 1
Preparaten ca. 9.000 1
Topografische kaarten 1Faculteit Wetenschappen - Departement Fysica Elektronenmicroscopen 2 1
Kristalmodellen ca. 50 1 1
Natuurkunde ca. 50 1
Mineralen en gesteenten
Geassocieerde centra en instituten (GCI) -Ruusbroecgenootschap
Leesapparaten voor microfilmen – fiches 4 1
vzw Museum voor de geschiedenis van deGezondheidszorg
Medisch en paramedischeapparatuur 1
TOTAAL 10 9Figuur 16: Toegankelijkheid - mate
Toegankelijkheid- wijze
Tien van de negentien collecties zijn alleen toegankelijk op afspraak. Het gaat niet alleenom verzamelingen die in een onderwijslokaal of in een depot zijn ondergebracht, maarook een bezoek aan de collecties van het Museum voor de Geschiedenis van deGezondheidszorg kan alleen op afspraak. De verzamelingen die vrij te raadplegen zijn,staan in een werkruimte of gang.Het Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg organiseert rondleidingen ententoonstellingen waarbij naast onderzoekers en studenten ook het brede publiek wordtaangesproken. De tentoonstellingen hebben geen vaste frequentie. Ze worden meestalaan een gelegenheid gekoppeld2. Omdat de vzw niet alle rondleidingen voor zich kannemen wordt er met partners samengewerkt3.
2 Naar aanleiding van de verwerving van de Verantare-collectie komt er in het najaar van 2012 eententoonstelling rond anesthesie.3 Voor de tentoonstelling ‘125 jaar Stuivenberg’ in 2009 was er een samenwerking met de AntwerpseGidsenbond en voor de tentoonstelling rond anesthesie wordt er samengewerkt met Antwerpen Averechts.
21
Hogescholen Antwerpen
Toegankelijkheid - mate
Artesis Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Op afspraakVrijraadpleegbaar
Departement Architectuurwetenschappen -monumenten- en landschapszorg Gesteenten 1
Topografische kaarten ca. 1.400 1
Departement Gezondheidszorg Oude instrumenten 1
TOTAAL 2 1
Karel de Grote-Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Op afspraakVrijraadpleegbaar
Departement IWT Robotica ca. 212 1
(Meet)instrumenten uit de(bio)chemie 1
Departement IWT - Auto-elektronica Auto-elektronica 1 1
Elektromechanica ca. 30 1
Departement Gezondheidszorg Gezondheidszorg 1
TOTAAL 3 2
Hogere Zeevaartschool
Beheerder Collectie Omvang Op afspraakVrijraadpleegbaar
Hogere Zeevaartschool Oude (meet)instrumenten 71 1
TOTAAL 1 0
TOTAAL Hogescholen 6 3Figuur 17: Toegankelijkheid - mate
De helft van de collecties is in de gang opgesteld en vrij toegankelijk. De collecties diealleen op afspraak te raadplegen zijn staan in een onderwijslokaal (topografischekaarten, robotica, elektromechanica en gesteenten) of een vergaderzaal (oudemeetinstrumenten uit de Hogere Zeevaartschool). Er worden geen rondleidingen oftentoonstellingen georganiseerd.
4. Collectiebeleid
Het collectiebeleid is "gericht is op de verwerving van, de zorg voor en het gebruik vancollecties" 4 . Twee onderdelen van het collectiebeleid zijn het acquisitiebeleid encollectieplan.
4 Collectiebeleid wordt zo gedefinieerd in de 'Etische code voor musea' (ICOM Vlaanderen: http://www.icom-vlaanderen.be/nl/icomvlaanderen/icom/ethische-code-voor-musea.html).
22
4.1 Acquisitiebeleid
Bij een actief acquisitiebeleid wordt volledigheid van de collectie nagestreefd. Er is eenselectiebeleid om de verwerving van nieuwe objecten in goede banen te leiden. Bij eenpassief acquisitiebeleid is er geen sprake van een selectiebeleid. Er wordt niet gezochtnaar aanvullingen aan de collectie. De collectie wordt eerder toevallig uitgebreid.
Universiteit Antwerpen
Beheerder Collectie Omvang Actief Passief Afgesloten
Centrale Diensten - Nieuwe Mediadienst Media-apparatuur 1.500 1Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement Diergeneeskunde Diergeneeskunde ca. 3.000 1Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement FarmaceutischeWetenschappen
Academische, wetenschappelijke entechnologische instrumenten 1
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - VakgroepASTARC Anatomie ca. 690 1Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - Vakgroeppathologische anatomie Pathologische anatomie ca. 200 1Faculteit Letteren en Wijsbegeerte -Departement Geschiedenis Historische kaarten 31 1Faculteit Wetenschappen - DepartementBiologie Dierkunde
ca.12.330 1
Herbarium 4.665 1
MineralenEnkele100-den 1
Muizen- en rattenvallen ca. 300 1Onderwijsplaten ca. 70 1
Preparaten ca. 9.000 1Topografische kaarten 1
Faculteit Wetenschappen - DepartementFysica Elektronenmicroscopen 2 1
Kristalmodellen ca. 50 1
Natuurkunde ca. 50 1Mineralen en gesteenten 1
Geassocieerde centra en instituten (GCI) -Ruusbroecgenootschap Leesapparaten voor microfilm en – fiches 4 1vzw Museum voor de geschiedenis van deGezondheidszorg Medisch en paramedische apparatuur 1
TOTAAL 3 5 11Figuur 18: Acquisitiebeleid
Elf van de negentien collecties worden niet meer aangevuld. Wanneer collectiestukkentoch worden toegevoegd, dan gaat het vooral om passieve uitbereidingen. Het Museumvoor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg breidt zijn collectie passief uit doorschenkingen en legaten. Er worden geen instrumenten aangekocht. Bij de verdereuitbereiding dringt specialisatie zich op, maar dit werd tot op heden niet doorgevoerd.
23
Verouderde (meet)toestellen worden toegevoegd aan de collectie academische,wetenschappelijke en technologische instrumenten.De collecties die nog worden gebruikt voor onderwijs of onderzoek worden actiefuitgebreid.
Hogescholen Antwerpen
Artesis Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Actief Passief AfgeslotenDepartementArchitectuurwetenschappen -monumenten- en landschapszorg Gesteenten 1
Topografische kaarten ca. 1.400 1Departement Gezondheidszorg (GE) Oude instrumenten 1
TOTAAL 0 0 3
Karel de Grote-Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Actief Passief AfgeslotenDepartement IWT Robotica ca. 212 1
(Meet)instrumenten uit de (bio)chemie 1
Departement IWT - Auto-elektronica Auto-elektronica 1 1Elektromechanica ca. 30 1
Departement Gezondheidszorg Gezondheidszorg 1
TOTAAL 0 3 2
Hogere Zeevaartschool
Beheerder Collectie Omvang Actief Passief Afgesloten
Hogere Zeevaartschool Oude (meet)instrumenten 71 1
TOTAAL Hogere Zeevaartschool 0 0 1
TOTAAL Hogescholen 0 3 6Figuur 19: Acquisitiebeleid
Zes van de negen collecties worden niet meer aangevuld. Wanneer collectiestukken tochworden toegevoegd dan gaat het ook hier om passieve uitbereidingen. De instrumentenuit de (bio)chemie en de machines uit elektromechanica worden uitgebreid doorverouderd materiaal dat automatisch wordt toegevoegd. Er is geen selectiebeleid.
4.2 Collectieplan
Een collectieplan is "een document waarin de samenstelling en de betekenis van decollectie, het collectiebeleid en de geplande activiteiten van een museum of anderecollectiebeherende instelling beschreven zijn. Het is een uitwerking van het algemenebeleidsplan. Onderwerpen die in het collectieplan aan de orde komen zijn bijvoorbeeldverzamelen en afstoten, behoud, registratie en gebruik"5.
Universiteit Antwerpen
5 Erfgoedwijs.nl - 'registratie en documentatie/collectieplan' (http://www.erfgoedwijs.nl/index.cfm?art_id=42).Deze definitie van Erfgoedwijs wordt ook gehanteerd binnen het Cometamodel.
24
Beheerder Collectie Omvang Ja NeenCentrale Diensten - Nieuwe Mediadienst Media-apparatuur 1.500 1Faculteit Farmaceutische, Biomedische en DiergeneeskundigeWetenschappen - Departement Diergeneeskunde Diergeneeskunde ca. 3.000 1Faculteit Farmaceutische, Biomedische en DiergeneeskundigeWetenschappen - Departement FarmaceutischeWetenschappen
Academische,wetenschappelijke entechnologische instrumenten 1
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen -Vakgroep ASTARC Anatomie ca. 690 1Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen -Vakgroep pathologische anatomie Pathologische anatomie ca. 200 1Faculteit Letteren en Wijsbegeerte - DepartementGeschiedenis Historische kaarten 31 1
Faculteit Wetenschappen - Departement Biologie Dierkundeca.12.330 1
Herbarium 4.665 1
MineralenEnkele100-den 1
Muizen- en rattenvallen ca. 300 1
Onderwijsplaten ca. 70 1
Preparaten ca. 9.000 1
Topografische kaarten 1
Faculteit Wetenschappen - Departement Fysica Elektronenmicroscopen 2 1
Kristalmodellen ca. 50 1
Natuurkunde ca. 50 1
Mineralen en gesteenten 1
Geassocieerde centra en instituten (GCI) -Ruusbroecgenootschap
Leesapparaten voor microfilmen – fiches 4 1
vzw Museum voor de geschiedenis van de GezondheidszorgMedisch en paramedischeapparatuur 1
TOTAAL 1 18Figuur 20: Collectieplan
Een collectieplan is "een document waarin de samenstelling en de betekenis van decollectie, het collectiebeleid en de geplande activiteiten van een museum of anderecollectiebeherende instelling beschreven zijn. Het is een uitwerking van het algemenebeleidsplan. Onderwerpen die in het collectieplan aan de orde komen zijn bijvoorbeeldverzamelen en afstoten, behoud, registratie en gebruik"6.
Het bestuur van de vzw Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg staat invoor het dagelijks beheer van de collecties en zorgt ervoor dat eventuele privé-collectiesniet verloren gaan. Al in de jaren tachtig werden de eerste stappen in deze richtinggezet, maar pas in 2004 kreeg de vzw permanent vorm.
Hogescholen Antwerpen
De zorg voor de collecties van de hogescholen is niet vastgelegd in een collectieplan.
6 Erfgoedwijs.nl - 'registratie en documentatie/collectieplan' (http://www.erfgoedwijs.nl/index.cfm?art_id=42).Deze definitie van Erfgoedwijs wordt ook gehanteerd binnen het model van Cometa.
25
5. De collectiebeheerder aan het woord
5.1 Behoud en beheer
Universiteit Antwerpen
Beheerder Collectie Omvang Geen PRES CONSMUS/WERK BW
Centrale Diensten - NieuweMediadienst Media-apparatuur 1.500Faculteit Farmaceutische,Biomedische en DiergeneeskundigeWetenschappen - DepartementDiergeneeskunde Diergeneeskunde ca. 3.000Faculteit Farmaceutische,Biomedische en DiergeneeskundigeWetenschappen - DepartementFarmaceutische Wetenschappen
Academische, wetenschappelijke entechnologische instrumenten
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen -Vakgroep ASTARC Anatomie ca. 690Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen -Vakgroep pathologische anatomie Pathologische anatomie ca. 200Faculteit Letteren en Wijsbegeerte -Departement Geschiedenis Historische kaarten 31Faculteit Wetenschappen -Departement Biologie Dierkunde
ca.12.330
Herbarium 4.665
MineralenEnkele100-den
Muizen- en rattenvallen ca. 300Onderwijsplaten ca. 70
Preparaten ca. 9.000Topografische kaarten
Faculteit Wetenschappen -Departement Fysica Elektronenmicroscopen 2
Kristalmodellen ca. 50
Natuurkunde ca. 50
Mineralen en gesteentenGeassocieerde centra en instituten(GCI) - Ruusbroecgenootschap
Leesapparaten voor microfilm en –fiches 4
vzw Museum voor de geschiedenisvan de Gezondheidszorg
Medisch en paramedischeapparatuur
Figuur 21: Collectiebeheerder: behoud en beheer
Er is nood aan een betere preservering (PRES) en conservering (CONS) van deacademische, wetenschappelijke en technologische instrumenten. De beheerder is opzoek naar locaties die meer geschikt zijn om objecten tentoon te stellen en te bewaren.De collectie historische kaarten werd bezocht met de teammanager van de UniversiteitAntwerpen. Ze benadrukte dat de kaarten beter zouden verhuizen naar een depot datmeer geschikt is (BW).
26
De voorzitter van de vzw Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg wijsterop dat door plaatsgebrek collectiestukken niet op Stuivenberg kunnen worden bewaarden tentoongesteld. Hij benadrukt de band van de collectie met de universiteit en zietmogelijkheden om in de toekomst samen te werken, eventueel door een deel van decollectie binnen de universiteit tentoon te stellen.
Hogescholen Antwerpen
Artesis Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Geen PRES CONSMUS/WERK BW
DepartementArchitectuurwetenschappen -monumenten- en landschapszorg Gesteenten
Topografische kaarten ca. 1.400
Departement Gezondheidszorg (GE) Oude instrumenten
Karel de Grote-Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Geen PRES CONSMUS/WERK BW
Departement IWT Robotica ca. 212
(Meet)instrumenten uit de (bio)chemie
Departement IWT - Auto-elektronica Auto-elektronica 1
Elektromechanica ca. 30Departement Gezondheidszorg Gezondheidszorg
Hogere Zeevaartschool
Beheerder Collectie Omvang Geen PRES CONSMUS/WERK BW
Hogere Zeevaartschool Oude (meet)instrumenten 71Figuur 22: Collectiebeheerder: behoud en beheer
Met de integratie van de academische opleidingen in 2013 in het vooruitzicht maken decollectiebeheerders zich zorgen over hun verzamelingen. Ze vrezen dat delen van decollecties verloren zullen gaan.De opleiding binnen de Industriële en Technologische Wetenschappen van de ArtesisHogeschool op de Paardenmarkt verhuist naar de campus in Hoboken van de Karel deGrote-Hogeschool. Hierdoor zullen objecten uit de collectie robotica afgevoerd worden.Ook door de verhuis van de opleiding gezondheidszorg van Artesis naar Plantijn zullenoude instrumenten achtergelaten worden.Doordat er aan de hogescholen geen beleid is rond het behoud en beheer van erfgoedworden preservatie (PRES) en conservatie (CONS) door de beheerders zelf niet vaakaangehaald. Elektromechanische toestellen zijn duurzaam en kunnen enkele jaren in delessen gebruikt worden. Als motoren of machines toch versleten zijn worden ze ofwelgedemonteerd om de onderdelen te recupereren, ofwel worden ze in een opslagruimtegeplaatst om ze nadien af te voeren. De beheerder van de collectie elektromechanicawijst er wel op dat de afdeling over waardevolle toestellen beschikt die tentoongesteldzouden kunnen worden (vb. aan de ingang van het departement).
27
5.2 Ontsluiting
Universiteit Antwerpen
Beheerder Collectie Omvang Geen INV DG TOEG
Centrale Diensten - Nieuwe Mediadienst Media-apparatuur 1.500Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement Diergeneeskunde Diergeneeskunde ca. 3.000Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement FarmaceutischeWetenschappen
Academische, wetenschappelijkeen technologische instrumenten
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - VakgroepASTARC Anatomie ca. 690Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - Vakgroeppathologische anatomie Pathologische anatomie ca. 200
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte -Departement Geschiedenis Historische kaarten 31Faculteit Wetenschappen - DepartementBiologie Dierkunde
ca.12.330
Herbarium 4.665
MineralenEnkele100-den
Muizen- en rattenvallen ca. 300
Onderwijsplaten ca. 70
Preparaten ca. 9.000
Topografische kaartenFaculteit Wetenschappen - DepartementFysica Elektronenmicroscopen 2
Kristalmodellen ca. 50
Natuurkunde ca. 50
Mineralen en gesteenten
Geassocieerde centra en instituten (GCI) -Ruusbroecgenootschap
Leesapparaten voor microfilm en –fiches 4
vzw Museum voor de geschiedenis van deGezondheidszorg
Medisch en paramedischeapparatuur
Figuur 23: Collectiebeheerder: ontsluiting
De collecties van herbarium, de onderwijsplaten uit de biologie en de academische,wetenschappelijke en technologische instrumenten zouden geïnventariseerd moetenworden om een duidelijk zicht te hebben op de inhoud van de collectie (INV). Debeheerder van deze laatste verzameling stelt dat het inventariseren van collectiestukkeninteressant zou zijn voor het ontwikkelen van een afstotingsbeleid (dubbels kunnenafgestoten worden), een acquisitiebeleid (aankoop van dubbels wordt verminderd) envoor het bevorderen van de toegankelijkheid (een online inventaris kan studenten,onderzoekers en het brede publiek aansporen om de collectie te bezoeken). Een gedeeltevan de collectie van de muizen- en rattenvallen is al gedigitaliseerd (DG). Dit zou in detoekomst verder worden uitgebreid.
28
Het Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg zou graag financiële steunkrijgen om de toegankelijkheid van de collectie te vergroten door bijvoorbeeld teparticiperen aan grotere projecten zoals erfgoeddag (TOEG).
Hogescholen Antwerpen
Artesis Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Geen INV DG TOEG
Departement Architectuurwetenschappen -monumenten- en landschapszorg Gesteenten
Topografische kaarten ca. 1.400
Departement Gezondheidszorg (GE) Oude instrumenten
Karel de Grote-Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Geen INV DG TOEG
Departement IWT Robotica ca. 212
(Meet)instrumenten uit de(bio)chemie
Departement IWT - Auto-elektronica Auto-elektronica 1
Elektromechanica ca. 30
Departement Gezondheidszorg (GE) Gezondheidszorg
Hogere Zeevaartschool
Beheerder Collectie Omvang Geen INV DG TOEG
Hogere Zeevaartschool Oude (meet)instrumenten 71Figuur 24: Collectiebeheerder: ontsluiting
Een inventarisatie van de objecten is noodzakelijk om een beter zicht te hebben op deinhoud van de verzameling. De verantwoordelijke voor de collectie gezondheidszorg bijArtesis wil de verzameling toegankelijk maken voor een breder publiek. Ze heeft metverloop van de tijd gemerkt dat het opstellen van objecten in vitrines in de gang nietaltijd zijn doel bereikt. Het zijn voornamelijk alumni die op opendeurdagen de objectenbekijken terwijl studenten eraan voorbijgaan. Ze is daarom een voorstander van hetcentraliseren van voorwerpen om ze in één museum tentoon te stellen. In de toekomstzou ze graag meerdere stukken overdragen aan het Museum voor de Geschiedenis vande Gezondheidszorg.
5.3 Collectiebeleid
Universiteit Antwerpen
Beheerder Collectie Omvang Geen OND AFST BH
Centrale Diensten - Nieuwe Mediadienst Media-apparatuur 1.500Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement Diergeneeskunde Diergeneeskunde ca. 3.000Faculteit Farmaceutische, Biomedische enDiergeneeskundige Wetenschappen -Departement FarmaceutischeWetenschappen
Academische,wetenschappelijke entechnologische instrumenten
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen - VakgroepASTARC Anatomie ca. 690
29
Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen -Vakgroeppathologische anatomie Pathologische anatomie ca. 200
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte -Departement Geschiedenis Historische kaarten 31
Faculteit Wetenschappen - DepartementBiologie Dierkunde
ca.12.330
Herbarium 4.665
MineralenEnkele100-den
Muizen- en rattenvallen ca. 300
Onderwijsplaten ca. 70
Preparaten ca. 9.000
Topografische kaarten
Faculteit Wetenschappen - DepartementFysica Elektronenmicroscopen 2
Kristalmodellen ca. 50
Natuurkunde ca. 50
Mineralen en gesteenten
Geassocieerde centra en instituten (GCI) -Ruusbroecgenootschap
Leesapparaten voor microfilmen – fiches 4
vzw Museum voor de geschiedenis van deGezondheidszorg
Medisch en paramedischeapparatuur
Figuur 25: Collectiebeheerder: collectiebeleid
Voor de collectie historische en topografische kaarten en media-apparatuur dient er eenbeheerder aangesteld te worden (BH). Het herbarium zou mogelijk overgedragen wordenaan de Plantentuin van Meise (AFST). De collectiebeheerder van de pathologischeanatomie stelt voor om de verzameling af te voeren.
Hogescholen Antwerpen
Artesis Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Geen OND AFST BHDepartement Architectuurwetenschappen -monumenten- en landschapszorg Gesteenten
Topografische kaartenca.1.400
Departement Gezondheidszorg (GE) Oude instrumenten
Karel de Grote-Hogeschool
Beheerder Collectie Omvang Geen OND AFST BH
Departement IWT Robotica ca. 212(Meet)instrumenten uit de(bio)chemie
Departement IWT - Auto-elektronica Auto-elektronica 1
Elektromechanica ca. 30
Departement Gezondheidszorg (GE) Gezondheidszorg
Hogere Zeevaartschool
Beheerder Collectie Omvang Geen OND AFST BH
Hogere Zeevaartschool Oude (meet)instrumenten 71
30
Figuur 26: Collectiebeheerder: collectiebeleid
De beheerder van de topografische kaarten zou de collectie willen overdragen aan devakgroep geografie van de UGent. Als tegenprestatie zouden de studenten (en lesgevers)op eenvoudige aanvraag een digitale versie kunnen verkrijgen van alle Belgischetopokaarten voor studie of onderzoek. Een klein aantal kaarten kunnen behouden wordenvoor didactische doeleinden. De beheerder van de collectie gezondheidszorg (Artesis)gaat op pensioen. Er dient een opvolger te worden gezocht.
31
Overzicht collecties
32
1. Centrale diensten (Departement ICT -Nieuwe Mediadienst)
1.1 Media-apparatuur
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-CD01
1.2 Titel
Media-apparatuur
1.3 Datering
ca. jaren '60 van de 20ste eeuw tot nu.
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit ca. 1.300 videobanden, een filmcamera, 3overheadsprojectoren met ingebouwde computer (jaren '90), een draagbareoverheadsprojector (jaren '60 - '70), een diaprojector, ca. 10 filmbanden, ca. 5verouderde televisietoestellen en ca. 100 audiocassettes uit het taallabo.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Centrale Dienst - Departement ICT - Dienst Infrastructuur en Communicatie - NieuweMediadienst.
33
De Nieuwe Mediadienst is twee keer van naam veranderd: het Multimedia Centrum(MMC) en daarvoor de Dienst Onderwijs, Ondersteuning en Innovatie (DOOI).
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De collectie werd gebruikt als didactisch materiaal ter ondersteuning van de colleges:audiocassettes uit de taallabo's, gefilmde lessen op de video- en filmbanden,overheadsprojectoren,.... Deze media zijn verouderd en worden niet meer in hetonderwijs gebruikt. De verzameling is inactief.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit verouderde media-apparaten: een filmcamera uit het beginvan de jaren '90, overheadsprojectoren met ingebouwde computer uit de jaren '60 -'70, televisietoestellen, diaprojector, ... en uit video- en filmbanden en audiocassettes.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
Verouderde toestellen worden aan de collectie toegevoegd.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De objecten worden niet gezien als een waardevolle collectie. De meeste stukkenverkeren in een matige tot slechte staat.
4.2 Inventarisatie4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
De filmbanden zijn allemaal genummerd en verwijzen naar een inventaris, maar het isniet duidelijk waar die is.
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie wordt niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
De collectie wordt niet gerestaureerd.
34
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
De objecten zijn verspreid over verschillende gebouwen van de Stadscampus (keldersvan gebouw R, B en K en het taallabo gebouw D). Ze worden verwaarloosd omdat ze nietals een collectie worden beschouwd. Als niemand zich verder over de verzamelingontfermd is de kans groot dat de objecten op de container belanden.
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 17/02/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Kjell Apers (Nieuwe Mediadienst)
8.2 Adres
Vekestraat 37, 2000 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
kjell.apers@ua.ac.be, 03 265 45 52
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De collectie staat niet in een museale ruimte.
9.6 Bewaarplaats
De objecten worden bewaard op meerdere locaties:
Kelder Gebouw R en gebouw K: overheadsprojectoren met ingebouwde computer,draagbare overheadsprojector en diaprojector. De objecten staan los in de ruimte.
35
De kelder is met een sleutel afgesloten. Er is geen aangepaste klimaatregelingvoorzien.
Kelder Gebouw B: filmcamera, televisietoestellen, video- en filmbanden enaudiocassettes. De videobanden en audiocassettes liggen her en der verspreid inkartonnen dozen en kasten. De kelder is met een sleutel afgesloten. Er is geenaangepaste klimaatregeling voorzien.
Taallabo Gebouw D: Een gedeelte van de audiocassettes zit nog in de bureaus vande studenten, een ander deel ligt in de schuif van het bureau vooraan.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De collectie is niet toegankelijk. Er dient contact te worden opgenomen met debeheerder om de verzameling te raadplegen.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
36
2. Faculteit farmaceutische, biomedische endiergeneeskundige wetenschappen
2.1 Diergeneeskunde (departement diergeneeskunde)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FBD01
1.2 Titel
Collectie Diergeneeskunde
1.3 Datering
19de eeuw - 21ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit ca. 18 opgezette skeletten, 6 kasten met dozen waarin lossebotten liggen (schedels en ledematen van o.m. honden, katten, paarden,....), ca. 26anatomische modellen, ca. 10 weefsels op formol, één plastinaat van eenpaardenlong, ca. 16 didactische posters, ca. 1.000 preparaten van het labo celbiologieen histologie, 11 microscopen en 98 prenten en aquarellen uit de 19de-eeuw.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?
Departement Diergeneeskunde
2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
De meeste botten, anatomische modellen en plastinaten zijn aangekocht. De modellenzijn afkomstig van de Duitse firma SOMSO. Enkele skeletten zijn zelf gemaakt (vb. delama).De preparaten van het labo celbiologie en histologie zijn meestal zelf vervaardigd.Sommige werden aangekocht. Jaarlijks worden er nieuwe preparaten toegevoegd ofvervangen.De microscopen zijn aangekocht.
2.5 Eigenaar collectie
37
Universiteit AntwerpenDe skeletten en opgezette preparaten (ratten en muizen) in één van de vitrines in degang van het departement diergeneeskunde zijn een privé-collectie van Prof. dr.Christophe Casteleyn.
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige wetenschappen -Departement DiergeneeskundeDe preparaten behoren toe aan het labo Celbiologie en Histologie.
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De oorspronkelijke en huidige functie van de collectie is didactisch. De studentendiergeneeskunde gaan aan de slag met de skeletten en didactische modellen in depracticalessen en ze kunnen ze zelf bestuderen in de biomedische bibliotheek. Depreparaten kunnen aan de balie uitgeleend worden om ze onder de microscoop tebekijken.De weefsels op formol die in een vitrine in de gang staan, worden niet alsonderwijsmateriaal gebruikt. Studenten kunnen ze daar wel bekijken.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit:
1. Opgezette skeletten en losse botten: geit, lama, paarden, runderen, honden,katten, pluimvee,...
2. Anatomische modellen: runderen, kip, kat, harten, geslachtsorganen vanpaarden,.... De meeste modellen zijn in plastiek. Hier en daar zijn er nog enkelein gips.
3. Pathologie: enkele weefsels op formol worden in een vitrine tentoongesteld.4. Didactische posters met daarop de anatomie van een hond, een paard, van een
voet,...5. Plastinaat van een paardenlong en opgezette preparaten (afdrukken van
bloedvaten van ratten, muizen...).6. Microscopen7. Verzameling preparaten van het labo celbiologie en histologie8. 19de-eeuwse prenten en aquarellen van Edmond Tschagenny (1818-1873) zijn
'Ontleedkundige Atlas van het Rund'
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt actief aangevuld: botten, anatomische modellen, plastinaten enpreparaten worden aangekocht. Alleen aan de verzameling pathologie worden geenstukken meer toegevoegd.In de toekomst zou het departement de collectie willen uitbereiden door meer bottenen plastinaten aan te maken. De plastinatie-techniek is echter erg complex.
38
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
Doordat de collectie actief door studenten wordt gebruikt zijn niet alle objecten in eengoede staat. Enkele botten zijn hier en daar afgesleten en bij een aantal gipsenmodellen zijn er kleine stukken afgebroken. De modellen worden nu niet meergemaakt in gips, maar in plastiek waardoor ze veel langer meegaan.De tekeningen van Edmond Tschaggeny zijn in uitstekende staat.
4.2 Inventarisatie
De collectie is niet geïnventariseerd. Bij de verzameling preparaten ligt wel eenoverzichtslijst met daarop het nummer en de omschrijving van het preparaat. Voordeze preparaten zijn de kenmerken opgelijst in het labo Celbiologie en Histologie
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
Er zijn fiches voor de preparaten
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
De botten en anatomische plastieken modellen worden niet gerestaureerd. Wanneerze versleten of beschadigd zijn worden er nieuwe aangekocht.
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
Het departement diergeneeskunde wil zijn collectie verder uitbereiden en tentoonstellen.Hiervoor hebben ze extra kasten/vitrines nodig.
De waardevolle 19de-eeuwse tekeningen van Edmond Tschaggeny worden bewaard opde kast in het bureau van Prof. dr. Chris Van Ginneken. Zij zou ze graag naar een andere- meer geschikte - locatie laten overbrengen.
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 21/02/2012
39
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Prof. dr. Chris Van GinnekenMarleen Cools: verantwoordelijke collectie botten en anatomische modellen.Prof. dr. Inge Brouns: verantwoordelijke verzameling preparaten en microscopen.
8.2 Adres
Campus Drie Eiken, Universiteitsplein 1 - gebouw U, 2610 Wilrijk
8.3 Telefoon, fax, e-mail
Chris.vanginneken@ua.ac.be, tel.: 03 265 24 35Marleen.Cools@ua.ac.be, tel.: 03 265 28 23, fax: 03 265 24 33inge.brouns@ua.ac.be, tel.: 03 265 33 53, fax: 03 265 33 01
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Het collectieplan maakt deel uit van het onderwijsbeleid. Het departementdiergeneeskunde wil de collectie als didactisch materiaal verder uitbereiden.Er is geen afstotingsbeleid.
9.5 Museale ruimte
De verzameling wordt tentoongesteld in de gang van het departementdiergeneeskunde (CDE - gebouw U). Aan de ingang zijn er twee paardenskelettenopgesteld en iets verder staan zeven vitrines met de anatomische modellen, skeletten,weefsels op formol en opgezette preparaten. Aan de muur hangen anatomischeposters en boven de ingang van het practicumlokaal hangen vier horens.Hier en daar zijn de objecten gelabeld en met een bijschrift, maar de meerderheid vande stukken is niet geïdentificeerd.Op de tweede verdieping van de biomedische bibliotheek (CDE - gebouw R) staat hetskelet van een rund en liggen op een tafel de beenderen van een paard. De studentenkunnen ze vastnemen en bestuderen. Bij de botten van het paard ligt er eenverklarende lijst. Elk bot is met potlood genummerd.In de andere hoek van de bibliotheek staan elf microscopen die met eenbeschermhoes zijn afgedekt.
9.6 Bewaarplaats
De losse botten, twee opgezette skeletten, anatomische modellen en enkeleanatomische posters worden bewaard in het practicumlokaal. De beenderen zijn indozen verzameld en thematisch in de kasten opgeborgen. De kasten zijn niet op slot.De preparaten liggen aan de balie en kunnen alleen op aanvraag uitgeleend worden.
40
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie teraadplegen. De skeletten, anatomische modellen en microscopen in de gang en op detweede verdieping van de biomedische bibliotheek zijn vrij te raadplegen.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
41
2.2 Academische, wetenschappelijke en technologischeinstrumenten (departement farmaceutische wetenschappen)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FBD02
1.2 Titel
Collectie academische, wetenschappelijke entechnologische instrumenten
1.3 Datering
19de - 21ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit instrumenten uit de geneeskunde, farmacie, biologie enscheikunde. Ze bestaan hoofdzakelijk uit koper, ijzer en aluminium. Het is nietduidelijk over hoeveel objecten het gaat. Ze zijn opgeslagen in lokalen van 48m² (CGB- gebouw V), 20m² x 16m² (lokaal 1) en 2 m² x 16m² (lokaal 2) (CDE - kelder Ggebouw).
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?
De collectie is bijeengebracht sinds 1990 op persoonlijk initiatief van Marc Demoldervan het departement Farmaceutische Wetenschappen.
2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
De collectie bevat apparaten die werden ontworpen in de instrumentmakerij van hetlaboratorium fysiologie voor het cardiovasculair onderzoek. Registratietoestellen voorhet meten van krachten en verkorting van skelet of hartspier zoals een Kymograafwerden zowel voor de practica van studenten als in het onderzoekslaboratoriumgebruikt. Een deel van de collectie is aangekocht in de jaren zestig van de 20ste eeuw,maar de meeste apparaten zijn schenkingen van professoren. Sommige - waarvan eenaantal voormalige instrumenten van de Universiteit Antwerpen - werden verworvenvia SIWE (Steunpunt Industrieel en Wetenschappelijk Erfgoed).
42
2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De oorspronkelijke functie van de collectie is onderwijs- en onderzoeksgebonden. Eendeel van de apparaten wordt nog gebruikt als didactisch materiaal of wordt in vitrinesin de gang tentoongesteld. De rest van de collectie is inactief.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie is erg uiteenlopend. Ze bestaat onder meer uit geneeskundige apparaten,(meet)instrumenten uit de fysiologie en farmacie, glaswerk uit de scheikunde,onderzoeksinstrumenten uit de moleculaire biologie, boeken en oud multimedia-apparatuur.
1. Meetinstrumenten uit de fysiologie: twee kymografen (grafische registratie vankleine ritmische bewegingen), geleidingsmeters om bloedstroom te meten,ultrasoontoestel, pH-meters, bloeddrukmeters, bloedstollingsmeters,spectrofotometers, EKG-meter, polarimeters uit verschillende periodes,colorimeter, refractometer, absoptie-fotometer, expirometer,... Bij een aantalapparaten werd de originele handleiding bijgehouden.
2. Apparatuur uit de geneeskunde, biologie en farmacie: stampvolumeter, eersteFluorescentie microscoop, labo-spectrometer, centrifuge, polaroidcamera,beademingstoestellen, polarisatiemicroscoop, reeks microscopen (met bijhorendefoto-apparatuur), gaschromatograaf, twee vacuümovens, een broedstoof,analytische balans, twee manuele comprimeermachines.
3. Multimedia-apparatuur: microfilmlezers, filmbanden van 16 mm, diaprojectoren,...
3.2 Selectiecriteria
Bij het uitbreiden van de collectie wordt er gekeken naar de staat van het object en ofhet instrument al deel uitmaakt van de verzameling. Dubbels worden geweerd.Apparaten die niet meer werken kunnen toch opgenomen worden omwille van hunhistorische waarde.Unieke onderzoeksinstrumenten die aangemaakt zijn in labo's worden bijgehouden.Vaak bestaat het registratieapparaat al, maar het onderzoeksinstrument nog niet.Deze worden verzameld.De collectiebeheerder overlegt met specialisten uit de labo's om de waarde van hetinstrument te bepalen.
3.3 Aanvullingen
De collectie wordt nog aangevuld.
43
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De instrumenten in de vitrines of die aan de ingang van een departement staan zijn inzeer goede staat. De objecten in de depotruimtes verkeren in een goede tot matigestaat (Campus Groenenborger en Campus Drie Eiken). Na inventarisering zal eenduidelijker beeld kunnen gevormd worden. Het gebrek aan personeel is hier eenprobleem.
4.2 Inventarisatie
De instrumenten zijn beschreven in cursussen, maar de collectie is nietgeïnventariseerd. Er is wel een aanzet tot inventarisatie voor de toestellen uit defysiologie.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken
Er zijn unieke stukken die in de labo's zijn aangemaakt: polarimeters, de microscopenrond spectrofotometrie en de transducers uit de fysiologie.
4.4 Bruiklenen
Af en toe worden er stukken in bruikleen gegeven. De polarimeter ging naar eententoonstelling in Gent in het Museum voor de geschiedenis van de Wetenschappen enin 2008 werden er stukken uitgeleend voor een symposium over de geschiedenis vande geneeskunde aan de UAntwerpen.
4.5 Restauratie
De collectiebeheerder restaureert de instrumenten als het noodzakelijk is.
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
Het departement Farmaceutische Wetenschappen is het enige departement van deUniversiteit Antwerpen dat gedocumenteerd is over zijn geschiedenis. Er zijn tweepublicaties over de werking van het departement binnen de universiteit: Deelstra, H., 25 jaar farmaceutische wetenschappen (1973-1998), UIA, Antwerpen,
2000 Deelstra, H., 35 jaar farmaceutische wetenschappen (1873-2008), UA, Antwerpen,
2009
44
Over de collectiestukken zelf heeft AWIE (Antwerps Wetenschappelijk IndustrieelErfgoed) een aantal publicaties uitgegeven.
6. AANTEKENINGEN
Er zijn een aantal te ondernemen acties door de collectiebeheerder geformuleerd:
Inventarisatie van de objecten: met de verhuis van enkele objecten uit hetpracticumlokaal eind 2012 zou alles gefotografeerd en geïnventariseerd worden.
Het merendeel van de apparaten is opgestapeld in depots. Door ze in gangen ofpraticalokalen tentoon te stellen worden ze toegankelijk voor studenten enonderzoekers. Marc Demolder heeft hiervoor een aantal voorstellen: tentoonstellingenin de ontspanningsruimte voor studenten op Campus Drie Eiken (Gebouw G), in detrappenhal van het departement Farmacie (Gebouw A) en tijdelijke tentoonstellingenin de gebouwen van de Universiteit Antwerpen (vb. het gebouw van de GrauwzusterCST en de tentoonstellingsruimte op CGR).
Er is nood aan een beleid rond academisch erfgoed aan de Universiteit Antwerpenzodat waardevolle objecten niet worden afgevoerd.
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 10/01/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Marc Demolder, verbonden aan het Departement Farmaceutische Wetenschappen.
8.2 Adres
Campus Drie Eiken D.T.203, Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk
8.3 Telefoon, fax, e-mail
marc.demolder@ua.ac.be; tel. 03 265 23 36 of 03 265 24 99 of fax 03 265 24 12
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De instrumenten worden gedeeltelijk tentoongesteld in de gang, in een afzonderlijklokaal of aan de ingang van de gebouwen.
45
Campus Groenenborger - Gebouw V:De apparaten liggen in twee gesloten vitrinekasten. Eén ervan wordt bovenaanbelicht, de andere niet. Bij de objecten liggen de originele handleidingen om dewerking van het instrument te verduidelijken.
Campus Groenenborger - Gebouw T:Er is een demonstratieruimte ingericht waarin collectiestukken uit verschillendefaculteiten in wisselende opstellingen tentoongesteld kunnen worden. De objectenstaan in gesloten vitrines met bijschriften ter verduidelijking.
Campus Drie Eiken - Gebouw A:Aan de ingang (binnen) van het departement farmaceutische wetenschappenstaat een comprimeermachine. De machine staat op een sokkel en er hangt terverduidelijking een beschrijving bij. Het object is niet tegen diefstal of vandalismebeveiligd.
Campus Drie Eiken - Gebouw UC:Aan de ingang (buiten) van het departement biomedische wetenschappen staat deeerste onderzoeks-NMR-magneet. De machine is afgeschermd van de regen, maarhet is niet tegen diefstal of vandalisme beveiligd.
9.6 Bewaarplaats
De collectie wordt bewaard in een practicumlokaal en in de kelder van hetstudentenrestaurant (CGB Gebouw V en G). De apparaten in het practicumlokaalstaan in gesloten vitrines, in open kasten of zijn in dozen opgeborgen. Een aantaltoestellen worden bewaard in hun oorspronkelijke kist (vb. depolarisatiemicroscoop). De ruimte wordt gedeeld met objecten van het departementscheikunde en met oude computers. Eind 2012 verhuist de collectie naar een anderelocatie. Op dat moment kan alles gefotografeerd en geregistreerd worden.
In de kelder van het studentenrestaurant worden de toestellen in twee afzonderlijkeruimtes bewaard. Beiden zijn met een sleutel gesloten.
Ruimte 1: De kelder heeft last van binnenstromend regenwater. Om deinstrumenten tegen waterschade te beschermen zijn ze op paletten geplaatst. Demeeste toestellen staan in kartonnen dozen.
Ruimte 2: De apparaten staan op schuiven in de kast of in dozen. Naastcollectiestukken wordt hier ook opbergmateriaal bewaard (vitrines, bijkomendekasten,...). Tegenover deze afgesloten ruimte is er een plaats die ook wordtingenomen als opbergruimte. Deze wordt in de loop van 2012 ook met een deurafgesloten.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
Er is geen werkingsbudget. De personele middelen zijn op vrijwillige basis.
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
46
Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie teraadplegen.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
47
3. Faculteit Geneeskunde enGezondheidswetenschappen
3.1 Anatomie (vakgroep ASTARC)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-GGW01
1.2 Titel
Collectie anatomie
1.3 Datering
20ste - 21ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit een 90-tal anatomische modellen, ca. 600 skeletten enskeletonderdelen en uit 18 gepreserveerde organen in bokalen.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
De collectiestukken zijn aangekocht.
2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen - Vakgroep ASTARC -onderzoeksgroep anatomie en embryologie
48
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De oorspronkelijke en huidige functie van de anatomische modellen en skeletten isdidactisch. Ze worden in praktijkcolleges gebruikt.De gepreserveerde organen staan tentoongesteld in de bibliotheek van hetdepartement.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit anatomische modellen en skeletten van schedels en ledematen(handen, voeten, benen,...). Twee modellen en vijf skeletten zijn reconstructies vande mens. In de bibliotheek van de vakgroep staan enkele bokalen waarin organen opalcohol worden bewaard.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt aangevuld met nieuwe modellen en skeletten.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie
De collectie is niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
49
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 24/02/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Prof. dr. Hilde Bortier, vakgroep anatomie en embryologieProf. dr. Guy Hubens, vakgroep anatomie en embryologieProf. dr. Luc van Nassauw, Antwerps chirurgisch training, anatomie enonderzoekscentrumDavid Malan, vakgroep anatomie en embryologie
8.2 Adres
Groenenborgerlaan 171, 2020 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
Hilde.bortier@ua.ac.be; tel.: 03/265 36 80 of 03/265 33 90, fax: 03/265 33 98
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Het collectiebeleid maakt deel uit van het onderwijsplan. De modellen en skelettenworden aangekocht als didactisch materiaal.
9.5 Museale ruimte
De collectie staat ter beschikking van studenten en is ondergebracht in debiomedische bibliotheek (CDE - Gebouw R - 2de verdieping), in het practicumlokaal(CGB - Gebouw T) en in de bibliotheek van de vakgroep anatomie en embryologie(CGB - Gebouw T).In de biomedische bibliotheek zijn de meeste modellen in (open) vitrinestentoongesteld. Enkele liggen verspreid over tafels zodat studenten ermee aan de slagkunnen. Sommige modellen zijn gemonteerd op een verhoog. Hierop is een metalenlabel aangebracht met de identificatie van het object en het logo van de UniversiteitAntwerpen. De anatomische modellen en skeletten liggen op de tafels geordendvolgens het onderdeel van het menselijk lichaam dat ze voorstellen (vb. het skelet vaneen arm ligt naast het plastieken model van een arm). De onderdelen zijngeïdentificeerd door een inkijkexemplaar 'anatomie' dat bij de objecten ligt. Hierin
50
staan overzichtslijsten waarin bijvoorbeeld elk onderdeel van het hoofd wordtbeschreven.Naast de skeletonderdelen staan er in de biomedische bibliotheek en in hetpracticumlokaal van de vakgroep zes reconstructies van de mens: vier skeletten entwee modellen. In de vitrines liggen voornamelijk schedels en een borstkas.In de bibliotheek van de vakgroep staan er 18 bokalen met gepreserveerde organen.Ze worden niet in de colleges gebruikt.
9.6 Bewaarplaats
Achteraan in het practicumlokaal van de vakgroep is er een depot. In de kastenworden de skeletonderdelen bewaard en in de vitrines liggen de anatomischemodellen.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De objecten in de bibliotheek zijn vrij toegankelijk voor studenten. Om de collectie inhet practicumlokaal te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met debeheerder.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
51
3.2 Pathologische anatomie (vakgroep pathologischeanatomie)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-GGW02
1.2 Titel
Collectie pathologische anatomie
1.3 Datering
20ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit ca. 200 glasblokken met natuurlijke weefsels op formol (6vitrinekasten).
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen - Vakgroep anatomie enembryologie
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De collectie werd oorspronkelijk in het onderwijs gebruikt. Ze is nu inactief.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit natuurlijke weefsels op formol. Het gaat onder meer overlongen, harten, nieren,...
52
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een matige tot slechte toestand. Niet alle weefsels zijn nogvolledig ondergedompeld in formol.
4.2 Inventarisatie
De collectie is niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 15/03/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Prof. dr. Guy Hubens
8.2 Adres
53
Campus Drie Eiken, Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk (gebouw S)
8.3 Telefoon, fax, e-mail
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De bokalen staan in (open) vitrines in een practicumlokaal (CDE - Gebouw S - 3deverdieping). Bij enkele weefsels ligt een tekening waarop de onderdelen van hetweefsel worden geïdentificeerd. Alle bokalen hebben een inventarisnummer. Het isniet duidelijk naar welke inventaris ze verwijzen.Het lokaal is niet op slot.
9.6 Bewaarplaats
Er is geen depot.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie teraadplegen.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
54
4. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte4.1 Historische kaarten
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-LW01
1.2 Titel
Collectie historische kaarten
1.3 Datering
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit 31 historische kaarten.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte - departement geschiedenis
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
Tot de jaren '90 van de vorige eeuw werden de kaarten gebruikt in het onderwijs. Deverzameling is nu inactief. Ze wordt niet meer gebruikt.
55
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit historische kaarten van De Grieken, Graecia, Italia, Italië tot201 voor Christus, Die Weimarer Republik 1918-1933, Europa im 6 Jahrhundert, DasReich Karls des Grossen, Der Welt im 17 und 18 Jahrhundert, Europa im 16Jahrhundert, Europa im 18 Jahrhundert, Azië - natuurkundig, Griechentum in der Weltder Antike,....
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet meer aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
Enkele kaarten verkeren in een matige tot slechte staat door slijtage van het gebruikervan in colleges.
4.2 Inventarisatie4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
De collectie is beknopt geïnventariseerd op papier (nummer, titel en uitgever). Hetoverzicht dateert van 1 februari 1983.
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)
Stukbeschrijving
4.2c: Objectregistratie (aantal?)
31
4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?
Neen
4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
Neen
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
De kaarten worden niet gerestaureerd.
56
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 17/02/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
De collectie werd bezocht met Christel Geens (Teammanager UAntwerpen), maar zij isniet de beheerder.
8.2 Adres
Stadscampus, Prinsstraat 10, 2000 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
christel.geens@ua.ac.be - Tel.: 03 265 42 35
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De collectie staat niet in een museale ruimte.
9.6 Bewaarplaats
De verzameling wordt bewaard in het kaartenlokaal (Stadscampus - gebouw R). Dekaarten hangen opgerold aan de muur en staan in een ronde ton. Elke kaart heeft eennummer dat verwijst naar de inventaris. Drie bijhorende kaartenstaanders om dekaarten op uit te rollen zijn ondergebracht in de kelder van gebouw R.Het lokaal is met een sleutel afgesloten, maar meerdere medewerkers hebbentoegang tot de ruimte. Bij de collectie hangt daarom een papier dat de kaarten niet
57
zonder toestemming mogen worden verwijderd. Naast kaartenlokaal doet de ruimteook dienst als berging.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De collectie is niet toegankelijk voor het brede publiek. Er dient contact te wordenopgenomen met de beheerder om de kaarten te raadplegen.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
58
5. Faculteit Wetenschappen
5.1 Dierkunde (departement biologie)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FW01
1.2 Titel
Collectie Dierkunde
1.3 Datering
1960 - 21ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit ca. 12.000 dierkundige preparaten, ca. 20 gepreserveerdedieren, ca. 150 anatomische modellen en ca. 160 skeletten en skeletonderdelen.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie
De gepreserveerde dieren zijn deels vervaardigd door de beheerder van de bioruimteen deels aangekocht. De preparaten zijn ook gedeeltelijk aangekocht en gedeeltelijkzelf gemaakt.
2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit wetenschappen - departement biologie
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
59
De oorspronkelijke functie van de anatomische modellen, skeletten, skeletonderdelen,dierkundige preparaten en gepreserveerde dieren is didactisch. Een gedeelte wordtnog in de colleges gebruikt, een ander deel wordt tentoongesteld in de bioruimte. Opaanvraag kunnen studenten de objecten daar raadplegen en bestuderen.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De verzameling skeletten bestaat uit vissen, kikkers, ratten, krokodillen, kippen,konijnen, vogels,... en onderdelen van dieren zoals schedels en ledematen. Dehersenen en het zenuwstelsel van een kikker, de dwarsdoorsnede van een kip en vaneen kreeft behoren onder andere tot de collectie anatomische modellen. Dedierkundige preparaten gaan van ééncelligen tot doorsneden van organen en deembryologische ontwikkeling. Onder de gepreserveerde dieren zijn haaien, kikkers,zeesterren, .... vertegenwoordigd.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt aangevuld door aankopen. De dierkundige preparaten engepreserveerde dieren worden uitgebreid door eigen preparaten.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De skeletten, preparaten en gepreserveerde dieren verkeren in een goede staat. Eengedeelte van de didactische modellen heeft geleden onder een brand waardoor ze hieren daar zijn beschadigd.
4.2 Inventarisatie4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
Van de anatomische modellen, skeletten en gepreserveerde dieren zijn er 381 en vande dierkundige preparaten zijn er 286 geïnventariseerd in Access. De inventarisdateert van eind 2006 - begin 2007.
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
60
De modellen, skeletten en skeletonderdelen worden gerestaureerd als het noodzakelijkis.
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
Het grootste deel van de collectie is tentoongesteld in vitrines de bioruimte (CGB -gebouw U - kelder), maar er is nergens in het gebouw signalisatie naar dit lokaalaangebracht en op de website van de Universiteit Antwerpen wordt er ook niet naarverwezen. De anatomische modellen die brandschade hebben geleden zouden vervangenworden door nieuwe modellen.
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 24/02/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Wim De Belder, beheerder van de bioruimte
8.2 Adres
Middelheimcampus, Groenenborgerlaan 171, 2020 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
wim.debelder@ua.ac.be, tel.: 03/265 32 50, fax: 03/265 34 74
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Het collectiebeleid maakt deel uit van het onderwijsplan. De modellen en skelettenworden aangekocht, vervaardigd of afgestoten als didactisch materiaal.
9.5 Museale ruimte
De gepreserveerde dieren, enkele skeletten en anatomische modellen worden invitrines, in kasten of op het boekenrek tentoongesteld in de bioruimte (CGB - gebouw
61
U - kelder) - een studielokaal voor studenten - en in het practicumlokaal (CGB -gebouw U - S.311).Op aanvraag worden modellen in de bioruimte uit de vitrines gehaald zodat studentenermee aan de slag kunnen. De objecten dragen geen label ter identificatie.
9.6 Bewaarplaats
De overige skeletten, gepreserveerde dieren, anatomische modellen en preparatenzijn ondergebracht in een depot achteraan in de bioruimte.De preparaten, skeletten, anatomische modellen en gepreserveerde dieren die in decolleges worden gebruikt staan in afgesloten kasten achteraan in het practicumlokaal.De preparaten zitten in afzonderlijke dozen. In elke doos zit een papier met eeninhoudelijk overzicht.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De objecten in de bioruimte kunnen vrij geraadpleegd worden. Voor de skeletten,gepreserveerde dieren, anatomische modellen en preparaten in het practicumlokaaldient er contact te worden opgenomen met de beheerder.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
62
5.2 Herbarium (departement biologie)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FW02
1.2 Titel
Herbarium
1.3 Datering
Eerste helft van de 19de eeuw - 20ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat naar schatting uit 4.000 zaadplanten (29 kasten van 6 schabbenmet tot 40 planten per schab), 150 wieren, 200 mossen, 15 korstmossen, 250 varensen 50 zwammen.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
De collectie werd bijeengebracht door verzamelingen van professoren, toenmaligeassistenten en doctorandi en minstens één schenking.
2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit wetenschappen - departement biologie
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De collectie werd oorspronkelijk in de colleges gebruikt. Vandaag is de verzamelinginactief.
63
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De verzameling bestaat uit gedroogde planten uit België en Europa (Finland, Rusland,Sicilië, Spanje,...). Bepaalde soorten zijn reeds uitgestorven.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet meer aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een matige staat. Hier en daar zijn de gedroogde planten doorinsecten aangetast.
4.2 Inventarisatie
De collectie is niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?
4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
De verzameling wordt bewaard in een depot achteraan in de bioruimte (CGB - gebouw U- kelder). Met de verhuis is het mogelijk dat de verzameling wordt overgedragen aan dePlantentuin van Meise.
64
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 24/02/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Wim De Belder, beheerder van de bioruimte
8.2 Adres
Middelheimcampus, Groenenborgerlaan 171, 2020 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
wim.debelder@ua.ac.be, tel.: 03/265 32 50, fax: 03/265 34 74
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De collectie wordt niet tentoongesteld in een museale ruimte.
9.6 Bewaarplaats
Het herbarium wordt bewaard in een opslagplaats achter de bioruimte (CGB - gebouwU - kelder). De collectie is per soort ondergebracht in mappen. De mappen zijn in 29luchtdichte kasten opgeborgen. Elke plant draagt een label met de soortnaam op.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
65
Om de collectie te raadplegen dient er een afspraak te worden gemaakt met debeheerder van de bioruimte.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
66
5.3 Gesteenten (departement biologie)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FW03
1.2 Titel
Collectie mineralen
1.3 Datering
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit enkele honderden mineralen.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?
De collectie werd bijeengebracht door Prof. em. De Breuck en daarna vielen ze onderhet beheer van Prof. em. Joris Gheys.
2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit Wetenschappen - departement biologie
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De oorspronkelijke en huidige functie van de collectie is didactisch. De studentenkunnen in de bioruimte de mineralen bestuderen en met elkaar vergelijken. In decolleges binnen de opleiding biologie en bio-ingenieurswetenschappen worden zeonder andere gebruikt voor praktische oefeningen op determinatie van mineralen.
67
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit verschillende soorten mineralen van over heel de wereld: Talk(Zwitserland), Apophylliet (India), Phlogopiet (Madagascar), Skapoliet (Canada),... Deradioactieve mineralen worden opgevolgd door het NIRAS.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet meer aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie
De collectie is niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
De collectie is verspreid over verschillende lokalen en gebouwen. Er wordt onderling nietnaar elkaar verwezen zodat het niet duidelijk is welke mineralen er waar zijn terug tevinden.
De mineralen in de opslagruimte (S212) werden bezocht met de verantwoordelijke vanhet practicumlokaal fysica (Ilse Verswyver).
68
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 24/02/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Prof. dr. Stijn Temmerman - Ecosystem Management research group (ECOBE)
8.2 Adres
Campus Drie Eiken, Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk
8.3 Telefoon, fax, e-mail
stijn.temmerman@ua.ac.be, tel.:03 265 23 13
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De verzameling mineralen ligt in vitrines de bioruimte (CGB kelder - gebouw U). Bijelk mineraal ligt een label ter identificatie met daarop de afkomst (Spanje, Brazilië,..),de naam (Calciet, Rookkwarts, Sfaleriet,....) en de samenstelling (ZaS,...). Deradioactieve mineralen zijn geïdentificeerd met een sticker op de vitrine.De bioruimte is een studielokaal voor studenten. Er worden ook andere objecten uit debiologie tentoongesteld: kristalmodellen, skeletten, dieren in bokalen,...
9.6 Bewaarplaats
Bijkomende mineralen worden bewaard in een opslagruimte (S212). De mineralenliggen in kartonnen dozen en in een schuifkast. Hier en daar zijn er mineralen in deschuiven genummerd. Het is niet duidelijk waarnaar het nummer verwijst.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
69
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De collectie kan vrij worden geraadpleegd in de bioruimte en in de gangen vangebouwen V en X.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
70
5.4 Muizen- en rattenvallen (departement biologie)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FW04
1.2 Titel
Collectie muizen - en rattenvallen
1.3 Datering
19de - 20ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit ca. 300 muizen - en rattenvallen.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie
De verzameling muizen- en rattenvallen ontstond in de jaren '90 op initiatief van devader van Prof. dr. Herwig Leirs. Aan het einde van de 20ste eeuw en het begin vande 21ste eeuw werd de collectie systematisch aangevuld door Prof. dr. Leirs.
2.4 Verwerving
De muizen- en rattenvallen zijn verworven door schenkingen (o.m. zelfgemaaktevallen die aan Prof. dr. Herwig Leirs werden gegeven), door ruil met collegaonderzoekers of door aankopen (o.m eBay of Colruyt).
2.5 Eigenaar collectie
Dit is een privé-collectie van Prof. dr. Herwig Leirs.
2.6 Institutionele beheerder
Prof. dr. Herwig Leirs
71
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De muizen- en rattenvallen werden oorspronkelijk gebruikt voor biologisch onderzoeknaar knaagdierbestrijding. Af en toe worden de vallen nog in een college van Prof. dr.Herwig Leirs getoond, maar ze hebben nu voornamelijk een museale functie.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit muizen- en rattenvallen met een verschillende afkomst(Tanzania, Congo, België,....) en zijn te dateren zijn tussen de 19de en 21ste eeuw.De vallen zijn per type geordend (o.m fuiken, klapvallen,...).
3.2 Selectiecriteria
De bedoeling van de collectie is het samenbrengen van verschillende types van vallen.Ze hoeven niet meer te werken.
3.3 Aanvullingen
De collectie wordt nog aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
De collectie is geïnventariseerd in Access. De velden in de databank zijn door debeheerder zelf toegekend. Hieronder vallen onder meer: type, soorten knaagdieren,kenmerken die belangrijk zijn, hoe de muizen gedood worden (vb. ijzeren staaf,...),hoe ze gevangen worden (trechter, poot die vast zit,....), wie de producent van de valis (industriële val of artisanaal), foto's, datum waarop ze in de collectie zijnopgenomen, herkomst en - indien van toepassing - de kostprijs.
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)
Stukbeschrijving
4.2c: Objectregistratie (aantal?)
Momenteel zijn er 292 vallen geregistreerd. De databank wordt aangevuld bijuitbereiding van de verzameling.
4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?
72
Neen
4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
Een deel van de collectie is gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken
Er zijn geen unieke verzamelstukken in de collectie aanwezig. Dit is ook niet de opzetvan de collectie.
4.4 Bruiklenen
In het verleden zijn er geen muizen- en rattenvallen in bruikleen gegeven, maar debeheerder acht het wel mogelijk voor onderzoeksdoeleinden.
4.5 Restauratie
De collectie wordt niet systematisch gerestaureerd. De vallen worden af en toe doorde beheerder wel behandeld tegen houtworm.
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën
Aanvullende originelen/kopieën worden bijgehouden om te kunnen ruilen.
5.2 Publicaties
Er zijn geen publicaties uitgegeven die op deze collectie zijn gebaseerd. De muizen- enrattenvallen zijn wel gedocumenteerd, maar dit is niet systematisch gebeurd.
6. AANTEKENINGEN
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 24/03/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Prof. dr. Herwig Leirs
8.2 Adres
Campus Groenenborger, Groenenborgerlaan 171, 2020 Antwerpen (G.V.323a)
73
8.3 Telefoon, fax, e-mail
herwig.leirs@ua.ac.be, tel. 03 265 34 62 of 03 265 33 19, fax: 03 265 34 74 of 03265 33 04
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. Omwille van de folkloristische aard van de collectie, trekkende vallen nu en dan de aandacht van de lokale media.In het verleden was er het plan om er een tentoonstelling rond te maken in 'In deKijker'. Wegens tijdsgebrek kon dit niet worden uitgevoerd.
9.5 Museale ruimte
De verzameling staat in gesloten vitrines in de gang van het departement biologie(CGB - gebouw V - 3de verd.). De vallen zijn per type geordend. Elke val isgenummerd. Het nummer verwijst naar de Access-databank.
9.6 Bewaarplaats
De muizen- en rattenvallen die te groot zijn om in de vitrines te plaatsen, wordenafzonderlijk bewaard. Ze liggen in een gesloten kast in een andere gang.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De collectie is vrij toegankelijk.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
74
5.5 Onderwijsplaten (departement biologie)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FW05
1.2 Titel
Collectie onderwijsplaten biologie
1.3 Datering
ca. 1960 tot het einde van de 20ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit ca. 70 didactische kaarten.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
De meeste kaarten zijn aangekocht.Minstens één kaart is getekend en ingekleurd door de universiteit.
2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit wetenschappen - departement biologie
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De platen werden oorspronkelijk gebruikt als didactisch materiaal in de collegesbiologie. De collectie is nu inactief.
75
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit didactische kaarten uit de biologie (General Biology Series,Grantia, Chrondocranium,....). De kaarten zijn in het Engels en het Nederlands.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet meer aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
De collectie is geïnventariseerd op papier.
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 24/02/2012
76
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Wim De Belder, beheerder van de bioruimte
8.2 Adres
Middelheimcampus, Groenenborgerlaan 171, 2020 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
wim.debelder@ua.ac.be, tel.: 03/265 32 50, fax: 03/265 34 74
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De collectie wordt niet tentoongesteld in een museale ruimte.
9.6 Bewaarplaats
De kaarten worden bewaard in een depot achteraan in de bioruimte (CGB - gebouw U- kelder) en in een praticumlokaal (CGB - gebouw U - S.311). Ze liggen opgerold opde kast.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met debeheerder.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
77
5.6 Preparaten (departement biologie)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FW06
1.2 Titel
Collectie preparaten uit de biologie
1.3 Datering
20ste eeuw - nu
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit ca. 90 dozen met ongeveer 100 preparaten uit de biologie perdoos.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
De preparaten zijn door de Universiteit Antwerpen aangemaakt.
2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit Wetenschappen - Departement biologie
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De oorspronkelijke functie van de preparaten is didactisch. Een deel van de preparatenwordt nog in practica gebruikt.
78
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit preparaten uit de biologie.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
De preparaten zijn genummerd. Bij de preparaten ligt een lijst ter identificatie.
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
De collectie werd bezocht met de verantwoordelijke voor het practicumlokaal fysica, IlseVerswyver. Het is niet duidelijk wie ze beheert.
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 11/06/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
79
De collectie werd bezocht met Ilse Verswyver.
8.2 Adres
Groenenborgerlaan 171 (gebouw S212), 2000 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
ilse.verswyver@ua.ac.be, tel.: 03/265 34 42
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
De meeste preparaten worden gebruikt in onderwijs.
9.5 Museale ruimte
De collectie staat niet in een museale ruimte.
9.6 Bewaarplaats
De dozen met preparaten worden bewaard in een opslagruimte (S212). Ze staan ineen vitrinekast. De dozen zijn genummerd.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie teraadplegen.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
80
5.7 Topografische kaarten
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FW06
1.2 Titel
Collectie topografische kaarten
1.3 Datering
Jaren '60 van de 20ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit een reeks topografische kaarten (drie hangkasten).
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit Wetenschappen - Departement biologie
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De kaarten werden oorspronkelijk gebruikt als didactisch materiaal. Ze zijn momenteelinactief.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
81
De collectie bestaat uit een reeks topografische kaarten (o.m. Antwerpen enFrankrijk).
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet meer aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie
Hier en daar zijn de kaarten genummerd, maar het is niet duidelijk waarnaar denummering verwijst.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
De collectie werd bezocht met de verantwoordelijke voor het practicumlokaal fysica, IlseVerswyver. Het is niet duidelijk wie ze beheert.
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 11/06/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
82
De collectie werd bezocht met Ilse Verswyver.
8.2 Adres
Groenenborgerlaan 171 (gebouw S212), 2000 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
ilse.verswyver@ua.ac.be, tel.: 03/265 34 42
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De collectie staat niet in een museale ruimte.
9.6 Bewaarplaats
De kaarten worden bewaard in drie hangkasten. De hangkasten staan verspreid overtwee opslagruimtes (S220 en S212). Op de kasten staat ander materiaal, waardoorhet niet eenvoudig is om de kaarten te bekijken. De kasten zijn niet op slot.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie teraadplegen.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
83
5.8 Elektronenmicroscopen (departement fysica)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FW07
1.2 Titel
Collectie elektronenmicroscopen
1.3 Datering
1948 - nu
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit 2 elektronenmicroscopen.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
De elektronenmicroscopen werden aangekocht.
2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Departement fysica - EMAT laboratorium (ElektronenMicroscopy for Materials Science)
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De elektronenmicroscopen werden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Zestaan aan de ingang van het departement fysica.
84
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit de eerste elektronenmicroscoop van Philips uit 1948 en deeerste elektronenmicroscoop die aangekocht werd door het EMAT in 1966.Het EMAT beschikt ook over negen elektronenmicroscopen die in gebruik zijn: highresolution microscopes, analytical elektron microscopes en de scanning elektronmicroscope.In 1970 werd een Hoogspanningselektronenmicroscoop van 12 meter hoog uit Japanaangekocht en in het labo geïnstalleerd. Bij de vervanging van deze microscoop werdze gedemonteerd en naar de container gebracht. Geen enkele locatie was immersgroot genoeg om ze in onder te brengen. Alleen de porseleinen kolom is bewaardgebleven. Deze elektronenmicroscoop werd vervangen door de Qu-Ant-EM - De Titan-elektronenmicroscoop.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet aangevuld. Verouderde microscopen die wegens plaatsgebrekniet worden bewaard, worden afgestoten. Zo werd één van de microscopenovergebracht naar Peru en is een andere overgeplaatst naar een labo in Berlijn.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
De elektronenmicroscopen zijn geïnventariseerd op papier (type microscoop en deherkomst).
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
85
6. AANTEKENINGEN
De collectie werd bezocht met Prof. dr. em. Jef Van Landuyt (Jef.vanlanduyt@telenet.be).
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 01/02/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Prof. dr. Staf Van Tendeloo
8.2 Adres
Groenenborgerlaan 171 (G.U. 438), 2000 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
staf.vantendeloo@ua.ac.be of tel. 032653262, fax: 032653318
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Het EMAT is in Europa toonaangevend op het gebied van elektronenmicroscopie. Hethoofd van de onderzoeksgroep is Prof. dr. Staf Van Tendeloo. Het instituut vervangtoude elektronenmicroscopen door de aankoop van nieuwe instrumenten met de steunvan verschillende fondsen.
9.5 Museale ruimte
Aan de ingang van het departement fysica (gebouw X - CGB) staan twee oudeelektronenmicroscopen tentoongesteld. Aan de linkerzijde: het eerste model van een elektronenmicroscoop van Philips uit
1948. Het is niet tegen vandalisme beveiligd. Aan de rechterzijde: een elektronenmicroscoop uit 1966, gemonteerd met een
skelet. Het is de eerste microscoop die werd aangekocht door het EMAT. Tegen demuur erachter hangt een bord met bijkomende informatie. De microscoop isbeschermd achter glas.
9.6 Bewaarplaats
86
Er is geen depot.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De collectie is vrij toegankelijk.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
87
5.9 Kristalmodellen (departement fysica)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FW07
1.2 Titel
Collectie kristalmodellen
1.3 Datering
20ste eeuw - nu
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit ca. 50 kristalmodellen.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
Het departement fysica heeft de modellen zelf vervaardigd.
2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit Wetenschappen - Departement Fysica
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De kristalmodellen worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en alsstudieobject in de colleges. Studenten kunnen ze vrij raadplegen in de bioruimte.
88
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit kristalmodellen die in het onderwijs worden gebruikt.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De verzameling wordt nog aangevuld met zelf gemaakte modellen.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De modellen zijn in een goede staat.
4.2 Inventarisatie4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
De collectie is geïnventariseerd: elk model draagt een nummer dat verwijst naar deinventaris. De verzameling wordt nog aangevuld.
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
De collectie werd bezocht met Prof. dr. em. Jef Van Landuyt (Jef.vanlanduyt@telenet.be).
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 01/02/2012
89
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Prof. dr. Joke HadermannProf. dr. em. Jef Van Landuyt
8.2 Adres
Groenenborgerlaan 171, 2000 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
j.hadermann@ua.ac.be, tel. 032653245, fax: 032653318
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De kristalmodellen staan in vitrines in de gang van het departement Fysica (gebouw X- CGB) en liggen bovenop de kasten in de bioruimte (CGB - gebouw U - kelder).Studenten kunnen ze daar vrij raadplegen.
9.6 Bewaarplaats
Er is geen depot.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De collectie is vrij toegankelijk.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
90
5.10 Natuurkunde (departement fysica)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FW08
1.2 Titel
Collectie natuurkunde
1.3 Datering
20ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit een 50-tal meetinstrumenten.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie
De toestellen werden door Prof. dr. em. K. Van Camp in de vitrines geplaatst alsdemonstratie bij zijn cursus.
2.4 Verwerving2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit Wetenschappen - departement Fysica
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
91
De oorspronkelijke en huidige functie van de collectie is museaal. De toestellen zijntentoongesteld in de wetenschappelijke bibliotheek waar studenten ze kunnenbekijken.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit meetinstrumenten uit de natuurkunde: medische X-stralen-buis, silicium halfgeleider dedector, ontmantelde fotomultiplicator, data-glasvezels,kunstnier, precisie-pyknometer, densiteitmeters, balans van Mohr voordensiteitbepalingen, Du Nouy tensiometer, vermogentransitor, vermogendiode,kubisch kristal, hexagonaal kristal, harde schijf voor computer, transformatoren,Cotton balans, motor polorisator,....
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
Enkele meetinstrumenten worden beschreven in een cursus.
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
92
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 24/02/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Prof. dr. Joris Dirckx
8.2 Adres
Groenenborgerlaan 171 (G.U.342), 2020 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
joris.dirckx@ua.ac.be, 03/265 34 27
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De instrumenten worden tentoongesteld in vier vitrines in de wetenschappelijkebibliotheek (CGB - gebouw S). Bij elk object ligt een label ter identificatie. Hier endaar wordt er verwezen naar het hoofdstuk in de cursus waar er meer informatie tevinden is. Bij een aantal instrumenten ligt ook een verklarende tekst of een foto die dewerking illustreert.
9.6 Bewaarplaats
Er is geen depot.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
93
De verzameling is vrij toegankelijk voor studenten in de bibliotheek.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
94
5.11 Mineralen en gesteenten (departement fysica)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-FW04
1.2 Titel
Collectie mineralen
1.3 Datering
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit enkele tientallen mineralen.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Faculteit Wetenschappen - departement fysica
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De oorspronkelijke en huidige functie van de collectie is didactisch.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit verschillende soorten mineralen.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
95
De collectie wordt niet meer aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie
De collectie is niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën
De mineralen staan in vitrines in de gang van het departement fysica. Meerderemineralen zijn te vinden in de bioruimte en in lokaal S212. Die mineralen wordenbeheerd door het departement biologie.
5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 24/02/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Prof. dr. Stijn Temmerman - Ecosystem Management research group (ECOBE)
96
8.2 Adres
Campus Drie Eiken, Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk
8.3 Telefoon, fax, e-mail
stijn.temmerman@ua.ac.be, 03 265 23 13
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De verzameling mineralen staat in de gang van het departement fysica (CGB gebouwX en V).
9.6 Bewaarplaats
Er is geen depot.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De collectie is vrij toegankelijk.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
97
6. Geassocieerde centra en instituten
6.1 Leesapparaten voor microfilm en - fiches(Ruusbroecgenootschap)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
UA-GCI01
1.2 Titel
Collectie leesapparaten microfilm en –fiches
1.3 Datering
Het leesapparaat voor microfichesbehoort tot de Universiteit Antwerpensinds ca. 1975 - 1985)
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit een leesapparaat voor microfiches en drie leesapparaten voormicrofilms.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
De heer Geert Achten heeft het verouderde leesapparaat voor microfilm aan deRuusbroecgenootschap geschonken.
2.5 Eigenaar collectie
Universiteit Antwerpen
98
Het oude leesapparaat en de schenking van de heer Geert Achten zijn eigendom vanvzw Loyola.
2.6 Institutionele beheerder
Ruusbroecgenootschap: Instituut voor de geschiedenis van de spiritualiteit in deNederlanden tot ca.1750.
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De apparaten werden gebruikt om microfilms en microfiches te lezen. Het verouderdeleestoestel voor microfiches wordt zelden nog gebruikt, omdat de fiches ondertussengedigitaliseerd zijn. Het leestoestel voor microfilm van een Duitse firma kon nooitgebruikt worden aangezien de aarding in de stekker ontbreekt. Het tweede oudeleesapparaat voor microfilm is nog in gebruik en staat bij oud-bibliothecaris FransHendrickx.Het meest recente leesapparaat voor microfilm wordt nog gebruikt voor studenten enonderzoekers en staat in de leeszaal.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit drie verouderde leesapparaten voor microfilm en –fiches enéén recent leesapparaat voor microfilm.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie
De collectie is niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken
99
4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
De collectie wordt niet gerestaureerd.
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 21/02/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Prof. dr. em. Guido De Baere
8.2 Adres
Grote Kauwenberg 34, 2000 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
guido.debaere@ua.ac.be, tel.: 03 265 51 81
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
Er staan twee leestoestellen in de leeszaal van de Ruusbroecgenootschap: hetverouderde toestel voor microfiches en het meer recente apparaat voor microfilms.
9.6 Bewaarplaats
100
Het leestoestel voor microfilm van de Duitse firma staat tussen de rekken in hetmagazijn (3de verdieping).
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De leestoestellen in de leeszaal kunnen vrij geraadpleegd worden. Om het apparaatvoor microfilm in het magazijn te bekijken dient er contact te worden opgenomenmet de beheerder.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
101
7. vzw Museum voor de Geschiedenis van deGezondheidszorg (MGG)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
RVH-MGG
1.2 Titel
Collecties van het Museum voor deGeschiedenis van de Gezondheidszorg(MGG)
1.3 Datering
19de - 20ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit een medisch en paramedisch instrumentarium uit de 19de en20ste eeuw. De instrumenten worden tentoongesteld in een ruimte van ca. 300 m².
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?
De collectie is opgebouwd door drie deelcollecties die in de loop van de 20ste en 21steeeuw werden samengevoegd: instrumenten die werden verzameld door Prof. dr. R.Van Hee, de collectie van de archivarissen van het OCMW van Antwerpen (Mevr. Pais-Minne, Apr. Rina Aernouts, Mevr. Maggy Beets, dhr. Daniël Christiaens) en de collectievan vzw Verantare.
2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie
De OCMW-collectie werd oorspronkelijk ondergebracht in een depot en op de zoldervan het OCMW. Om de instrumenten en apparaten uit deze verzameling te valoriserenwerd er op het einde van de 20ste eeuw gezocht naar een meer geschikte locatie. Decollectiebeheerder, Prof. dr. Van Hee heeft hiervoor achtereenvolgens de rectoren vande Universiteit Antwerpen aangesproken. Aangezien er op dat moment nog geen
102
sprake was van een beleid rond academisch erfgoed werd er niet ingegaan op zijnvraag.Prof. dr. Van Hee ging op emeritaat in 2008, maar in 2009 kwam de vraag vanuit hetZNA-ziekenhuis om op Stuivenberg een tentoonstelling rond de medische collecties teorganiseren7. Prof. dr. Van Hee heeft toegezegd op twee voorwaarden: 1) dat er in hetziekenhuis een zaal kwam om de collectiestukken tentoon te stellen en 2) dat deinstrumenten uit de collectie van het OCMW naar het ziekenhuis zouden overkomen endaar permanent zouden worden tentoongesteld. Hiermee legde Prof. dr. Van Hee debasis voor de uitbouw van een museum rond de geschiedenis van de gezondheidszorg.
Bestuur:Voor het dagelijks beheer van de collecties en om ervoor te zorgen dat eventueleprivé-collecties niet verloren zouden gaan werd de vzw Museum voor de Geschiedenisvan de Gezondheidszorg (MGG) opgericht. Al in de jaren tachtig werden de eerstestappen in deze richting gezet, maar pas in 2004 kreeg de vzw permanent vorm.Naar aanleiding van de tentoonstelling in 2009 werd er ook nagedacht over eenlangdurige samenwerking tussen de vzw MGG en het ZNA. In 2011 werd desamenwerking contractueel vastgelegd voor een periode van vijf jaar. Het ZNA stelteen zaal en annex-lokalen ter beschikking voor het behoud, beheer en de ontsluitingvan de collecties van de vzw MGG.
Stuivenberg:De geschiedenis van de verzameling hangt nauw samen met de historische locatiewaar ze is ondergebracht.Het ZNA-ziekenhuis op Stuivenberg dateert uit 1884. In de jaren zestig van de 19deeeuw deed het principe van de quarantaine zijn intrede. Patiënten met eenbesmettelijke ziekte werden in afzondering geplaatst. Vanuit deze gedachte werd hetStuivenberg-ziekenhuis rond acht paviljoenen gebouwd. Elk paviljoen bestond uit tweeverdiepingen. In het midden van elke zaal stond een post voor de verplegers. Zijhadden vandaaruit een goed overzicht over de patiënten8.In de afgelopen 128 jaar onderging het ziekenhuis tal van verbouwingen, maar depaviljoenen werden behouden. Het Museum voor de Geschiedenis van deGezondheidszorg is ondergebracht in één van deze oorspronkelijke paviljoenen.
2.4 Verwerving
Het Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg bestaat uit drieverzamelingen die in de 21ste eeuw onder het beheer van de vzw MGG werdengebracht. Een vierde collectie werd door de vzw zelf verzameld:
1. Collectie van Prof. dr. R. Van Hee: hij verzamelde en beheerde medischeapparaten en instrumenten om te voorkomen dat ze werden verwaarloosd envernield.
2. Collectie van het OCMW: al in de periode voor de huidige collectiebeheerdervoorwerpen begon te verzamelen, werden waardevolle instrumenten doorprofessoren, dokters en verpleegkundigen uit de diverse OCMW-ziekenhuizen
7 Ziekenhuis Netwerk Antwerpen: de ZNA beheert alle oude OCMW ziekenhuizen. Tien instellingen werdenonder deze koepel ondergebracht.8 Florence Nightinggale (1820-1910) legde de basis voor de opleiding tot verpleger. Na Brussel was Antwerpenéén van de eerste steden waar in het begin van de 20ste eeuw de opleiding verpleegkunde werd georganiseerd.
103
bewaard. Deze objecten werden eerst opgeslagen in het OCMW en later naarStuivenberg overgebracht.
3. Collectie van het Museum voor Anesthesie: deze collectie is eigendom van vzwVerantare, de Vereniging Antwerpse Anesthesisten en Reanimatoren (° rond dejaren zestig van de 20ste eeuw). De collectie werd samengesteld en beheerd doortwee anesthesisten Dr. Troch en Dr. P. Desbarax en ondergebracht in hetgeneesherenhuis van de vzw Koninklijke Geneeskundige Kring van Antwerpen9. In2010 werden gespreken met Verantare opgestart om deze anesthesielogischecollectie mee op te nemen in het Museum voor de Geschiedenis van deGezondheidszorg. In oktober 2011 werd uiteindelijk de oude anesthesie- enreanimatieapparatuur naar de tentoonstellingsruimte in de ZNA overgebracht. Decollectiestukken blijven eigendom van de vzw Verantare, maar ze worden beheerddoor de vzw Museum van de Geschiedenis van de Gezondheidszorg.
4. Eigen collectie van de vzw MGG: sinds enkele jaren is er een kleine collectieontstaan van schenkingen van onder meer huisartsen en specialisten die na 2009hun instrumenten hebben overgedragen.
2.5 Eigenaar collectie
De collecties onder het beheer van de vzw MGG zijn eigendom van de oorspronkelijkeverzamelaar: de vzw MGG zelf, het OCMW van Antwerpen en de vzw Verantare.
2.6 Institutionele beheerder:
Vzw Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie:
De vzw Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidzorg staat in voor hetbehoud, beheer en de ontsluiting van het medisch en paramedisch instrumentarium.Naast onderzoekers en studenten willen ze het brede publiek laten kennismaken methet medisch erfgoed door het organiseren van rondleidingen en tentoonstellingen.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit medische en paramedische instrumenten en voorwerpen,behorend tot diverse medische specialismen en vakgebieden, voornamelijk uit deziekenhuissector.
3.2 Selectiecriteria
9 De Koninklijke Geneeskundige Kring van Antwerpen heeft zijn wortels in de 17de eeuw. In 1617 werd inAntwerpen als eerste stad in de Lage Landen het Collegium Medicum opgericht. Dit collegium werd het modelvoor andere collegia medica die in de Zuidelijke Nederlanden tussen 1617 en het einde van de 18de eeuw inalle steden werden opgericht. Zij hebben zich later verenigd met universiteiten. Kort na de eerste Wereldoorlogkocht de Koninkelijke Geneeskundige Kring een gebouw op in de Louizastraat in Antwerpen van de voorzittervan de kring Dr. Tricot-Royer. Het was op deze locatie dat twee anesthesisten hun collectie uitstalden enaanleiding gaven tot de oprichting van een Museum voor Anesthesie. De Koninklijke Geneeskundige Kring vanAntwerpen onderging later een naamsverandering en werd de Koninklijke Artsenvereniging van Antwerpen.
104
Alle medische en paramedische deelgebieden zijn vertegenwoordigd. Als er meerdereidentieke voorwerpen zijn wordt er minstens één stuk bijgehouden.
3.3 Aanvullingen
De collectie wordt aangevuld door schenkingen en legaten. Er worden geeninstrumenten aangekocht. Bij de verdere uitbereiding dringt specialisatie zich op, maardit werd tot op heden niet doorgevoerd.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De tentoongestelde instrumenten bevinden zich in een goede staat.
4.2 Inventarisatie4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...):
De instrumenten zijn geïnventariseerd in Excel. Bij elk object wordt vermeld: uniekvolgnummer, ev. oud nummer dat verwijst naar de collectie waar het vroeger deel vanuitmaakte (vb. OCMW-nummer), bijkomende opmerkingen, de eigenaar en ev. dewaarde van het stuk.Er zijn 714 objecten in de lijst opgenomen, maar nog niet alle stukken zijngeregistreerd. De nieuw verworven apparaten van de Verantare-collectie worden bijhet uitpakken wel systematisch geïnventariseerd.Naast de inventarisatie in Excel wordt ter voorbereiding van de tentoonstelling in hetnajaar elk object gefotografeerd en van een korte tekst voorzien. Het is de bedoelingom deze teksten samen te voegen tot een catalogus.
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving):
Stukbeschrijving. De collectie is in de Excellijst onderverdeeld in deelcollecties.
4.2c: Objectregistratie (aantal?)
Er zijn 741 objecten zijn opgenomen in de Excellijst.
4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?
Nee
4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
Er is een digitale inventaris aangelegd die wordt bijgewerkt door de leden van de vzwMuseum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg. In totaal maken er 144objecten en 14 setting-overzichten deel uit van de gedigitaliseerde catalogus.
4.3 Topstukken
105
Onder de topstukken behoren onder meer: de eerste Kunstnier in Antwerpen; vroegeRX-toestellen, ijzeren Longen,....
4.4 Bruiklenen
Er werden tot op heden geen instrumenten in bruikleen gegeven, maar het is welmogelijk.
4.5 Restauratie
Er werden tot op heden geen voorwerpen gerestaureerd.
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën
Er bevinden zich gelijkaardige voorwerpen in het Museum voor de Geschiedenis vande Geneeskunde (vzw Stichting Jan Palfyn - UGent), in de collectie van HistarUZ(Universitair Ziekenhuis Leuven) en in het Museum te Lessines.
5.2 Publicaties
De collectie komt aan bod in meerdere artikels in het tijdschrift Geschiedenis van deGeneeskunde (uitgegeven bij Garant).
6. AANTEKENINGEN
De voorzitter van de vzw MGG, Prof. dr. Van Hee heeft aanvragen gedaan om de collectiete laten opnemen door de Universiteit Antwerpen, maar aangezien er nog geencollectiebeleid aan de universiteit was, werden de stukken op Stuivenbergondergebracht. Prof. dr. Van Hee benadrukt wel de band van de collectie met deuniversiteit en ziet mogelijkheden om in de toekomst samen te werken (vb. door eendeel van de collectiestukken die door plaatsgebrek niet op Stuivenberg kunnen wordententoongesteld, naar de UAntwerpen te verplaatsen).
De collectie is omvangrijk. Het Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorgzou graag financiële steun krijgen om de ruimte verder uit te bouwen en om bijvoorbeeldte participeren aan grotere projecten zoals erfgoeddag.
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 25/01/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Bestuur vzw Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg
8.2 Adres
106
p/a R.Van Hee, Voorzitter van de vzw MGG, Flamingolaan 4, 2610 Antwerpen.
8.3 Telefoon, fax, e-mail
bob.van.hee@skynet.be, Tel.: 03 440 58 74
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat
Voorzitter vzw Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg
9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
De collecties worden beheerd door het bestuur van de vzw Museum voor deGeschiedenis van de Gezondheidszorg.
Tentoonstellingen en rondleidingen: De tentoonstellingen hebben geen vastefrequentie. Ze worden aan een gelegenheid gekoppeld (vb. naar aanleiding van deverwerving van de Verantare-collectie komt er in het najaar een tentoonstelling rondanesthesie).De bezoekers zijn uiteenlopend. Er worden rondleidingen aangevraagd door hetsecundair en hoger onderwijs en door socio-culturele verenigingen zoals hetDavidsfonds en de Zilveren Passer. Voor ‘125 jaar Stuivenberg’ in 2009 werd ersamengewerkt met de Antwerpse Gidsenbond en voor de tentoonstelling rondanesthesie is een samenwerking voorzien met Antwerpen Averechts.
9.5 Museale ruimte
De vzw Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg beschikt over ééntentoonstellingsruimte (circa 300 m² - zaal F-0 van de Academische CampusStuivenberg van het ZNA, Lange Beeldekensstraat, Antwerpen). De zaal is één van deacht oorspronkelijke paviljoenen van het ziekenhuis.In het verleden zijn er kleine verbouwingen doorgevoerd. Zo werden er langs één kantvan de zaal tussenschotten geplaatst waardoor er vijf afgesloten reanimatieruimtenwerden gecreëerd. Bij de inrichting van het museum werd dit behouden, omdat hetdeel uitmaakt van de geschiedenis van het ziekenhuis.De huidige opstelling stemt overeen met die van de tentoonstelling in 2009. De zaal isonderverdeeld in tien afdelingen waarbij elke afdeling een stap in het proces van eenziekenhuisopname voorstelt:
Ziekenhuisopname: de patiënt die binnenkomt via de spoedopname: een originelewieg die dateert uit 1904,...
Diagnose: diagnostische toestellen om de oog - en hartfunctie na te gaan, om dehartslag van de patiënt te meten,.. een onderzoekstafel, EKG-toestel,metabulator, weegschaal, spleetlamp, draagbare EKG-toestellen (uit de jaren '50van de 20ste eeuw), oud EEG-toestel,...
107
Laboratoriumonderzoek: laboratoria werden ontwikkeld in het 3de en 4de kwartvan de 19de eeuw. Er worden apparaten en instrumenten tentoongesteld die ineen chemisch en bacteriologisch labo werden gebruikt: een handmatigecentrifuge, een spectrofotometer, destillatie-apparatuur, recent glaswerk, eencolorimeter, microscopen, een laboratoriumbalans,...
Diagnose aan de hand van radiologie: één van de eerste röntgentafels uit 1918,een scopietoestel,...
Opname van de patiënt: de patiënt die in een ziekenhuisbed ligt en omgeven isdoor toestellen die dateren van kort na de tweede wereldoorlog. In de vitrineernaast worden heelkundige instrumenten gepresenteerd.
De toestellen van afdeling 6 - een nierpatiënt - en afdeling 7 - een longpatiënt -zijn tijdelijk verplaatst naar een ander deel in dezelfde ruimte zodat plaats konworden gemaakt voor de nieuw verworven collectiestukken van de Verantare-collectie. De oude anesthesie- en reanimatieapparatuur wordt momenteel stukvoor stuk uitgepakt, gelabeld en geregistreerd als voorbereiding van detentoonstelling rond anesthesie in oktober.
Apotheek: zalfpotten, weegschalen, een comprimeermachine, hakmes,... Devoorwerpen dateren van rond de eerste helft van de 20ste eeuw.
Chirurgie: steriele potten, alcoholstaander, anesthesietoestel,... Ze dateren uit hetinterbellum.
Revalidatie: apparatuur uit de fysiotherapie. Dr. Gustav Zander (1835-1920)ontwikkelde aan het begin van de 20ste eeuw verschillende fysiotherapeutischetoestellen. De instrumenten uit afdeling 6 en 7 zijn hier ook opgeslagen: ondermeer de eerste kunstnier van België (begin jaren vijftig) die het begin van dedialyse inluidde en de ijzeren long.
Elke instrument heeft een inventarisnummer. Soms zijn er historische foto's bij deobjecten geplaatst om de vooruitgang aan te tonen (vb. evolutie van de wieg naar dehuidige ambulance).De ruimte en de voorwerpen zijn beveiligd tegen brand, kleinere objecten zijnbeveiligd tegen diefstal in de gesloten kasten.
9.6 Bewaarplaats
Naast de tentoonstellingsruimte beschikt het Museum voor de Geschiedenis van deGezondheidszorg over een aantal kleine opslagruimtes die aanpalen aan de rondezaal. Elke lokaal is met een sleutel afgesloten.Sommige instrumenten en apparaten worden vooralsnog ook bewaard in eenopslagplaats bij het OCMW.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
Naar aanleiding van de tentoonstelling in 2009 werd er een brochure uitgegeven. Eeninventaris zal in de nabije toekomst beschikbaar zijn en te koop worden aangeboden.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
Er komen budgetten uit sponsoring.
108
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
Het Museum voor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg is enkel op afspraak tebezoeken (telefoon, e-mail of fax). Bij tentoonstellingen is de collectie wel doorlopendtoegankelijk.
10.3 Voorwaarden voor reproductie
Er worden foto-reproducties te koop aangeboden.
10.4 Voorwaarden en vereistev: toegankelijkheid en gebruik
Een individueel ticket voor de tentoonstelling bedraagt 4€. Voor groepen gelden erbijzondere tarieven.
10.5 Accessibility
Er is een bus- en tramhalte aan het ziekenhuis. Het museum is toegankelijk voorrolstoelgebruikers.
109
D. Associatie Universiteit en HogescholenAntwerpen (AUHA)
1. Artesis Hogeschool
1.1 Gesteenten (Departement Architectuurwetenschappen -Monumenten- en landschapszorg)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
Artesis-01
1.2 Titel
Collectie gesteenten
1.3 Datering
20ste eeuw - nu
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit een 100-tal gesteenten.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie
De gesteenten zijn een aantal keer van locatie veranderd. Hierdoor zijn er stukkenverloren gegaan.
2.4 Verwerving2.5 Eigenaar collectie
Artesis Hogeschool
110
Een gedeelte is een privé-collectie van de beheerder, Frank Gelaude (docent ArtesisHogeschool, master Monumenten- en Landschapszorg).
2.6 Institutionele beheerder
Departement architectuurwetenschappen - Monumenten- en landschapszorg
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De oorspronkelijke functie van de collectie is onderwijs- en onderzoeksgebonden.Sommige gesteenten worden nog gebruikt in colleges.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit natuurstenen en stenen uit ontginningen.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet meer aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een slechte staat.
4.2 Inventarisatie
De collectie is niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken
Er zitten geen unieke stukken in de collectie.
4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
De collectie wordt niet gerestaureerd.
111
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 13/03/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Frank Gelaude, docent master monumenten- en landschapszorg
8.2 Adres
Mutsaardstraat 31, 2000 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
Frank.gelaude@skynet.be
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De gesteenten die in de les worden gebruikt liggen op een open rek in het leslokaal.
9.6 Bewaarplaats
De meerderheid van de gesteenten staat onder het stof in een depot.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
112
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met debeheerder.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
113
1.2 Topografische kaarten (DepartementArchitectuurwetenschappen - Monumenten- enlandschapszorg)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
Artesis-02
1.2 Titel
Collectie kaarten
1.3 Datering
19de eeuw - 20ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat naar schatting uit 1.300 à 1.400 topografische kaarten.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie
De collectie is een aantal keer verhuisd waardoor een aantal kaarten verdwenen zijn.
2.4 Verwerving
De kaarten zijn vermoedelijk afkomstig van de opleiding Stedenbouw RuimtelijkeOrdening.
2.5 Eigenaar collectie
Artesis Hogeschool
2.6 Institutionele beheerder
Departement architectuurwetenschappen - Monumenten- en landschapszorg
114
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De oorspronkelijke functie van de collectie is onderwijs- en onderzoeksgebonden.Sommige kaarten worden nog gebruikt in de colleges.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
In kleine aantallen zijn er de stadsplannen, kopieën van de Vandermaelen-kaart enFerraris-kaart en recente stafkaarten 1/25 000. Deze worden nog als didactischmateriaal materiaal gebruikt. Daarnaast zijn er:
60 topografische kaarten 1/10 000 (uitgave 1962) 67 topografische kaarten 1/1500 (uitgave 1954-60) 142 zwaarbeschadigde orthofoto's 1/10 000 (Eurosense 1989) 3 orthofoto's 1/25 000 (1988) 141 bodemkaarten 1/20 000 (1969) 19 geologische kaarten 1/40 000 (1898) 241 topografische kaarten 1/5 000 (1954) 40 topografische kaarten 1/40 000 (1933-48) 87 topografische kaarten 1/50 000 (1953-63)
3.2 Selectiecriteria
In 2011 werden 512 topografische kaarten 1/10 000 (uitgave 1935-38) overgedragenaan de UGent (vakgroep geografie).
3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet meer aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
Sommige kaarten verkeren in een matige tot slechte staat door waterschade en/ofslijtage. Restauratie van deze stukken is noodzakelijk.
4.2 Inventarisatie4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
In oktober 2009 werd er een inventaris opgemaakt van de kaarten die aanwezigwaren in de leslokalen van Stedenbouw en Monumenten - en landschapszorg. Het gaatover een kort overzicht in een worddoc.
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
115
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken
De meest waardevolle kaarten zijn de 141 bodemkaarten 1/20 000 (1969).
4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
De kaarten worden niet gerestaureerd.
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
De collectiebeheerder formuleerde drie opties voor (een beter) behoud en beheer van decollectie:
Optie 1: de kaarten blijven in de Artesis Hogeschool Optie 2: het bewaren van de kaarten in een open rek (zoals de vakgroep geografie
aan de UGent). Het is relatief goedkoop (500€). De keerzijde hiervan is dat de kaartennauwelijks worden geconsulteerd (er wordt voorkeur gegeven aan de digitalekaarten), dat een open rek veel plaats inneemt en er een beheerder voor de kaartenaangesteld dient te worden.
Optie 3: het overdragen van de kaarten aan de vakgroep geografie van de UGent(Prof. dr. De Maeyer en Prof. dr. Van Eetvelde) die na het Nationaal GeografischInstituut (NGI - Abdij Ter Kameren) over de grootste - hoewel onvolledig - collectievan België beschikt. Als tegenprestatie kunnen studenten en lesgevers op eenvoudigeaanvraag een digitale versie verkrijgen van alle Belgische topokaarten voor studie ofonderzoek. Enkele kaarten kunnen behouden worden voor didactische doeleinden.
Om de collectie handelbaar en deels opbergbaar te maken werden de topokaarten van1/10 000 overgedragen aan UGent.
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 13/03/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Frank Gelaude, docent master monumenten- en landschapszorg
8.2 Adres
116
Mutsaardstraat 31, 2000 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
Frank.gelaude@skynet.be
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
Door 512 topografische kaarten naar de UGent over te brengen werd er ruimtevrijgemaakt om de kaarten beter te conserveren. Ze worden bewaard in 1 hangkasten 2 legkasten die in het collegelokaal staan.De kaarten in de legkasten zijn geordend per schaal en per uitgave (Topo 1/10 000,Topo 1/40 000, Topo 1/5000, Bodem 1/20 000, Ferraris, Topo 1/25 000, Geokaarten,Kadasterkaarten....).
9.6 Bewaarplaats
Er is geen depot.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met debeheerder.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
117
1.3 Gezondheidszorg (Departement Gezondheidszorg)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
Artesis-03
1.2 Titel
Collectie gezondheidszorg
1.3 Datering
20ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit ongeveer 165 oude instrumenten uit de verpleegkunde en devroedkunde met bijhorend documentatiemateriaal.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?
Cecilia Peeters, praktijklector
2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar
De collectiebeheerder studeerde aan het Hoger Instituut voor Verpleegkunde OCMWAntwerpen. Ze was werkzaam als gegradueerde verpleegkundige in het StuivenbergZiekenhuis en nadien werkte ze als verpleegkundige docente bij HIVV.
2.3 Geschiedenis van de collectie
De collectie was oorspronkelijk ondergebracht in een depot en op de zolder van hetOCMW. Om de instrumenten en apparaten uit deze verzameling te valoriseren werd erop het einde van de 20ste eeuw gezocht naar een meer geschikte locatie. Een deelvan de objecten en instrumenten wordt nu tentoongesteld in het Museum voor deGeschiedenis van de Gezondheidszorg. De andere instrumenten liggen in vitrines in degangen van de Artesis Hogeschool of zijn in een opslagruimte ondergebracht.
2.4 Verwerving
118
Een groot deel van de collectie zijn schenkingen van het OCMW, van het HIVV en vanafgestudeerden van de Beroepsschool voor Ziekenhuisverpleging en HIVV.
2.5 Eigenaar collectie
Artesis HogeschoolEen deel van de collectie is eigendom van de beheerder, Cecilia Peeters
2.6 Institutionele beheerder
Departement Gezondheidszorg
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De instrumenten werden oorspronkelijk in het onderwijs gebruikt. Ze hebben nu eenmuseale functie en worden tentoongesteld in de Artesis Hogeschool en in het ZNAStuivenberg waar ze deel uitmaken van het Museum voor de Geschiedenis van deGezondheidszorg.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De instrumenten, objecten en het documentatiemateriaal geven de geschiedenis vande opleiding verpleegkunde weer. De opleiding is ontstaan in 1902 als deBeroepsschool voor Ziekenhuisverpleging. In 1962 werd ze omgevormd tot het HogerInstituut voor verpleegkunde en vroedkunde. Met de invoer van hetHogeschooldecreet in 1995 evolueerde het Instituut naar de Hogeschool AntwerpenDepartement Gezondheidszorg10. Het is pas in 2009 dat er sprake is van de ArtesisHogeschool. In 2013 wordt de deze opleiding van de Artesis Hogeschoolsamengevoegd met de Plantijn Hogeschool.
Naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van de opleiding werd in 2002 eenjubileumboek uitgegeven. Een aantal van de oude apparaten en voorwerpen werdenhierin opgenomen.
De collectie instrumenten en objecten bestaat onder meer uit11: een affiche (1912) van de oprichting van de school (1902) een affiche (1924) diploma gasthuisverzorgsters als voordiploma tot diploma
verpleging documentatie over de oprichting van de school: boeken, foto's, medailles12,... instrumenten uit de vroedkunde: forcepstangen, stethoscoop van Pinard,
melkpompje, tampons,....).
10 Vanaf 1995 valt de opleiding verpleegkunde niet meer onder de bevoegdheid van het ministerie vangezondheidszorg, maar wel onder de bevoegdheid van onderwijs.11 Naast de objecten is er een omvangrijke verzameling archiefdocumenten en boeken die de geschiedenis vande opleiding illustreren. De archiefdocumenten (officiële oprichtingsdocumenten, studentendossiers aanwezig inkelder van Stuivenberg ziekenhuis) zullen naar het Felixarchief worden overgebracht.12 De medailles werden aan verpleegkundigen gegeven die hun diploma behaalden door het Ministerie vanVolksgezondheid.
119
een reeks grotere objecten: rolstoel, metalen verbandkar (ca. 1975), bedtrappen,brancard, kinderbed, de allereerste demonstratiepop, kakstoel, onderwijsplaten,beengoot, uniformen,...
kleinere voorwerpen die te maken hebben met hygiëne en kinderverpleging:verschillende types van spuiten, preparaten, verpleegdoeken, waskommen,(metalen) nierbekkens, pipetten, materiaal voor lavementen, bedpannen, luiers,borstels,....
documentatiemateriaal: boeken, dia's, fotoalbums, een filmrol uit 1952 (50-jarigbestaan van de school voor ziekenverpleging, is naar video overgezet), ....
schilderij: de eerste toediening van medicatie. De verpleegster is vermoedelijkFlorence Nightingale (1820-1910). Het werk werd gerestaureerd in 2005.
gipsplaat van dr. Moons en een bronzen beeld van Dr. Peremans
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie
De voorwerpen zijn niet geïnventariseerd. De collectiebeheerder zelf heeft eenduidelijk zicht op wat er zich allemaal in de collectie bevindt.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
Alle objecten die in bruikleen aan het Museum voor de Geschiedenis van deGeneeskunde zijn gegeven zijn geïnventariseerd in een worddoc. (o.m. vastziekenhuisbed, verbandkar, bedtrapje, demonstratiepoppen, infuusstaanders,vitrinekastjes met inhoud ...).
4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën
120
5.2 Publicaties
In 2002 werd er een jubileumboek uitgegeven dat te koop wordt aangeboden. Hetboek is in beheer van Peeters Cecilia ten voordele van de ereprijs Benny Laenen voorafgestudeerden Verpleegkundigen sinds 2011 in opvolging van de ereprijs Dr. Moons.
6. AANTEKENINGEN
De collectiebeheerder gaat in de nabije toekomst op pensioen en er is geen directeopvolger die zich over de collectie zou ontfermen. Doordat de instrumenten nietgeïnventariseerd zijn dreigt het gevaar dat de kennis over deze waardevolle verzamelingverloren gaat.In 2013 wordt de opleiding daarenboven samengevoegd met de Plantijn Hogeschool. Decollectiebeheerder uit haar bezorgdheid over de verhuis. De kans is reëel dat er op zo'nmoment stukken verdwijnen.De beheerder heeft met verloop van de tijd ook gemerkt dat het opstellen van objectenin vitrines in de gang niet altijd zijn doel bereikt. Het zijn voornamelijk alumni die opopendeurdagen de objecten bekijken terwijl studenten eraan voorbijgaan. Ze is daaromeen voorstander van het centraliseren van voorwerpen om ze in één museum tentoon testellen. In de toekomst zou ze graag meerdere stukken overdragen aan het Museum voorde Geschiedenis van de Gezondheidszorg.
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 08/03/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Cecilia Peeters, praktijklector
8.2 Adres
Jaak De Boeckstraat 10, 2170 Merksem
8.3 Telefoon, fax, e-mail
Cecilia.peeters@artesis.be, tel. 03 641 82 41, fax: 03 641 82 71, GSM 0476 69 55 19
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
121
Er is geen collectieplan. In zover het past binnen het collectieplan van het Museumvoor de Geschiedenis van de Gezondheidszorg, worden er objecten naar daarovergebracht.
9.5 Museale ruimte
Een deel van de collectie is in bruikleen gegeven aan het Museum voor deGeschiedenis van de Gezondheidszorg. Ze worden daar tentoongesteld.Op de Artesis Hogeschool zelf zijn de instrumenten verspreid over meerdere locaties:in de gang (aan het onthaal en in blok B), in een onderwijslokaal pediatrie, in hetbureau van de directeur en aan de receptie.De objecten worden tentoongesteld in (gesloten) vitrines. Ze hebben geen bijschriftmet daarop de naam van het instrument en toelichting over de werking.
9.6 Bewaarplaats
De instrumenten en het documentatiemateriaal (dia's, fotoalbums,...) zijn opgeslagenin een (gesloten) lokaal op de tweede verdieping en in de kelder. In de kelder staatalleen een metalen verbandkar en drie bedtrappen. De ruimte wordt gedeeld met eengrote collectie boeken.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De collectie is vrij toegankelijk.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
122
2. Karel de Grote-Hogeschool
2.1 Robotica (Departement Industriële Wetenschappen enTechnologie - Elektromechanica)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
KdG-IWT01
1.2 Titel
Collectie robotica
1.3 Datering
20ste eeuw - nu
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit 6 robotten, 6 bijhorende stuurkasten en een 200-talcomponenten van robotten, machineonderdelen en componenten vangeautomatiseerde processen.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
De meeste robotten zijn aangekocht met projectsubsidies in het kader vanwetenschappelijk onderzoek. De componenten van robotten en machineonderdelenzijn afkomstig van verouderde gedemonteerde robotten en van schenkingen (ondermeer van bedrijven).
2.5 Eigenaar collectie
Karel de Grote-Hogeschool
2.6 Institutionele beheerder
123
Departement Industriële Wetenschappen en Technologie - opleiding elektromechanica
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De robotten werden aangekocht voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Drievan de zes worden nog gebruikt in de lessen, één wordt alleen voor wetenschappelijkonderzoek ingezet en de laatste twee zijn inactief. De robotten zijn opgesteld in hetlabo zodat studenten ermee aan de slag kunnen.De componenten van robotten en de machineonderdelen worden in de lessen gebruiktals didactisch materiaal. De stuurkasten in de opslagplaats worden niet meer gebruikt.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit robotten met bijhorende stuurkasten en demomateriaal. Er zijnvijf types van robotten:
KUKA-robot (2006) PUMA-robot (ca. 1985) (inactief): de bijhorende stuurkast wordt bewaard in
een opslagplaats. Aangezien de robot niet meer gebruikt wordt, zal hijvermoedelijk gedemonteerd worden. In de opslagplaats staat een tweedePUMA-robot, maar deze wordt afgevoerd wegens plaatsgebrek.
Panassonic-robotcel (ca. 2002) Mitsubishi-robotcel: wordt alleen voor onderzoek gebruikt Yaskawa Motoman (ca. 1970): de bijhorende stuurkast wordt bewaard in de
opslagplaats en zal ook door gebrek aan ruimte verwijderd wroden.
Het demomateriaal ligt in vitrines tentoongesteld in het practicumlokaal. Het gaat overlagers, overbrengingselementen, sensoren, encoders, veren,.... In een aanpalend laboliggen componenten voor geautomatiseerde processen.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
Door het samenbrengen van opleidingen zullen een aantal robotten van de ArtesisHogeschool (departement Industriële Wetenschappen) naar hier komen.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie
De robotten en machineonderdelen zijn niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)
124
4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
De collectie wordt niet gerestaureerd.
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
De beheerder uit zijn bezorgdheid voor de collectie, omdat wegens plaatsgebrek robottenen stuurkasten die niet meer voor onderwijs en onderzoek worden gebruikt dreigen teworden afgestoten.
Uit het labo met componenten voor geautomatiseerde processen worden momenteelinstrumenten die niet meer werken afgevoerd. De beheerder beargumenteert dat voorhet presenteren van een historisch overzicht het nuttig zou zijn om van elk type één tebewaren.
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 01/03/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Ing. Erwin Smet, coördinator TQM & lecturer robotics
8.2 Adres
Salesianenlaan 30, 2660 Hoboken
8.3 Telefoon, fax, e-mail
Erwin.smet@kdg.be; 03/613 17 64
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat
125
9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De robotten staan opgesteld in het labo (A042). Studenten die les hebben in het lokaalkunnen er gemakkelijk mee werken. Wanneer er geen lessen doorgaan wordt deruimte gesloten en ook de robotten zelf (Mitsubishi, KUKA en Panasonic) zitten in eenafgesloten kooi. Elke robot is met een plakkaat geïdentificeerd.De vitrines staan in hetzelfde lokaal. Bij het binnenkomen staat er rechts een vitrinemet lagers en daarnaast één met overbrengingselementen en teach-pendants. Tegende muur vooraan staat een kast met demomateriaal en in de vitrine links vooraanliggen componenten van robotten.In een tweede practicumlokaal liggen componenten van geautomatiseerde processen(A047). Als er geen les wordt gegeven is de ruimte afgesloten.
9.6 Bewaarplaats
Aansluitend aan het practicumlokaal is er een opslagplaats (A044). Hierin wordenstuurkasten, robotonderdelen en een robot die wordt gedemonteerd bewaard.In een tweede opslagplaats liggen staat een didactische opstelling en liggen nogmachineonderdelen (A046).
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De collectie is niet vrij toegankelijk. Om de verzameling te raadplegen dient ercontact te worden opgenomen met de beheerder.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
126
2.2 (Meet)instrumenten uit de (bio)chemie (DepartementIndustriële Wetenschappen en Technologie - Chemie -biochemie)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
KdG-IWT02
1.2 Titel
Collectie chemie - biochemie
1.3 Datering
19de eeuw - nu
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit oude (meet)instrumenten die in de labo's werden gebruikt. Hetgrootste deel van de verzameling is opgeslagen op de zolder in een ruimte van 54 m².In een vitrine in de gang staan er nog 11 collectiestukken.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving2.5 Eigenaar collectie
Karel de Grote-Hogeschool
2.6 Institutionele beheerder
Departement Industriële Wetenschappen en Technologie
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
127
De (meet)instrumenten werden oorspronkelijk in de labo's gebruikt. Het merendeel isvandaag inactief. Elf instrumenten hebben een museale functie verworven en staan inde gang tentoongesteld.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat onder meer uit een chromatograaf (ca. 30 jaar oud), dipoolmeter,voorwerpen uit de elektromechanica, moffeloven, centrifuge, PCR-toestel, pompen,fotospectrometer, oude lampen, vlampuntmeter, polarimeter (uit de jaren '30 -'40),....
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt eerder toevallig aangevuld. Verouderde instrumenten wordenautomatisch aan de verzameling toegevoegd.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De objecten verkeren in een matige tot slechte staat.
4.2 Inventarisatie
De collectie is niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
128
6. AANTEKENINGEN
Er is geen sprake van een collectie. De oude apparatuur staat op de zolder onder het stofen in open kasten. Materiaal dat niet meer in colleges wordt gebruikt wordt naar hiergebracht. Het is niet duidelijk welke instrumenten er allemaal staan.
Er zou iemand door de instrumenten moeten gaan om een selectie te maken van dewaardevolle collectiestukken en de objecten die afgestoten kunnen worden.
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 09/03/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
De collectie is bezocht onder begeleiding van Andoni Michelena (OpleidingshoofdAcademische Bachelor en Master Chemie/Biochemie), maar ze vallen niet onder zijnbeheer. De collectie heeft geen verantwoordelijke.
8.2 Adres
Salesianenlaan 30, 2660 Hoboken
8.3 Telefoon, fax, e-mail
Andoni.michelena@kdg.be, 03 613 17 54
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
In het didactisch onderzoekslabo staan er twee apparaten die niet meer wordengebruikt: moffeloven en de fotospectrometer. Zij zullen in de toekomst naar de zolderworden gebracht.In de gang staan een aantal oude instrumenten tentoongesteld (gebouw B, derdeverdieping). Bij de objecten ligt er geen bijschrift zodat het voor een aantalvoorwerpen niet duidelijk is waarvoor ze werden gebruikt. De vitrinekast is open.
9.6 Bewaarplaats
129
Op de zolder (gebouw A) wordt verouderd onderzoeksmateriaal bewaard. Ze staan inopen kasten, onder het stof. Er is geen ordening aangebracht.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De instrumenten in de gang zijn vrij te raadplegen. De collectiestukken op de zolderzijn niet toegankelijk.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
130
2.3 Auto-elektronica (Departement IndustriëleWetenschappen en Technologie)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
KdG-IWT03
1.2 Titel
Collectie auto-elektronica
1.3 Datering
20ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit één motor die binnen aan de ingang van het gebouw staat.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
De motor werd in de jaren '90 door een firma aan het departement geschonken.
2.5 Eigenaar collectie
Karel de Grote-Hogeschool
2.6 Institutionele beheerder
Departement Industriële Wetenschappen en technologie - afdeling Auto-Elektronica
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De zuiggasmotor werd aan het departement geschonken om te wordententoongesteld.
131
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De zuiggasmotor dateert van ca. 1910-1920.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat.
4.2 Inventarisatie
De collectie is niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 09/03/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Jochem Devriendt, docent auto-elektronica
132
8.2 Adres
Karel de Grote-Hogeschool - Departement Industriële Wetenschappen en Technologie,Salesianenlaan 30, 2018 Hoboken.
8.3 Telefoon, fax, e-mail
Jochem.devriendt@kdg.be
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De zuiggasmotor staat aan de ingang van de werkplaats.
9.6 Bewaarplaats
Er is geen depot.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De motor staat in de gang en is vrij toegankelijk.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
133
2.4 Elektromechanica (Departement IndustriëleWetenschappen en Technologie)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
KdG-IWT04
1.2 Titel
Collectie Elektromechanica
1.3 Datering
20ste eeuw - nu
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit een 20-tal elektrische toestellen, een 7-tal machines en ca. 3motoren.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving2.5 Eigenaar collectie
Karel de Grote-Hogeschool
2.6 Institutionele beheerder
Departement Industriële Wetenschappen en Technologie - afdeling Elektromechanica.
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De oorspronkelijke functie van de collectie is onderwijs- en onderzoeksgebonden. Eenaantal motoren en machines wordt nog in de colleges gebruikt. De rest is inactief.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
134
De collectie bestaat uit kleinere apparaten waaronder meettoestellen, een AVO-meter,elektrische componenten en grotere toestellen waaronder een universele freesmachine(ca. 1983), vlakslijpmachine (ca. 1967), trekbank (1967), machine voorhardheidsmetingen, kwikdampgelijkrichter, stroomaggregaat (Siemens),....
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt eerder toevallig aangevuld. Verouderde instrumenten wordenautomatisch aan de verzameling toegevoegd.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een matige staat. Het stroomaggregaat van Siemens en deelektrische motor met generator (jaren '60) zijn in een slechte staat en wordenafgevoerd.
4.2 Inventarisatie
De collectie is niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
Er is geen sprake van een collectie. Aan de Karel de Grote-Hogeschool is er geen beleidrond het behoud en beheer van wetenschappelijk erfgoed. Elektromechanische toestellenzijn duurzaam en kunnen enkele jaren in de lessen gebruikt worden. Als motoren ofmachines toch versleten zijn worden ze ofwel gedemonteerd om de onderdelen terecupereren, ofwel worden ze in een opslagruimte geplaatst om ze nadien af te voeren.Eric Lenssen wijst erop dat de afdeling weliswaar over waardevolle toestellen beschikt dietentoongesteld zouden kunnen worden (vb. aan de ingang van het departement).
135
Met de integratie verhuist in 2016 de opleiding naar Campus Groenenborger. Intussentijd - 2013 - wordt de opleiding samengevoegd met de Artesis-hogeschool.Machines en motoren die geen onderwijzende functie meer hebben of die dubbel zijnworden afgevoerd om ruimte te creëren. Het stroomaggregaat van Siemens en deelektrische motor met generator (jaren '60) worden afgestoten.
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 16/03/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Eric LenssenFrank Haemels
8.2 Adres
Karel de Grote-Hogeschool - Departement Industriële Wetenschappen en Technologie,Salesianenlaan 30, 2660 Hoboken.
8.3 Telefoon, fax, e-mail
Eric.lenssen@kdg.beFrank.haemels@kdg.be
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De machines en motoren zijn opgesteld in het labo ‘machinezaal elektriciteit’ (BK01 enBK06). Ze voldoen niet allemaal meer aan de veiligheidsnormen. In het labo in dekelder staan de meettoestellen in een vitrine (BK01). De universele freesmachine ende vlakslijpmachine zijn opgesteld in de ‘machinezaal mechanica’ (BK07). De trekbanken de machine voor hardheidsmetingen staan in een afzonderlijk lokaal (BK11).
9.6 Bewaarplaats
136
Het stroomaggregaat van Siemens en de elektrische motor met generator (jaren '60)zijn opgeslagen in een ruimte in de kelder. Beiden staan onder het stof en verkeren ineen slechte staat. In een open rek liggen nog een aantal meettoestellen.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie teraadplegen.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility
137
2.5 Gezondheidszorg (Departement Gezondheidszorg)
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
KdG-GEZ01
1.2 Titel
Collectie Gezondheidszorg
1.3 Datering
20ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit ca. 37 oude instrumenten en anatomische modellen die nietmeer worden gebruikt.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
De instrumenten en anatomische modellen zijn aangekocht.
2.5 Eigenaar collectie
Karel de Grote Hogeschool
2.6 Institutionele beheerder
Departement gezondheidszorg - afdeling verpleegkunde
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
De instrumenten en modellen werden in het onderwijs gebruikt, maar hebben nu eenmuseale functie.
138
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit oude materialen waaronder bedpannen, bloeddrukmeters,spuiten,.... en anatomische modellen die niet meer worden gebruikt (hersenen, oren,tanden,...).
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet systematisch aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De objecten verkeren in een goede staat.
4.2 Inventarisatie
Het materiaal is niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
De collectie is niet gedigitaliseerd.
4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen4.5 Restauratie
De collectie wordt niet gerestaureerd.
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
De collectie werd bezocht onder begeleiding van Lieve Maertens(lieve.maertens@kdg.be).
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
139
Nathalie Poot, 01/03/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Stef Janssens, hoofdverantwoordelijke van het skillslab
8.2 Adres
Campus Markgrave, Van Schoonbekestraat 143, 2018 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
Stef.janssens@kdg.be
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De instrumenten en anatomische modellen die niet meer in het onderwijs wordengebruikt staan in twee vitrines in een hoek in de gang. De objecten zijn nietgeïdentificeerd.
9.6 Bewaarplaats
Er is geen depot.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
De collectie is vrij toegankelijk.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik
140
10.5 Accessibility
141
3. Hogere Zeevaartschool
3.1 (Meet)instrumenten en radars
1. IDENTIFICATIE
1.1 Referentie
HZ-01
1.2 Titel
Collectie (meet)instrumenten en radars
1.3 Datering
19de - 20ste eeuw
1.4 Beschrijvingsniveau
Collectie
1.5 Omvang en materiaaltype
De collectie bestaat uit een 71 oude (meet)instrumenten, radars en kompassen.
2. CONTEXT
2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld?2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar2.3 Geschiedenis van de collectie2.4 Verwerving
De instrumenten stonden in de kelder van de Hogere Zeevaartschool. Ze zijn naarboven gehaald en in vitrines geplaatst.
2.5 Eigenaar collectie
Hogere Zeevaartschool Antwerpen
2.6 Institutionele beheerder
Hogere Zeevaartschool Antwerpen
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
142
De (meet)instrumenten werden gebruikt aan boord van het opleidingsschip Mercator.Ze zijn ondertussen voorbijgestreefd. De metingen die ze uitvoerden zijn nucomputergestuurd. De instrumenten zijn tentoongesteld in een vergaderlokaal.De radars werden als didactisch materiaal in de colleges gebruikt. Ook zij hebben eenmuseale functie verworven.
3. INHOUD EN STRUCTUUR
3.1 Inhoud
De collectie bestaat uit meetinstrumenten uit de 19de en de 20ste eeuw. Het gaatonder meer over een sextant, kompassen (o.m gyrokompas), hydrograaf, barograaf,telegraaf.... Sommige instrumenten werken nog, andere niet. Doordat ze vandaag nietmeer in de zeevaart gebruikt worden, is hun werking niet altijd gekend.Naast de oude meetinstrumenten worden er verschillende types van radars bewaard.Deze zijn recenter. Ze dateren uit de 20ste eeuw.
3.2 Selectiecriteria3.3 Aanvullingen
De collectie wordt niet meer aangevuld.
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK
4.1 Fysieke kenmerken en vereisten
De collectie verkeert in een goede staat. Alle tentoongestelde objecten zijn volledig enintact.
4.2 Inventarisatie
De collectie is niet geïnventariseerd.
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving)4.2c: Objectregistratie (aantal?)4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke?4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?4.3 Topstukken4.4 Bruiklenen
Eén van de kompassen werd in het verleden in bruikleen gegeven voor eententoonstelling in Nieuwpoort. Het kompas kwam beschadigd terug. Er worden daaromgeen oude instrumenten meer in bruikleen uitgeleend.
4.5 Restauratie
De collectie wordt niet gerestaureerd.
143
5. VERWANT MATERIAAL
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën5.2 Publicaties
6. AANTEKENINGEN
7. BESCHRIJVINGSBEHEER
7.1 Verantwoording en datering
Nathalie Poot, 06/03/2012
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE
8.1 Type
Eddy De Bondt, PR-verantwoordelijke
8.2 Adres
Noordkasteel Oost 6, 2030 Antwerpen
8.3 Telefoon, fax, e-mail
eddy.de.bondt@hzs.be, tel.03 205 64 33, GSM 0475 24 21 20, fax 03 225 06 39
9. CONTEXT
9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke9.2 Mandaat9.3 Administratieve structuur9.4 Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
9.5 Museale ruimte
De objecten zijn tentoongesteld in drie vitrines in de vergaderzaal L'Avenir. Het is nietaltijd duidelijk over welk instrument het gaat en waarvoor het diende. Deinstrumenten zijn niet geïndentificeerd.De radars staan in de gang op de tweede verdieping tegen de muur. Het is debedoeling om in de toekomst elke radar te identificeren zodat bezoekers ze kunnenbekijken. De ruimte kan ook als receptielokaal gebruikt worden. De radars zijn niet(zichtbaar) beveiligd tegen diefstal, maar rekening houdend met de omvang ervankunnen ze niet meegenomen worden.
9.6 Bewaarplaats
144
Er is geen depot.
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
De collectie is niet ontsloten.
9.8 Werkingsbudget en personele middelen
10. PUBLIEK
10.1 Openingsuren10.2 Voorwaarden voor raadpleging
Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie teraadplegen.
10.3 Voorwaarden voor reproductie10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik10.5 Accessibility