Post on 22-Mar-2016
description
PA U L H E F T I N G
NESCIO–
JOOST SWARTEDe UitvreterTitaantjesDichtertje
L E N O I R S C H U R I N G
Aan de lezers die het werk van Nescio en Swarte kennen, en aan hen die het gaan ontdekken.
“Ze deed haar handen samen om haar achterhoofd en voelde haar borsten
optrekken. Toen rekte ze zich heelemaal uit. De armen wijduit omhoog, als bij
’t diabolospel. En ze voelde de lucht doordringen tot onder in haar longen.”
Passage uit Dichtertje – Nescio
D E U I T V R E T E R
Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker
kerel gekend dan den uitvreter.
T I T A A N T J E S
Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik ’t zelf. We zijn nu veel wijzer, stakkerig wijs
zijn we, behalve Bavink, die mal geworden is.
D I C H T E R T J E
Tweemaal schudde de God van Nederland zijn eerbiedwaardig hoofd en tweemaal schoven z’n
eerbiedwaardige grauwe bakkebaarden heen en weer over z’n vest.
D A T D E U G T ( N I E T )
Schrijver Illustrator
HumoristVrind
Idealist
Lezer Kijker
DromerKneedbaar wezen
Fidele kerel
N A C H T E N H A T T I G E W E R K T
N E S C I O
en
J O O S T S W A R T E
en
P A U L H E F T I N G
en
L E N O I R S C H U R I N G
en
A N N E L Y S D E V E T
Uitgave : Lenoirschuring, AmstelveenOplage : 1.500Voordracht : Joost Swarte, HaarlemTekst : Paul Hefting, HaarlemOntwerp : Studio Annelys de Vet, Amsterdam (Samantha van der Werff)Lettertype : CaslonPapier : Munken Print Cream 1.5 lichthouthoudend creme-wit romandruk opdikking 1.5 omslag 150 gram/m2 binnenwerk 100 gram/m2Drukwerk : Lenoirschuring, Amstelveen Bindwerk : Hexpoor, Boxtel
Tekeningen © 2007 Joost SwarteTekst © 2007 Paul HeftingCitaten Nescio overgenomen uit Nescio, Verzameld Werk, samengesteld door Lieneke Frerichs, Amsterdam 1996 © 2007 Nijgh & van Ditmar
C O L O F O N
K O E K E L O E R E N
Boompjes uit Titaantjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28Dichtertje (Nescio) dwaalt op de omslag . . . . . . 36De Uitvreter heeft het koud . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Schetsen van een draaiboek . . . . . . . . . . . . . . . . . 56De Uitvreter heeft te veel gedronken . . . . . . . . . 60De Uitvreter heeft nog steeds te veel gedronken . 62Afrika . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63Het Alziend Oog (God) zag niets . . . . . . . . . . . . 67De zuster van de vrouw van het Dichtertje . . . . . 69Het licht van de straatlantaarn . . . . . . . . . . . . . . 70Tekeningen uit De Uitvreter . . . . . . . . . . . . . . . . . 72De Uitvreter komt aan zijn eind . . . . . . . . . . . . . . 81De Titaantjes hebben het gezellig . . . . . . . . . . . . 82Lien lijkt op een koe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84Bekker graaft God op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86Haastende kantoorklerken . . . . . . . . . . . . . . . . . 89Jongens hangen in de wolken . . . . . . . . . . . . . . . 90Sterren op de straatstenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92Een schoolmeisje van een jaar of zeventien . . . . 95De wereld is eindeloos hetzelfde en nooit gelijk . 98Illustraties uit Titaantjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102Even gluren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107God bezoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108Het hoofd van De Uitvreter is ook geschetst . . . . 11022 posities van het hoofd van De Uitvreter . . . . . 112Er zit veel in een hoofd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114Nog meer schetsen van De Uitvreter . . . . . . . . . . 116De ontwerpsters of kakmadam . . . . . . . . . . . . . . . 121Briefjes aan mevrouw Jannie . . . . . . . . . . . . . . . . 126Vroege schetsen van De Uitvreter . . . . . . . . . . . . 131
I N H O U D V A N I L L U S T R A T I E S
18
U I T V R E T E R
19
H O O F D S T U K
21
N O T E N
1 Swarte werd voorafgegaan door Piet Groot, die in l970 de drie
verhalen illustreerde in opdracht van Stichting De Roos (200
exemplaren) en door Jaap Vegter, die tekeningen maakte bij De
X Geboden, Bert Bakker l971 (4000 exemplaren). Hans Bayens il-
lustreerde de Titaantjes, l974 (50 exemplaren) en Ronald Tolman,
Op een zomermorgen l990, Phoenix & Co/Galerie de Verbeelding,
Amsterdam / Nijmegen (40 exemplaren).
2 Firma’s waar Nescio werkte:
– Twentsche Bontweverij in Henglo (l899).
– Daarna korte tijd op vier verschillende Handelskantoren.
– Nederlandsche Handel-Maatschappij, Amsterdam (l900).
– Firma D. Breekland in katoenagenturen in Oldenzaal (1901).
– Firma Murdfi eld, eveneens in katoenagenturen, in Rheine
Westfalen (1902).
– Holland-Bombay Trading Company, Amsterdam (vanaf l904
tot l937).
3 Zie ook Henry David Thoreau, die in l854 een boek schreef over
zijn teruggetrokken bestaan in Walden. Van Eeden zal van hem
deze naam hebben overgenomen.
4 Monte Verità, Gemeentemuseum Ascona. Een tentoonstelling
van Harald Szeemann, 1978. Bundeling van alle secten en idea-
listische stromingen rond l900.
5 Vluchtige Begroetingen, 1925.
6 Met een computer is dat heel eenvoudig, met de hand iets moei-
lijker.
7 Uit Najaar, opgenomen in Boven het Dal, Van Oorschot l970.
8 Lieneke Frerichs wijst erop dat in Swarte’s geen onderscheid ge-
maakt wordt tussen de benepen God van Nederland in het begin
en de verheven God van hemel en aarde, naast wie Dora op een
troon zit. Dit onderscheid tussen de twee Goden speelt in het
verhaal van Nescio een belangrijke rol.
9 een zacht koekje
10 Lieneke Frerichs, Een Appel valt in de stilte, Over het schrijver-
schap van Nescio, Hengelo/Enschede 1996.
22 23
U I T G A V E N B I B L I O G R A F I E
Uitgaven met werk van Joost Swarte
1973 Cocktail Comix, met collega-striptekenaars, Tango, Leiden.
1975 De Papalagi, tekst Tuiavii van Tiavea en Erich Schreumann,
Real Free Press, Amsterdam.
1980 L’Art Moderne de Joost Swarte, Les Humanoïdes As-
sociés, Parijs; Swarte 30/40, Futuropolis, Parijs; Joost
Swarte’s Modern Art, Real Free Press, Amsterdam; Joost
Swarte’s Modern Art, Zweitausendeins, Frankfurt am Main.
1981 Enfi n!, Futuropolis, Parijs; Los Papalagi, Integral, Barcelona.
1982 De Wereldreis van Rik en Klaarje, tekst van Willem, De
Harmonie, Amsterdam; 10 Angsten / 10 Angoisses, Plaizier,
Brussel; Le Tour du Monde de Ric et Claire, Futuropolis, Parijs.
1983 Klara und Ricky: Eine Reise um die Welt, Editions Modernes,
Zürich; La Volta al Món de Ric i Clara, Edicions La Cupula,
Barcelona.
1984 Kinderpostzegels 1984, Stichting voor het Kind, Amsterdam;
Swarte, Hors Série, Futuropolis, Parijs.
1985 Passi, Messa! deel 1, Futuropolis, Parijs; Niet Zo, Maar Zo!
deel 1, De Harmonie / Het Raadsel, Amsterdam; Ik Ben Niet in
Haarlem Geboren, tekst Doeschka Meysing, De Vrieseborgh,
Haarlem; L’Art Moderne de Joost Swarte, Futuropolis, Parijs;
Les Timbres, Futuropolis, Parijs; Passi, Messa! deel 2, Futu-
ropolis, Parijs; Swarte y su Arte, Luis Cernuda Fundación /
Diputación de Sevilla, Sevilla.
1986 Dr Ben Cine & D. deel 1, Futuropolis, Parijs; Passi, Messa!
deel 3, Futuropolis, Parijs; Humo achter Glas, met Ever
Meulen, Kamagurka en Herman Selleslags, Gemeente-
krediet, Brussel; Niet Zo, Maar Zo! deel 2; Joost Swarte’s
Moderne Kunst, De Harmonie / Het Raadsel, Amsterdam.
1987 Dr Ben Cine & D. deel 2, Futuropolis, Parijs; Dilemma!
Dilemme, Plaizier, Brussel. Plano, met tekst van Paul Hefting,
De Harmonie / Het Raadsel Amsterdam, 1988, Futurpolis,
Parijs, 1989 Giannino Stoppani, Bologna.
1992 Jopo in Mono, CD, muziek van Fay Lovsky, Oog&Blik Am-
sterdam; Niet zo, maar zo, deel 5, De Harmonie / Het Raadsel,
Amsterdam.
1995 Tussen de Vellen, Boekhandel H. De Vries Boeken, Haarlem.
1996 De Negen Kunsten te Wapen, Oog&Blik, Amsterdam.
1997 De Toneelschuur-Portfolio, De Toneelschuur, Haarlem;
Dichtertje, Nescio, illustraties, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam.
1999 Glas en Lood, met tekst van Paul Hefting, Oog&Blik /
De Harmonie, Amsterdam.
2002 De IJzeren Lijn, Oog&Blik / De Harmonie, Amsterdam;
Titaantjes, Nescio, illustraties, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam.
2003 De Toneelschuur, NAI, Rotterdam.
2004 Leporello, Oog&Blik / De Harmonie, Amsterdam; Edition 52,
Wuppertal.
2006 Lezen Brengt U en Anderen Rondom U Ernstige Schade toe,
Thomas Rap, Amsterdam; De Uitvreter, Nescio, illustraties,
Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam.
Zie ook www.joostswarte.com
Korte bibliografi e Nescio
Zie voor de bibliografi e van Nescio Verzameld Werk (samen-
gesteld door Lieneke Frerichs) en de website van Bert
Rodiers: Nescio: Schrijft U over mij maar niks en Aandacht
voor Nescio. Een bibliografi e van de reacties op het werk en de
fi guur van J.H.F. Grönloh, met een bloemlezing uit die reacties
en een toegift. Samengesteld door R. Bindels, G.J. van Bork,
K. van Empelen - Ottenhoff e.a. Instituut voor Neerlandistiek.
Universiteit van Amsterdam, Amsterdam 1972.
24
U I T V R E T E R
25
H O O F D S T U K
27
I N L E I D I N G
Dit zijn enkele notities over de illustra-ties van Joost Swarte1 bij drie verhalen van Nescio: De Uitvreter, Titaantjes en Dichter-tje. Het was een initiatief van Lenoirschuring om deze drie boekjes, die in een periode van bijna tien jaar één voor één zijn verschenen, als geheel te bekijken.
Het is in Nederland niet gebruikelijk om lite-ratuur te illustreren. Zeker niet na l945 toen het illustreren in de kunstwereld langzamer-hand als iets ‘ordinairs’ werd beschouwd, eerder geschikt voor kinderboeken, strips (natuurlijk) en voor bibliofi ele uitgaven. De schrijvers stonden overigens ook niet te trappelen om hun werk te laten verbeelden. Alleen op het stofomslag kon een illustratie worden gebruikt om het boek in de winkel aantrekkelijk te maken.
28
Z O O W A T V E T P O T
Het is bijzonder dat Nijgh & Van Ditmar de drie bekendste verhalen van Nescio opnieuw en op deze manier heeft uitgegeven. Het oeu-vre van Nescio is klein, maar werd geroemd door schrijvers uit onze tijd, zoals Reve of W.F. Hermans die schreef dat het werk van Nescio ‘voor heel wat lezers’ alle andere boe-ken overbodig maakt. Joost Swarte werd door Nijgh & Van Ditmar gevraagd de illu-straties te maken en deze uitgever had geen betere tekenaar kunnen kiezen. Op de web-site van Bert Rodiers (Nescio: ‘Schrijft u over mij maar niks’) werd al gevraagd om de rest van Nescio’s werk ook door Swarte te laten illustreren.
30
U I T V R E T E R
31
H O O F D S T U K
Nescio (l882–l961);een bescheiden auteur met een klein oeuvre, maar die daarmee een bijzondere plaats in de
Nederlandse literatuur heeft verworven.
V E R D U I V E L D L O L L I G
33
34 35
Hier een korte biografi e:
Woonplaats: het grootste deel van zijn leven in Amsterdam. Opleiding: HBS en Openbare Handelsschool. Heeft als kantoorbediende bij verschillende fi r-ma’s2 gewerkt en werd in l926 benoemd als directeur van de Holland-BombayTrading Company. In l937 trad hij af, maar bleef tot l948 als adviseur aan het bedrijf verbonden. Maakte zaken-reizen naar Portugal, Noord Afrika, Engeland, Duitsland, Zwitserland, Ita-lië en Brits Indië. Schrijver: in 1899 medeoprichter van GOHV (Gedachten-wisseling Ontwikkelt Het Verstand), stuurde in l900 het verhaal Mijn vriend en ik aan het Geïllustreerd Stuivers-blad, dat het niet opnam. Enthousiast over de ideeën van Frederik van Eeden en zijn woongemeenschap Walden3. Werd secre taris van de zangvereniging ‘Sweelinck’ – hij had geen goede stem – en begon met enige koorleden te sparenvoor een stukje grond, om het voor-beeld van Van Eeden te volgen. In l901
was hij als belangstellende aanwezig bij de oprichtingsvergadering van de GGB (Vereeniging voor Gemeenschappelijk Grondbezit). In hetzelfde jaar werd door Nescio en zijn vrienden een stuk land bij Huizen gekocht, ‘Tames’. De oprichting van een kolonie op die plek mislukte en de grond werd weer ver-kocht. De Pionier was het blad van de GGB. Nescio werd administra teur. Nescio wilde in l907 zijn verhaal Venloër Grensbode in het GGB-blad publiceren, maar het werd geweigerd door de redactie. In l910 stuurde het tijd-schrift Nederland de eerste versie van De Uitvreter terug. Een maand later stuur-de Nescio het verhaal naar De Gids, waar het in januari l911 werd opgeno-men. Nescio stuurde zijn verhaal De Titaantjes in l914 naar De Gids, die het afwees. In l915 werd het gepubliceerd in Groot-Nederland. In l918 verschenen de drie novellen – De Uitvreter / Titaantjes / Dichtertje – bij de uitgever/kunsthan-delaar De Bois in Haarlem, in l933 bij de uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. In l935 verschenen Mene Tekel in De Stem en Een lange dag in Kristal LetterkundigeProductie. In l946 verscheen de bun-
B I O G R A F I E N E S C I O P O T D O M E
36 37
del Mene Tekel. Nescio werd in l949 benoemd tot lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In l960 verscheen nog Insula Dei in Tirade. In l961 verscheen Boven het dal bij G.A. van Oorschot. Nescio stierf in hetzelfde jaar. In l996 kwam het Verzameld werk en Natuurdagboek (twee delen), sa-mengesteld door Lieneke Frerichs. Een uitgebreide biografi e is opgenomen in deel 1 van het Ve rz a m
el
dWe
rk.
P R A K K I Z E E R E N D A T I S Z O O M A L N O G N I E T
38
Deze korte biografi e geeft het ‘brave’ leven van Nescio weer, verweven met het idealis-me van die tijd4, met inzicht in en ervaring met het tegendeel van de toen heersende waarden en normen en de behoefte om dat beeld op te schrijven. Nescio had een soci-aal gevoel en een meelevende, tevens ironi-sche kijk op het alledaagse leven. Zijn leven had het karakter van een status quo, uiterlijk keurig, zelfs saai, als een eeuwig stromende rivier, waarin weinig schokkends lijkt te ge-beuren. Nescio weet echter het tegendeel, het onderhuidse leven te beschrijven waar-in veel gebeurt, waarin verlangens en onver-wachte handelingen naar boven komen die van alle tijden zijn. Door de schrijver scherp geanalyseerd in de tijd van voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen Nederland wel-varend was door de opkomende industria-lisatie en door de opbrengsten uit de kolo-niën en toen de tegenstelling tussen arm en rijk duidelijk zichtbaar was. De hiërarchie in de maatschappelijke standen vertoonde nog geen scheuren. De drie novellen (De Uitvreter / Titaantjes /
Dichtertje) schreef Nescio in l910, l914 en l917. Eerst De Uitvreter, de charismatische, handige profi teur die iedereen inpalmde, als heer door het leven ging op andermans kosten en tenslotte het leven niet meer zag zitten. De Titaantjes, jongens die de wereld wel even zouden laten zien wie ze waren en wat ze konden. Grote vrienden waren ze, droom-den van een ‘betere’ wereld. In werkelijk-heid was de schrijver een bewonderaar van Frederik van Eeden die met zijn commune ‘Walden’ Nescio en zijn vrienden aanzette tot het kopen van een stuk grond als plek voor hun ideale gemeenschap. Er kwam niet veel van terecht en de jongens werden ouder en soms wijzer. “In de kolonie van Van Eeden hadden we misschien kunnen gaan, maar toen we op een zondag er heen waren gelo-pen, vier uur gaans, toen liep daar een heer (bij Swarte: God), in een boerenkiel, met dure gele schoenen, kolombijntjes te eten uit een papieren zak, blootshoofds, in innige aanraking met de natuur, zooals dat toen ge-noemd werd, en z’n baard vol kruimels. Toen
39
H U U R K O E T S I E R K A F F E R S
40
dorsten we niet verder...”. Dichtertje is het verhaal van een vrouwlie-
vende dromer, die met God en de duivel zijn
leven doorbrengt, trouwt en verliefd wordt
op de zuster van zijn vrouw. Onderwijl gaat
het gewone leven door, ook wanneer het
Dichtertje gestorven is en iedereen zijn ei-
gen weg gaat.
Nescio schrijft in een voor ons ouderwetse
spreektaal, in die tijd echter ‘modern’. Vaak
phonetisch met woorden als nix of met ver-
bindingen als hatti, schilderde-n-i. Niet de
mooie deftige, beschrijvende taal, zoals die
van tijdgenoten als Arthur van Schendel of
Aart van der Leeuw, maar direct en eerlijk.
Van der Leeuw schreef:‘ Burgers zijn wij van
die roemruchtige stad, waar de liefde een
roes en het leven een feest is’.5 Nescio: ‘Jon-
gens waren we – maar aardige jongens. Al
zeg ik ’t zelf. We zijn nu veel wijzer, stakke-
rig wijs zijn we, behalve Bavink, die mal ge-
worden is’. Of de zin – met een mooi begin
en een relativerend en waar einde – ‘En zoo
werd z’n heele leven één gedicht, wat ook
P U M M E L S V E R S C H E S I G A A R
Nescio, Dichtertje. Met tekeningen van Joost Swarte. Nijgh en Van Ditmar Amsterdam, 1997.
vervelend wordt’. Een taal die vraagt voorge-lezen te worden.
41
4342
O U D V E R M O L M D O N W E L R I E K E N D K R A N T J E
Nescio, De Uitvreter. Met tekeningen van Joost Swarte. Nijgh en Van Ditmar Amsterdam, 2006.
Nescio, Titaantjes. Met tekeningen van Joost Swarte. Nijgh en Van Ditmar Amsterdam, 2002.
44
U I T V R E T E R
45
H O O F D S T U K
É É N V L A M S S T E L L E T J E
47
Enkele biografi sche gegevens van Joost Swarte:
Geboren 1947 in Heemstede. Swarte’s
familie van vaders kant was Gronings
(gespecialiseerd in textiel) en zijn moe-
der is een Vlaamse, dochter van de
musicus Jos de Klerk en zuster van
de organist Albert, het barokke ver-
mengd met een nuchtere helderheid. In
zijn jeugd haalde Swarte speelgoed uit
elkaar om te weten hoe het in elkaar had
gezeten, als een analyticus. Na tekenles-
sen in Haarlem ging hij in 1966 stude-
ren aan de Academie voor Industriële
Vormgeving in Eindhoven. Richtte in
1971 het striptijdschrift Modern Papier
op en werkte mee aan het striptijdschrift
Tante Leny Presenteert. Van 1972 tot
1979 publiceerde hij de serie stripverha-
len Katoen en Pinbal in de jeugdbladen
Okki en Jippo. Vanaf 1973 tekende hij
regelmatig boekomslagen voor de Real
Free Press. Ontwierp vanaf 1977 platen-
labels en -hoezen voor het No Fun- en
Torso-label. Tekende de eerste van zijn
omslagen voor de boekenbijlage van het
weekblad Vrij Nederland. Begon in 1978 omslagen te tekenen voor het Belgische weekblad Humo. Werkte regelmatig mee aan de Blauwgeruite Kiel in Vrij Nederland. In 1980 gaf hij gastlessen aan de Rietveldacademie in Amsterdam. Ontving in 1981 de Prix St-Michel van de stad Brussel als beste buitenlandse te-kenaar. 1983: Een gastles aan de School of Visual Arts in New York. Kreeg voor zijn postzegelontwerpen in 1985 de in-ternationale Asiago-prijs voor artistie-ke fi latelie uitgereikt en de penning van het Stripschap. 1985: Gastlessen aan de Facultad de Belles Artes te Barcelona en in l987 aan de Parsons School of Design te New York. 1987: De Wereldtentoonstelling van Joost Swarte in de Vishal Haarlem. Zijn boekje Plano gekozen bij de 50 Beste Boeken van l987. 1988/1989: De Wereldtentoonstelling van Joost Swartegetoond in België, Zwitserland, Frank-rijk, Italië en Spanje. Geeft in l989 gast-lessen in Bologna en Barcelona. 1990: Initieert de Stripdagen in Haarlem. Ontwerpt vaandel People to People fes-tival in Praag. 1991: Ontwerpt de de-cember postzegel voor PTT Nederland. 1992: Richt met Hansje Joustra de
B I O G R A F I E J O O S T S W A R T E S M O E S I E S
48 49
uitgeverij Oog&Blik op. 1993: Ontwerpt
vaandels met portretten van Josef Beuys,
Panamarenko, Kurt Schwitters en Du-
champ. 1995: Begint met ontwerp voor
de Toneelschuur Haarlem. 1997: Offi ci-
ele presentatie ontwerp Toneelschuur.
Postzegels [tien voor een verjaardag]
voor PTT Post. 1998: Drie muurschil-
deringen voor de Hanzehogeschool in
Groningen. Uitwerking ontwerp To-
neelschuur i.s.m. Mecanoo Architecten.
l999: Samenstelling fototentoonstelling
over de Moving and roaring fi fties and
sixties in de Vleeshal Haarlem. 1999
Glas-in-loodramen in de Marnixstraat,
Amsterdam en in 2000 glas-in-lood
ramen voor zwembad De Wisselaar
in Breda en voor de bibliotheek in
Alphen aan de Rijn. 2000: Advies voor het
Ministerie van Cultuur Parijs voor de
tentoonstelling Le Patrimone du XX Siè-
cle. 2001: Affi che voor de Bibliothèque
Nationale in Parijs voor expositie
Maîtres de la Bande Dessinée. Ontwerp
voor 25 draadplastieken voor de Floria-
de van 2002. Ontwerpt in hetzelfde jaar
het tapijt voor de Gravenzaal, stadhuis
Haarlem. Vanaf 2003 adviseur van de
Studio’s voor het Hergé Museum en in-
richter van de permanente collectie van dit museum. 2004: Glas-in-loodraam voor het Paleis van Justitie te Arnhem. 2005: CPNB Boekenweekuitgave over de vaderlandse geschiedenis.
F O E I V E R R E K
50 51
Het werk van Joost Swarte is duidelijk her-kenbaar. In de loop der tijd nemen bij Swartevoorwerpen, architectuur, interieurs en ex-terieurs, en in het algemeen de materiëlewereld een grote plaats in. Herkenbaar is de eigen typografi e, die afkomstig lijkt uit de jaren dertig. Met vaste hand geschre-ven letters en kapitalen, maar met typische Swarte-kenmerken. Hij heeft een groot arse-naal van inspiratiebronnen uit het dagelijks leven, maar ook uit de kunst en de grafi sche- en industriële vormgeving. En dat vooral uit het interbellum, de vruchtbare periode tus-sen de twee Wereldoorlogen – met niet al-leen het Bauhaus en De Stijl, maar ook met het futurisme van Fortunato Depero, het Dadaïsme en Surrealisme. Daarnaast ook de jaren vijftig (de U.S.A.) en de postmoderne vormgeving. Bij Nescio’s verhalen heeft Swarte een eigen beeldend essay weten te maken, geïn-spireerd door de drie verhalen. Hij zoekt de essenties van de verhalen – door ze steeds weer te lezen –, voegt er eigen elementen aan
R I K SG O E I E B U L L E N
52
Dichtertje, Nescio (pag. 16 en 17). Nijgh en Van Ditmar Amsterdam, 1997.
Titaantjes, Nescio (pag. 20 en 21). Nijgh en Van Ditmar Amsterdam, 2002.
53
toe en weet een bij de tekst passende sfeer te
bereiken. Dat is zijn algemene opvatting over
het illustreren. Swarte maakte drie ‘verwante’
Nescio boekjes, bijna als schriftjes, met
kraftpapieren omslagen en ingehouden kleu-
ren. Omslagen in drie over het kraftpapier
gedrukte kleuren: rood, lavendelblauw en
geel getinte vernis. De andere kleuren zijn
combinaties van deze drie tinten. Het bin-
nenwerk is gedrukt met zwart en een steun-
kleur. Bij De Uitvreter met lavendelblauw, bij
de Titaantjes met groengrijs en bij Dichtertje
met zandkleur. Op ieder omslag de eerste zin van dat boekje. Geen kleurlawaai, zoals we dat nu elke dag zien, maar ingehouden kleu-ren uit de tijd waarin welvaart slechts voor een enkeling was weggelegd.
De schetsen en tekeningen, indeling, typogra-fi sche opzet, ‘draaiboek’, notities, aanwijzin-gen, perspectief, letterproeven, kleurproeven en het schema van de fi lmische beweging. Van dat alles worden hier enkele voorbeelden getoond die laten zien hoe precies en zorgvul-dig deze drie boekjes door Swarte zijn vorm-gegeven en getekend. Niets is zomaar gedaan, alles is overwogen om het verhaal te begelei-den. De fi guren groeien vanuit ruwe schet-sen met verschillende versies op transparant papier tot dat wat ze moeten zijn, in hun hou-ding, uitdrukking, beweging. De drie boekjes zijn verschillend, omdat de onderwerpen ver-schillen. Dat is te zien in de titelbladen en in de maat van de kaders voor de afbeeldingen. De Titaantjes hebben eigen gezichten en blij-ven daardoor herkenbaar, ook daar waar ze in De Uitvreter voorkomen.
J O N K I V A N D E N G R O O T E N B E L T
54
De Uitvreter, Nescio (pag. 28 en 29).
Nijgh en Van Ditmar Amsterdam, 2006.
55
56
U I T V R E T E R U I T V R E T E R
58
U I T V R E T E R
59
U I T V R E T E R
Een voorbeeld van het ontstaan van de fi gu-
ren: het drietal Hoyer, Japi en Koekebakker,
zwierend en jodelend op het Frederiksplein,
vol van bier. De boom, het type huizen op
dat plein van die tijd, de jonge jaren van Nes-
cio, een muur met ramen op de achtergrond
als lichte afsluiting tegenover de donkere
lucht van de avond. De schaal en het per-
spectief leest men af aan de boom en aan de
twee kleine mannnetjes rechts bij het huis.
De Uitvreter is ook verder interessant van-
wege het fi lmische effect dat Swarte met het
boekje heeft bereikt. Een schema geeft aan
waar het hoofd van Japi door het boek heen
geplaatst moet worden binnen het kader van
de afbeelding (het fi lmdoek als men wil). Als
men het boekje snel doorbladert, komt Japi
tot leven, en sterft in een fi lm van enkele se-
conden. Er zijn pagina’s met schetsen voor
de omslag, met het draaiboek van het hele
boekje, met aanzetten voor metaforen, zo-
als honger, regen en wind waarvoor Japi on-
gevoelig wilde worden. Hij had in Afrika ge-
werkt – Swarte laat de kaart zien, maar hij
wil het continent in een perspectief zetten
N A K E N D E V E R D O M M E L I N GA L L E R A K E L I G S T
en doet dat door middel van een kwadra-tuur, die schuin gezet wordt en het perspec-tief aangeeft.6 Iets dergelijks gebeurt ook in de tekening van Japi en Bavink op het schip naar Veere.
6160
62 63
B I E F S T U K M E T A P P I E S 3 0 C E N T
Swarte geeft in de eerste schetsen al aanzet-
ten voor de defi nitieve fi guren. Voor zover
het materiaal laat zien is er in de defi nitieve
tekening meestal niet veel veranderd in ver-
gelijking met het eerste idee. De vormgeving,
tekeningen en typografi e (eigen letteront-
werp – zie ook de S – en de Bodoni) passen
bij de drie verhalen van Nescio. Uitzonderlijk
is dat Swarte in zijn ontwerpen de computer
vrijwel negeert, zelfs in de typografi e van de
titels. Dat handwerk hoort bij de tijd waarin
de verhalen geschreven zijn. Het herkenbare
handschrift van Swarte roept een gelijkwaar-
dige melancholie op, die de drie boekjes ka-
rakteriseert.
Swarte werd ooit beschreven als een relati-
vist met argwaan voor zekerheden. Hij weet
hoe de wereld in elkaar zit: absurde ernst die
eindigt in de goot, humor die omslaat in een
onheilspellende dreiging, de tegenstellingen
tussen goed en kwaad, dat alles observeert
hij en legt het vast in tekeningen en pren-
ten, die spiegels van onze tijd genoemd kun-
nen worden. Bij Nescio weet hij de verhalen
uit die tijd met onze tijd te verbinden, onze
tijd waarin leven en dood even waar zijn als in Nescio’s tijd, waarin deze schrijft: ‘Een juffrouw met een paraplu liep ineens voorbij ’t licht en verdween in de donkerte. Zoo le-ven wij allen even en sterven…’.7 Nescio en Swarte zijn verwant. Wat als vanzelfsprekend kan worden aange-nomen is het feit, dat een tekenaar kijkt naar alles wat er bestaat of gemaakt wordt en daar-door wel of niet wordt geïnspireerd. Joost Swarte kijkt en kiest scherp en dat komt tot uiting in zijn tekeningen, die een meer dan vrijblijvende humor hebben, die verder gaan dan de oppervlakte en die het onverwachte en onmogelijke van een droom of juist het spottende en relativerende ten opzichte van de werkelijkheid bezitten. Maar nog belang-rijker is het spelelement, het spelen met de mogelijkheden, onmogelijkheden of tegen-delen. Dat in combinatie met de analyse en het bereiken van de essentie van het onder-werp.
Een beeld kan verschillende betekenis-sen hebben of de kijker kan er verschil-lende associaties mee hebben. Het beeld
D E N D I A M A N T S L I J P E R B E H A N G S E L P A P I E R
64 65
6766
B E K G E T R O K K E N O P H A K K E R
herinnert aan iets of roept een ander beeld
op. Men moet de beelden van Swarte vaak
‘ontcijferen’, de bedoeling achterhalen.
Swarte houdt van metaforen, van beelden
die overeenkomen met het beeld dat eigen-
lijk bedoeld wordt. Geen gelijkend portret
van Samuel Beckett bijvoorbeeld, wel een te-
kening die de sombere levensvisie van deze
schrijver tot uitdrukking brengt.
In Dichtertje en Titaantjes moet men weten
dat de driehoek met een oog erin, het Alziend
Oog ofwel de Heilige Drieëenheid ofwel
God betekent. De God van Nederland en de
Duivel spelen er hun rol.8
68 69
en verliefd wordt op de zuster van zijn vrouw.
Z W A G E R T J E B U R G E R H E E R T J E
Het Dichtertje is bij de God van Nederland niet geliefd.
Die houdt meer van de fatsoensrakkers.
De Duivel daarentegen zorgt er voor dat Dichterje,
gelukkig getrouwd,
van alle vrouwen zou kunnen houden
70
U I T V R E T E R
71
U I T V R E T E R
72 73
De Uitvreter is op de omslag als heer en als zwerver afgebeeld, licht en donker en de twee helften worden met bloeddoorlopen kruissteekjes bij elkaar gehouden.
K A D U U K S T O K E R K A M E R A M E U B L E M E N T
74 75
M I S S E L I J K E N D R O O G P R U I M E R
76 77
A A N D E N M U U R G E P R A K K I Z E E R D
78 79
B L O O T S H O O F D S K O U D J E W I N D
O O G E N B L I K G E Z I C H T S E I N D E R
80 81
De Uitvreter is ook de fi lmacteur, die na een merkwaardig leven uiteindelijk zelfmoord pleegt. Hij stapte van de Waalbrug in Nijme-gen. Het zijn geen vanzelfsprekende, ‘leuke’ plaatjes.
82 83
De Titaantjes zijn in één jas gehuld: ze zijn vrienden.De Titaantjes zijn in één jas gehuld: ze zijn vrienden.De Titaantjes zijn in één jas gehuld: ze zijn vrienden.De Titaantjes zijn in één jas gehuld: ze zijn vrienden.De Titaantjes zijn in één jas gehuld: ze zijn vrienden.
L U I D I E Z I C H T E S A P P E L M A A K T E N
De Titaantjes zijn in één jas gehuld: ze zijn vrienden.De Titaantjes zijn in één jas gehuld: ze zijn vrienden.De Titaantjes zijn in één jas gehuld: ze zijn vrienden.De Titaantjes zijn in één jas gehuld: ze zijn vrienden.De Titaantjes zijn in één jas gehuld: ze zijn vrienden.
84 85
(een vondst van Swarte).
De illustratieszijn metaforen
van verlangens,van iets moois
In Titaantjes
G I G G E L D E N
had Bavink het vaakover zijn vriendin,
vooral als er koeienin het weiland stonden.
In de illustratie toverende schaduwen
van een grote boomvlekken op Lien’s gezicht
zodat ze op een koe lijkt
T A S C H J E
dat nooit zal komen.
86 87
H I J W A S G E S J O C H T E N E R D A N O O I T
Zijn vriend Bekker wilde op den duur op de hei een stukje land bewerken. Swarte zag hem in dat weidse landschap terwijl hij met een schop God aan het opgraven was, overi-gens tot beider verrassing.
88 89
De God van Nederland vertoonde zich in de gedaante van een zich haastende kan-toorklerk, die zich soms een kolombijntje9 kon veroorloven. Dat beeld zagen de vrienden in de, naar horen zeggen, idealistische commune van Van Eeden, die
geen stand hield. De God van Nederland vertoonde zich in de gedaante van een zich haastende kantoorklerk, die zich soms een kolombijn-tje9 kon veroorloven. Dat beeld zagen de vrienden in de, naar ho-ren zeggen, idealistische commune van Van Eeden, die geen stand
hield. De God van Nederland vertoonde zich in de gedaan-te van een zich haastende kantoorklerk, die zich soms een kolombijntje9 kon veroorloven. Dat beeld zagen de vrien-den in de, naar horen zeggen, idealistische commune van Van Eeden, die geen stand hield. De God van Nederland vertoonde zich in de gedaante van een zich haas-tende kantoorklerk, die zich soms een kolombijn-tje9 kon veroorloven. Dat beeld zagen de vrienden in de, naar horen zeggen, idealistische commu-ne van Van Eeden, die geen stand hield. De God van Nederland vertoonde zich in de gedaan-te van een zich haastende kantoorklerk, die zich soms een kolombijntje9 kon veroorloven. Dat beeld zagen de vrienden in de, naar ho-ren zeggen, idealistische commune van Van Eeden, die geen stand hield. De God van Ne-derland vertoonde zich in de gedaante van een zich haastende kantoorklerk, die zich soms een kolombijntje9 kon veroor-loven. Dat beeld zagen de vrienden in de, naar horen zeggen, idealistische commu-ne van Van Eeden, die geen stand hield.
J I J D E N J O U W D E N
90 91
Z O O L B E S L A G A R M O E D Z A A I E R S
zomernachten stonden wetegen
’t hek Oosterpark te leunen
honderduit boomen… Dikwijls waren
we ook minder spraakzaam. rand
’t trottoir zaten we tot twaalven,
maar op straatsteenen, en waren
weemoedig en tuurden naar klinkers,
en van klinkers naar sterren.”
“Heele
van ’t en
te
na
zoo de
de de
C O N V E R S E R E N M E T M ’ N D I N G E T J E S
lang
Aan de
van
de
92 93
9594
“Bekker liep maanden lang iederen morgen over de Sarphatistraat waar hij niets te ma-ken had. Hij hield van een schoolmeisje van een jaar of zeventien en liep vijftig pas ach-ter haar aan de overzij van de straat en keek naar haar...
S C H A R R E L P A R T I J
Hij heeft nooit geweten hoe zij heette, nooit een woord met haar gesproken.”
R O O M H O R E N T J E
96 97
D E N T A P P E R S P O E L K O M
98 99
O R D I N A I R V O L K S V O E D S E L
100 101
W E R T I W A T T I
102 103
H I E L T I H A T T E M
104
U I T V R E T E R
105
H O O F D S T U K
De kijker en de lezer. Met andere woorden U,
die Nescio leest en bekijkt, en met U vele anderen.
J O N G M E N S C H
107
108
Wie zijt gij?
U N I F O R M P E T G E D O N D E R J A A G
109
110 111
Waar komt gij vandaan?
A L S – I I N D E R E G E N N A A R H U I S M O E S T
112 113
’ T G E S P R E K H O K T E W A T
Hoe oud zijt gij?
22 posities van het hoofd van De Uitvreter, die al bladerend in beweging komen.
114 115
S C H R I J F M A C H I N E T W E E D E H A N D S C H
Ik weet het niet en wil het niet weten. Als het belangrijk was zou er al lang onderzoek naar zijn gedaan door statistici. Maar veel schiet je er niet mee op, beter: helemaal niets. Ze-ker is dat deze lezers horen bij de wereld die Nescio en Swarte ons tonen, dat ze zich goed en kwaad gedragen, dat ze dader of slachtof-fer zijn, dat ze saai of juist energiek en dyna-misch zijn. Met volle of lege hoofden. Ze zijn er bij deze schrijver en bij deze tekenaar vol-op en het doet er niet toe of Nescio zijn ver-halen gedurende de eerste decennia van de vorige eeuw schreef en dat Joost Swarte be-gon te tekenen en te publiceren rond l970. Beiden zullen actueel blijven. Het lijkt me goed dat de middelbare scholen op het werk van deze twee kunstenaars het stem p e l
‘ver p l ic h t’
ze t t e n.
116
U I T V R E T E R
117
U I T V R E T E R
118
U I T V R E T E R
119
H O O F D S T U K
De kijker en de lezer van dit boekje tenslotte, zijn mensen die Nescio en Swarte misschien nog
moeten ontdekken, die hier op een bijzondere manier in aanraking komen met het Dichtertje, de Titaantjes
en De Uitvreter. Bijzonder, omdat het boekje lijkt op een van de duizenden publicaties van de Franse uitgeverij Gallimard met de overbekende, klassiek
geworden omslagen, een metafoor, zo lijkt het, voor de grote literaire wereld. De ontwerpsters
vonden dat het er zo moest uitzien:
K A K M A D A M
121
123
K A N T O O R H E E R
Inhoud
Van Naar
Tekst
Tussen Regels
Beeld
Scherpte Diepte
Ontwerp
Punt Komma
124
U I T V R E T E R
125
U I T V R E T E RH O O F D S T U K
126 127
U I T V R E T E RK O P J E
128
U I T V R E T E R
129
H O O F D S T U K
131
Z O T
132 133
D R O P P E L S V U L L I S
134 135
W E N S C H D R O G E F I J N T J E S
136 137
Z O O ’ N B R O K K I E B R O O D B E T R E K K I N K J E
138 139
E E N F L I N K K O U D J E W I N D
140 141
B E D E K S E L S V E R T E T J E S
142 143
I K H E B Z ’ N K A C H E L T J E K A D U U K G E S T O O K T
144
Z I E Z O O
Dit boekje is uitgegeven naar aanleiding van de voordracht Nescio in woord en beeld door Joost Swarte. Deze voordracht vond plaats op 29 septem-ber 2006 tijdens Op de vloer bij in de drukkerij van Lenoirschuring, Amstelveen.
Dit boekje is niet in de boekhandel verkrijgbaar. Gedrukte exemplaren worden, zolang de voorraad strekt, als relatiegeschenk uitgereikt door de auteurs, ontwerpers en drukker. Als pdf is het beschikbaar op www.druklenoirschuring.com.