Post on 10-Mar-2016
description
1
2
3
1 VCA en wetgeving
1.1 Inleiding
VOL-VCA Welkom bij de cursus: Veiligheid voor Operationeel
Leidinggevenden VCA. In deze cursus wordt u opgeleid
voor het VOL-VCA diploma. Om dit diploma te halen
doet u mee aan een examen. Dit examen bestaat uit 70
meerkeuzevragen. Om te slagen moet u hiervan minimaal
49 vragen goed beantwoorden. Dit examen moet afgelegd
worden bij een door het SSVV erkende exameninstelling.
1.1 Inleiding
1.2 Wat is VCA?
1.3 Veiligheidspaspoort
1.4 V&G Wetgeving
1.5 Uitzendwerk
1.6 Taken rechten en plichten
1.7 Overheidsinspectiedienst Veiligheid en Gezondheid
1.8 Werkplekinspecties
1.9 Samenvatting
1.10 Zelftoets
4
De cursus bestaat uit 9 hoofdstukken. Elk hoofdstuk
wordt afgesloten met een zelftoets. Heeft u voor deze
zelftoets een voldoende, dan kunt u starten met het vol-
gende hoofdstuk. Dit is weergegeven op de pagina 8. Zo
werkt u de eerste acht hoofdstukken door. In het laatste
hoofdstuk staat een oefenexamen met vragen uit oude
examens. Wanneer u alle zelftoetsen gemaakt heeft en
voldoende resultaten voor het oefenexamen dan bent u
klaar om het VOL-VCA-examen te doen.
Planning Studeren gaat het meest efficiënt wanneer u voor u zelf
doelen stelt. Begin daarom met een planning te maken.
Zet in het schema op pagina 8 wanneer u denkt klaar te
zijn met het betreffende hoofdstuk. Ieder mens leert an-
ders, maar als richtlijn kunt u rekenen op 2 uur studie per
hoofdstuk. Als een hoofdstuk en de bijbehorende zelf-
toets voldoende is dan vinkt u het laatste vakje af. Zo
houdt u een goed overzicht over de voortgang van uw
cursus.
1.2 Wat is VCA?
VCA certificering Het spreekt voor zich dat mensen op een veilige en
gezonde manier hun werk moeten kunnen doen. Bij het
uitvoeren van werkzaamheden is er daarom steeds meer
aandacht voor veiligheid. Om bedrijven hier aan te toet-
sen is de VCA-certificering ingevoerd.
5
VCA staat voor:
● VGM
(veiligheid, gezondheid en milieu)
● Checklist
● Aannemers
Veiligheidssysteem De VCA-certificering bestaat o.a. uit een vragenlijst die
gebruikt wordt als doorlichtings- en screeningssysteem
voor aannemers. Onder aannemers worden bedrijven ver-
staan die voor en bij anderen (opdrachtgevers) werk-
zaamheden verrichten. VCA is een compleet systeem
waarmee het dienstverlenend bedrijf kan aantonen dat er
bij het uitvoeren van werkzaamheden voldoende aan-
dacht is voor veiligheid, gezondheid en milieu. Een der-
gelijk systeem noemen we een veiligheidsmanagement-
systeem. Het doel van de VCA-certificatie is het voor-
komen van incidenten. Een incident is een ongeval met of
zonder schade of letsel.
6
De VCA-certificatie is bedoeld voor bedrijven die hun
medewerkers risicovolle werkzaamheden of werkzaam-
heden in risicovolle omgevingen laten uitvoeren zoals we
die tegen komen in fabrieken, installaties en de bouw.
Afhankelijk van het soort bedrijf zijn er drie niveau’s van
VCA-certificatie:
● VCA* (één ster) is gericht op directe VGM-zorg bij
activiteiten op de werkvloer.
● VCA** : Bovenop de eisen van VCA* worden ook
de veiligheidsstructuren en –systemen binnen het
bedrijf beoordeeld.
● VCA Petrochemie: Voor bedrijven die risicovolle
werkzaamheden in de petrochemie / petrochemische
industrie uitvoeren gelden de hoogste eisen als aan-
vulling op VCA**.
Diploma’s In toenemende mate eisen bedrijven van onderaannemers
dat deze VCA gecertificeerd zijn. Hiermee toont het
dienstverlenend bedrijf aan, dat het conform de VCA-
regels aan VGM-beheersing doet. Een onderdeel van de-
ze certificering is dat alle betrokkenen beschikken over
een VCA-diploma. Dit zijn:
● Voor uitvoerenden:
Basisveiligheid (B-VCA).
● Voor uitzendbureaus:
Veiligheid gezondheid Checklist Uitzendorganisa-
ties (VCU).
7
● Voor opdrachtgevers:
Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Op-
drachtgevers (VCO).
● Voor leidinggevenden:
Veiligheid voor Operationeel Leidinggevenden
(VOL-VCA).
VCU-certificatie
Uitzendbureau Van uitzendbureaus wordt in toenemende mate verwacht
dat zij hun uitzendkrachten goed voorlichten op het ge-
bied van veiligheid en gezondheid. VCU is de afkorting
voor “Veiligheid en gezondheid Checklist Uitzendorga-
nisaties”. De VCU-checklist zet de VCA-regels voor een
uitzendbureau op een rijtje. Een VCU-gecertificeerde
uitzendorganisatie kan aantonen dat hij het proces van ter
beschikkingstellen van uitzendkrachten m.b.t. veiligheid
en gezondheid op het werk, beheerst.
VCO-certificatie
Opdrachtgever Ook de opdrachtgever heeft een grote rol op het gebied
van veiligheid, gezondheid en milieu. Om dit aan te to-
nen kan de opdrachtgever zich VCO laten certificeren.
VCO staat voor: “Veiligheid, gezondheid en milieu
Checklist Opdrachtgevers”. Het doel van een de VCO-
certificering is dat de opdrachtgever zorgt voor de juiste
voorwaarden en omstandigheden. Op deze manier kun-
nen VCA gecertificeerde bedrijven en uitzendkrachten
die zijn uitgezonden door een VCU-gecertificeerd uit-
zendbureau op zijn terrein veilig werken.
8
Leidinggevende Deze cursus behandelt de stof voor leidinggevenden:
VOL-VCA.
1.3 Veiligheidspaspoort en opleidingen
Veiligheidspaspoort Vooral veel bedrijven in de (petro)chemie werken met
een veiligheidspaspoort. Dit is een persoonlijk groen
boekje dat de medewerker bij zich draagt, waarin de ge-
volgde opleidingen, trainingen en de medische geschikt-
heid zoals inentingen worden vermeld. De werkgever
heeft een procedure opgesteld om er voor te zorgen dat
het paspoort correct en tijdig wordt ingevuld. Wanneer u
een veiligheidspaspoort heeft zal ook deze opleiding
VOL-VCA hierop worden ingevuld.
Opleidingen Sommige werkzaamheden zijn zo risicovol dat een
gedegen opleiding noodzakelijk is. Om deze reden heeft
de Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (SSVV) voor
een aantal activiteiten een opleiding en examen verplicht
gesteld. De SSVV is de uitvinder en de beheerder van het
VCA-systeem. Deze opleidingen staan vermeld in de
SSVV Opleidingengids. Het examen dient afgelegd te
worden bij een door de SSVV erkend examencentrum.
Voorbeelden zijn:
● Werken met de vorkheftruck.
● Werken met een verreiker.
● Werken met een hoogwerker.
● Werken aan lagedrukflenzen.
9
● Werken als buitenwacht (besloten ruimten).
● Verplaatsen van lasten.
● Werken met onafhankelijke adembescherming.
● Gasmeten: explosiegevaarlijke stoffen en toxische
(giftige) stoffen en zuurstof.
1.4 V&G Wetgeving
Veiligheid/gezondheid V&G staat voor veiligheid en gezondheid. In
Nederland hebben we dan vooral te maken
met de volgende wetten:
● De Arbeidstijdenwet.
● De Arbowet.
● Europese richtlijnen.
● Milieuwetgeving
Deze wetten zijn overal van toepassing waar gewerkt
wordt.
Arbeidstijdenwet (ATW)
Rusttijden In de arbeidstijdenwet zijn regels opgenomen voor werk-
en rusttijden. Deze wet geldt voor werknemers beneden
een bepaalde salarisgrens. Uitgangspunt van de wet is dat
er moet rekening gehouden worden met de persoonlijke
omstandigheden van de werknemer, zoals zijn zorgtaken
in het gezin en dat er samenhang is met het veiligheids-
en gezondheidsbeleid. In deze wet wordt per leeftijdsca-
tegorie aangegeven wat de maximale werktijd is per dag
en per week. De naleving van de arbeidstijdenwet wordt
10
gecontroleerd door de Overheidsdienst Veiligheid en Ge-
zondheid (de voormalige arbeidsinspectie).
Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)
Ongevallen Elk jaar gebeuren er meer dan 50.000 ongevallen op het
werk waarbij 3224 ernstig gewonden en ongeveer 100
doden vallen. De FNV schat in een rapport uit 2010 dat
door gevolgschade van werkomstandigheden nog eens in
totaal 3000 mensen per jaar overlijden. Je kunt dan den-
ken aan het werken met chemische stoffen, asbest en het
oplopen van infectieziekten (denk aan Q-koorts).
Om de werkomstandigheden op de werkvloer te verbete-
ren geldt in Nederland de Arbowet.
Uitgangspunt Het uitgangspunt van de Arbowet is dat veiligheid een
zaak is van werkgevers en werknemers samen. Om de ar-
beidsomstandigheden voortdurend te verbeteren vindt er
daarom gestructureerd overleg plaats. Gestructureerd wil
zeggen dat de overleggen met een vaste frequentie
plaatsvinden en dat er wordt gewerkt met een agenda
vooraf en een verslag achteraf.
Er vinden twee soorten overleg plaats.
● VGM-bijeenkomsten (toolboxmeetings) waarin sa-
men met de werknemers gekeken wordt hoe ar-
beidsomstandigheden op de werkplek concreet ver-
betert kunnen worden.
● Overleg tussen de werkgever en een werknemers-
vertegenwoordiging. Aan dit overleg nemen de vol-
gende personen deel: werkgever (voorzitter), af-
vaardiging van de werkgevers, afvaardiging van de
11
werknemers en deskundigen (bijvoorbeeld preven-
tieadviseurs).
VGM-bijeenkomsten (toolboxmeetings)
Een VCA-gecertificeerd bedrijf verplicht zichzelf om
minimaal 10 keer per jaar een VGM-bijeenkomst ook wel
toolboxmeeting genaamd te houden. Een toolboxmeeting
is een korte vergadering op de werkplek waarbij de lei-
ding van de afdeling en de operationele medewerkers
aanwezig zijn. In een informele sfeer worden onderwer-
pen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu
besproken. Uitgangspunt is het voorlichten en motiveren
van medewerkers om onveilige handelingen en onveilig
gedrag te voorkomen. Belangrijk is dat op deze manier
iedereen inbreng kan hebben.
Aandachtspunten zijn:
● Maak duidelijke afspraken en leg deze schriftelijk
vast.
● Toets of de boodschap begrepen is.
Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn:
● Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
● Orde en netheid.
● Werkmethodes.
● (Nood)procedures.
● Incidenten en ongevallen.
● Werkplekinpecties.
12
Europese richtlijnen
Er zijn ook Europese richtlijnen voor
het veilig werken. De meeste hiervan
zijn opgenomen in de Nederlandse wet-
geving. Een onderdeel van deze richtlij-
nen is de CE-markering. Alle gereed-
schappen machines en PBM’s die in de
Europese Unie verhandeld worden moeten gekeurd wor-
den en voorzien van een CE-markering. Deze markering
geeft aan dat het product aan de richtlijnen van de EU
voldoet. Je kunt er dan van uitgaan dat het product veilig
is om mee te werken.
Milieuwetgeving
Het doel van de milieuwetgeving is het beschermen van
de mens en het milieu tegen schadelijke effecten van ac-
tiviteiten. Bij activiteiten kun je denken aan, geluidsover-
last of het gebruik van gevaarlijke stoffen. Uitstoot en af-
valstromen dienen beperkt te worden en afvalstoffen
moeten doelmatig en correct verwijderd worden.
Bedrijven en werknemers moeten actief ingrijpen om de
milieubelasting zo klein mogelijk te laten zijn. Dit kan op
de volgende manieren:
● Door het aanpassen van productieprocessen.
● Door zuinig en efficiënt om te springen met energie.
● Door zuinig en efficiënt om te springen met natuur-
lijke hulpbronnen.
13
1.5 Uitzendwerk
Uitzendkrachten Voor uitzendkrachten geldt vanuit de V&G wetgeving
dezelfde bescherming als voor gewone werknemers. De
inlenende onderneming is hiervoor verantwoordelijk.
Deze moet de kandidaat goed instrueren en bijvoorbeeld
zorgen voor persoonlijke beschermingsmiddelen
(PBM’s). Het uitzendbureau verstrekt van te voren de al-
gemene informatie over de taken van de uitzendkracht.
Bij de inlener krijgt de uitzender vervolgens de specifieke
veiligheidsinstructies. Soms moet er worden afgeweken
van de oorspronkelijk afgesproken taken voor de uit-
zendkracht. Dit mag alleen als de uitzendkracht en de uit-
zendende organisatie hierover vooraf worden geïnfor-
meerd en er een omschrijving wordt gegeven van de spe-
cifieke, bijkomende preventiemaatregelen. Ook moet er
afspraken gemaakt worden over wie de uitzendkracht in-
formeert, instructies en beschermingsmiddelen geeft.
Algem. voorlichting De algemene voorlichting die het uitzendbureau in het
kader van de VCU aan de uitzendkracht moet geven is:
● Algemene veiligheids- en gezondheidsregels.
● Algemene voorschriften bij brand en alarm.
● Melding van onveilige handelingen en situaties.
● Wat te doen bij ongevallen tijdens het werk en bij
ongevallen op de weg naar en van het werk
● Gegevens van de uitzendorganisatie (vestiging) en
van de contactpersoon.
● Beleidsverklaring van de uitzendorganisatie.
14
● Noodzaak en gebruiksregels van persoonlijke be-
schermingsmiddelen.
● Sectorspecifieke voorlichting (bv. pictogrammen).
● Informatie over de betreffende werkplek: functie-
eisen, gevaren en beheersmaatregelen.
● Specifieke informatie die door de inlener wordt
aangeleverd.
● Specifieke voorschriften en regels van de inlener.
● Toelichtingen over het vergunningensysteem van de
inlener.
● Overhandigen documentatie.
1.6 Taken rechten en plichten
Samenwerken Werkgevers en werknemers
moeten samenwerken aan zo
goed mogelijke arbeidsom-
standigheden en bescherming
van het milieu.
Dit betekent dat op de werk-
plek:
● Er geen gevaar is voor
de gezondheid.
● Ongevallen worden voorkomen.
● Werknemers worden beschermd tegen seksuele in-
timidatie en agressie.
● Het milieu zoveel mogelijk wordt gespaard.
15
In de Arbowet staan de plichten en rechten van werkge-
vers en werknemers vermeld.
Plichten van de werkgever
De werkgever is verantwoordelijk voor het bevorderen
van de veiligheid en de gezondheid en het welzijn van de
werknemers m.b.t. alle met het werk verbonden aspecten
en voert daarvoor een preventiebeleid, geïntegreerd in het
bedrijfsbeleid.
Uitgangspunten en onderdelen hiervan zijn:
● Plannen van de preventie en de uitvoering van het
beleid vanuit een systeembenadering (opstellen en
uitvoeren van een globaal preventieplan en jaarlijks
actieplan).
● Risico’s worden zoveel mogelijk voorkomen.
● Organiseert overleggen en werkt samen de werk-
nemers (vertegenwoordiging).
● Uitvoeren van een schriftelijke risicoanalyse.
● Coördineert de samenwerking wanneer verschillen-
de werkgevers op één arbeidsplaats samenwerken.
● Moet zorgen dat werkzaamheden niet nadelig zijn
voor de veiligheid en gezondheid van de werkne-
mer.
● Moet gevaren zoveel mogelijk bij de bron bestrij-
den.
● Past arbeidsplaatsen, werkmethoden en arbeidsmid-
delen aan de medewerkers aan.
● Verstrekt beschermingsmiddelen en ziet er op toe
dat ze gebruikt worden.
16
● Vermijdt zoveel mogelijk eentonig en herhalende
werkzaamheden.
● Onthoudt zich van iedere daad van geweld, pesterij-
en of van ongewenst seksueel gedrag op het werk.
● Melding aan de Overheidsinspectiedienst en onder-
zoek van ernstige arbeidsongevallen.
● Zorgen voor een gepast onthaal, voorlichting en in-
structies aan (nieuwe) werknemers.
● Houdt toezicht op de naleving van instructies.
● Neemt maatregelen zodat een werknemer zich bij
noodsituaties snel in veiligheid kan stellen.
● Voert een ziekteverzuimbeleid.
● Geeft voorlichting over de gevaren op het werk en
zorgt voor de juiste opleidingen.
● Registreert incidenten en ongevallen en geeft ern-
stige ongevallen door aan de Overheidsinspectie-
dienst Veiligheid en Gezondheid.
● Stelt een risico-inventarisatie op en evalueert re-
gelmatig.
● Stelt een plan van aanpak op.
● Zorgt dat periodiek werknemers in de gelegenheid
gesteld worden om onderzoek te ondergaan ter
voorkoming en beperking van risico’s voor de ge-
zondheid.
● Organiseert minimaal 10 keer per jaar een toolbox-
meeting.
● Stelt één of meer veiligheidsdeskundigen aan. In-
dien de onderneming intern niet over de nodige
deskundigheid beschikt, huurt de werkgever extern
mensen hiervoor in. Deze deskundigen hebben de
volgende taken:
17
○ Ze staan werkgever en werknemers bij in de
toepassing van de V&G-wetgeving.
○ Ze werken mee aan de risico-inventarisatie en
–evaluatie.
○ Ze werken mee aan ongevallen- en inciden-
tenonderzoek.
○ Ze adviseren en werken samen met de werk-
nemers(vertegenwoordiging).
○ Ze voeren arbeidsgeneeskundige onderzoeken
uit.
○ Ze begeleiden werknemers die door ziekte
niet in staat zijn hun arbeid te verrichten.
○ Ze voeren gezondheidstoezicht uit en stellen
maatregelen voor om gezondheidsschade tij-
dens uitoefenen van het beroep te voorkomen.
○ Ze werken mee aan het voorkomen en tijdig
opsporen van beroepsziekten.
● De werkgever is niet alleen verantwoordelijk om de
risico’s voor de eigen werknemers te beperken maar
moet ook maatregelen nemen ter bescherming van:
○ De werknemers van andere werkgevers die
zich op de werkplek bevinden.
○ Bezoekers, leveranciers, patiënten en omwo-
nenden
Plichten van de operationeel leidinggevende:
● Formuleert voorstellen en adviezen aan de werkge-
ver.
● Onderzoekt ongevallen en incidenten en stelt maat-
regelen voor.
18
● Oefent controle uit op arbeidsmiddelen en persoon-
lijke beschermingsmiddelen.
● Wint advies in van preventiediensten.
● Verifieert of werknemers over vereiste bekwaam-
heid en informatie beschikken.
● Waakt over de naleving van de instructies.
● Controleert dat de werknemers de informatie be-
grijpen en in de praktijk brengen.
● Organiseert het onthaal van de beginnend werkne-
mer en stelt een ervaren werknemer aan voor de be-
geleiding.
● Werkt mee aan risicobeheersing (RIE en TRA).
● Voert veiligheidsinspecties uit.
● Organiseert VGM-bijeenkomsten (toolboxmee-
tings).
19
Plichten van de werknemer:
● Gebruikt gevaarlijke stoffen en arbeidsmiddelen op
de juiste manier.
● Gebruikt en onderhoudt persoonlijke bescher-
mingsmiddelen (PBM's) op de juiste wijze.
● Volgt veiligheidsvoorlichting en toolboxmeetings.
● Draagt op een positieve manier bij aan het veilig-
heidsbeleid.
● Meldt ongevallen en bijna-ongevallen.
● Meldt gevaarlijke of ongezonde situaties direct bij
de leidinggevende.
Werknemers hebben de volgende rechten:
● Recht op inspraak.
● Recht op goede informatie en opleiding.
● Recht op een veilige en gezonde werkomgeving.
● Werkonderbreking: Wanneer werknemers het werk
gevaarlijk vinden hebben zij het recht het werk te
onderbreken onder de volgende voorwaarden:
○ Het gaat om een ernstig gevaar.
○ Er is geen tijd om eerst melding te maken.
○ De werkonderbreking wordt direct aan de lei-
dinggevende gemeld.
○ De Overheidsinspectiedienst moet worden ge-
informeerd.
Bij een gevaarlijke situatie ben je ook verplicht van
dit recht gebruik te maken. Wanneer je dit niet doet
en er volgen ongevallen dan kun je worden beboet.
20
Breng jezelf in veiligheid en neem rekening hou-
dend met je eigen technische kennis maatregelen
om de gevolgen van een dergelijk gevaar te voor-
komen.
Voorlichting en opleiding
Werknemers moeten regelmatig worden voorgelicht en
opgeleid. Dit is verplicht:
● Bij de aanvang van de werkzaamheden (bij wer-
ving, inclusief tijdelijke werknemers).
● Bij overplaatsing of verandering van werk-
post/functie.
● Bij invoering van een nieuw arbeidsmiddel of ver-
andering van een arbeidsmiddel.
● Bij invoering van nieuwe werkprocedés, nieuwe
technologie.
Goede voorlichting is afgestemd op de aard, capaciteiten
en ervaring van de werknemer. De voorlichting moet be-
grijpelijk en praktisch zijn en afgestemd en afgestemd op
de specifieke werkzaamheden.
Verplichte onderdelen van voorlichting en opleiding zijn:
● Veiligheid, gezondheid en welzijn in het algemeen.
● De gevaren op de werkplek en de getroffen maatre-
gelen.
● Voorschriften en regels die de werkgever heeft op-
gesteld.
21
Motivatie Om de motivatie van werknemers te verbeteren kan de
leidinggevende rekening houden met de volgende zaken.
● Tracht zoveel mogelijk inzicht te krijgen in de ge-
aardheid en capaciteiten van uw medewerkers.
● Geef medewerkers geen opdrachten die onder of
boven hun capaciteiten liggen.
● Houd rekening met meningen, voorstellen, wensen
en adviezen van uw medewerkers.
● Laat uw medewerkers weten hoe u over hen denkt,
evenals over hun prestaties op het gebied van vei-
ligheid, gezondheid en milieu.
● Beoordeel uw medewerkers zo objectief mogelijk.
● Zorg er bij corrigerend optreden voor, dat de me-
dewerker niet in zijn waarde als vakman en als
mens wordt aangetast.
● Zorg voor een gezonde dosis zelfkritiek.
● Voorkom emotionele situaties.
● Wees als baas niet bazig.
● Tracht goed te luisteren naar wat een ander u te
zeggen heeft.
● Vertel medewerkers niet alleen hoe zij iets moeten
doen maar ook waarom.
● Geef het goede voorbeeld.
22
23
Voorlichting aan nieuwe medewerkers
Wanneer werknemers voor het eerst bij een bedrijf gaan
werken moeten ze vanzelfsprekend op de hoogte gebracht
worden van de regels. Deze voorlichting bestaat uit een
algemeen deel en een specifiek deel.
Algemene voorlichting
● Algemene veiligheids- en gezondheidsregels in het
bedrijf.
● Algemene voorschriften bij brand en alarm.
● Meldingsprocedure bij (bijna) ongevallen en onvei-
lige situaties.
● De te volgen richtlijnen bij ongeval tijdens of op de
weg van en naar het werk.
● De noodzaak en het gebruik van persoonlijke be-
schermingsmiddelen.
Specifieke voorlichting
● Specifieke gevaren op de werkplek.
● Getroffen maatregelen.
● Specifieke werkplekgebonden veiligheids- en ge-
zondheidsregels.
● Specifieke veiligheids- en gezondheidsregels ge-
bonden aan de installaties, machines en arbeidsmid-
delen.
● Specifieke bedrijfsgebonden gegevens over gevaar-
lijke zones, evacuatiewegen, kantine, sanitair, enz..
24
● Informatie over de in te nemen werkplek (functie-
eisen, gevaren, beheersmaatregelen) op basis van de
informatie van de opdrachtgever.
1.7 Overheidsinspectiedienst Veiligheid en Ge-zondheid
Controle Per 1 januari 2012 maakt de Arbeidsinspectie deel uit van
de Overheidsinspectie-dienst Veiligheid en Gezondheid.
De Overheidsinspectiedienst Veiligheid en Ge-zondheid
controleert of de Arbowet en de arbeidstijdwet door de
bedrijven nageleefd worden. Bij meldingen, klachten,
vergunningaanvragen en ongevallen voert de Overheids-
inspectiedienst Veiligheid en Gezondheid inspecties uit.
Bevoegdheden Deze inspectiedienst heeft de volgende bevoegdheden:
● Ze hebben toegang tot alle gebouwen waar gewerkt
wordt en mogen daar metingen verrichten, foto's
maken, en materialen meenemen.
● Vragen naar een legitimatiebewijs.
● Een eis tot naleving stellen.
● Het werk stil leggen (bij direct gevaar voor werk-
nemers of derden).
● Een bestuurlijke boete opleggen.
● Een proces-verbaal opmaken.
25
De dienst maakt onderscheid tussen:
● Overtredingen.
● Misdrijven of zeer ernstige overtredingen.
Overtreding
Waarschuwing Bij een kleine overtreding kan de Overheidsinspectie-
dienst Veiligheid en Gezondheid een waarschuwing ge-
ven, eventueel samen met een "eis tot naleving". Bij ern-
stiger overtredingen kan de inspectie een boete opleggen.
De werkgever kan tegen deze boete in beroep gaan, maar
dit geeft geen uitstel van de boete. Er wordt een zgn. lik
op stuk beleid gevoerd.
Boete Ook aan werknemers kan een boete worden opgelegd
wanneer zij voorschriften overtreden!
Misdrijf of zeer ernstige overtreding
Misdrijf Wanneer er sprake is van een misdrijf of een zeer
ernstige overtreding dan wordt door de inspecteur een
proces-verbaal opgemaakt en doorgestuurd naar justitie.
Deze kan na beoordeling overgaan tot strafrechtelijke
vervolging.
26
1.8 Werkplekinspecties
Om de veiligheid op de werkplek te bevorderen dienen er
door de leidinggevende regelmatig werkplekinspecties en
veiligheidsobservatierondes uitgevoerd te worden.
Let hierbij op de volgende zaken:
● Trek er voldoende tijd voor uit (circa 30 minuten).
● Maak duidelijk aan de medewerkers wat de bedoe-
ling is.
● Observeer 1 persoon, nooit een gehele groep tege-
lijk.
● Het is een regelmatige en geen occasionele taak van
de leidinggevende (elke leidinggevende minimaal
eenmaal per maand).
● Observeer bij voorkeur met twee personen, maxi-
maal met drie personen.
● Voorkom verstoring van de werkzaamheden, loop
de medewerkers niet voor de voeten.
27
● Observeer de werkzaamheden en let vooral op de
VGM-aspecten.
● Controleer of de procedures en voorschriften wor-
den opgevolgd.
● Uw aanwezigheid leidt tot reacties, wanneer dit
averechts werkt, dient u dit op een later tijdstip sa-
men met de betrokkene te bespreken.
● Wanneer uw aanwezigheid de werkaanpak veran-
dert, ga er op in.
● Maak notities.
● Kijk niet alleen, maar luister, interview, geef advie-
zen en maak afspraken.
● Informeer de betrokkene over positieve en negatie-
ve veiligheidsaspecten van het geconstateerde.
● Corrigeer op een zodanige manier dat die positief is
voor de motivatie van de medewerkers.
● Geef aandacht aan incidenten die hebben plaatsge-
vonden.
● Communiceer op een zodanige manier dat de me-
dewerker in zijn waarde wordt gelaten.
Onderwerpen Bij de werkplekinspectie en observatieronde kun je je op
de volgende onderwerpen richten:
● Collectieve beschermingsmiddelen.
● Persoonlijke beschermingsmiddelen.
● Opstelling (plaats) van medewerkers t.o.v. elkaar.
● Handelingen van medewerkers.
● Middelen: machines, gereedschap en apparatuur.
● Orde en netheid.
28
● Toepassen van procedures.
Rapportage Maak van de werkplekinspectie en observatieronde een
rapport en beschrijf de volgende zaken:
● Is veilig werken en gedrag gemakke-
lijk/moeilijk/onmogelijk?
● Waren observator en geobserveerde het eens over
veilig werken en gedrag?
● Welke acties genomen worden.
● Welke personen/diensten verantwoordelijk zijn
voor deze actie.
● Welke personen/diensten verantwoordelijk zijn
voor het opvolgen van deze actie.
29
1.9 Samenvatting
VCA staat voor VGM (veiligheid, gezondheid en milieu) Checklist
Aannemers. Een bedrijf dat VCA gecertificeerd is kan aantonen dat
het bij werkzaamheden voldoende aandacht besteedt aan veiligheid,
gezondheid en milieu. Het diploma Veiligheid voor Operationeel Lei-
dinggevenden VCA is een onderdeel van deze certificering.
In de Arbeidstijdenwet staan regels m.b.t. werk- en rusttijden.
In de Arbowet staan de rechten en de plichten van werknemers en
werkgevers op het gebied van veiligheid gezondheid en arbeidsom-
standigheden. Werknemers en werkgevers moeten hierbij samen-
werken.
Naast de Arbeidstijdenwet en de Arbowet hebben we ook te maken
met Europese regels. Een belangrijk onderdeel hiervan is de CE-
markering. Alle machines en gereedschappen die in de Europese
Unie gebruikt worden, moeten gekeurd worden op het gebied van
veiligheid. Deze goedkeuring wordt weergegeven door de CE-
markering.
De Overheidsdienst Veiligheid en Gezondheid (de voormalige Ar-
beidsinspectie) controleert of de Arbowet en de Arbeidstijdenwet
wordt nageleefd. Bij het overtreden van de regels kan deze over-
heidsdienst zowel aan werkgevers en werknemers sancties opleg-
gen.
30
Milieuwetgeving dient om mens en omgeving te beschermen tegen
schadelijke activiteiten zoals geluidsoverlast en het gebruik van ge-
vaarlijk stoffen. Bedrijven moeten actief ingrijpen om de doelen
van de milieuwetgeving te bereiken.
Uitzendkrachten genieten dezelfde bescherming als gewone werk-
nemers. Het uitzendbureau is verantwoordelijk voor de algemene
voorlichting van de uitzendkracht. De inlener is verantwoordelijk
voor de specifieke voorlichting.
In een bedrijf dat VCA-gecertificeerd is, werken werkgever en
werknemers samen aan de VGM-doelstellingen. Hiervoor voeren zo
op regelmatige basis overleg in werkgever- en werknemersoverleg
en tijdens toolboxmeetings. Ook worden er door de leidinggevende
regelmatig werkplekinspecties gehouden om de veiligheid te verbe-
teren.
31
32