INRI - Christus Koning (C)

Post on 08-Jul-2015

478 views 1 download

description

Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de christus koningviering (C) in 2013 op Ten Bos (Sint Amanduskerk Erembodegem) De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html

Transcript of INRI - Christus Koning (C)

Wij mogen sprekend op God lijken.

Hij brengt ons samen in een kring,

waar wij elkaar de handen reiken:

de laatste wordt steeds eersteling.

De rollen zijn ons voorgeschreven:

de koning komt als één die dient

om machtigen de les te lezen,

de armen delen in de winst.

Wij scholen samen rond de schriften:

de weg wordt vóór ons uitgelegd.

Woorden doorbreken onze driften;

mens Gods, uit duister opgedregd.

Vermenigvuldig dan de vreugde

waarmee gij rijk gezegend zijt

om in de wereld te getuigen

van liefde en goedgunstigheid.(Abma Henk / Biesbrouck Peter)

A a n b i d t e n d a n k t d e K o n i n g s z o o n ,

d i e i n d e w e r e l d k w a m ,

e n a l d e z o n d e n v a n z i j n v o l k

g e h o o r z a a m o p z i c h n a m .

N u n o d i g t H i j z i j n b r o e d e r s u i t

o p ' t g r o t e k o n i n g s f e e s t

E n w a a r H i j l e e f t a a n V a d e r s h a n d ,

d a a r h e e r s t e e n g o e d e G e e s t .

Str

oux

W. / 16

de eeuw

De vorsten dwingen ons tot

volgzaamheid

en noemen zich daarom

weldoende mensen.

Zij geven brood

in ruil voor zwijgzaamheid,

buigen de wereld naar hun eigen wensen.

Zij gaan de weg van ongerechtigheid,

hun zucht naar macht

is altijd zonder grenzen. (va

n O

pb

erg

en

Ja

n / 'Z

o v

rie

nd

elij

k e

n v

eili

g a

ls h

et lic

ht‘)

Zo mag het onder ons niet langer zijn.

Wij zullen al wat klein is, zoeken dienen.

Wij die uit naam van God geroepen zijn

steeds op te komen voor de ongezienen,

voor alwie leeft in armoe en in pijn.

Zo laat ons verder heersen

door te dienen.

[Vg]

Wij geloven in het evangelie van Jezus,

in zijn woorden en daden,

in zijn trouw tegenover God en de mensen.

Geloofsbelevenis

[Al.]

Wij vertrouwen er op dat in Hem

God-met-ons gesproken heeft,

ons lief en leed van dichtbij delend,

met ons meevoelend als weggenoot

in goede en kwade dagen.

[Vg.]

Wij geloven

in zijn evangelie van gemeenschap,

in zijn verhalen

over Gods verbond met ons.

[Al.]

Wij hebben vertrouwen in zijn idealen

van liefde en gedeeld leven,

van verbondenheid en eenwording,

van vrede en vrijheid

voor alle mensen op aarde.

[Vg.]

Hij bleef zijn idealen trouw

ook toen zelfgenoegzamen

zijn oproep tot gemeenschap afwezen.

Zijn trouw was sterker dan de dood

waarmee ze Hem

het zwijgen wilden opleggen.

[Al.]

Wij geloven dat zijn keuze voor mensen

totaal was,

dat Hij zichzelf niet ontzag

om voor anderen

leven en vrijheid mogelijk te maken.

[Vg.]

En dat Hij daarom leeft.

Met Hem geloven wij ook

dat wie zijn leven ter beschikking stelt,

leven zal vinden.

[Al.]

Wij vertrouwen erop

dat er ook voor ons toekomst zal zijn

als wij doen wat Hij gedaan heeft.

Wij geloven

in een nieuwe hemel en een nieuwe aarde,

waarin Hij,

die ons tot leven riep,

voorgoed ons aller vrede wil zijn.

Nada te turbe, nada te espante:

quien a Dios tienne nada te falta

Nada te turbe, nada te espante:

só lo Dios basta.

Laat niets je verontrusten,

laat niets je beangstigen.

Wie God heeft, ontbreekt niets,

God alleen is genoeg

(Thersia van Avilla / Taizé)

Tekens van leven ons gegeven,

mensen die houden van elkaar.

Doornen tot bloedens toe vergeven,

God zijt Gij hier of zijt Gij daar ?

Woon toch voorgoed hier in ons midden

en draag ons als de dood ons dreigt.

Wees in de vroegte zelf ons bidden,

Vader die naar ons roepen nijgt.

4. Brood ons gegeven, wijn geschonken,

Woord dat naar eeuwig leven geurt.

Water bewandeld, niet gezonken,

wat niet gebeuren kan gebeurt.

Kalende akkers vol van koren,

en pijn die toch naar vreugde smaakt.

Grijzende mensen nieuw geboren,

een hand die onze dorheid raakt.

(Oomen Antoine)

(Vg.)

Wij danken Jou, God,

voor mensen die kunnen delen

om anderen

een menswaardig bestaan te verzekeren,

voor hen die hun huis gastvrij openstellen.

Rond de tafel

(Al.)

Wij danken Jou, God,

voor mensen die kunnen luisteren

naar het leed van anderen,

die wonden genezen

door de pijn te helpen dragen;

voor mensen die kunnen troosten.

(Vg.)

Wij danken Jou, God,

voor mensen die rust en stilte brengen,

die oog hebben voor kleine dingen,

die zich verheugen

in de grootheid van anderen.

(Al.)

Wij danken Jou, God,

voor mensen

die hongeren naar gerechtigheid,

die lijden omwille van het onrecht

dat anderen wordt aangedaan.

(Vg.)

Wij danken Jou, God,

voor mensen die mild zijn in hun oordeel,

die eerbied hebben voor het leven,

die hun hart openen

voor vergeving en verzoening.

(Al.)

Wij danken Jou, God,

voor mensen die zuiver zijn in hun bedoelingen,

die oprecht zijn in hun woorden,

die trouw blijven aan hun vrienden.

(Pr.)

Wij danken Jou, God,

voor mensen die mild zijn in hun oordeel,

die eerbied hebben voor het leven,

die hun hart openen

voor vergeving en verzoening.

(Pr.)

Geen andere zekerheid is ons gegeven,

Heer God,

dan op weg te zijn naar Jou.

(Al.)

Ons zoeken naar Jou

maakt ons tot een volk onderweg.

Mensen die verdwalen worden toegesproken

door Jezus, Jouw Zoon,

die de Weg, de Waarheid en het Leven is.

En als wij ons nestelen

in onze zelfgenoegzaamheid,

Heer, roep ons dan weer op.[rechtstaan]

(Vg) Toen Jezus die laatste avond

met zijn vrienden aan tafel zat

Wij bidden Jou, Heer God:

stuur ons op weg

in de geest van Jezus, Jouw Zoon:

dat wij nieuwe wegen van goedheid banen,

paden van gerechtigheid en onderlinge vrede;

dat wij het leven leefbaar maken

en het puin ruimen van ons egoïsme.

(Al.)

Doe onder ons profeten opstaan

die het vuur van Jouw goedheid brandend houden,

die Jouw licht laten stralen,

ook in donkere momenten van ons leven.

Door Hem en met Hem en in Hem

zal Jouw naam geprezen zijn, Heer onze God,

die ons doet leven dank zij Jouw Geest,

hier en nu en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

(Vg.)

Moge Gods hartelijk koninkrijk

zo onder ons groeien.

Daarvoor mogen we bidden :

Onze Vader verborgen,

uw Naam worde zichtbaar in ons,

uw koninkrijk kome op aarde

uw wil geschiede, een wereld

met bomen tot in de hemel,

waar water schoonheid en brood

gerechtigheid is en genade -

waar vrede niet hoeft bevochten,

waar troost en vergeving is

en mensen spreken als mensen

waar kinderen helder en jong zijn,

dieren niet worden gepijnigd

nooit één mens meer gemarteld,

niet één mens meer geknecht.

Doof de hel in ons hoofd

leg uw hand op ons hart

breek het ijzer met handen

breek de macht van het kwaad.

Van U is de toekomst

kome wat komt.

(Oosterhuis Huub / Löwenthal Tom)

Vrede voor jou,

Vrede voor jou,

Vrede voor jou,

(Tom Löwenthal

Wat al eeuwen is verteld,

waar wij ook van dromen,

wat door velen is voorspeld,

gaat dat nog eens komen?

Wanneer eindigt toch de nacht,

komt de tijd door ons verwacht,

breekt het licht zich baan,

vangt de Vrede aan?

God, wanneer, ja wanneer

gaan de tijden keren

en zult U regeren?

Wanneer komt de dood niet meer

telkens tussenbeide,

liggen leeuw en bokje neer

aan elkanders zijde,

spelen kind'ren met een slang,

is geen mens en dier meer bang,

wordt het leven waar

voor en met elkaar?

God, wanneer, ja wanneer

gaan de tijden keren

en zult U regeren?

(On

be

ke

nd

/ 'Mid

de

n in

de

win

tern

ach

t‘)