Post on 27-Sep-2020
IK ONDERNEEMEureka! Ik ondErnEEm
Vak Project Algemene VakkenIn samenwerking met Centrum voor Ondernemen
Huisstijlhandboek 8
cmyk 0/60/100/0
rgb 255/82/29
pantone 021 U
06CENTRUM VOOR ONDERNEMEN
Het Centrum voor Ondernemen heeft een eigen logo en kleur. Dit kleur isenkel van toepassing voor het Centrum voor Ondernemen.
eureka!
leerkrachtenbundel
Eureka! Ik ondErnEEm
Vak Project Algemene VakkenIn samenwerking met Centrum voor Ondernemen
Huisstijlhandboek 8
cmyk 0/60/100/0
rgb 255/82/29
pantone 021 U
06CENTRUM VOOR ONDERNEMEN
Het Centrum voor Ondernemen heeft een eigen logo en kleur. Dit kleur isenkel van toepassing voor het Centrum voor Ondernemen.
2 3
Inhoudstafel
Thema
Opbouw bundel
Opbouw handleiding
Partners
Inleiding
Eureka! Ik heb een idee
Eureka! Ik weet wat het betekent
Eureka! Oefening baart ...
Eureka! Wat levert het op?
Eureka! Eureka!
Eureka! Ik onderneem
THEMA: DOEL EN DOELGROEP
Deze bundel staat in het teken van het thema ondernemen. “Ondernemer-schap”, en in het bijzonder duurzaam ondernemen, is een term die je regel-matig in de media tegenkomt. “Ondernemen” is een heel brede term en kan verschillende kanten uitgaan.
Definitie ondernemingszin Unizo:
“Ondernemingszin is het gecombineerde vermogen tot zelfsturen en creativiteit. Ondernemingszin houdt in dat men zichzelf doelen kan stellen (bijvoorbeeld het scheppen van iets nieuws, het creëren van iets duurzaams dat tot kwaliteit van leven bijdraagt), die men gedreven nastreeft en daarbij nadenkt hoe deze doelen bereikt kunnen worden, waarna men actie onderneemt om de doelen te bereiken. Zin voor initiatief, gedrevenheid en doorzettingsvermogen vormen samen met zelfsturing en creativiteit de kern van ondernemingszin”.
Dit educatief pakket zal de focus leggen op volgende attitudes: besluitvaardig-heid, creativiteit, durf en risicobereidheid, zelfvertrouwen, zin voor initiatief en maatschappelijke verbondenheid. Er wordt aan deze attitudes gewerkt binnen het kader van het vak PAV, zoals uitgetekend door Vlaamse overheid en vorm-gegeven in de leerplannen van de verschillende onderwijskoepels.
Leerlingen bso derde graad vormen de doelgroep. De bundel is geschikt voor alle leerlingen uit de derde graad, ongeacht de studierichting, maar bij voorkeur voor leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar. In de bundel worden mogelijkheden aangekaart om te werken rond beroepsgerichte vorming. Leerlingen die hebben gekozen voor een beroepsgerichte opleiding kiezen vaak voor een beroep waar ondernemerschap een belangrijke vaardigheid is.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3
4
5
6
7
9
19
22
30
37
4 5
OPBOUW BUNDEL
De bundel is opgebouwd uit verschillende hoofdstukken, met telkens een of meerdere opdrachten. Bepaalde opdrachten dienen de leerlingen individueel te maken, andere taken dienen binnen de groep gemaakt te worden.
Het eerste hoofdstuk is een algemene inleiding op het onderwerp ondernemen.
Het tweede deel draagt de titel Eureka! Ik heb een idee waar leerlingen de opdracht krijgen binnen een bepaald werkstramien te komen tot een concreet idee en dit het gaan aftasten aan de hand van een omgevingsbevraging.
Eureka! Ik weet wat het betekent heeft tot doel te werken rond vooroordelen rond ondernemers en ondernemend gedrag.
Aan de hand van een opdrachtenreeks wil het onderdeel Eureka! Oefening baart ... leerlingen kleinschalig laten oefenen in een aantal vaardigheden, gekoppeld aan ondernemen. Reflectie en inzicht spelen hier een belangrijke rol.
De opdrachtenreeks Eureka! Wat levert het op? heeft als centraal idee dat een ondernemende houding veel kan opleveren: geld, een job, …
Het laatste deel stelt reflectie voorop. Deze reflectie is niet alleen gekoppeld aan het onderwerp ondernemen, maar eveneens aan andere vaardigheden. Het thema splitst zich eigenlijk op in twee pistes:
# het eerste deel omvat Eureka! Ik heb een idee# het tweede deel omvat Eureka! Ik weet wat het betekent, Eureka! Oefening baart ... en Eureka! Wat levert het op?
Wij stellen voor om het onderdeel Eureka! Ik heb een idee (mits respectering van de timing) parallel te laten verlopen met de overige delen om de
taakbelasting te spreiden en de leerlingen voldoende tijd te geven om de groepsopdracht Eureka! Ik heb een idee tot een goed einde te brengen. Dit betekent dat op weekbasis de lesuren evenwichtig worden verdeeld over de twee pistes.
OPBOUW HANDLEIDING
De handleiding volgt de structuur van de leerlingenbundel, maar bevat verdere informatie ter ondersteuning. Een overzicht van alle eindtermen en vakoverschrijdende eindtermen, waar wordt aan gewerkt, is in de handleiding terug te vinden. Bij elke opdracht worden, indien van toepassing, volgende zaken vermeld:
TimingEventuele benodigdhedenInstructies/aanpak, eventueel met mogelijkheid tot evaluatieOplossingen opdrachten leerlingenbundelBijkomende informatie
Er wordt gebruik gemaakt van logo’s om het soort opdracht duidelijk te maken.
ORIËNTATIE
VOORBEREIDING
UITVOERING
REFLECTIE
INDIVIDUELE OPDRACHT
GROEPSOPDRACHT
KLASSIKALE OPDRACHT
ICT-OPDRACHT
ACTIVITEIT BUITEN DE KLAS
6 7
Af en toe wordt verwezen naar een website waar u didactisch materiaal kunt downloaden:
http://fmwleren.hogent.be/pba-so/pav
Wij adviseren om eerst de leerlingenbundel door te nemen en aansluitend de leerkrachtenbundel.
PARTNERS
Dit project kwam tot stand door de samenwerking van verschillende partners.
Deze bundel werd uitgewerkt met financiële steun van Provincie Oost-Vlaanderen, directie Onderwijs en Vorming.
Hogeschool Gent, faculteit Mens & Welzijn stond in voor de ontwikkeling van de bundel en de handleiding.
Een belangrijke bijdrage werd geleverd door het Centrum voor Ondernemen voor het onderdeel ‘Eureka! Ik heb een idee’. Deze opdrachtenreeks steunt namelijk op het instrument ‘Trendspot’ dat ontwikkeld is door het Centrum voor Ondernemen om een creativiteitssessie vorm te geven (www.trendspot-tool.com).
Wij willen eveneens de studenten PAV danken voor het uittesten van bepaalde opdrachten uit de bundel, net als de betrokken leerlingen en mentoren. Hun feedback was zeer waardevol.
Jo Cochuyt & An Gaublomme
Lectoren Professioneel Bachelor in het Secundair Onderwijs
aan Hogeschool Gent, Faculteit Mens & Welzijn
Inleiding
Timing
30 minuten
Instructies/aanpak:
individuele voorbereiding, gevolgd door klasbespreking
# Indien gewenst kunt u starten met een vooronderzoek rond het begrip ondernemen
# U houdt een bespreking op basis van de vragen uit de leerlingenbundel. Vooral de voorlaatste vraag nodigt uit tot een gesprek. U kunt dieper ingaan op belemmerende en stimulerende factoren, hoe je belemmeringen kunt ontwijken en hoe stimulerende factoren de overhand krijgen
# Optioneel: via kan er beeldmateriaal bekeken worden van het toneelstuk ‘Eureka! Ik onderneem’. U kunt dezelfde vragen gebruiken voor de bespreking van het fragment.
Bijkomende vragen/opdrachten ter evaluatie van het beeldfragment: Wat zijn de sterke punten van het fragment? Wat zijn de zwakke punten van het fragment? Zie dit beeldfragment als een trailer, niet van een film maar van een toneelstuk: zou je het volledige toneelstuk willen zien? Beargumenteer je antwoord.
Oplossing opdrachten leerlingenbundel
Wat is het centrale thema in beide teksten?
> ervoor gaan, ondernemend zijn
WWW
WWW
8 9
Wat wil de auteur dat je doet?
> zelf je leven in handen nemen, durven risico’s nemen
Waarom wil hij dat je dit doet?
> indien je er niet voor gaat, zul je kansen missen
Wil je, kan je doen wat hij vraagt? Waarom wel/niet? Altijd? Soms?
> persoonlijk antwoord, belemmerende factoren kunnen bijvoorbeeld zijn: leeftijd, ouders, school, vriendenkring, eigen persoonlijkheid, stemming van de dag,…
Welke kernwoorden onthoud je?
> persoonlijk antwoord, bv.: durven, doen, …
Bijkomende informatie
Het tekst- en beeldmateriaal zijn afkomstig uit het toneelstuk ‘Eureka, ik onderneem!’, een initiatief van de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen. EROV liet het toneelstuk uitwerken (script en regie) door de Hogeschool Gent, school of arts KASK-Koninklijk Conservatorium.
EROV stimuleert het ondernemerschap en tracht de link tussen het onderwijs en het bedrijfsleven te versterken. Reeds in het verleden is er op initiatief van EROV een toneelstuk rond ondernemen uitgewerkt en opgevoerd.
Voor verdere en recente informatie:
www.erov.be
Eureka! Ik heb een idee
Timing
10 min. # Inleiding 20 min. # Stap 1: Warming up - we brengen onze hersenen in de war20 min. # Stap 2: Probleemstelling - hoe eraan te beginnen 1 lesuur # Stap 3: Brainstormen 30 min. # Stap 4: Ideeën selecteren
Stap 1 t.e.m. 5 moeten afgerond worden tijdens eenzelfde sessie!
2 lesuren # Stap 5: Uitwerken van idee 2 à 3 lesuren # Stap 6: Wat vinden anderen van ons idee? afhankelijk van # Stap 7: Presentatiegroepsgrootte
Benodigdheden
# PC met internetaansluiting# Spelfiche # (Zelfklevende) memoblaadjes (per memoblaadje slechts 1 idee laten noteren)# Stiften
Instructies/aanpak & oplossingen opdrachten leerlingenbundel
klassikale uitleg van de opdrachtenreeks, gevolgd door klassikale en groepsopdrachten
WWW
WWW
10 11
Inleiding
Het is belangrijk dat zowel het doel van de opdrachtenreeks als de verschillende opdrachten in grote lijnen worden besproken vooraleer er wordt gestart met de opdrachtenreeks.
Deze opdrachtenreeks wordt in groep gemaakt. U beslist in welke fase de groepen worden gevormd (uiterlijk voor de start van stap 2) en hoe (door de leerkracht, keuze leerlingen, willekeurig, …).
De mate waarin u concreet moet werken zal bepaald worden door de klas: in welke mate zijn de leerlingen gewoon om zelfstandig te werken? in welke mate zijn de leerlingen gewoon om met algemene ideeën aan de slag te gaan?
Stap 1: Warming up - onze hersenen in de war
Wat leer je uit deze opdracht?
> mijn hersenen volgen een bepaald stramien, een bepaalde methode bij het lezen van een tekst> Boodschap: onze hersenen gebruiken is niet altijd even evident
Wat zie je?
> een soort balustrade of twee mannetjes met hun gezicht naar elkaar gericht> Boodschap: kijken naar iets kan op verschillende manieren
Wat is het voordeel om onze hersenen in de war te brengen?
> “Bij creativiteit draait het om het doorbreken van patronen en gewoontes. Omdat onze hersenen juist hun kracht halen uit deze patronen is creatief denken zo lastig.” (bron: www.creatiefdenken.com)
Kun je creatief leren denken?
> Ja, door > creatief waar te nemen “Kan ik het ook anders zien?” > flexibel te associëren > je oordeel uit te stellen “Ja, en …” in plaats van “Ja, maar … > niet te snel te denken dat je de oplossing al hebt > risico’s te nemen > door verbeeldingskracht te gebruiken
In plaats van de kenmerken van creatief denken gewoon op te sommen, kunt u ervoor kiezen om een aantal beeldfragmenten te gebruiken die deze kenmerken onderstrepen. Op het net zijn verschillende interessante filmpjes te vinden met creativiteit als centraal thema. Volgende filmpjes kun je bekijken via
webs.hogent.be/pav
1ste filmpje The Creativity Company - Goud & Modder NL> Boodschap 1ste filmpje: goed luisteren, oordeel uitstellen en verder associëren
2de filmpje Piano stairs – Fun theory> Boodschap 2de filmpje: iets saais, vervelends, kan iets interessants, leuks worden … gewoon door een andere aanpak
Stap 2: Probleemstelling – hoe eraan te beginnen?
Terugkoppeling naar de algemene opdracht is belangrijk: wat is de bedoeling van het spel?
De bedoeling is om tot een goed idee te komen. Voor de meeste leerlingen zal deze opdracht te vaag geformuleerd zijn. Een verdere afbakening is noodzakelijk en kan ook een hulpmiddel zijn voor u.
WWW
12 13
Tips
U kunt een bepaald thema opleggen en dit vervolgens koppelen aan het toekomstige beroep van de leerlingen. U kunt ook starten met een bestaand concept (een bepaald product, een bepaalde dienst).
U neemt best de sector, waar leerlingen uiteindelijk in zullen worden tewerkgesteld, als uitgangspunt.
Aan de hand van de keuze van het thema, concept kan er vervolgens ingespeeld worden op trends.
Ter inspiratie en afbakening van de opdracht kunt u onderstaande lijst gebruiken. Deze lijst is een afgeleide van de trendlijst waarmee het Centrum voor Ondernemen aan de slag gaat bij hun instrument ‘De Trendspot’. U kunt ervoor kiezen:
# om zelf een trend te kiezen voor alle groepen# om elke groep een andere trend toe te wijzen# om leerlingen zelf een keuze te laten maken uit de lijst
Een zeer interessante invalshoek is opnieuw de studierichting die de leerlingen volgen.
Lijst met voorbeelden van trends:
# Sociaal ondernemen: “De verdeling van de welvaart moet gewoon eerlijker”, aldus mede-oprichter Geraldo Vallen van Join the Pipe. Hij is niet de enige ondernemer die er zo over denkt, constateert hij. “Giving is the new taking”, bleek volgens hem in 2010. (secondsight.nl)
# Hand op de knip als lifestyle: “Het is een nieuwe levensstijl geworden om met minder ongeveer hetzelfde te doen. Dus wel op vakantie, maar minder ver en luxe. Wel leuke feestjes, met lekkere, wat minder dure, hapjes en drankjes.” (secondsight.nl)
# Gemak en comfort: elke consument, zij het nu particulier of bedrijf, wil naast een goede prijs-kwaliteitverhouding ook ‘gemak’. Hij wil begeleid/geadviseerd
worden bij zijn keuze, wat moet leiden naar een op maat gemaakt product of dient. Hij wil geen administratieve rompslomp. Een klant is trouwens vaak niet enkel meer op zoek naar een product, maar ook naar een dienst gekoppeld aan het product. Een dienst die hem het leven makkelijker maakt. Een ‘all-in’pakket. (flandersdc.be)
# Respect - ethisch ondernemen: Respect voor klanten en personeel. Bedrijven die zich onderscheiden als ‘beste’ werkgever zien dit vaak ook vertaald naar commercieel profijt. Bedrijven die hun klanten respecteren, zijn meestal bedrijven die hun klanten houden. En bedrijven die duidelijk aangeven dat ze hun productie liever ethisch opzetten dan goedkoop kunnen op veel bijval rekenen. (flandersdc.be)
# Duurzaamheid en milieubewustzijn: milieubewustzijn als business (recyclage, ecotoerisme, …) vindt opgang. Milieuvriendelijke, natuurlijke materialen blijven een belangrijk verkoopsargument. (flandersdc.be)
# Focus op gezondheid: diëten, natuurlijke gezonde voeding, fitness, … Het be-staat vandaag al, maar zal nog meer groeien als verkoopsargument. Gezonde, lekkere voeding als antwoord op het obesitas-probleem. (flandersdc.be)
# Flexibele levensstijl met veel uithuizigheid: meer en meer zullen mensen moeten reizen voor hun job. Meer en meer reizen mensen voor hun plezier. 9-to-5 jobs komen steeds minder voor. En er zijn 1001 vrijetijdsmogelijkheden die maken dat mensen niet thuis blijven. (flandersdc.be)
# Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: Het koopgedrag van klanten wordt meer en meer beïnvloed door ethische en maatschappelijke over- wegingen. Werknemers willen alleen nog werken bij een bedrijf dat verantwoord omgaat met milieu en mensen. (Syntens)
De gekozen trend wordt genoteerd op de spelfiche, downloadbaar via . Vervolgens kiest elke groep tussen een product of dienst, indien dit nog niet is gebeurd. Ook hier kunt u sturend optreden. De keuze voor een bepaald thema, trend en product/dienst zal de opdracht concreet maken voor de leerlingen.
Als laatste worden de criteria, waaraan de dienst of product dient te voldoen, vastgelegd. Deze evaluatiecriteria worden in een latere fase gebruikt om de ideeën te evalueren.
WWW
14 15
Voorbeelden van evaluatiecriteria zijn: uitvoerbaar, probleemoplossend, innova-tief, duurzaam, realiseerbaar binnen een bepaald tijdsbestek, … U kunt ervoor kiezen om dit klassikaal te bespreken of per groep. Ook hier zijn er opnieuw verschillende mogelijkheden in aanpak.
Het vastleggen van de criteria kan ook de volledige verantwoordelijkheid van de leerkracht zijn, de leerkracht alleen kiest m.a.w. de criteria die de leerlingen zullen gebruiken bij de selectie van ideeën. U maakt de criteria dan pas bekend na de brainstorming, juist voor de toetsing. Er worden vier criteria geselecteerd en genoteerd op de spelfiche en in de bundel.
Stap 3: Brainstormen
Het is de bedoeling om zo veel mogelijk ideeën te genereren: kwantiteit is belangrijker dan kwaliteit. U moet bewaken dat elke leerling deelneemt aan de brainstormsessie(s) en zorgen voor een positief klimaat. Tijdens het brainstormen kan er gebruik gemaakt worden van volgende brainstorm- technieken. Naargelang de beschikbare tijd kunnen één of meerdere technieken toegepast worden:
# Day In The LifeKrijg inzicht in het leven van de uiteindelijke gebruikers of kopers:
# Identificeer een persoon of target groep.# Beschrijf een typische dag in hun leven. # Het beschrijven van zo’n dag kan in verhaalvorm. # De dag wordt dan opgedeeld in hoofdstukken, echte of fictionele namen worden gebruikt en er is oog voor detail. `# De dag kan zowel typisch zijn voor het verleden, het heden of de toekomst.
Laat leerlingen zich inspireren en bedenken hoe ze een oplossing kunnen bieden aan de dagelijkse problemen van hun doelgroep. Laat alle ideeën noteren op de memoblaadjes.
# Imiteren
Alle grote creatieve kunstenaars leerden door te kijken naar anderen. Na imitatie vonden ze hun eigen stijl. Zoals Dean William Ralph Inge het ooit eens zei: “Originaliteit is onontdekt plagiaat.” Laat leerlingen bekijken welke oplossingen de concurrentie gebruikt voor een gelijkaardig probleem en laat ze verbeteringen aanbrengen. Of kunnen ze de beste oplossingen combineren? Laat ze eventueel bedenken hoe Steve Jobs, Bill Gates of Mark Zuckerberg het probleem zou aanpakken. Laat alle ideeën noteren op de memoblaadjes.
# Negatief brainstormen
Veel mensen kunnen gemakkelijker negatief dan positief denken. Negatief brainstormen speelt hierop in door advocaat van de duivel te spelen door het probleem om te draaien.
# Spiegel de probleemstelling. # Ga negatief denken en bedenk oplossingen. # Positief brainstormen: spiegel de negatieve oplossingen tot ideeën voor de oorspronkelijke probleemstelling.
Laat alle ideeën noteren op de memoblaadjes.
# Attribute Listing
Bij deze techniek is het de bedoeling dat men de attributen van een probleem, situatie of object oplijst. Vervolgens zoekt men voor ieder attribuut naar posi-tieve en negatieve eigenschappen. Uiteindelijk probeert men de eigenschappen te veranderen en te verbeteren zodat ze meer waarde leveren als attribuut.
Voorbeeld: Attributen van een schroevendraaier zijn bijvoorbeeld handvat en metalen punt. Van een helpdesk zijn de attributen openingsuren, klantvrien-delijkheid, enzovoort.
Laat alle ideeën noteren op de memoblaadjes.
16 17
# Associatie
Laat leerlingen uit de probleemstelling een kernbegrip kiezen. Laat ze een associatieketting maken met het eerste woord en laat ze telkens verder werken met het nieuwe woord. Laat ze op het einde van de ketting een terugkoppeling van het laatste woord met de originele probleemstelling zoeken. Laat alle ideeën noteren op de memoblaadjes en start desgewenst met een nieuwe associatieketting. Na het afronden van de brainstormsessie, volgt er een korte reflectie.
Stap 4: Ideeën selecteren
Tijdens het brainstormen ligt de nadruk op kwantiteit. Tijdens deze stap wordt er overgegaan tot het selecteren van de beste ideeën (kwaliteit).
Enkele opmerkingen:
# stimuleer leerlingen om voor een nieuw idee te gaan, en niet terug te vallen op ouwe getrouwen# er moeten keuzes gemaakt worden# hou rekening met de criteria
De techniek om te selecteren is het paarsgewijs vergelijken.
Stap 5: Ideeën uitwerken
De leerlingen blijven verder werken binnen dezelfde groepsverdeling. Men gaat verder aan de slag met het geselecteerde idee. Het idee wordt nu in een volgende fase verder uitgewerkt. Alle volgende taken worden opgenomen in een onderzoeksrapport. Dit onderzoeksrapport is een digitaal document, downloadbaar via .
De leerlingen maken eveneens een takenlijst, een takenverdeling en werkschema op. Een voorbeeld is terug te vinden via .
U hebt de vrijheid om te beslissen of alle leerlingen moeten meehelpen aan elke opdracht of niet.
Maak het idee visueel!
De leerlingen kunnen kiezen uit een aantal mogelijkheden om hun idee voor te stellen. Bespreek samen met de leerlingen de criteria waaraan deze voorstelling dient te voldoen.
Stap 6: Wat vinden anderen van ons idee?
Deze stap gebeurt aan de hand van 2 verschillende werkvormen, namelijk de enquête en het interview. Het gaat in beide gevallen om een vorm van bevraging, het grote verschil zit in het formuleren van de vragen. In beide gevallen kunt u beslissen om het aantal vragen vast te leggen. Er zijn verschillende mogelijkheden om leerlingen hierbij ondersteuning te geven:
# u kunt een aantal voorbeelden van enquêtes bezorgen aan de leerlingen ter inspiratie# u kunt kan een lijst met mogelijke vragen voorleggen waaruit leerlingen een bepaald aantal moeten kiezen# uitgebreide info betreffende het interview als didactische werkvorm kunt u terugvinden in “Didactisch werkvormenboek voor cultuurwetenschappen” (red. Myriam Van Looy).
a. Bevragen van mogelijke klanten aan de hand van een enquête
We raden aan om een aantal criteria aan de leerlingen te geven. Deze criteria kunnen eventueel gebruikt worden om te evalueren. Voorbeelden van criteria zijn:WWW
WWW
18 19
# het aantal vragen# de lay-out van de enquête# het schriftelijk taalgebruik# de verplichte onderdelen van de enquête: korte toelichting, vermelding naam leerlingen, naam school, logo
b. Mogelijke concurrenten interviewen
We raden aan om een aantal criteria aan de leerlingen te geven. Deze criteria kunnen eventueel gebruikt worden om te evalueren. Voorbeelden van criteria zijn:
# de doelstellingen (wat willen de leerlingen bereiken met het interview)# het aantal vragen# het schriftelijke taalgebruik# de inleiding op het interview# de uitnodigende vragen# het minimum aan ja/neen-vragen
c. Opstellen besluit
Er is gekozen voor eenzelfde vraagstelling bij de verschillende opdrachten zodat de vergelijking vlotter zal verlopen.
Stap 7: Presentatie
Na de presentatie, die de leerlingen uitwerken met behulp van het OVUR-sche-ma, volgt een reflectiemoment. U beslist of deze individueel of in groep wordt gemaakt.
Eureka! Ik weet wat het betekent
Timing
50 minuten
Bijkomend materiaal (informatief, educatief)
# ‘Microkredieten zijn vaak het duwtje in de rug’ uit De Morgen, 17/11/2012# www.streetwize.be # www.passwerk.be
Instructies
Oplossingen leerlingenbundel
WWW
20 21
Beschrijving foto
Ondernemer?
Argumentatie:
Beschrijving foto
Ondernemer?
Argumentatie:
26 • DOSSIER ONDERNEMEN • DE MORGENzaterdag 17 november 2012
Wellicht behoort u zelf niet totdie club van grootdenkers,maarze is de afgelopendecenniaweldominant geweest in de bedrijfs-wereld, de financiëlewereld enver daarbuiten.Met het enthou-siasme vanMika zongen ze inkoor dat eenmaatjemeer geenprobleem is. Integendeel: het kannooit groot genoeg zijn. En duskregenwede ene fusie na deandere overname.Altijdweergoednieuws, zo blijkt, want in depersberichten lees je dandat 1+1even geen 2 ismaar 3 endat het
nieuwe fusiebedrijf veel beter enperformanter zal zijn dandetwee oude, kleinere spelers ooitwaren.Marketingpraatwaar velen in
trappen.Ooknunog.Zakenbankiers prijzen zichgelukkig omdat er zo veel activi-teit is op de overnamemarkt. Zeadviserenhunklanten om tegroeien. Autonomegroei is uiter-aard niet aan de orde.Wie inves-teert nu in fabrieken,machinesennieuwewerknemers als deeconomische vooruitzichten zo
slecht zijn?Gekochte groei daar-entegen iswel sexy. En duswor-denhuwbare kandidatengezocht. Dat zijn vaak concur-renten die het (te) goed doen,ofwel ondernemingenmet eenprobleem.Voor een goede prijs isbijna alles te koop enduswordter volop gefuseerd en overgeno-men.Dehistorisch lage intresthelpt de fusieactiviteit, want zezet er ondernemingen toe aanhun reserves vooral niet te langopde rekening te laten staan.Daarvoorword je nu tochnietbeloond.Een overnamegeeft altijd
weer hetzelfde scenario. Na deaankondiging vande ‘fusie’ – datklinkt veel beter dan ‘overname’–wordt al snel gesneden in hetpersoneelsbestand.Het principevan ‘evenwaardige partners’ isonzin; demeeste banen verdwij-nen immers bij de overgenomenpartij, niet bij de overnemer. Endan zou je dus een grotere orga-nisatie krijgen die beter zoumoe-ten zijn,want bestand tegen alle
grillen vande economie, efficiën-ter, en kapitaalkrachtiger.Maar als dat zo is,waarom is
de klantenservice bij grotereondernemingendan vaak veelslechter danbij kleinere firma’s?Na 17 uur kun je er zelden
terecht. En als je voor 17 uur belt,zalmen je graag een kwartieraande lijn houden,waarna eenantwoord volgtmaar geen oplos-sing.Het personeel van eenmas-todont lijkt zich zelden betrok-
ken te voelen bijwat goed en foutgaat in de firma.Menheeft ertoch geen vat op, het beslissings-centrum is te verweg. De invloedophet beleid is daardoor klein ofonbestaande, en dus dalenmoti-vatie, inzet en trots. Er zullenongetwijfeld nogwel schaalvoor-delen zijn,maar daarmee zijnproductiviteit, rendement enkwaliteit van een grote onderne-mingniet noodzakelijk beter dandie van een kleine ofmiddelgroteonderneming.Is dat de redenwaaromheel
watmensen er tegenwoordigbewust voor kiezen ombij eenkleinere firma aande slag tegaan, zelfs als het salariswatlager is?Misschien is dat ook deredenwaaromBruno Segers, totvorigemaandCEObijRealDolmen, zegt dat hij zekergeenmultinationalwil leiden,zelfs geen beursgenoteerdeonderneming of een firmawaarde vakbonden te sterk aanwezigzijn.Hijwilmeer dan ooit onder-nemer zijn.Het zoveelste plei-
dooi voor ondernemerschap!Ondernemers vind je vandaag
zelden inmultinationals of ingrote, beursgenoteerde onderne-mingen. Ze laten ’s avonds vaakzelf de rolluiken vanhun zaakneer en zetten ook zelf de vuilnis-bak buiten. Keuterboeren.Maaronderschat ze niet. Het productvanhun arbeidmagmeestalgezienworden. Je kunt ze zeldenbetrappen op ondermaatse kwa-liteit. Dat komt doordat ze vaakopteren voor duurzamegroei.Dan gaat het allemaalwelwattrager,maar snelheid is geenpri-oriteit.Zelfs demeest succesvolle
zelfstandige ondernemer startklein.Maar vaak creëert denieuwe zaak al snelwerk voorheelwat anderen. Voor de econo-mische heropleving endewerk-gelegenheid zoudenweons danookwatmeermoeten focussenop kleinere ondernemingen, inplaats van ons blind te staren oponbetrouwbare en onvoorspel-baremastodonten.
Je kunt kleineondernemingenzelden betrappenop ondermaatsekwaliteit. Dat komtdoordat ze vaakopteren voorduurzame groei
uW WEkELiJkSE LES EconoMiE
PaScaLPaEPEnPascal Paepen is financieel analisten doceert bank & beurs
Laagdrempelige kleine leningen helpen mensen van vreemde origine ondernemersdroomwaar te maken
Johan corthoutS
Microkredieten zijn aaneengestageopmarsbegonnen inons land.Goedkope leningenvanenkeleduizendeneurozettenkansarmenertoeaanhuneerstepasjes alsondernemer te zetten.Iedere werkdag staat de 49-jarigeAndré Panzu, een landgenootmetCongolese roots, met zijn hakmesin het slachthuis van Anderlecht.Hij versnijdt er geitenvlees enossenstaart, die hij verkoopt aanwinkels met Afrikaanse speciali-teiten.Panzu is de enige werknemer
van zijn bedrijfje Congo Food. “Ikben de vleesversnijder, transpor-teur,marketeer enboekhouder. Ikdoe momenteel alles alleen”, zegthij.Maar daar kan verandering in
komen. Dankzij een lening vanMicrostart, een organisatie diegespecialiseerd is inmicrokrediet,is Panzu erin geslaagd zijn onder-neming verderuit te bouwen.Het aanbod van vleeswaren
werd aangevuld met bereidegerechtenvanAfrikaansegroentenzoals maniok en zoete aardappe-len. “De zaken gaan zo goed dat ikaf en toewathulpnodigheb. Ik zalwellicht iemand in dienst moetennemen, eerst halftijds en vervol-gensvoltijds”, zegtdezelfstandige.
Te jongPanzuheefteraltijdvangedroomdondernemerteworden.Hoewelhijeen diploma economische weten-schappenenbedrijfsbeheeropzakheeft,moest hij jarenwachten omzijndroomwaartemaken. In2002stichttehij inCongoeenbedrijfdatactief was in transport, bouw enhandel. Door de politieke proble-menmoesthijdiezaakstopzetten.In 2008 richtte hij opnieuw een
eigenbedrijf op.Ditmaal inBelgië.CongoFoodgingpasechtvanstarthalverwege vorig jaar, toenhij uit-
zicht kreeg op de lening vanMicrostart. “Hetmicrokredietheeftme een duw in de rug gegeven”,zegt Panzu. “Met het geld heb ikmijn plannen sneller kunnen rea-liseren.”Panzu werd deze week uitge-
roepentoteenvandedrielaureatenvan een wedstrijd die Microstartorganiseerdeomzijnwerkingmeerbekendheid te geven. Een anderelaureaat is de 24-jarige KristinaManoukyan. De Belgische kapstervan Armeense afkomst is eringeslaagdmet vallen en opstaan inde buurt van de BrusselseLouizalaan een zaak te openen.Alhaar spaarcenten kropen erin. Bijverschillendebankenhadzetever-geefs aangeklopt voor een lening.“Ze vonden me veel te jong”, zegtManoukyan.BijMicrostart kreeg ze achteraf
wel centen, geld dat ze gebruikteom haar kapperszaak opnieuw interichten.Manoukyanisbijzonderopgetogen over het systeem vanmicrokredieten. “Het heeft mijnsalontienpassenvooruitgebracht.”VoorIbrahimCissé,eenBelgmet
Senegalese roots,waserzelfs geendenken aan om een eigen onder-neming te starten zonder een kre-diet van Microstart. Samen mettwee vennoten richtte hij in LaLouvière Aptic-Synergy. Zijn
bedrijfje verzamelt oude compu-ters, lapt ze op en stuurt ze naarAfrikaanse schoolkinderen. Eeneersteladingcomputerszoudit jaarnog moeten vertrekken naarIvoorkust. Volgend jaar is Congoaandebeurt.In België wil het ICT-bedrijfje
actiefwordenalsinformaticadienstvoor vzw’s, organiseert het com-putercursussen voor kansarmenen verkoopt het oude computersvoor een zacht prijsje aanwerklo-zen. Ook Aptic-Synergy viel dezeweekindeprijzen. “Er isechtnoodaan initiatieven zoals Microstart.Heelveelmensenhebbengeentoe-gang tot krediet”, zegt Cissé.De drie laureaten krijgen een
geldprijsvan2.000euroenkunnenrekenen op extra begeleiding bijMicrostart. Onder meer chocola-tier Pierre Marcolini en NicolasSteisel, CEO van restaurantketenExki,overwegenomhunexpertiseter beschikking te stellen.
GemotiveerdSinds Microstart vorig jaar inBrussel van start ging, kende deorganisatie al 320microkredietentoe.De leningen,die lopenviaBNPParibasFortis,gaanvanenkeledui-zenden euro tot maximaal 10.000euro. Een gemiddeld kredietbedraagt 5.000 euro. Belg zijn isgeen voorwaarde om in aanmer-king te komen, wel hebben kandi-datenvriendenof familienodigdieborg voorhen staan.“Tachtig procent vanons clien-
tèle zijnmensen van vreemde ori-gine, die bijna allemaal werklooszijn en onder de armoedegrensleven.Zehebbengeengeldenheb-ben ook geen enkele kans om eenleningtekrijgenbijeenbank”,zegtalgemeen directeur Patrick SapyvanMicrostart.De kandidaten die Microstart
selecteertvooreenkredietzijnzeergemotiveerd. “Mensenmogendangeen geld hebben, ze hebben welheelveelenergie.En95procentvande leningen wordt probleemloosterugbetaald”, aldus Sapy.Het idee van demicrokredieten
isovergewaaiduitBangladesh.Omde armoede in zijn land te bestrij-den, richtteMohammed Yunus in1976deGrameenBankop,diezichspecialiseerde in kleine leningen.Zijn initiatief werd een groot suc-ces. In 2006 werden Yunus en deGrameen Bank beloond met deNobelprijs voor deVrede.Microstart werd opgericht met
steun van onder meer de Franseorganisatie Association pour leDroità l’InitiativeEconomique,dieYunus’ aanpak in Europa propa-geert.
Omdatdesocialesituatie inBrusselnijpend is, opendeMicrostart zijneerste twee kantoren in de hoofd-stad, meer bepaald in SchaarbeekeninSint-Gillis.Voorheteindevanhet jaar komen er ook kantoren inLuikenGent. In2014wilMicrostartookvoetaanwalzetteninCharleroienAntwerpen.“Een eigen zaak opstarten is
vaakde enigeuitwegomeenbaantevindenenuitdearmoedetegera-ken. Mensen hebben vaak geenanderekeuze,zelfsalhebbenzeeendiploma op zak. Eenmicrokrediet
is voor hen vanwezenlijk belang”,zegt Sapy.Dathetgrosvanhetclièntelevan
vreemdeorigineis,wildedirecteurvanMicrostartniet linkenaandis-criminatieopdeBelgischearbeids-markt.Ookdelaureatenpratenlie-ver over de kansen opwerk die zekrijgen,danteklagenoverracisme,alwordtdaarwel indirectnaarver-wezen. “Ach, iedereen denkt datmijn vleesproducten doorEuropeanen op de markt wordengebracht.Zogoedzijnze”,knipoogtPanzu.
Klein is het nieuwe groot
Microkredietenzijnvaakhétduwtje inderug
‘Tachtig procentvan ons clientèlezijn mensen vanvreemde origine,die bijna allemaalwerkloos zijn enonder dearmoedegrensleven’Patrick SaPyAlgemeen DirecTeurmicrosTArT
●AndréPanzu versnijdt vlees, dat hij verkoopt aanwinkelsmetAfrikaanse specialiteiten. ‘Ik benvleesversnijder, transporteur,marketeer enboekhouder. Ik doemomenteel alles alleen.’ © Tim Dirven
DOSSIER ONDERNEMEN • 27DE MORGEN • zaterdag 17 november 2012
Brussel - In de eerstenegenmaanden van ditjaarwerden in ons land51.790 bedrijven opgestart.Dat zijn er 6,4 procentminder dan in dezelfdeperiode van 2011, zo blijktuit gegevens van kmo-organisatie Unizo.
Dedaling ishetmeestuitgespro-ken inVlaanderen.Van januari totenmet septemberwerden28.654nieuwebedrijvengeopend, eendalingmet 7,7procent. “Decrisisdoet zich fel gevoelenbij de star-ters”, zegtGillesVandorpevandestudiedienst vanUnizo.InWallonië enBrussel gingen
decijfers ookachteruit,maarwasdedalingminderuitgesproken. InWalloniëwerden 14.367bedrijvenopgestart, eenachteruitgangmet4procent. Indehoofdstadzagen6.978bedrijvenhet levenslicht, eendalingmet4,4procent.
hoe lang is het geleden datwenog een daling hadden?Vandorpe: “Wemoeten teruggaannaar2008en2009. Inhetbeginvandecrisis liephet aantal startersterugmet respectievelijk 3,8 en3,4procent.Dedalingdiewenuzien,is dusmeeruitgesproken.Dat ishet effect vandecrisis. Zolangdeeconomiegroeit enconsumentenenondernemers vertrouwenheb-ben, is er eenpositief klimaat voorstarters.”
Moetenwe ons zorgenmakenover het verlies aan starters?“Indevoorbije jarenwaser eenforse toenamevanhet aantal star-ters. InBelgiëwarener in200556.995nieuwebedrijven.Vorigjaar liepdat op tot 74.374.Alswehet groeipotentieel vandeecono-mie tenvollewillenbenutten, kun-nenwealle starters gebruiken.De
overheidkannogveelmeerdoenomhetondernemingsklimaat voorstartendebedrijven te verbeteren.Ophet vlakvan financieringenvergunningenmoet ze een tandjebijsteken.”
hoe komt het dat de dalingsterker is in Vlaanderen?“Vlaanderen ismeergevoelig voorde crisis. Het teltmeerbedrijvendie exporterenenbijgevolgmeerbloot staanaan internationale con-currentie.Alsde conjunctuurtegenzit, danheeft dat eengrotereimpact inVlaanderen.”
Welke sectorenworden hethardst getroffen?“Debouwnijverheid ende sectorvanvervoer en logistiek. Zij gaanerindeeerstenegenmaandenres-pectievelijkmet 11 procent en 19procentopachteruit. Het zijn tweesectorendieook inde faillisse-mentscijfers sterkvertegenwoor-digdzijn.”
is er een relatie tussen het aan-tal starters en het aantal faillis-sementen?“Doorde toenamevanhet aantalstartersdevoorbije jarenzijn erookmeer faillissementen.Niet allenieuweondernemingenzijn finan-cieel gezond.Tienà 15procent zitophet randje. Zolangdeeconomieingoededoen is, kunnenzemee.Maaralshetmaar even tegenzit,moetenzede rol lossen.Eendalingvandeomzetof eenhogere inflatie,die viadeautomatische loonindexde loonkostendehoogte indrijft,betekent vaakhet einde.” (JCS)
Interview Gilles Vandorpe (Unizo)
Crisis zet remopstartendeondernemingen
‘Door de toename
van het aantal
starters zijn er ook
meer faillissementen’
ChristianRousseaux:“Sommigemensenver-klaardenmegek.Maarnu
zegtniemandnogdat ikdever-keerde richting ingeslagenben.”TanguyRousseaux: “Wehebbenzes, zeven jaar verlies geleden.Daarnawaser eengroei van 14à 15procentper jaar.”Immowebrichtte zichvolledig
ophet internet, terwijl dichtsteconcurrentVlan (Rossel/Roularta)zijnkracht verdeelde tussenprintenonline.Dankzij die focuswerdImmowebdeonbetwisteheerserophet internet.DeovernamedoorAxel
Springer is dekroonophetwerk.Hetwasde internetdivisie vandeDuitsemediagroepdiehet initiatiefnamvoordedeal. Elkmediabedrijfzoueengat inde lucht springenalseen reusalsAxel Springer, deuit-gever vanBild enDieWelt,metmil-joenenkomtzwaaien.MaarbijImmowebzijn ze éénenandergewoon.DeRousseaux’wetenookal enkele jarendat zeopeengoud-mijn zitten.VoorChristianRousseaux ishetduidelijkwaaromdeDuitsers zogeïnteresseerdzijn.“Omdatwedenummeréénzijn inBelgië.Wezijn zoeen interessanteaanvullingophunandereEuropese vastgoedsites.”DatAxelSpringer geenBelgischemaar eenDuitse groep is, heeft geen rolgespeeld. “Weappreciërenweldeduidelijkheid vandeDuitsers”, zegtTanguyRousseaux. “Het is ja ofnee. InZuid-Europa isdatwel eensanders.”Indezomervan2008circu-
leerdeal deprijs van 100miljoeneurovoor Immoweb. “Datwas fan-tasie”, zegtTanguy. “Wijzelf heb-bennooit eenbedraggenoemd. Ikweetniethoedatbedrag indemarkt gekomen is.Maarwebeslis-tenomniet te verkopen.Eénweeklater crashteFortis enbarsttede
financiële crisis los.”Waaromtoenneeennu ja? “Om
twee redenen”, antwoordtChristopheRousseaux. “Deprijséndemogelijkheidomsamen tewerkenmetAxel Springer, deEuropesenummeréén in internet-zoekertjes.Datbiedt kansenvooronzewerknemersombij te leren.”TanguyRousseaux: “De
Belgischenummer twee is vijf totzeskeerkleiner.Het isniet vandieconcurrentiedatwezullen leren.MaarhetFranseSeLogerofhetDuitse Immonet, die ook totAxelSpringerbehoren, zijn veel groterdan Immoweb.”DeRousseaux’ schrokkenzich
wel eenhoedje toenAxel Springerhet overnamebedragvan 127,5mil-joeneurobekendmaakte aanpersenbeleggers. “Hetwasniet onzebeslissingomdeprijs tepublice-ren”, verklaptTanguyRousseaux.“InhetFrans zeggenwe: ‘Vivonscachés, vivonsheureux.’”
Personeel gezochtHetgrote geld zorgtwel vaker voorspanningenbinnenzakenfamilies.
Maardaarhebbenzebij deRousseaux’ geen last van.ChristopheRousseaux: “Mijnvader als adviseur,watwil jenogmeer?”TanguyRousseaux: “Wezijn complementair. Ikbeneennulop tienophet vlakvan IT en infor-matica.Mijnbroer een tienoptien.”De takenzijngoedafgeba-kend. Christophe isdebaasoverImmoweb, terwijl zijnouderebroerTanguyalle andereactivitei-ten leidt. Immoweb is goedvooreen slordige60procent vandeomzet, tegenover zowat40procentvoordemagazines enaanver-wante sites.Hoezienzebij Produpressde
toekomst vandegedruktemedia?TanguyRousseaux: “Weziendatonzeautomagazines al bij al goedstandhouden.Er is een terugvalmet 1 procent indeverkoop.Maardaarkunnenwe indeze crisistij-denmee leven, temeeromdatonzeautositesmet 10procentgroeienquabezoekers. Alleende
advertenties vallen tegen.Maardatgeldt voorallemedia indewereld.”Waaromniet rentenierenof
stoppenmetwerken?DedrieRousseaux’wuivendie gedachteresoluutweg,wantdat isniet eensbij henopgekomen.TanguyRousseaux: “Wezijnonderne-mers,wegaandoor.Wezijnookeenvandeweinigebedrijvendieook in2013willenaanwerven.”“Dat kanvreemdklinken in
deze crisistijden,maarwevindenmaargeengeschikt personeel”,zegtChristopheRousseaux. “Wezoekenminstens veertienmensen,maarwelmethoge specialisatie.”Internationale ambities zijn er
niet. “Daar ishet te laat voor. Elklandheeft intusseneenwebsitezoals Immoweb”, zegtTanguyRousseaux. “Immoweb.vlmis-schien. Dat komtermisschienooitvan”, grapt zijnbroerChristophe.ErwordenoverigensmeerNederlandstaligedanFrans- ofEngelstaligepagina’s aangeklikt op
Immoweb. “Demarkt isnueen-maal groter inVlaanderen. DemeestepandenenbezoekerskomenuitVlaanderen”, zegthij.Bij Immowebbevestigenzedat
het aantal transacties opdeBelgischevastgoedmarkt afneemt.“Het aantal verkopenvalt terug,omdatdebankenstrenger zijngewordenbij het toekennenvaneenkrediet.Wehebbennognooitzoveel pandenopdewebsitegehad”, zegtChristopheRousseaux. “Voorons ishetbelangrijkdat er eengoedeven-wicht ontstaat tussenvraagenaanbod. Als er te veel pandenopdesiteblijven staan, danzijn er verko-persontgoocheld. Als er teweinigpandenaangebodenworden, zijndekandidaat-kopersontevreden.”Deprioriteit voordekomende
jarenwordtdeverdereuitbouwvanmobiele toepassingen, viasmartphoneen tablet. “Wehebbenvandaagal 40.000bezoekenperdagviamobiel. Dat is 17procentvanallebezoeken.Maardatwordtnogbelangrijker. Bij vergelijkbareAmerikaanse sites is er inmiddels35 tot 40procentmobiel verkeer.”Het isniet debedoelingdatAxel
Springer zichmetdenieuweappli-caties gaatbemoeien. “Weblijvenautonoom”, klinkthetbij deRousseaux’, diedeonafhankelijk-heidookcontractueelhebbengebetonneerd. “Datwasgeenpuntvandiscussie, omdatmede-inves-teerderGeneralAtlanticdeonaf-hankelijkheid vandeverschillendeinternationalewebsites ookheelbelangrijk vindt”, zegtChristopheRousseaux. “Deontwikkelinggaanweduszelf blijvendoen.Maarwekunnendegoede ideeënvanAxelSpringerpikkenalswedatwen-sen.” “Weetu, omgekeerdkanook”,merkt vaderChristian fijntjesop. “BijAxel Springer vindenzedatweniet slechtbezig zijn.”
● 2,4 miljoen uniekebezoekers per dag
● circa 140.000zoekertjes
● 1,8 miljoen foto’s● 1.200 nieuwe panden
per dag● 17 procent van alle
verkeer via smartphoneof tablet
● 55 personeelsleden● 159 miljoen euro
bedrijfswaarde
Immowebin cijfers
➜
‘Als er te veel
panden op de
site blijven
staan, dan zijn
de verkopers
ontgoocheld.
Als er te weinig
panden aange-
boden worden,
zijn de kopers
ontevreden’Christophe rousseaux
● Immowebwas een ongezien succesverhaal voor de Rousseaux’. ‘We hebben zes, zeven jaarverlies geleden. Daarnawas er een groei van 14 à 15 procent per jaar.’ © Tim Dirven
man in pak, netjes gekleed
Ja/Neen
(persoonlijk antwoord)
Een voorbeeld:
Een ondernemer staat voor mij gelijk aan een bedrijf leiden, veel bedrijfsleiders dragen een maatpak
kind aan het werk op een vuilnisbelt
Ja/Neen
(persoonlijk antwoord)
Een voorbeeld:
Het enige wat dit kind moet doen is overleven: wat eten zoeken, even-tueel spullen die kun-nen verkocht worden
zwarte man werkt in een slachthuis
Ja/Neen
(persoonlijk antwoord)
Een voorbeeld:
Deze man werkt als werknemer in een bedrijf, is een arbeider.
vrouw in trendy kantoor, netjes gekleed
Ja/Neen
(persoonlijk antwoord)
Een voorbeeld:
Deze persoon heeft blijkbaar een druk-bezet leven, wil overal en altijd bereikbaar zijn wat noodzakelijk is om te slagen als ondernemer
22 23
Opdracht: Wie is de ondernemer?
U houdt een klassikale bespreking aan de hand van bovenstaande opdrachten.
Bij deze opdracht is het heel belangrijk om stil te staan bij de vooroordelen die de leerlingen hebben omtrent ondernemers. Eventueel kan gepeild worden naar de oorsprong van deze vooroordelen. Leerlingen kunnen op zoek gaan naar voorbeelden van ondernemers, ondernemende personen uit hun eigen omgeving. U kunt bijkomende afbeeldingen, personages uit soaps, films gebruiken om deze opdrachtenreeks verder uit breiden. Het verhaal van de jongen op de vuilnisbelt sluit aan bij het project Streetwize. Het gaat hier om een Belg die jaren terug het concept van een school op wieltjes heeft geïntroduceerd, Arnoud Raskin. Zijn stelling is dat ondernemers kunnen leren van straatkinderen: “straatkinderen gaan uit van positiviteit en kansen, anders zouden ze niet overleven”. Andere belangrijke zaken zijn proactiviteit, creativiteit, flexibiliteit en solidariteit. Je kunt leerlingen deze begrippen laten koppelen aan de situatie van straatkinderen.
Bij de tweede vergelijking kan er worden stilgestaan bij het begrip micro-kredieten. Binnen de context van ontwikkelingshulp kan men gemakkelijkinformatie betreffende microkredieten vinden. Achtergrondinfo betreffende de derde afbeelding is terug te vinden in het artikel ‘Microkredieten zijn vaak een duwtje in de rug’.
Na de klassikale bespreking beantwoorden de leerlingen individueel de vraag ‘Welke zaken ga je onthouden?’.
> Don’t judge the book by his cover.> Ondernemen is veel meer dan een bedrijf opstarten.> Belang van ondernemen.> Vaardigheden gelinkt aan ondernemen.
Opdracht: iedereen ondernemer!
De tekst ‘Autisten zijn prima werknemers’ is terug te vinden in de leerlingenbundel. Waarover zal de tekst ‘Autisten zijn prima werknemers’ gaan?
> Het artikel zal uitleg geven waarom autisten prima werknemers zijn.
Wat weet je zelf al over dit onderwerp?
> persoonlijk antwoord
Bespreek de titel ‘Autisten zijn prima werknemers’ op basis van de inhoud van het artikel.
> Ze zijn nauwkeurig en grondig.> Geconcentreerd en met oog voor de kleinste details.> Ze slaan alles op, stoppen alles in vakjes, heel gestructureerd.> IT-werk is hen precies op het lijf geschreven, ze denken een beetje als een computer.
Wat betekent ondernemend zijn binnen de context van autisme?
> Ook autisten hebben hun sterktes die kunnen worden ingezet in het bedrijfsleven. Deze sterktes kunnen een meerwaarde betekenen voor het bedrijf.> Hun doorzettingsvermogen bij repetitief werk is zeker een pluspunt voor bepaalde zaken.
24 25
Eureka! Oefening baart…
Opdracht: Eigen vaardigheden in kaart
Timing
Het invullen van de test neemt maximum 10 minuten in beslag, de duur van de nabespreking is afhankelijk van de grootte van de groep.
Benodigdheden
# Een computer met internetverbinding per leerling
Instructies
# Iedere leerling surft individueel naar volgende website http://fmw.hogent.be/expertise/output en klikt op de link “Test hier je ondernemende vaardigheden!”
De leerlingen noteren de vier overgebleven werkwoorden in de leerlingenbun-del. Er volgt een klasgesprek waarbij alle leerlingen aan bod komen. Mogelijke vragen die kunnen gesteld worden zijn:
> Komen je verwachtingen overeen met het bekomen resultaat?> Kan je jezelf terugvinden in de gekozen vaardigheden die je selecteerde?> Wat heb je precies bij jezelf ontdekt als nieuwe vaardigheden die je voordien nog niet kende?
Nadat alle vaardigheden van alle leerlingen aan bod zijn gekomen kan het klasgesprek verder gezet met volgende vragen:
> Verschillen deze vaardigheden grondig met deze van je klasgenoten?> Welke leerlingen in je klas leunen het beste aan bij de vaardigheden die jij selecteerde?
De leerlingen vullen na de klassikale bespreking vier elementen die ze hebben onthouden uit de bespreking.
Opdrachten: Een videoreportage maken, tangram en ruimte-oefening
De leerlingen doorlopen drie assessmentsituaties. Het is de bedoeling dat u de drie opdrachten begeleidt en observeert. Op de volgende pagina vindt u het observatieschema, dat u zal helpen om gericht te observeren en te evalueren.
U vult per leerling het observatieschema in. Niet alle competenties worden voor elk spel beoordeeld. Volg de legende bij het invullen van het schema.
Bespreek het resultaat met elke leerling afzonderlijk en overhandig het observatieschema als eindrapport.
U geeft toelichting bij de opdracht van de assessmentsituaties. Bij sommige assessmentsituaties is het belangrijk om ofwel de leerlingen eerst te laten verwoorden wat ze moeten doen ofwel leerlingen eerst even te laten oefenen zodat ze zeker weten dat ze de opdracht correct begrepen hebben. Vervolgens start de opdracht en uw observatie. Indien haalbaar wordt er best hulp gevraagd aan een collega voor de observatie.
De observatiegegevens kunnen nadien met de leerlingen besproken worden. Dit gebeurt best individueel, wat een behoorlijke tijdsinvestering van u vraagt.
26 27
Een videoreportage maken
Timing
Deze opdracht wordt bij voorkeur verspreid over twee keer een lesblok van twee lesuren.
Instructies/aanpak, evaluatie: groepsopdracht, gevolgd door klassikale bespreking
De leerlingen maken gebruik van het OVUR-schema voor de uitwerking van deze opdracht. Het stappenplan bestaat uit:
> groepsoverleg: keuze van het thema, bepalen van de inhoud en structuur van de documentaire, rol- en taakverdeling > informatie zoeken en verwerken > miniscenario uitschrijven > videobeelden filmen (hier kunnen leerlingen interviews met derden opnemen).
U beslist welke onderdelen de leerlingen schriftelijk moeten indienen. U maakt dit op voorhand bekend aan de leerlingen.
U observeert het proces aan de hand van het observatieschema.
Leerlingen kunnen gebruikmaken van volgende link voor verdere info: www.hetklokhuis.nl/reportagecursus
Er volgt nog een bespreking. Het doel is dat leerlingen trachten te omschrijven welke ondernemerskwaliteiten belangrijk waren bij deze opdracht.
Naam leerling:
Naam observator:
Assessmentsituatie
Doelgerichtheid
Doorzettingsvermogen
Flexibiliteit
Kritische zin
Zelfredzaamheid
Omgang met stress
Zin voor orde en nauwkeurigheid
Leervermogen
Creativiteit
Plannen
Communiceren
Assertiviteit
Samenwerken
Leiding geven
Taalkundige competentie
Spel 1 Spel 2 Spel 3 Gemiddelde
Conclusie:
Conclusie:
Conclusie:
Algemene conclusie:
1 : moet verbeteren er wordt meer verwacht
2 : aanvaardbaar benadert de verwachtingen
3 : goed voldoet aan de verwachtingen
4 : uitstekend overtreft de verwachtingen
SO
CIA
LE
CO
MP
ET
EN
TIE
LEE
R-
CO
MP
ET
EN
TIE
ZE
LFS
TU
RE
ND
E C
OM
PE
TE
NT
IE
28 29
Tangram
Timing
20 minuten
Benodigdheden
# De puzzelstukken van de tangram zijn terug te vinden in bijlage. Voorbeelden van figuren zijn terug te vinden via . De puzzelstukken worden best geprint op dik papier.
Instructies/aanpak, evaluatie
De leerlingen krijgen individueel een envelop met zeven puzzelstukjes van een tangram en de opdracht om binnen een bepaald tijdsbestek (10 minuten) met deze puzzelstukjes een figuur te vormen, opgelegd door u. Er volgt nog een korte bespreking. Het doel is dat leerlingen trachten te omschrijven welke ondernemerskwaliteiten belangrijk waren bij deze opdracht. U observeert het proces aan de hand van het observatieschema.
Ruimte-oefening
Timing
30 minuten
Instructies/aanpak, evaluatie
Indien de klas meer dan 10 leerlingen telt, is het beter om de klas op te splitsen in verschillende groepen. Het is de bedoeling om met de groep tot één lijst te komen. Dit betekent dat iedereen moet akkoord gaan met de gezamenlijke rangorde van elk voorwerp. De leerlingen krijgen 20 minuten om samen tot een volgorde te komen. De leerlingen mogen gebruik maken van het internet om informatie over het maanoppervlak op te zoeken. Enkel als de leerlingen hier expliciet naar vragen, mogen andere informatiebronnen gebruikt worden.
Na het invullen van de lijst, beantwoordt elke leerling de verschillende vragen uit de leerlingebundel. U overloopt daarna met de klasgroep het resultaat aan de hand van de verbetersleutel.
De score van het groepsresultaat kunt u berekenen door de absolute waarde van het verschil tussen de groepsrangordecijfer en dat van de oplossing van elk voorwerp op te tellen. Als ik rubberboot bijvoorbeeld 14 geef, maar de oplossing geeft dat een 9, scoort de groep daarop 5. Al deze verschillen opgeteld geven de eindscore. Hoe lager die score is, hoe beter.
U observeert het proces aan de hand van het observatieschema.
WWW
30 31
Oplossingen leerlingenbundel
1. zuurstoftanks: ademhalingsfunctie2. 20 liter water: aanvulling op waterverlies door transpiratie3. sterrenkaart: belangrijkste middel om de richting te vinden4. voedselblikken: noodzakelijk dagrantsoen5. FM-ontvanger: verbinding met het moederschip6. nylontouw: vervoer van gewonden en bergbeklimmen7. EHBO-koffer: waardevol8. parachutezijde: bescherming tegen felle zonnestralen9. rubberboot: om zichzelf voort te bewegen over kloven10. vuurpijlen: noodsignaal binnen gezichtsafstand11. geweren: voor het maken van een draagberrie12. melkpoeder: voeding, gemengd met water13. kooktoestel: enkel nuttig op de donkere zijde (130°C)14. kompas: geen magneetpool, dus onbruikbaar15. doosje lucifers: te weinig zuurstof
SWOT-analyse
Timing
1 lesuur, zonder nabespreking
Instructies/aanpak
Elke leerling lost afzonderlijk de vragen uit het schema SWOT-analyse voor zichzelf op, eventueel met behulp van de besproken resultaten op de vaardighedentest en de assessmentsituaties.
In bijlage kunt voorbeelden terugvinden als inspiratie voor uzelf en de leerlingen.
Daarna is het de bedoeling dat u in het klaslokaal de stoelen per twee rug aan rug plaatst in een grote kring. De onderstaande vragen “vragen aan een ander” worden tijdens deze stoelendans aan elkaar gesteld.
Bijvoorbeeld vijf leerlingen blijven op hun gekozen stoel zitten, terwijl de andere groep minimum vijf keer van stoel verschuift. Dit in de veronderstelling dat er ongeveer tien leerlingen in deze klas zitten. Deze oefening wordt dus aange-past naargelang het aantal leerlingen per klasgroep.
De leerlingen noteren op hun antwoordblad (SWOT-analyse) de antwoorden van de andere leerlingen. Zij moeten elkaar dus interviewen.
Het is de bedoeling dat op het einde van het spel alle leerlingen antwoord hebben gekregen van verschillende leerlingen.
Beide kolommen uit het schema worden vergeleken. De informatie gebruiken de leerlingen om een analyse op te stellen.
De resultaten van de persoonlijke SWOT-analyse en de bevindingen per leerling van de groep worden in een kringgesprek samen overlopen en besproken. Deze bespreking kan door u vrij ingevuld worden.
Een hulpmiddel voor de leerlingen bij het invullen van het schema is in bijlage terug te vinden.
32 33
Eureka! Wat levert het op?
Opdracht: Op zoek naar inspiratie
Timing
20 minuten
Eventuele benodigdheden
# inspirerende filmpjes via
Instructies: klassikale opdracht
De filmpjes zijn natuurlijk extreme voorbeelden. U kunt de leerlingen ook naar voorbeelden laten zoeken uit hun nabije omgeving. Risicobereidheid, durven falen, ingaan tegen vooroordelen kunnen allemaal aan bod komen tijdens de bespreking.
Oplossingen opdrachten leerlingenbundel
Wat is de boodschap van deze filmpjes?
> Ondanks tegenslagen, ondanks wat anderen beweren, blijven geloven in jezelf> Tegenslagen maken deel uit van het leven> Laat je niet in een hokje stoppen als je dit niet wil
Welke bedenkingen maak je bij deze filmpjes?
> Hier komen enkel succesverhalen aan bod. Er zullen natuurlijk ook mensen zijn die niet slagen, ondanks de vele pogingen. Niet iedereen krijgt dezelfde kansen.
Opdracht: Op weg naar werk
Timing
2 tot 3 lesuren
Eventuele benodigdheden
# pc met internetverbinding voor elke leerling
Instructies/aanpak: individuele opdracht
Deze opdracht bestaat uit een vragenreeks. Alle informatie en antwoorden op vragen zijn terug te vinden op de site van de VDAB. De overige vragen en opdrachten zullen verschillend zijn naargelang de studierichting van de leerlingen, en in functie van de gekozen werkaanbieding. De opdrachten (of antwoorden op de vragen) stoppen de leerlingen in een digitaal document. Er is een formulier voor zelfevaluatie opgenomen in de leerlingenbundel.
Oplossingen opdrachten leerlingenbundel
a. Wat dien je te verstaan onder beroepsinschakeltijd? Hoe werkt het systeem precies?
> Wanneer je afgestudeerd bent en geen werk hebt, ontvang je niet onmiddellijk een uitkering. De beroepsinschakeltijd is een periode van 12 maanden die je dient te doorlopen, alvorens je recht hebt op een inschakelingsuitkering. Wanneer je beroepsinschakeltijd precies start is afhankelijk van een aantal factoren, bijvoorbeeld het moment waarop je je studies beëindigt. Niet alle dagen tellen mee voor het berekenen van je beroepsinschakelingstijd. Op www.rva.be vind je meer info over welke dagen wel en niet meetellen.
WWW
34 35
b. Waarom moet je je zo vlug mogelijk inschrijven bij de VDAB na het beha-len van je diploma/getuigschrift?
> Je beroepsinschakelingstijd start pas op de dag dat je je inschrijft als werkzoekende bij VDAB.
c. Welke competenties en sleutelvaardigheden uit de beroepenfiche kun je koppelen aan ondernemen, ondernemingszin?
> persoonlijk antwoord
d. Welke competenties zijn jou aangeleerd op school?
> persoonlijk antwoord
e. Welke competenties heb je (nog) niet onder de knie?
> persoonlijk antwoord
f. Bekijk de grafieken/tabellen onder het luik Arbeidsmarktinformatie over deze beroepencluster. Bespreek de verschillende grafische voorstellingen.
> persoonlijk antwoord
Opdracht: Tips voor op de werkvloer
Timing
De timing is afhankelijk van de tijd die u er als leerkracht wil aan spenderen en van de grootte van de groep. Dit kan gaan van 30 minuten tot 1 lesuur.
Instructies/aanpak: instructies door de leerkracht, gevolgd door groepsopdracht
Deze opdracht is gebaseerd op een kaartspel over ondernemerskwaliteiten “Het School Ondernemerschapsspel”, te bestellen via het Centrum Informatieve Spelen.
Het spel werd ontwikkeld door CPS onderwijsontwikkeling en advies. CPS is gekomen tot twaalf thema’s (bijvoorbeeld focussen) die de kern vormen van een ondernemende houding. Elk thema bestaat uit verschillende kenmerken (bijvoorbeeld doelgericht zijn).
Een overzicht van een grote groep van ondernemerskwaliteiten kunt u terugvinden in de tabel op de volgende pagina.
36 37
Focussen Loslaten > richting kunnen bepalen > aanpassingsvermogen hebben > doelgericht zijn > zich kwetsbaar durven opstellen > resultaatgericht zijn > oplossingsgericht zijn Successen vieren Vertrouwen uitstralen > kansen aanwijzen > overtuigd zijn van zichzelf > positieve aandacht geven > overtuigd zijn van de ander(en) > kunnen presenteren > kunnen motiveren Aanpakken Lef tonen > prioriteiten kunnen stellen > snel durven handelen > organisatietalent hebben > initiatief durven nemen > beslissingen durven nemen > risico durven nemen
Samenwerken Open staan > kunnen samenwerken > bereikbaar en aanspreekbaar zijn > betrokken en solidair zijn > nieuwe dingen toelaten > verantwoordelijkheden > onbevooroordeeld zijn kunnen verdelen
Deze opdracht kan uitgevoerd worden met de ganse klas of er kan gewerkt worden met groepjes.
De lijst met kenmerken wordt voorgelegd aan de leerlingen. Om de beurt selecteert een persoon een kenmerk die hij goed beheerst. De leerling geeft in maximaal één minuut praktische tips over het gebruik van dit kenmerk, deze kwaliteit.
U kunt de leerlingen wijzen op volgende zaken: hoe kun je de ondernemers-kwaliteit in je werk gebruiken, waar moet je op letten, wanneer heeft het toepassen het meeste effect?
U beslist als leerkracht hoeveel rondes er moeten gespeeld worden.
Oplossingen leerlingenbundel
De antwoorden van de leerlingen zullen bepaald worden door de kwaliteiten die worden besproken, het aantal kwaliteiten dat ter sprake wordt gebracht, de studierichting die leerlingen volgen.
Opdracht: Draait het dan toch allemaal om de centen?
Timing
1 tot 2 lesuren
Eventuele benodigdheden
# artikel ‘De Belg is een luie consument’, De Morgen 13/04/2012
Instructies/aanpak: individuele opdracht
Oplossingen leerlingenbundel
Welk verhaal zit volgens jou achter deze titel?
> persoonlijk antwoord, mogelijke antwoorden: Belgen zijn luie mensen op het vlak van aankopen, ze bestellen vanuit hun luie zetel, de manier waarop iemand consumeert is afhankelijk van nationaliteit, overschakelen van leverancier loont, maar we doen het te weinig, …
Controleer of je veronderstelling correct is. Welke oorzaken en gevolgen worden opgesomd in het artikel die de titel kunnen verklaren?
Oorzaken?
> Luiheid, afkeer van administratieve rompslomp, Belgen zijn conservatiever: het zit in onze volksaard om voor veilig en vertrouwd te kiezen
WWW
38 39
Gevolgen?
> Door trouw te blijven aan bank, verzekeraar en bijvoorbeeld energie- leverancier ontnemen we ons de kans om op jaarbasis een grote som te besparen.
Is de inhoud van het artikel nog steeds actueel? Zijn Belgen nog steeds luie consumenten? Argumenteer je antwoord. Vermeld de bronnen die je gebruikt hebt voor je argumentatie.
> In het artikel wordt al duidelijk gemaakt dat we aan het veranderen zijn en langzaam maar zeker de buurlanden aan het bijbenen zijn. De administratieve rompslomp wordt meer en meer geregeld voor de klant, in plaats van door de klant> Het succes van groepsaankopen komt regelmatig in de media.> Toch zijn er ook tegenstrijdigheden: aan de ene kant stappen we sneller over, aan de andere kant blijft België een duur land voor het aankopen van dagelijkse producten.
Bron
> www.kieskeurig.be: online kopen in de lift> www.testaankoop.be: groepsaankopen in de lift
Noteer kort het resultaat van je onderzoek.
> persoonlijk antwoord
Bij deze opdracht kan het nodig zijn om een aantal criteria te geven:
> onderwerp (product/dienst) van het onderzoek> berekeningen laten noteren> conclusies> bronnen laten noteren> …
Eureka! Eureka!Het einde in zicht of toch niet helemaal?
Duur
30 minuten tot 1 lesuur
Instructies/aanpak: individuele opdracht, eventueel gevolgd door klassikale bespreking
De leerlingen beantwoorden de verschillende vragen individueel. Bij een klassikale bespreking licht elke leerling zijn reflectie toe. Medeleerlingen kunnen feedback geven zodat de reflectie kan bijgestuurd worden waar nodig.
40 41
Mogelijke sterktes
Direct
Standvastig
Zorgzaam
Vriendelijk
Subtiel
Losjes
Flexibel
Systematisch
Gereserveerd
Mogelijke zwaktes
Bazig
Cijfert zichzelf weg
Onachtzaam of
slordig
Te perfectionistisch
Teruggetrokken
Zwijgzaam
In zijn schelp
kruipen
Dominant
Ongeremd
Mogelijke kansen
Omgeving waarin
eigen belang
belangrijk is
Omgeving waarin
begrip belangrijk is
Omgeving waar
men ongedwongen
is
Gestructureerde en
methodische
omgeving
Gereserveerde
sfeer (omgeving),
afwachtend
Opgewekte
omgeving en sfeer
Omgeving die
vraagt om alertheid,
inlevingsvermogen
Relativerende
omgeving waar
niet te vlug gevaar
dreigt
Mogelijke bedreigingen
Bemoeizuchtige
omgeving
Competitieve,
egoïstische omgeving
Dwangmatige en
gedisciplineerde
omgeving
Chaotische en
slordige omgeving
Uitbundige omgeving
waarin mensen veel
aandacht opeisen
Afstandelijke,
gesloten omgeving
Onaangename
omgeving
Emotionele omgeving
Mogelijke sterktes
Introvert
Stil
Levenslustig
Mensgericht
Populair
Uitbundig
Gevoelig
Op zijn gemak
Controlerend
Mogelijke zwaktes
Overbezorgd
Ongevoelig
Ziet niet snel gevaar
Mogelijke kansen
Mogelijke bedreigingen
Onverschillige
omgeving
SWOT-analyse: enkele voorbeelden
42 43
Download voorbeelden van figuren op:
http://fmwleren.hogent.be/pba-so/pav
Bibliografie
Boeken
KOK, B. & DE JONGH, F., Assessment doen, hoe werkt het in uw voordeel?, Het Spectrum, 2005, 224p.
LAEVERS, F. & BERTRANDS, E., Ondernemingszin (h)erkennen, CEGO, Leuven, 2004, 44p.
POVAH, L., Assessment voor Dummies, Pearson Benelux B.V., 2009, 234p.
SLOCUM, J., Tangram, uitgeverij Elmar, 192p.
VAN MANEN, R. & PRINS, J.M., Sociaal Cognitieve Vaardigheden Test, Bohn Stafleu van Loghum, 2007, 194p.
Artikels
Centrum voor Ondernemen, Trendlijst, onuitgegeven.
BECKERS, L., Straatkinderen leren ondernemers overleven, De Morgen, 09/11/2011.
DE SCHAMPELAERE, J., Autisten zijn prima werknemers, De Tijd, 03/03/2012.
DESMET, L., Ondernemers worden vooral gekweekt door goed onderwijs, De Morgen, 22/03/2012, p. 18.
HERBOTS, K., De Belg is een luie consument (maar kan er niks aan doen), De Morgen, 13/04/2012.
VAN EETVELT, K., Een stiel leren op school?, De Morgen, 31/08/2011.
Educatieve spelen
Het School Ondernemerschapsspel, uitgave van CPS onderwijsontwikkeling en advies, herziene uitgave 2007
Websites
www.passwerk.bewww.unizo.bewww.vdab.be
Tangram
WWW
44 45
Ove
rzic
ht
ein
dte
rmen
Functionele taalvaardigheid
ET 1 De leerlingen kunnen uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie halenET 2 De leerlingen kunnen over die informatie reflecteren en ze evaluerenET 3 De leerlingen kunnen ingewonnen informatie mondeling gebruikenET 4 De leerlingen kunnen mondeling argumenterenET 5 De leerlingen kunnen eenvoudige informatie schriftelijk formulerenET 6 De leerlingen kunnen zich mondeling duidelijk formuleren
Functionele rekenvaardigheid
ET 7 De leerlingen kunnen evenredig-heden functioneel toepassen met o.a.: regel van drieën, percentrekenenET 10 De leerlingen kunnen spontaan en zelfstandig metingen, rekeningen en bewerkingen controleren
Functionele informatieverwerving en -verwerking:
ET 11 De leerlingen kunnen relevante informatie in concrete situaties vinden, selecteren en gebruikenET 12 De leerlingen kunnen informatie uit uiteenlopend tekstmateriaal begrijpen en gebruiken
ET 13 De leerlingen kunnen spontaan gebruik maken van voor hen relevante informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Organisatiebekwaamheid:
ET 15 De leerlingen kunnen opdrachten zelfstandig plannen, organiseren, uitvoeren, evalueren en indien nodig bijsturenET 16 De leerlingen kunnen bij groepsopdrachten - overleggen en actief deelnemen- in teamverband instructies uitvoeren - reflecteren en bijsturen
Maatschappelijk en ethisch bewustzijn, weerbaarheid en verantwoordelijkheid
ET 20 De leerlingen kunnen solliciterenET 21 De leerlingen kennen in hun eigen regio de dienstverlening van de belangrijkste maatschappelijke instellingen en kunnen er gebruik van makenET 24 De leerlingen kunnen maatschappelijk relevante procedures toepassenET 26 De leerlingen zien het belang in van levenslang leren
Inle
idin
g
Ik h
eb e
en id
ee
Ik w
eet
wat
het
bet
eken
t
Oef
enin
g b
aart
…
Wat
leve
rt h
et o
p?
Eu
reka
!
Inle
idin
g
Ik h
eb e
en id
ee
Ik w
eet
wat
het
bet
eken
t
Oef
enin
g b
aart
…
Wat
leve
rt h
et o
p?
Eu
reka
!
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
xxx
xxx
x
x
x
x
x
x
46 47
Leren leren:
De leerlingen kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoerenDe leerlingen houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderenDe leerlingen kunnen gegevens, han-delwijzen en redeneringen ter discus-sie stellen aan de hand van relevante criteriaDe leerlingen kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoekenDe leerlingen gaan alert om met mediaDe leerlingen dragen actief bij tot het re-aliseren van gemeenschappelijke doelenDe leerlingen verwerven inzicht in de eigen sterke en zwakke puntenDe leerlingen doen een beroep op maat-schappelijke diensten en instellingenDe leerlingen stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen
Sociorelationele ontwikkeling:
De leerlingen accepteren verschillen en hechten belang aan respect en zorg-zaamheid binnen een groepDe leerlingen kunnen ongelijk toegeven en zich verontschuldigen
Omgeving en duurzame ontwikkeling:
De leerlingen zoeken naar mogelijk-heden om zelf duurzaam gebruik te maken van ruimte, grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen
Socioculturele samenleving:
De leerlingen beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen
Ove
rzic
ht
vak
over
sch
rijd
end
e ei
nd
term
en Inle
idin
g
Ik h
eb e
en id
ee
Ik w
eet
wat
het
bet
eken
t
Oef
enin
g b
aart
…
Wat
leve
rt h
et o
p?
Eu
reka
!
Inle
idin
g
Ik h
eb e
en id
ee
Ik w
eet
wat
het
bet
eken
t
Oef
enin
g b
aart
…
Wat
leve
rt h
et o
p?
Eu
reka
!
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
48