Immunologie Samenvatting

De barrières tegen infecties1. Fysieke barrière (epitheel)2. Niet-specifieke afweer – maakt geen/weinig onderscheid tussen pathogenen

>95 % biomassa heeft alleen niet-specifieke afweer3. Specifieke afweer – reageert op bepaalde antigenen

De specifieke afweer komt in actie wanneer de niet-specifieke afweer pathogenen niet snel genoeg kan opruimen (als ontsteking te lang duurt en/of te sterk wordt)

Immuunreacties

Skin & Mucous membranes rapidly regenerating surfaces, peristaltic movement, mucociliary escalator, vomiting, flow of urine/tears, coughing

Cellular and humoral defenceslysosyme, sebaceous/mucous secretions, stomach acid, commensal organisms, complement proteins, phagocytosis, NK cells

Cellular and humoral defencesAntibodies, cytokines, T helper cells,cytotoxic T cells

Innate Immuun ReactiesInbuilt immunity to resist infection• Present from birth• Not antigen-specific• Not enhanced by second exposure• Has no memory• Uses cellular and humoral components

Also involved in the triggering and amplification of adaptive immune responses

Adaptive Immuun ReactiesImmunity established to adapt to infection • Learnt by experience• Confers pathogen-specific immunity• Enhanced by second exposure• Has memory• Uses cellular and humoral components• Is poorly effective without innate immunity

Antibodies reflect infections to which an individual has been exposed- diagnostic for infection

Immuunsysteem en ziekten• Actieve immunisatie

– Natuurlijk– Kunstmatig (vaccinatie)

• Passieve immunisatie– Injectie antistoffen– Via placenta naar kind: natuurlijke passieve immunisatie

• Monoclonale antilichamen– Gemaakt door een celkloon (hybridoma)

• Verstoorde afweer– Allergie– Autoimmuniteit– Immuundeficiëntie

TLRs and their ligands

Percentage Leukocyten:- Neutrofiel 40-75 %- Eosinofiel 1-6 %- Basofiel <1 %- Monocyte 2-10 %- Lymphocyte 20-50 %