het slotwoord

Post on 27-Jan-2017

106 views 0 download

Transcript of het slotwoord

1

1 Gedenk dan uw Schepper in uw jongelingsjaren...

9 Verheug u, o jongeling, in uw jeugd, en uw hart zij vrolijk in uw jongelingsjaren; ja, volg de lust van uw hart...Prediker 11

2

1 Gedenk dan uw Schepper ...

lett. Scheppers

3

1 Gedenk dan uw Scheppers ...

6... voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, UIT wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, DOOR wie alle dingen zijn...1Korinthe 8

4

1 ... voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen, waarvan gij zegt: Ik heb daarin geen behagen;

5

2 voordat de zon verduisterd wordt evenals het licht en de maan en de sterren en de wolken na de regen wederkeren;

6

3 op de dag, dat de wachters van het huis beven...

lett. vasthouders

7

3 ... en de sterke mannen zich krommen...

8

3 ... en de maalsters ophouden, omdat haar aantal gering geworden is...

9

3 ... en zij, die uit de vensters zien, hun glans verliezen,

10

4 en de deuren naar de straat gesloten worden...

11

4 ... als het geluid van de molen verzwakt...

lett. het (ver)malen

12

4 ... en de stem hoog wordt als die van een vogel...

lett. ...en men opstaat op het geluid van de vogel

13

4 ... en alle tonen gedempt worden;

lett. ... en alle dochters van het lied neerbuigen

14

5 op de dag, dat men ook vreest voor de hoogte...

15

5 ... en er verschrikkingen op de weg zijn...

16

5 ... de amandelboom bloeit...

17

5 ... de sprinkhaan zich voortsleept ...

18

5 ... en de kapperbes niet meer helpt –

St. vert. ... en dat de lust zal vergaan

19

5 – want de mens gaat naar zijn eeuwig huis en de rouwklagers gaan rond op de straat –;

20

6 voordat het zilveren koord losgemaakt en de gouden lamp verbroken wordt...

21

6 ... voordat de kruik bij de bron verbrijzeld en het scheprad in de put verbroken wordt,

22

7 en het stof wederkeert tot de aarde, zoals het geweest is, en de geest wederkeert tot God, die hem geschonken heeft.

23

7 En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.Genesis 2

24

25

levensadem/geest

stof

levendeziel

26

levendeziel

27

levendeziel

levensadem/geest

stof

8 IJdelheid der ijdelheden, zegt de Prediker, alles is ijdelheid!

28

9 En behalve dat Prediker...

> verzamelaar, samensteller

29

9 En behalve dat Prediker wijs geweest is...

> goochem

30

29 En God gaf Salomo wijsheid en zeer veel verstand en een begrip, zo wijd als het zand aan de oever der zee, 30 zodat de wijsheid van Salomo groter was dan die van allen uit het Oosten, en dan al de wijsheid van Egypte...

1Koningen 4

31

9 ... heeft hij het volk in kennis onderwezen; en hij overwoog en onderzocht, hij stelde vele spreuken op.

32 Hij sprak immers drieduizend spreuken, en liederen van hem waren er duizend vijf.

1Koningen 4

32

10 Prediker zocht welgevallige woorden te vinden, een oprecht geschrift, betrouwbare woorden.

33

11 De woorden der wijzen zijn als prikkelen...

34

11 ... als ingeslagen nagelen zijn de verzamelingen daarvan; gegeven zijn zij door één herder.

lett. beheerders der verzamelingen

35

12 En overigens, mijn zoon, wees gewaarschuwd; er is geen einde aan het maken van veel boeken en veel doorvorsen is afmatting voor het lichaam.

36

13 Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God...

= de GOD

37

13 Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God...

14 Ik heb ingezien, dat al wat God doet, voor eeuwig is; daaraan kan men NIET TOEDOEN en daarvan kan men NIET AFDOEN; en [de] GOD doet het, OPDAT MEN VOOR ZIJN AANGEZICHT VREZE.Prediker 3

38

13 ... en onderhoud zijn geboden...

= bewaar

21 ...bewaar ze diep in uw hart.Spreuken 4

39

13 ... want dit geldt voor alle mensen.

lett. dit zal heel de mensheid!

40

8 De ganse aarde vreze (lett. ZAL VREZEN!) voor de HERE, al de bewoners der wereld moeten (lett. ZULLEN!) voor Hem ontzag hebben. 9 Want Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er. Psalm 33

41

14 Want God zal elke daad doen komen in het gericht over al het verborgene, hetzij goed, hetzij kwaad.

42