Post on 11-Jan-2017
WARMTENETWERK MAGAZINE
Nr 21. Winter 2015
Michaël Corten: grootschalig denken vanuit een klein bedrijfOndergrondse warmteopslag met minimaal verliesSamen naar 90.000 aansluitingen in Arnhem-Nijmegen
3 Column: Onzichtbare duurzaamheid
4 Nieuwe leden: ROC Rijn IJssel
4 Onderwijsnieuws
5 Stresstest energie
6 Politiek overtuigd van warmtenetten
8 Interview: Michaël Corten, ceo Belgian Eco Energy
12 Innovatieve warmteopslag: ondergronds en voordelig
14 Jaarbijeenkomst: Oogstjaar voor warmtenetten
17 SDE+ in 2014 en 2015
18 Gekoppelde groei warmtenetten in regio Arnhem-Nijmegen
20 Nieuw hart voor warmte- en koudenet in London City
22 Uitbreiding warmtecentrale Gent
24 Warmtemeters in de pool
25 IJs als koudemedium
26 Deelnemers
27 Colofon en agenda
2 WARMTENETWERK MAGAZINE
Inhoud
Omslagfoto:
Plaatsing van het buffervat voor het warmtenetwerk van Arnhem, Duiven en
Westervoort. In dit vat slaat Nuon warm water met een temperatuur van
125 ˚C op. Lees op pagina 18 meer over de plaatsing en de uitbreiding van het
warmtenet in de regio Arnhem-Nijmegen. foto: nuon/jorrit lousberg
De voorkant van het boek Monitor Duurzaam Nederland
2014 van het Centraal Plan Bureau (CPB) is veelbelo-
vend: een mooie foto van het Zoneiland in Almere dat
duur zame warmte levert aan het warmtenet van de
wijk Noorderplassen. Maar het lijkt erop dat de vorm-
gever zich vergistte. De auteurs van het CPB schrijven
alleen maar over windenergie, zonnestroom, elektrische
auto’s, waterstof, opslag van CO2 in de bodem en emis-
siehandel. Het woord ‘warmtenet’ komt niet eens voor
in het boek dat 76 bladzijden telt; het woord ‘warmte’
staat er maar twee keer in.
Kennelijk ging de vormgever ervan uit dat het Zoneiland
elektriciteit produceerde en hebben de auteurs de fout
niet gezien. Of kunnen de auteurs zich niet voorstellen
dat we in Nederland ook duurzame warmte gebruiken
op wijkniveau? Als we het rapport mogen geloven is
dat — in combinatie met luiheid — niet onwaarschijnlijk.
Zo lezen we in hoofdstuk 2: ‘We zullen ons hier vooral
richten op elektriciteit, omdat elektriciteitsopwekking
een belangrijke bron is van broeikasgassen. Ook is er
over deze sector de meeste kennis over technieken en
mechanismen bij de transitie naar schone energie.’
Het is helaas niet ongebruikelijk dat onderzoeken naar
IntroductieHet doel van de in 2008 opgerichte stichting Warmtenetwerk
is een duurzame warmte- en koudevoorziening in Nederland
en Vlaanderen.
Met het Warmtenetwerk Magazine willen we u kennis laten
maken met de ontwikkelingen en mogelijkheden van warm-
te- en koudenetten en met het netwerk aan spelers op dit
gebied. Meer dan 180 organisaties nemen deel aan het Warm-
tenetwerk. _
een duurzame toekomst warmte overslaan. Bij duurza-
me energie denken de meesten haast automatisch aan
windturbines en pv-panelen. De auteurs van het CPB
noemen windenergie in het boek zelfs de goedkoopste
vorm van duurzame energie. Ze schrijven wel over de
SDE+, maar kennelijk hebben ze die regeling slecht be-
studeerd. In deze steunregeling zijn er zelfs meerdere
vormen van hernieuwbare warmte die per eenheid ener-
gie goedkoper zijn dan windenergie.
Veel aandacht gaat in het boek naar de maatschappe-
lijke acceptatie van duurzame energie. Daarbij is de
constatering dat windturbines op land grote problemen
hebben vanwege hun zichtbaarheid. Dat probleem heeft
een warmtenet niet. De leidingen die duurzame warm-
te distribueren zijn onzichtbaar. Dat zou een pluspunt
moeten zijn voor beleidsmakers.
Helaas valt warmte buiten het blikveld van het CPB. Ge-
lukkig zijn verschillende politici inmiddels wel wakker.
Jan Vos (PvdA) diende met steun van René Leegte (VVD)
een motie in die minister Kamp vraagt om voor april een
plan van aanpak te leveren voor 1 miljoen woningen op
warmtenetten. De motie is eind november aangenomen
door de Tweede Kamer en we wachten nu met spanning
af. In elk geval geeft Kamp in de SDE+ alle ruimte voor
duurzame warmte. _
Klaas de Jong
Duurzaamheidsmonitor met oogkleppen
Warmtenetten liggen onzichtbaar ondergronds, maar dat betekent niet dat we ze moeten negeren.
WARMTENETWERK
meer comfort met minder fossiele energie
Gelukkig zijn politici als Jan Vos (PvdA) en René Leegte (VVD) wel wakker
NR 21. WINTER 2015 3
Nieuwe deelnemers
4 WARMTENETWERK MAGAZINE
“We hadden al een opleiding infratechniek met gas- en
drinkwaterleidingen,” vertelt Ben Kamps van ROC
Rijn IJssel, “en daar hebben we nu warmtenetten aan
toegevoegd, want we zien dat die steeds belangrijker
worden.” In de regio van ROC Rijn IJssel is dat goed te
merken. In Arnhem en Duiven is Nuon actief met warm-
te van de AVR en vlakbij in Nijmegen met warmte van
ARN. Vanwege de toenemende activiteiten rond warmte
heeft Kamps het opleidingencentrum aangemeld als
deelnemer aan Warmtenetwerk. “Door onze deelname
hopen we onze kennis uit te breiden en nieuwe contac-
ten te krijgen binnen de warmtesector”, aldus Kamps.
ROC Rijn en IJssel heeft bijna 1.300 docenten verdeeld
over verschillende locaties in Arnhem, Ede, Wageningen,
Zevenaar, Renkum en Elst. Voor praktijkles infratechniek
kunnen de leerlingen van ROC Rijn IJssel gebruik maken
van een voor dat doel aangelegd water- en gasnet met
reduceerstation en een Portakabin om woningaansluitin-
gen te demonstreren. Dit wil het ROC nog uitbreiden
met warmteleidingen en een afleverset. _
www.rijnijssel.nl
ROC Rijn IJssel: inspelen op vraag naar warmtenetten
Steun duurzame warmteBent u ook betrokken bij warmte- en koudenetten en/
of wilt u een bijdrage leveren aan een effectieve infra-
structuur voor warmte en koude? Neem dan deel aan
Warmtenetwerk. Email voor meer informatie naar:
info@warmtenetwerk.nl
Onderwijsnieuws
Nieuwe opzet infratechniek ROC’sSamen met onder andere de werkgroep opleidingen van
Warmtenetwerk en de werkgevers in de infratechniek
is in 2014 een project gestart voor een gezamenlij-
ke opleiding infratechniek aan de ROC’s (Regionale
OpleidingsCentra). ROC’s verspreid over het land kun-
nen de vernieuwde opleiding straks uniform verzorgen.
Warmte distributienetten maken in de nieuwe opzet
onderdeel uit van de ondergrondse infratechniek.
Stichting Warmtenetwerk ondersteunt de ontwikkeling
van de opleiding met een lening van 20.000 euro aan
Stichting Blei, die leermiddelen en examenproducten
voor de opleiding tot (1ste) monteurs voor gas, water,
elektriciteit en warmte ontwikkelt. Verschillende
eigenaren van de huidige leermiddelen hebben deze
beschikbaar gesteld als basis voor de ontwikkeling van
de nieuwe opleiding. Onder hen bevinden zich onder
meer het Opleidings & Ontwikkelingsfonds (OOF),
enkele netbedrijven, Enexis, GOA Leidingtechniek,
Brabant Water en de Vakgroep Ondergrondse Netwerken
en Grond waterbeheer van Bouwend Nederland. Wim
Cobbenhagen is coördinator van het project. _
Inventarisatie opleidingenBinnen Stichting Warmtenetwerk is bestuurslid Hendrik
Jan Kors de trekker van de werkgroep opleidingen. Eind
vorig jaar heeft de werkgroep een hernieuwd overzicht
van opleidingen in Nederland opgesteld. Dit is terug te
vinden op de website van Warmtenetwerk. _
www.warmtenetwerk.nl
ROC Kellebeek op restwarmte SitaHet splinternieuwe ROC Kellebeek College in Roosendaal
heeft een unieke warmtevoorziening: afvalenergie-
centrale Sita levert warm water van slechts 40 C̊ via
een warmteleiding. Energetisch gezien is dat een ideale
temperatuur voor Sita. Dankzij de lage temperatuur
treedt nauwelijks warmteverlies op. De door BAM In-
fratechniek aangelegde leiding vormt de basis voor het
Smart Climate Grid Roosendaal dat in de toekomst een
nieuwbouwwijk van warmte zal voorzien. De gemeente
heeft hiervoor het Duurzaam Energie bedrijf Roosendaal
opgericht. _
Waarom ?De EU heeft een Energy Stress Test uitgevoerd
Huidige import
53%van de energie die we verbruiken
48% van de EU’s energie gaat naar de verwarming van water en huizen
Uit Rusland
88%Ruwe olie
66%Aardgas
42%Vaste brandstof
40%Kernenergie
39%gas
33%olie
Russia
Ukraine
Rusland
Oekraïne
Een simulatievan een extremesituatieGeenvoorspelling!
NR 21. WINTER 2015 5
Op 1 januari 2009 staakte Rus-
land de levering van aardgas
aan Oekraïne. Verschillende
Europese staten zaten enkele
dagen later midden in de win-
ter zonder gas. Dat zorgde voor
grote onrust in Brussel. Met de
realisatie van de Nordstream-gas-
leiding, die direct door de Oostzee
gaat, leek de rust weergekeerd. Tot-
dat Rusland in 2014 de Krim annexeer-
de en de EU wel actie moest onder-
nemen. Al snel ontdekten de politici dat
ze niet sterk stonden in een handelsoorlog vanwege de
afhankelijkheid van Russisch gas. De EU-leiders besloten
daarom een stresstest voor energievoorziening uit te
voeren, vergelijkbaar met de crisistest voor banken.
Die test bevestigde wat we al wisten: de EU is sterk af-
hankelijk van brandstoffen van buiten de eigen landen.
88 procent van de olie en 66 procent van het aardgas
komt van buiten de EU. Maar het geldt eveneens voor
vaste brandstoffen (44 procent) en kernenergie (40
procent). De afhankelijkheid van aardgas verschilt met
de andere brandstoffen omdat het gas hoofdzakelijk uit
Rusland komt. De Europese gasproductie daalt en ande-
re gasleveranciers zijn er eigenlijk niet. De aanvoer van
vloeibaar aardgas met lng-tankers is te beperkt en te
duur volgens de onderzoekers.
De gevolgen van een leve-
ringstop zijn hierdoor groot.
Met name Oost-Europese
landen als Finland, Estland,
Macedonië en het voormalige
Joegoslavië zouden tenminste
60 procent van het gas dat ze
nodig hebben missen.
Warm waterEen belangrijke conclusie in het rapport is
dat we 48 procent van de energie gebruiken
om woningen en water te verwarmen. Een omschakeling
naar duurzame bronnen is dan ook een van de aanbe-
velingen.
De adviezen zijn onderverdeeld in snel te nemen maat-
regelen, maatregelen voor middellange termijn en voor
lange termijn. De voordelen van warmtenetten zijn
hierin helder neergezet. Warmtenetten kunnen flexibel
omschakelen naar andere bronnen. De EU wil dan ook
dat bestaande netten die nog aardgas gebruiken, zo snel
mogelijk duurzame bronnen toevoegen zodat ze in geval
van nood het aardgas kunnen ontkoppelen. Deze over-
schakeling is binnen korte tijd te realiseren. Uitbreiding
van netten vergt meer tijd. _
Energy Stress Test
Wat gebeurt er als de gaslevering vanuit Rusland of door Oekraïne in de winter stil komt te liggen?
6 WARMTENETWERK MAGAZINE
Zowel landelijke als lokale politici in Nederland denken steeds vaker aan warmtenetten als ze het over duurzaam energiebeleid hebben.
‘Aardgas is zo ouderwets, ruim baan voor warmte’. Het
lijkt misschien een persbericht van Stichting Warmte-
netwerk, maar het is de titel van een bericht van de
werkgroep PvdA Duurzaam dat is ondertekend door Rolf
Steenwinkel en Chris Peeters. Zij staan niet alleen in
die gedachte; dankzij de inspanningen van Stichting
Warmtenetwerk en de Duurzame Energie Koepel zijn
politici de afgelopen jaren beter bekend geraakt met
de duurzaamheidskansen van warmte en warmtenetten.
Dat ze enthousiast zijn over de mogelijkheden, blijkt uit
vele interviews, moties en Kamervragen die de redactie
van Warmtenetwerk Magazine voor deze bloemlezing
bijeenzocht.
Bovendien laten de politici het niet alleen bij loze
beloften. Met het Energieakkoord en de Steunregeling
Duurzame Energie (SDE+) zet het kabinet in op verduur-
zaming van warmte.
1 miljoen huishoudensOp 17 november stemde de Tweede Kamer vrijwel una-
niem voor een motie van Jan Vos (PvdA) en René Leegte
(VVD) die Minister Kamp van Economische Zaken ver-
plicht om met een samenhangend plan te komen voor
restwarmtebenutting bij 1 miljoen huishoudens. Alleen
de leden van de PVV en de daaruit afgescheiden Groep
Bontes/Van Klaveren stemden tegen. _
Politiek overtuigd van warmtenetten
PvdAWarmtenetten passen helemaal binnen de duurzaam-
heidsdoelstellingen van de PvdA. Precies een week voor
de motie van Vos, diende de Noord-Hollandse gedepu-
teerde voor milieu Tjeerd Talsma een soorgtelijke motie
in. Daarmee wil hij het provinciebestuur verplichten
in het tweede kwartaal van 2015 plannen te presente-
ren voor een betere benutting van restwarmte en de
aanleg van een warmterotonde. In Noord-Holland zijn
nu al diverse warmtenetten, waaronder in Amsterdam,
Purmerend en Alkmaar. Eind november is bovendien een
samenwerkingsovereenkomst getekend voor gebruik van
VVDTweede Kamerlid Leegte, die samen met Vos de motie
voor restwarmte indiende, is een bekend tegenstander
van windmolens. Deze ziet de VVD-er in tegenstelling
tot warmtenetten als te weinig kostenefficiënt. Grote
energiecentrales in het noorden noemde hij tijdens zijn
spreektijd over de Warmtewet in 2013 “een gemiste kans
voor de energie-efficiency. Het maken van elektriciteit
levert zo’n globale 40% elektriciteit op en 60% warmte.
Het gebruiken van het restproduct warmte verhoogt dus
restwarmte van de hoogovens van Tata Steel in IJmond.
Als de netten eenmaal zijn aangelegd vanwege de
goedkope restwarmte, kunnen we volgens Steenwinkel
en Peeters verder verduurzamen. Dat schrijven ze in
een brief aan Trouw: ‘het grootschalig invoeren van
warmtenetten zal de aandacht voor allerlei vormen van
duurzame energie en optimale energiebenutting stimu-
leren, en kan zo een belangrijke bijdrage leveren aan
een succesvolle energietransitie.’
de efficiency van de ingezette primaire
energie. Dat is echte duurzaamheid.”
Ook in een uitzending van BNR nieuws-
radio op 15 oktober herhaalde Leegte
het nut van restwarmtegebruik. “Een politicus wil graag
iets neerzetten, zoals een windmolen. Warmte kun
je niet zien. Het is jammer dat er zo weinig over gespro-
ken wordt. Maar de investering is ook groot.”
NR 21. WINTER 2015 7
D66Meer dan 90.000 woningen in Rotterdam krijgen hun
warmte van afvalverbrander AVR op Rozenburg. Ook in
andere plaatsen zou stadsverwarming meer aandacht
verdienen, schrijft de Rotterdamse duurzaamheidswet-
houder Pex Langenberg (D66) in een column in Binnen-
lands Bestuur. We kunnen ons volgens hem wel blijven
richten op isolatie en zonnepanelen in nieuwbouw, maar
ligt daar ook daadwerkelijk het grootste probleem? ‘Hoe
schoon sommige nieuwbouwwijken ook zijn, ze vormen
een minderheid. De grootste uitdaging zit in bestaande
bouw. Dichtbevolkte gebieden met veel appartementen
en gestapelde bouw lenen zich bij uitstek voor stads-
warmte.’ Daarmee los je ook de problemen met de
luchtkwaliteit in binnensteden op volgens Langenberg.
GroenlinksIn het verleden associeerden duurzame partijen stads-
verwarming vaak met oude elektriciteitscentrales op
kolen. Tegenwoordig ziet Groenlinks in onder meer
Amsterdam en Nijmegen wel de voordelen van efficiënt
warmtegebruik en de mogelijkheden voor een duurza-
me toekomst. ‘Je kan zeggen dat de warmte van een
afvalverbrandingsinstallatie als ARN die in Weurt het
warmte net gaat voeden niet honderd procent duurzaam
is’, zegt de Nijmeegse wethouder Harriët Tiemens
hier in oktober over tegen Binnenlands Bestuur. ‘Maar
voorlopig zal er afval zijn waarvan altijd een deel moet
SPDat een warmtenet op dit moment vaak staat voor een
monopoliepositie, ziet Paulus Jansen, voormalig Tweede
Kamerlid en nu wethouder in Utrecht, als probleem.
Wel is Jansen absoluut voorstander van restwarmte-
benutting. Op 5 februari 2013 diende de SP-er nog een
motie in om het lozen van restwarmte te beboeten; die
motie haalde het helaas niet.
Partijleider Emile Roemer wil dat de overheid ook zelf
investeert in het gebruik van restwarmte. Dat stelde hij
afgelopen december tijdens een Tweede Kamer-debat
over klimaatverandering. “Democratiseer de energie.
Zet niet alleen subsidies in voor de markt, maar inves-
teer zelf. Karrenvrachten aan restwarmte gaan verloren
in de industrie. Help bedrijven om dat nuttig te gebrui-
ken of te verkopen en verlang als tegenprestatie dat de
bedrijven sneller verduurzamen.”
Rotterdam heeft veel restwarmte in de haven beschik-
baar, maar elders zijn eveneens genoeg kansen meent
de wethouder: ‘uit studies van het Planbureau voor de
Leefomgeving blijkt dat een vijfde van de gebouwde
omgeving binnen het bereik ligt van stadswarmte.’. Waar
het volgens hem nu op stukloopt, is vooral de grote in-
vestering vooraf, terwijl minder uitstoot de markt geen
winst oplevert. ‘In tegenstelling tot het elektriciteit- en
gasnet wordt er bij de aanleg van warmtenetten volledig
naar de markt gekeken. (…) Net als het begin van de
aanleg van de eerste NUTS-netwerken, zal de overheid
hier haar maatschappelijke rol moeten oppakken.’
worden verbrand. En dan is het beter om met die warm-
te duizenden woningen te verwarmen dan het klimaat
op te warmen.’
Toch houdt de partij nog een slag om de arm. Zo
stelt Groenlinks in Amsterdam dat uitbreiding van het
stadswarmtenet niet mag betekenen dat fossiele ener-
giecentrales langer openblijven. Ook willen ze het net
openstellen voor teruglevering van warmte en moet
volgens Groenlinks de aansluitplicht vervallen als je zelf
duurzamer warmte kunt opwekken dan het net.
8 WARMTENETWERK MAGAZINE
“Wij geloven dat wat je in de energiewereld moet doen,
misschien beter kan vanuit een klein bedrijf”, vertelt Bee-
ceo en mede-oprichter Michaël Corten. “Het is moeilijk
om een grote tanker die goed verdienende activiteiten
ontplooit te keren voor duurzaamheid.” Nadat hij sa-
men met Jan Jaeken Eneco België uit de grond stampte,
besloot Corten in 2010 voor zichzelf te beginnen. Hij richtte
vanuit zijn garage Bee op, samen met voormalig Electrabel-
manager Chris Elbers en de duurzame projectontwikkelaar
Christophe Surleraux, stichter van het Waalse Ecopex.
Invloedrijke families uit de chemische industrie investeer-
den al in hun visie. En die visie is alles behalve klein.
In december tekende Bee een contract ter waarde van
320 miljoen euro met het Spaanse Abengoa voor de ont-
wikkeling van haar biomassacentrale. Als alles volgens
plan verloopt verrijst de centrale met 215 MW elektrisch
vermogen rond 2017 in de Gentse haven. Benutting van de
100 MW warmte van de centrale was vanaf dag één een
belangrijk onderdeel van de plannen. Corten: “Dat is ook
een noodzaak voor als de subsidie stopt.”
Op dit moment heeft Bee een projectpijplijn van zo’n
260 MW in Vlaanderen en Wallonië. Een klein deel daarvan
(30 MW) betreft wind, de rest is voornamelijk warmte-
krachtkoppeling op biomassa en gas (wkk) in de industrie.
Warmte is ook hier een speerpunt: “De basis is voor ons het
technische idee van de cogeneratie, de hoge efficiëntie.
Bij kleinere wkk’s dimensioneren we vooral op de stoom- of
warmtebehoefte van een individuele klant. Een warmtenet
is interessant, omdat we daarop efficiënt grotere installa-
ties kunnen aansluiten.”
Waarom wil een klein bedrijf zo’n grote centrale?
“Wij hebben ondertussen al aardig wat lessen geleerd
op het gebied van biomassa. Bij biomassa is het zinvol
om groot te bouwen omwille van schaalvoordelen. Bij
centrales zoals die in Gent, kun je echter niet van één
klant afhankelijk zijn en moet je de productie delen via
het elektriciteitsnet en een warmtenet.”
Vanuit Eneco wilde je tussen 2007 en 2014 nog veertig
biogas-wkk’s in België bouwen van 3 MW elk.
“Daarvan zijn er circa tien gebouwd, maar daarna
scheidden onze wegen en is Eneco niet verder gegaan.
Een van de lessen die we hieruit hebben geleerd is dat
we juist beter grotere centrales kunnen bouwen. Wkk op
biogas is een heel mooie technologie, maar je mist het
schaalvoordeel. Bovendien is het te klein om een warm-
tenet aan te leggen en dus heb je meer subsidies nodig
om rendabel te zijn. In Europa is steeds minder geld
beschikbaar en dat dwingt ons efficiënter te werken dan
op die kleine schaal mogelijk is.”
Nieuwe centrales krijgen geen groenestroomcertifi
caten meer. Zijn er genoeg kansen voor duurzame
energieopwekking?
“Ik zie wel mogelijkheden, maar niet op dit moment. Als
er centrales van het net gaan, komen er misschien wel
weer groenestroomcertificaten beschikbaar. De centrale
van Electrabel is behoorlijk oud en het is de vraag hoe
lang die nog blijft draaien. Ook is er nog een oude cen-
trale van E.On. Beide waren kolencentrales. Wij bouwen
juist een nieuwe centrale die lang meegaat en maar een
derde deel van zijn levensduur subsidie nodig heeft.
Omgebouwde kolencentrales kunnen nooit zonder
subsidie draaien.”
In de eerste 15 jaar krijgt de centrale ongeveer
110 miljoen euro subsidie per jaar en daarna stopt het.
Waarom is deze centrale daarna wel rendabel?
“Met de warmtebenutting erbij, gaan we over de
60 procent efficiëntie. Dat is beter dan Steg-
elektriciteits centrales op gas. Biomassacentrales voor
elektriciteitsopwekking halen normaal rond de 35 pro-
cent en gebruiken duurdere soorten biomassa.
Voor de financiering is die rendabiliteit nodig. Doorgaans
plaatsen grote partijen, met name uit de industrie,
vragen bij de subsidiëring van hernieuwbare energie.
Vanwege de hoge efficiëntiegraad en de beperkte sub-
sidie staan ze echter positief tegenover ons project.
Aan het einde van de subsidieperiode zijn de banken en
investering terugbetaald.”
Gaan jullie vanaf het begin warmte leveren?
“We hebben al diverse gesprekken lopen met industri-
ele afnemers. Sinds januari hebben we bovendien een
ervaren werknemer in dienst die zich alleen maar gaat
Ecologie én economie
Door de warmte te benutten en biomassa die elders onbruikbaar is in te zetten, maakt ceo Michaël Corten van energieleverancier Bee biomassacentrales groener en goedkoper.
‘We kunnen beter grotere centrales bouwen.’
NR 21. WINTER 2015 9
‘Een volwaardig warmtenet is een noodzaak om verder te gaan
als de subsidie stopt’
10 WARMTENETWERK MAGAZINE
bezighouden met contracten voor het warmtenet.
Tegen de tijd dat we echt bouwen, hopen we al een
aantal contracten te hebben en gelijktijdig te kunnen
beginnen met de aanleg van het warmtenet. We willen
de warmtebenutting maximaal uitbouwen tijdens de
subsidieperiode. Een volwaardig warmtenet is ook een
noodzaak om verder te gaan als de subsidie stopt. Als
we nog een centrale willen bouwen, dan zouden we ons
zelfs nog meer vanaf het
begin door de warmtevraag
laten leiden.”
Hoe gaat Bee het warmtenet
uitrollen?
“We focussen ons in Gent in
eerste instantie vooral op
de industriële partijen in de
haven, zowel op bestaande
als nieuwe bedrijven. Gent
heeft een heel actief ha-
venbestuur dat veel lawaai
rond onze komst maakt.
Dat trekt nieuwe industrie
aan, die groene warmte kan gebruiken in bijvoorbeeld
logistieke toepassingen of droogprocessen. Een van de
mogelijke afnemers is zelfs zo enthousiast dat hij wil
mee-investeren in de centrale. Maar het kan ook gaan
om serres, glastuinbouw.
Natuurlijk vergeten we aansluiting op het bestaande
warmtenet in Gent niet. Op dat net zijn al een zieken-
huis en verzorgingscentra aangesloten. Daarnaast zijn
er plannen voor nieuwbouwwijken van 500 en 1.000
woningen.”
Wat zijn de grootste moeilijkheden in het project?
“Het begint bij de brandstof. De specifieke kennis op-
bouwen om duurzame biomassa met betrouwbare en
bankable partners te vinden tegen de juiste prijs, is een
werk van lange adem geweest. Daarnaast doen wij aan
projectfinanciering in plaats van aan balansfinanciering
zoals grote energiebedrijven. Het is een helse oefening
om de bank te overtuigen en de randvoorwaarden voor
het geld zijn extreem streng, maar we gaan er komen.”
De biomassa komt per schip vanuit onder meer Afrika.
Hoe zit het met de duurzaamheid?
“Het is een paradox, maar de brandstof is juist duur-
zaam doordat we hem uit het buitenland halen. Wij
werken voornamelijk met invasieve gewassen die je in
België en Nederland nauwelijks hebt. We zoeken ook
echt naar biomassa die je op geen enkele andere manier
kunt gebruiken. En een schip is een veel duurzamer
transportmiddel dan wegverkeer.
Ook hebben we intensief overlegd met een heleboel
ngo’s als Greenpeace, het Wereld Natuur Fonds en de
Bond Beter Leefmilieu. Zij zijn het erover eens dat
onze vorm van biomassa tot een voorbeeld kan en moet
uitgroeien.”
Wat moet ik verstaan onder
invasieve gewassen?
“Denk bijvoorbeeld aan on-
kruidgewassen zoals bepaalde
types acacia die alles over-
woekeren en de groei van
andere planten tegenhouden.
In warmere gebieden heb je
gigantische hoeveelheden
van dit soort gewassen die in
overheidsprogramma’s worden
gerooid en vervolgens ver-
brand of gestort. Dan is het
veel logischer om ze te versnipperen en in een heel
groot schip te steken. Als je schip maar groot is, heeft
dat ongeveer dezelfde impact als een vrachtwagen door
België laten rijden.”
Verschilt de biomassa met die in kolencentrales?
“Omgebouwde kolencentrales kunnen alleen draaien op
houtstof, waarvoor je houtpellets moet inzetten. Dat
kost energie bij het maken van de pellets. Wij draaien
op versnipperde houtachtige gewassen, zonnebloempit-
ten en andere reststromen. Na heel veel hard labeur
hebben we de schijnbaar onmogelijke combinatie tussen
ecologie en economie gevonden.
Het is verschrikkelijk moeilijk geweest om de installatie
geschikt te maken. Die invasieve gewassen zijn agressief
voor de boiler en je moet ook het nodige doen om ze
goed te laten verbranden.
Omdat onze boiler veel aankan, blijven we kijken naar
nieuwe brandstoffen. De grootste uitdaging is de logis-
tiek. Samen met de Universiteit Gent en Biobase Europe
zitten we daarom in een project om de reststromen uit
de agroindustrie optimaal te benutten.”
Is 100 procent duurzaam mogelijk?
“Ik denk van wel. Het is in deze zware budgettaire tijden
wel moeilijker om de steun te krijgen die nodig is. We
‘De ngo’s zijn het erover eens dat onze vorm van biomassa tot een
voorbeeld moet uitgroeien’
NR 21. WINTER 2015 11
hebben in Europa een groot probleem met oversubsidi-
ering gehad en dat heeft een negatief imago aan groene
stroom gegeven. Nu is de slinger echter de andere kant
uitgeslagen, waardoor er minder groenestroomprojec-
ten worden bijgebouwd dan de doelstellingen vereisen.
Zelf ben ik er een voorstander van om alle duurzame
en betaalbare technologieën maximaal in te zetten. 100
procent met zon en wind invullen is moeilijk. Als ener-
gieleverancier weten we ook eigenlijk dat dit niet kan.
Je hebt zowel flexibele capaciteit als basislast nodig.”
Een biomassacentrale kan in die basislast voorzien?
“Wij kunnen onze centrale voor 60 procent flexibel in-
zetten; we hebben 120 MW flexibel vermogen en zijn dus
een welkome aanvulling voor wind en zon. In 7,5 minuut
schakelen we bij en daarmee kunnen we de rol van de
snelschakelende gascentrale oppakken.”
Er zijn de afgelopen tijd veel veranderingen in de
Vlaamse regelgeving rond warmte. Is dat voldoende?
“Veel van die regelgeving is nog niet rond. Vooral rond
facturatie moet nog veel gebeuren. Daar kijken we ook
samen met Eandis en Infrax naar. Neem je bijvoorbeeld
het net van Roeselare, dan heb je Mirom als bron die de
warmte levert en Eandis als eigenaar van het net. Maar
wie doet de facturatie naar buiten? De bron kan het
eventueel doen, maar die zal dat waarschijnlijk liever
niet willen. De netbeheerders vroegen ons of wij dit als
energiebedrijf konden doen en daar zien wij kansen.”
Houdt dit gebrek aan regelgeving de markt tegen?
“We kunnen pas echt aan consumenten leveren als
alles in regelgeving is omgezet. Daarin moet ook komen
hoe we moeten omgaan met wanbetaling en sociale
levering, zoals we dat ook bij elektriciteit en gas heb-
ben. De overheid is er druk mee bezig om te kijken
wat er nog moet gebeuren. Samen met de Provinciale
Ontwikkelings Maatschappij Vlaams-Brabant werken we
bijvoorbeeld aan een leerproject rond warmtenetten
bij een nieuw bedrijventerrein in Huizingen, naast een
Siemens-vestiging die warmte van een wkk wil.
We hebben nu nog een blank terrein. Dit is het moment
waarop het het goedkoopst is om die leidingen aan te
leggen, hoewel we nog niet weten welke bedrijven zullen
komen. 3E en Boydens kijken naar de warmteprofielen
en dimensionering van de leidingen. Wij zitten erin als
producent en om te factureren. Daarnaast werkt er nog
een advocatenkantoor mee. Die kijkt wat er contractu-
eel mogelijk is, maar ook wat nog moet veranderen in
de wetgeving. In mei is het afgelopen, en dan komt er
een roadmap uit. Als er politieke wil is om er iets mee
te doen, dan kunnen ze daarmee verder.”
Is die politieke wil voor warmtenetten er?
“Zowel op Vlaams niveau als bij provincies en gemeen-
tes is er behoorlijk veel wil om door te schakelen. In
Gent hebben we natuurlijk een stadsbestuur dat hier al
veel langer mee bezig is. In het bestuursakkoord staat
zelfs dat er activiteiten rond duurzame warmtenetten
moeten komen. Vandaar ook dat onze centrale zeer
welkom was.” _
‘In 7,5 minuut schakelen we bij en daarmee kunnen we de rol van de
snelschakelende gascentrale oppakken’
750-800 C̊. De hete rookgassen gaan vervolgens door
een stoffilter en de-NOx-installatie. “We koelen de
rookgassen af tot 90 C̊ om ook de laatste megawatts
mee te pakken”, vertelt Beyers. “Daarvoor moest de
schoorsteen aangepast worden, omdat je dan rond het
dauwpunt zit en er zwaveloxiden kunnen ontstaan die
corrosie in de schouw zelf kunnen veroorzaken.”
De centrale zal volgens Beyers voldoen aan de strengste
emissie-eisen. “Augustus vorig jaar kwam de EU met
nieuwe normen. Vlaanderen heeft gezegd dat we die
moeten delen door twee. De leveranciers verschoten
toen ze hoorden welke normen we moeten halen. Het
lukt wel, maar dat kan ook alleen omdat het een grote
installatie is.”
SchaalmodelDe biomassacentrale in de Gentse haven geeft een nieu-
we invulling aan de oude kolenterminal. Jaarlijks zullen
hier zo’n 25 schepen, met elk 40.000 ton biomassa,
afmeren. Elk schip vervoert ongeveer evenveel als 1.600
vrachtwagens. De centrale heeft bovendien opslagruim-
te voor een maandvoorraad aan biomassa.
De verschillende soorten biomassa in de silo’s mengt
Bee eerst voordat ze in de boiler gaan. Business deve-
lopment manager Peter Beyers: “Dat is nodig omdat de
boiler zelf limieten heeft voor bijvoorbeeld de hoeveel-
heid chloor in het hout.” De snippers gaan vervolgens
per transportband naar de 55 m hoge fabriek.
Binnenin de centrale staat een groot zandbed dat
de biomassa verbrandt op een temperatuur van
12 WARMTENETWERK MAGAZINE
Het Udense Ecovat ontwikkelde een nieuwe en goedkope manier om warmte op hoge temperatuur een seizoen lang ondergronds op te slaan.
“Eigenlijk is de nulenergiewoning de aanleiding geweest
om een ondergrondse opslag voor warmte te ontwikke-
len”, vertelt Jan van den Boogaard, salesmanager van
Ecovat in Uden. Het Brabantse bedrijf is een spin-off van
projectontwikkelaar en bouwer van nulenergiewoningen
Aris de Groot. Van den Boogaard: “Maar we hebben
ontdekt dat er voor ons opslagsysteem daarnaast grote
mogelijkheden liggen in bestaande warmtenetten en als
alternatief voor warmte- en koudeopslag in de bodem.”
Open bodemEen Ecovat is een grote ondergrondse opslag met
betonnen wanden. Ecovat gebruikt een nieuwe techniek
uit de bouwwereld om de wand economisch en snel te
vervaardigen: freesmachines die cement injecteren in
de gefreesde sleuf in de grond. Die machines gebruik
je meestal om damwanden aan te leggen op plaatsen
waar heiwerk niet gewenst is, zoals bij het metronet in
Amsterdam. Dankzij een precisiesysteem voor plaats-
bepaling kan Ecovat een vrijwel perfecte cirkelwand
maken met een diepte van tientallen meters.
Na de aanleg van de wand verwijder je met een graaf-
machine de aarde binnenin de cirkel en vult het gat zich
automatisch met grondwater. Vervolgens plaatst het
bedrijf een modulaire binnenwand uit prefab beton,
met daarin buizen voor uitwisseling van warmte. Deze
vormt het binnenvat. Tot slot wordt een betonnen dek-
sel aangebracht met daarop een afdeklaag. De bodem
blijft open.
De diameter van het ondergrondse vat kan bij het
huidige ontwerp maximaal 60 m bedragen. Het groot-
ste model heeft een opslagcapaciteit van maar liefst
60.000 m3 water. Volgens Van den Boogaard bedraagt de
investering in een bovengronds vat van staal een veel-
voud van de kosten van het Ecovat. Ook een ondergronds
warmte- en koudeopslagsysteem (wko) met open bron
kan niet concurreren met het Ecovat en kent bovendien
grote beperkingen wat betreft de temperatuur.
Stilstaand waterEen belangrijk verschil met de gebruikelijke warmte-
buffers en wko is dat het water in de Ecovat-opslag nooit
wordt verpompt, maar stilstaat. Het systeem maakt ge-
bruik van elementen voor warmtewisseling in de wanden
en niet van een vulpijp. Dat beperkt de warmteverliezen
sterk en voorkomt menging van heet en koud water. Het
warmteverlies van de vaten is volgens berekeningen
10 procent op jaarbasis voor de uitvoering met de klein-
ste diameter en 5 procent bij de grootste diameter.
Damwandtechniek brengt seizoensbuffer
NR 21. WINTER 2015 13
De elementen voor warmte -
uitwisseling zijn op verschil-
lende hoogtes hydraulisch
gescheiden. Daardoor is de
hoogte waarop je warmte
onttrekt of inbrengt aan te
passen aan de voorraad en
vraag. Onderin het vat is de
temperatuur 5 tot 10 °C en
bovenin mag de temperatuur
oplopen tot ruim 90 °C.
NulenergiewoningHet eerste prototype Ecovat
voor een door projectontwik-
kelaar De Groot ontwikkeld
kantoorpand in Uden is nu in
aanbouw. Het bedrijf Ecovat is hier gevestigd. Om de
warmte te verdelen, beschikt het pand over betonkern-
activering. De opslag bij dit kantoor heeft een diameter
van 13,5 m en een inhoud van 1.500 m3. De besturings-
techniek hiervoor ontwikkelen Ecovat en De Groot in
samenwerking met Vito Energy Ville en de Universiteit
Twente. In een eerdere fase is de Universiteit Eindhoven
betrokken geweest bij de ontwikkeling van het vat.
Het Ecovat vormt de kern van projectontwikkelaar De
Groots Energienulwonen-concept. In dit concept krijgen
de woningen zonnepanelen die stroom en — dankzij
waterkoeling — warmte produceren. Het koelwater van
de panelen bereikt een temperatuur van 25 °C. Warmte-
pompen op zonnestroom verhogen deze temperatuur in
twee stappen verder tot maximaal 90 °C, waarna het
water naar de warmtewisselaars in de opslag gaat. In
de winter levert het Ecovat deze warmte terug aan de
woningen via een klein
warmtenet. Alternatie-
ve warmte bronnen zijn
uiteraard ook inzetbaar
binnen dit systeem.
Opslag voor wind en zonHet is het Udense
bedrijf niet ontgaan dat
het fluctuerende aan-
bod van wind en zon op
de elektriciteitsmarkt
zorgt voor sterk varië-
rende prijzen. Daarin
ziet het bedrijf kansen.
Op de spotmarkt kost
elektriciteit op bepaalde momenten vrijwel niets of krijg
je zelfs geld toe, weet Eugène van Bouwdijk Bastiaanse,
manager finance & control bij Ecovat. Op die momenten
kun je stroom omzetten in warmte en deze opslaan in
je warmteopslag. Het relatief goedkope systeem van
Ecovat maakt het mogelijk om een overschot aan zonne-
en windstroom te bewaren voor gebruik als warmte in
de winter. In Denemarken en Duitsland maken ze al op
grotere schaal gebruik van dit power-to-heat-principe.
Van Bouwdijk Bastiaanse: “We hebben uitgerekend dat
we voor Tennet de onbalans in het elektriciteitsnet
kunnen opvangen met 57 Ecovat-projecten in
Nederland.” _
De grootste diameter heeft een warmteverlies van slechts
5 procent per jaar
In de eerste stap freest Ecovat een cirkel (linksboven), die
het bedrijf vervolgens uitgraaft (midden). Het resultaat
verdwijnt achter een afdekkende grondlaag.
14 WARMTENETWERK MAGAZINE
Op 8 oktober hield Warmtenetwerk zijn jaarbijeenkomst in Congrescentrum 1931 in den Bosch. Zowel in Nederland als in Vlaanderen zijn afgelopen jaar de nodige successen behaald.
Beleidsmakers erkennen steeds meer de cruciale rol
van warmte voor het behalen van de duurzaamheids-
doelstellingen en het SER Energieakkoord, zo meldde
Warmte netwerk-voorzitter Gijs de Man in zijn toespraak.
Daaraan heeft Warmtenetwerk stevig gewerkt. Het be-
stuur van de stichting was in 2014 betrokken bij meer-
dere zaken op beleidsgebied, waaronder de Warmte visie
van het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken,
het energielabel, de herziening van de Warmtewet,
de werkgroep Energiebesparende Maatregelen op
Gebiedsniveau en de warmteplannen. Warmtenetwerk
is in 2014 bovendien lid geworden van de Duurzame
Energie Koepel om de krachten op het gebied van her-
nieuwbare energie beter te bundelen.
Ook de werkgroep Warmtenetwerk Vlaanderen heeft
grote stappen kunnen maken op het gebied van regel-
geving voor warmte. Dat heeft al geleid tot een aantal
nieuwe initiatieven rond warmtenetten, bijvoorbeeld in
Antwerpen Zuid. Opmerkelijk is dat de Vlaamse beheer-
ders van energienetten, waaronder Eandis en Infrax, nu
investeren in de bouw van warmtenetten.
WarmtevisieTeun Bokhoven, voorzitter van de Duurzame Energie
Koepel, is net als De Man optimistisch over de ontwik-
kelingen bij warmtenetten. In zijn toespraak ging hij
in op de rol van warmte bij het SER Energieakkoord en
de Warmtevisie. Weliswaar duurt het schrijven van de
Warmtevisie langer dan eerder verwacht, maar het in-
zicht in het potentieel en de mogelijkheden van warmte-
en koudenetten is bij beleidsmakers sterk gegroeid. Van-
uit een traditionele inrichting met centrale stroom- en
gaslevering verandert onze energievoorziening naar
een complex geheel waarin decentrale opwekking en
warmte netten een belangrijke plaats innemen.
Bokhoven waarschuwde bovendien voor te hoge ver-
wachtingen van innovatieve concepten zoals nul-op-
de-meter: woningen die vrijwel geen energie nodig
hebben door dikke isolatie en die de resterende energie
zelf opwekken. Met veel zonnepanelen en een kleine
warmtepomp is op jaarbasis inderdaad de energienota
tot nul te reduceren, maar onderzoek laat ook zien dat
dit extreem hoge extra kosten voor aansluiting op het
elektriciteitsnet met zich meebrengt. Een warmtenet
kan dan aantrekkelijker zijn.
Voor Bokhoven is het duidelijk dat de overheid veel meer
zal moeten doen om in de buurt van de doelstellingen
voor 2020 te komen. Niet alleen wat betreft verduur-
zaming; op het gebied van energiebesparing gebeurt er
Oogstjaar voor warmtenetten
Antwerpen ziet veel mogelijkheden voor warmtenetten.
Begin 2015 start de aanleg van het eerste net in Nieuw Zuid.
Het inzicht in het potentieel en de mogelijkheden van warmte- en
koudenetten is bij beleidsmakers sterk gegroeid
NR 21. WINTER 2015 15
nu nog erg weinig.
In zijn aanbeveling voor de
Warmtevisie ziet Bokhoven
vooral kansen als we warm-
te- en koudenetten breed
aanpakken. Daarbij denkt
hij bijvoorbeeld aan ver-
schillende bronnen per net,
warmte- en koudeopslag,
en een transitie naar lage-
temperatuurverwarming.
Coalitie warmtenet AntwerpenMet zijn presentatie over de
coalitie voor een warmtenet
in Antwerpen Nieuw Zuid en
plannen in het noorden van
die stad, illustreerde Sam
Verbelen de vooruitgang in
Vlaanderen. Volgens Verbelen, energiedeskundige bij de
stad Antwerpen, wordt het warmtenet voor de Antwerpse
nieuwbouwwijk Nieuw Zuid zelfs het grootste van
België. De investering in het project bedraagt 16 miljoen
euro. De bouw start dit voorjaar en naar verwachting
zijn in de zomer al de eerste woningen aangesloten.
Na een aanbestedingsprocedure is de concessie om het
warmtenet te exploiteren door Antwerpen gegund aan
het consortium warmte@zuid. Dit consortium bestaat uit
energiebedrijf Dalkia, netbeheerder Iveg, waterbedrijf
AWW en afvalverwerker Indaver. Voor de nieuwbouw
hebben stad en consortium overeenkomsten gesloten
met Triple Living, de projectontwikkelaar voor de wijk
Nieuw Zuid. Daarnaast verwachten de Antwerpenaren
het net uit te kunnen breiden door bestaande gebouwen
in de nabijheid van de nieuwe wijk aan te sluiten.
Warmtenet Noord is een volgende stap voor Antwerpen.
In 2013 voerde de stad al een haalbaarheidsstudie uit
naar een warmtenet in dit gebied. Daaruit bleek dat er
zeker potentieel is voor een net vooral in combinatie
met restwarmte. Momenteel onderzoekt Antwerpen
de restwarmtekoppeling, de transportleiding en een
alternatief tracé ten opzichte van de eerdere studie. In
het gebied is een warmtevraag voor ongeveer 92 GWh
residentieel en 30 GWh bij bedrijven. Voor de rest-
warmte zijn meerdere bronnen aanwezig, waaronder
industrie en de afvalenergiecentrale van Indaver. De
eerste bouwwerkzaamheden verwacht Antwerpen rond
2017 in de wijken Luchtbal, Rozemaai, Luithagen en
Schinde.
Techniek & InnovatieDe kosten voor aanleg en exploitatie halveren, dat ui-
terst ambitieuze hoofddoel presenteerde Maurice Ver-
hulst tijdens de bijeenkomst. Daarbij kijkt de werkgroep
Techniek & Innovatie van Warmtenetwerk, die Verhulst
voorzit, niet alleen naar technische ontwikkelingen,
In 2014 vierde Warmtenetwerk zijn 5-jarig jubileum.
Antwerpen verwacht het net in Nieuw Zuid uit te breiden met
bestaande bouw in de nabijheid
16 WARMTENETWERK MAGAZINE
maar ook naar organisato-
rische zaken en financiële
constructies. Om het pu-
bliek een beeld te geven
van de verschillende acti-
viteiten, gaven de trekkers
van de vijf subgroepen elk
een korte pitch. De onder-
werpen van deze pitches
waren:
• nieuwe denkwijzen over partnermodellen en
eigenaarschap;
• monitoring en diagnose;
• mofverbindingen;
• tariefdifferentiatie grijze/groene warmte;
• warmtenetten op lage temperatuur.
He publiek in de zaal stemde via een scorelijst welke
ontwikkelingen voor hen het meest relevant waren.
Daarbij ging de voorkeur vooral uit naar warmtenetten
op lage temperatuur; als tweede eindigden de ontwik-
kelingen bij partnermodellen en eigenaarschap. Deze
onderwerpen scoorden niet alleen goed op relevantie,
maar ook op de innovativiteit zelf. Ditmaal stonden
echter de partnermodellen bovenaan en kwamen lage-
temperatuurnetten op de tweede plaats.
Positionering warmteVoorzitter De Man en secretaris Astrid Madsen sloten de
bijeenkomst af met een spel waarin de zaal actief op
zoek ging naar ideeën voor een betere positionering van
warmtenetten. In drie rondes keken de deelnemers on-
der meer naar de argumenten voor en tegen warmtenet-
ten, de verschillen tussen de vraag- en aanbodkant en
wat deze beide kanten nodig hebben voor de toekomst.
Daarbij zag het publiek voor de vraagkant als belang-
rijke thema’s: openheid in prijsvorming, flexibiliteit bij
verrekening energie kosten in woninghuur en netten in
publiek eigendom. Aan de aanbodkant noemde het:
heffing op het lozen van restwarmte, meer inbreng van
marketeers, open netten met meerdere leveranciers en
het herbaseren van de Warmtewet op zeggenschap en
duurzaamheid in plaats van op gastarieven.
Al met al stonden de Warmtenetwerkers tijdens de
Jaarbijeenkomst 2014 vooral stil bij de toekomst van
warmte- en koudenetten in plaats van bij de successen
van het afgelopen jaar. Dat belooft wat voor 2015. _
De presentaties van de Jaarbijeenkomst kunt u downloa-
den op www.warmtenetwerk.eu
Meedoen -‐ financiële par0cipa0e -‐ lokale warmteproducent -‐ verduurzamen
0
100
200
300
400
500
0,0
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
90/50 70/40 60/30 40/30
NPV
€ / won
ing
GJ / won
ing / jaar
Temperatuurtraject in de woning (hoogbouw)
22% reduc3e
26% reduc3e 51% reduc3e
De werkgroep Techniek & Innovatie wil de kosten van aanleg en
exploitatie halveren
Deelnemers aan de Jaarbijeenkomst vonden het belangrijk
om op nieuwe manieren te denken over partnermodellen en
eigenaarschap.
Door de temperatuur van warmtenetten te verlagen, zijn de netverliezen te beperken.
NR 21. WINTER 2015 17
Wat er volgend jaar verandert in de regeling voor duurzame energie SDE+ en hoe warmte het afgelopen jaar presteerde binnen SDE+.
Met de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+)
wil de Nederlandse overheid de afspraken met de EU
voor duurzame energie in 2020 bereiken. De steunrege-
ling vergoedt aan producenten de onrendabele top van
hernieuwbare elektriciteit, warmte en groen gas ten
opzichte van de marktprijzen voor stroom en aardgas.
Voor 2014 is de regeling, die verdubbeld was tot
3,5 miljard euro, wederom overtekend. Om de steun zo
efficiënt mogelijk te besteden, is het proces in fasen in-
gedeeld, al naar gelang de benodigde hoeveelheid steun
per eenheid energie. Dit jaar was het geld niet al in de
eerste fasen op, maar pas in de laatste fase voor de in
verhouding duurste opties, waaronder elektriciteit uit
zonnepanelen (zon-pv). Binnen een dag zijn in deze fase
3.552 aanvragen binnengekomen, waarvan de meesten
voor zon-pv. Dat leidde tot 1,6 miljard overtekening.
Warmte behoort tot de kosteneffectiefste verduur-
zamingsmogelijkheden. Verschillende opties voor duur-
zame warmte zaten in de eerste fase of in de voor de
overheid iets duurdere tweede fase.
Zon aanvragenkampioenDe aanvragen voor hernieuwbare warmte en wkk wa-
ren goed voor 1.420 miljoen euro. Daarmee zat deze
categorie op hetzelfde niveau als in 2013. Destijds was
het echter de grootste categorie qua aanvragen, maar
in 2014 is die positie voorbijgestreefd door groen gas
en ruim ingehaald door de 1.945 miljoen voor zon-pv.
Vanwege de budgetoverschrijding zal bij zon-pv echter
een fors deel van de aanvragen buiten de boot vallen.
Bij warmte ging het hoofdzakelijk om projecten met
biomassa (1.160 miljoen euro), terwijl geothermie met
258 miljoen aanzienlijk lager uitkwam dan voorgaande
jaren. Zonthermie blijft met 2,6 miljoen nog erg klein.
3,5 miljard voor 2015Op 11 november informeerde minister Kamp de Tweede
Kamer schriftelijk over de plannen voor de SDE+ in 2015.
Het systeem blijft in basis ongewijzigd en de minister
wijst erop dat Europese Unie en het internationaal ener-
gieagentschap IEA lovend zijn over het Nederlandse be-
leid om hernieuwbare energiedoelen zo kosteneffectief
mogelijk te bereiken. Het Europese staatssteunkader
heeft SDE+ als model genomen wat betreft competitie
en technologieneutraliteit. Toch komt er in 2015 ook een
tender voor 700 MW wind-op-zee die buiten de competi-
tie met andere opties staat.
Evenals in 2014 is er in 2015 weer 3,5 miljard euro bud-
get. Het aantal fasen neemt toe tot 9. De eerste fase
opent op 31 maart.
VerfijningenIn 2015 kunnen kolencentrales weer steun krijgen voor
bijstook van biomassa. Centrales die ook warmte leve-
ren krijgen een aangepaste vergoeding als daardoor de
efficiëntie van elektriciteitsproductie afneemt.
Er zijn meer verfijningen in de regeling, zoals banking
en de overgang van de regeling Milieukwaliteit van
Energieproductie (MEP) naar SDE+. De regeling voor
‘uitbreiding bestaande afvalverbranding met warmte’
vervalt wegens succes: volgens de minister hebben alle
relevante initiatieven al subsidie ontvangen. Nieuw is
ook de stimulering van duurzame stoomproductie uit
houtpellets in de industrie. Voor geothermie vervalt tot
slot de begrenzing op het maximum aantal bedrijfsuren.
De volledige productie is subsidiabel.
Meer informatieDe tarieven voor de verschillende opties en fasen zijn te
vinden bij agentschap RVO dat de regeling verzorgt voor
het Ministerie van Economische Zaken. _
www.rvo.nl/sde
SDE+ in 2014 en 2015
0 500 1000 1500 2000Groen gas (1.465 mln)
Zonthermie (3 mln)
Geothermie (258 mln)
Biomassa warmte/wkk (1.094 mln)
Waterkracht (2 mln)
Biomassa elektrisch (12 mln)
Zon-pv (1.945 mln)
Wind (548 mln)
miljoen euro
Aanvragen in euro per categorie op 20 november 2014
volgens RVO. Groen is warmtegerelateerd.
Het Europese staatssteunkader heeft SDE+ als model genomen
18 WARMTENETWERK MAGAZINE
De warmtenetten in zowel Arnhem als Nijmegen breiden stevig uit. Via een samen-werkingsovereenkomst wil de regio komen tot een groot net voor 90.000 woningen in 2030.
Het aantal warmtenetaansluitingen in de regio
Arnhem-Nijmegen moet groeien van de huidige 27.000
woningen naar 90.000 in 2030. Daartoe ondertekende
provincie Gelderland op 10 oktober 2014 een samen-
werkingsovereenkomst met de gemeenten Arnhem en
Nijmegen en de energiebedrijven Nuon en Alliander.
De afvalenergiecentrales van AVR in Duiven en ARN in
Weurt zijn de hoofdbronnen die de duurzame warmte
aan de 90.000 woningen moeten leveren. Het net maakt
een CO2-reductie van 70 procent mogelijk ten opzichte
van stoken met een hr-ketel.
In volle gangDe ambitieuze samenwerkingsovereenkomst in deze
regio is niet uit de lucht komen vallen. AVR in Duiven
levert al heel lang warmte aan de omgeving. In 2013
ging het om 630 terajoule (TJ) vanuit de afvalverbrander
aan het warmtenet en nog eens 75 TJ vanuit de Thermi-
sche Conversie Installatie die papierpulpresidu omzet in
cement. In 2015 gaat de afzet van warmte met 232 TJ
omhoog dankzij de aanleg van een koppelleiding naar
warmtenetten in Arnhem. De bouw van deze leiding
startte eind 2013.
In Nijmegen ging enkele maanden later, op 4 maart
2014, officieel de schop in de grond voor een warmte-
leiding van de afvalenergiecentrale van ARN naar de wij-
ken Waalsprong en Waalfront. Daarvoor zijn de eerste
werkzaamheden zoals een boring echter al in december
2013 uitgevoerd. De reeds aanwezige warmtenetten
in dit nieuwbouwgebied zullen uitgroeien tot 14.000
woningen.
De vrijwel gelijktijdige en grootschalige activiteiten
in beide gemeenten leidden ertoe dat de provincie
en gemeenten tot verdere uitbouw besloten nadat ze
het mogelijke potentieel nader hadden onderzocht. De
bedoeling is dat de netten van Arnhem en Nijmegen in
de toekomst met elkaar zijn verbonden.
Koppelleiding Duiven-ArnhemSinds eind 2014 levert AVR in Duiven duurzame warmte
aan de netten van Nuon in Arnhem via een leiding met
een capaciteit van 30 MW. De koppelleiding van Duiven
tot aan de wijk Schuytgraaf in Arnhem loopt over een
tracé met een lengte van 5 km. Hoofdaannemer van
het in totaal 19 miljoen euro kostende project is Cofely
West.
Ook een enorme warmtetank die is geplaatst bij de cen-
trale van AVR maakt deel uit van de uitbreiding. De tank
maakt het mogelijk om de vrijkomende warmte optimaal
te gebruiken. Als de vraag laag is, kan het vat heet water
met een temperatuur van 125 ̊ C opslaan. Dankzij de hoge
druk in het vat, is het water bij die temperatuur vloei-
baar. Bij pieken in de warmtevraag levert het 1.200 m3
Gekoppelde groei
In 2015 gaat de afzet van warmte uit Duiven met 232 TJ omhoog
foto
’s:
nuon
/jor
rit
lous
berg
NR 21. WINTER 2015 19
grote voorraadvat zijn warmte terug, waardoor het niet
nodig is om een hulpketel in te schakelen. De opslag van
warmte bij AVR is ontworpen door Tebodin.
Het transport van het vat met een gewicht van 150 ton,
een lengte van 20 m en een diameter van 10 m was niet
eenvoudig. Per schip ging het naar de Lathumse Plas en
vanaf daar is het vervoerd met speciale transportwa-
gens naar AVR. Om de eindlocatie te bereiken was het
zelfs nodig om de stoplichten en lantaarnpalen opzij te
draaien.
Leiding Weurt-WaalsprongDe warmteleiding van de centrale van ARN in Weurt
naar de wijk Waalsprong leggen A. Hak Leidingbouw
en Liandon aan in opdracht van gemeente Nijmegen en
Alliander. Op 6 juni 2014 is de eerste mijlpaal bereikt
met het trekken van een leiding met een lengte van
1 km onder de rivier door. Het totale leidingtracé heeft
een lengte van 6,1 km. Begin 2015 is de warmtetransport-
leiding gereed voor gebruik.
Nuon levert nu nog warmte vanuit een tijdelijk ketelhuis
aan de reeds gebouwde 3.000 woningen in de Waal-
sprong. Om de warmtelevering te garanderen, bouwt
Nuon een hulpwarmtecentrale aan de Dijkstraat in Lent
voor 14.000 woningen. Deze centrale neemt de warmte-
levering over bij uitval van ARN en krijgt een vermogen
van 40 MW. Dit vermogen zal later nog uitbreiden naar
72 MW. De hulpwarmtecentrale is naar verwachting eind
2015 gereed. _
Het 1.200 m3 warmtevoorraadvat is per schip en met
speciale transportwagens naar Duiven vervoerd.
Aanleg leidingen bij AVR Duiven.
Stoplichten en lantaarnpalen moesten opzijgedraaid voor het warmtevat
20 WARMTENETWERK MAGAZINE
Nabij Smithfield Market klopt het hart van een warmte- en
koudenet voor London City. Energiebedrijf E.On verving
hier in 2014 de 20 jaar oude warmtekrachtkoppeling
(wkk) voor een moderne wkk van MWM met 1.500 om-
wentelingen per minuut.
Het in 1993 in bedrijf genomen project Citigen was
een van de eerste installaties met trigeneratie en een
warmte- en koudenet in het Verenigd Koninkrijk. Bij
trigeneratie combineer je de opwekking van elektrici-
teit, warmte en koude. Destijds schreef de stad Londen
speciaal een tender uit voor dit efficiënte project.
Sinds 2002 is het exploitatiebedrijf Citigen, dat de aan-
besteding won, in handen van de Engelse dochter van
energie concern E.On.
ToeristentrekkersCitigen levert vanuit een centrale in een voormalig
koelhuis warmte aan een tiental gebouwen van het
vastgoedbedrijf City Corporation’s. Onder die gebou-
wen bevinden zich bekende Londense toeristentrekkers
als de 800-jaar oude Guildhall, het Museum of London,
Smithfield Market en het Barbican Centre. Ook levert
de centrale warmte aan particuliere gebouwen, waar-
onder een bejaardenhuis. Zes grote gebouwen krijgen
daarnaast koude geleverd door Citigen.
Uiteraard was de aanleg van zowel een warmte- als een
koudenet geen eenvoudig karwei in de oude en dicht-
bebouwde binnenstad. De ingenieurs klaarden die klus
met vindingrijkheid: de leiding loopt door ondergrondse
parkeergarages, kelders en het uitgebreide netwerk aan
metrotunnels.
VernieuwingNa 20 jaar bedrijf was de warmtekrachtinstallatie niet
meer concurrerend met de modernste units met hr-gas-
Nieuw hart voor London City
Achter de gevel van een oud koelhuis staat de modernste trigeneratie-installatie van het Verenigd Koninkrijk. Deze produceert warmte, koude en
elektriciteit voor historische gebouwen als Smithfield Market en de Guildhall.
De leiding loopt door parkeergarages, kelders en metrotunnels
foto
: fli
ckr.
com
/gar
ry k
nigh
t
NR 21. WINTER 2015 21
motoren. In 2014 zijn daarom de twee oude installaties
vervangen door twee van de grootste gasmotoren van
MWM uit Mannheim met een thermisch vermogen van
12 MW. Elke unit heeft een V16-gasmotor met een mid-
denspanningsgenerator die 4,4 MW elektrisch vermogen
levert. Begin 2015 zal Edina nog twee van deze motoren
bijplaatsen.
Door een veel hoger toerental zijn de nieuwe motoren
niet alleen compacter dan de oude, maar hebben ze ook
een hoog rendement en een extreem lage NOx-emissie.
Het elektrisch rendement van deze wkk’s bedraagt
45 procent, terwijl het totaalrendement dankzij de
benutting van motorwarmte en warmte van de uitlaat-
gassen 90 procent is.
Naast de energiebesparing is voor Londen vooral de
verbetering van de luchtkwaliteit in de binnenstad van
groot belang. Dankzij de centrale konden alle schoor-
stenen van de aangesloten gebouwen verdwijnen.
Milieuvoordelen koudenetDe twee in 1993 in bedrijf genomen absorptiekoel-
machines van Trane, met een vermogen van 5,6 MW, zijn
nog niet aan vervanging toe. Een van de voordelen van
absorptiekoeling is dan ook het ontbreken van bewegen-
de delen in de machine.
Aangedreven door warmte uit de wkk leveren de koel-
machines water met een temperatuur van 5 C̊. Die
temperatuur maakt het mogelijk om de relatieve voch-
tigheid in de aangesloten gebouwen te verlagen. Dat
is belangrijk voor als er veel bezoekers zijn en het is
een voordeel bij de conservatie van de tentoongestelde
voorwerpen in het museum.
Met de recent door de Europese Commissie ingezette
afbouw van gefluoriseerde gassen, waaronder syntheti-
sche koudemiddelen, komt nog een ander voordeel van
de absorptiekoeltechniek naar voren. Absorptiekoel-
machines gebruiken water als natuurlijk koudemiddel.
Wat vooral opvalt aan het Citigen-project is de naadloze
verwerking in de historische omgeving. Zowel de warm-
te- als koudeopwekking is weggewerkt op een centrale
plek in de stad. De fraaie gebouwen zijn niet ontsierd
met extra schoorstenen, koelmachines, condensors en
koeltorens op hun dak. _
Hier staat de kop
Publieke belangstellingStadsverwarming is momenteel hot in Engeland. Zelfs
kwaliteitskrant The Guardian plaatste een lang artikel
over de voordelen van restwarmtegebruik in stede-
lijk gebied. Engeland kende in de jaren 30 en 40 veel
plannen voor stadsverwarming, maar na de vondst van
aardgas raakten die op de achtergrond. Nu het gas op-
raakt, komen warmtenetten met name in Londen weer
in beeld.
Een voorbeeld daarvan is het stadsontwikkelingsgebied
rond station King’s Cross. Eind 2014 nam de energie-
centrale daar de laatste van drie nieuwe warmtekracht-
units in bedrijf. Deze centrale voorziet historische
gebouwen en nieuwbouw van warmte voor de in totaal
45.000 mensen die er werken, studeren en wonen.
De gasmotoren voor King’s Cross zijn gebouwd door
GE Jenbacher. Terwijl de huiskleur van deze fabrikant
felgroen is, zijn de motoren hier roze. Dat is te danken
aan een actie van Pink Ribbon die geld inzamelde bij
het transport van de eerste pink engine van Jenbach
naar Londen.
Het 5 ˚C koudenet verlaagt ook de relatieve luchtvochtigheid
van de attracties
foto
: ed
ina
uk
22 WARMTENETWERK MAGAZINE
Sinds 9 december vullen twee nieuwe wkk’s de warmte van de Steg-elektriciteitscentrale in Ham aan. Het stadsverwarmingsproject past goed in de energievisie van de stad Gent en de Vlaamse regering.
9 december 2014 was een feestelijke dag voor Wim De
Backer, directeur stads verwarming Gent. De Vlaamse
minister voor energie Annemie Turtelboom, de burge-
meester van Gent Daniël
Termont en de ceo van EDF
Luminus Grégoire Dalle-
magne waren aanwezig om
zijn nieuwe warmtekracht-
installaties officieel in bedrijf te
nemen.
De stadsverwarming van Gent
dateert van 1958. Sinds die tijd
levert de gasgestookte elektri-
citeitscentrale in Ham al rest-
warmte aan Gent. Klanten van
het warmtenet van EDF Luminus
zijn onder meer Universiteit
Gent, het academisch ziekenhuis
St. Lucas, de bibliotheek, be-
drijven en woongebouwen. Met
een netwerk van 22 km is dit
warmte net momenteel het grootste van België. Omdat
de Ham-centrale niet meer voldoende warmte kon le-
veren, besloot EDF tot een uitbreiding met twee warm-
tekrachtunits die samen 5 MW elektrisch vermogen en
5,6 MW warmte leveren. Dat levert een vermindering van
de CO2-uitstoot met 35 procent op in vergelijking met
individuele gasverwarming. De installatie is gebouwd
door Lek/Habo uit Bodegraven en zijn dochterbedrijf
Continental Energy Systems uit Westmalle.
Oproep ministerEen initiatief voor stads-
verwarming als dat in Gent
Uitbreiding warmtecentrale Gent
‘Er ligt een budget van 8.207.472 euro klaar voor
onder steuning van groene warmte’
Twee wkk’s leveren elk 2,5 MW
elektrisch en 2,8 MW thermisch
vermogen aan de centrale in Ham.
NR 21. WINTER 2015 23
heeft de toekomst omdat warmte en koude zo’n groot
aandeel hebben in het energie ver bruik, verklaarde
minister Turtelboom tijdens de bijeenkomst. “Meer
dan de helft van het energieverbruik in heel Vlaan-
deren dient voor verwar-
ming of koeling”, aldus
Turtelboom. “Momenteel
hebben we een groot
on benut potentieel van
groene warmte. Deze
Vlaamse Regering wil dat potentieel ten volle benut-
ten. Daarom lanceren we een oproep om projecten in
te sturen rond groene warmte. Er ligt een budget van
8.207.472 euro klaar voor ondersteuning.”
Samenwerkingsakkoord De Franse energiereus EDF, zijn Belgische dochter EDF
Luminus en Stad Gent tekenden een samenwerkings-
overeenkomst bij de feestelijke ingebruikname van
de stadsverwarming. Gent wil in 2050 klimaatneutraal
zijn en investeert in verschillende projecten op het
gebied van duurzame warmte en energiebesparing. EDF
Luminus en moederbedrijf EDF stellen hun expertise ter
beschikking om deze projecten te ondersteunen.
Met de nieuwe warmtekrachtinstallatie voor het
warmte net van Gent heeft
EDF Luminus al 5 miljoen
euro geïnvesteerd in
energie besparing in deze
stad. EDF steekt jaarlijks
bovendien 500 miljoen euro
in onderzoek en ontwikkeling. Een van de belangrijkste
thema’s daarbij is duurzame steden.
Burgemeester Termont gaf aan dat de steun van een
internationaal bedrijf als EDF van groot belang is voor
de moeilijke weg naar een klimaatneutrale stad. De
investering in het warmtenet is daarin een belangrijke
stap. “We zijn erg blij dat EDF Luminus het warmte-
net een nieuw leven geeft en zo de kans biedt om vele
gebouwen op een slimme en zuinige wijze te verwar-
men”, aldus Termont. _
De steun van EDF is van groot belang voor de weg naar
een klimaatneutrale stad
Vlaamse politici zijn enthousiast over warmtenetten. V.l.n.r.: EDF Luminus-ceo Dallemagne,
minister Turtelboom, burgemeester Termont en stadsverwarmingsdirecteur De Backer.
24 WARMTENETWERK MAGAZINE
Een poolsysteem zorgt voor maatschappelijk verantwoorde omgang met meters en is goedkoper dan een individueel controle-systeem. Meetbedrijvenvereniging VMNed legt uit hoe het systeem werkt.
“Andere landen kijken met jaloezie naar de manier
waarop Nederland haar energiemeters controleert.
We vervangen niet als in de omringende landen eens
in de 7 jaar alle meters, maar we controleren op een
maatschappelijk verantwoorde wijze. Dat doen we door
middel van een steekproef waarbij we alle typen me-
ters, zowel elektriciteitsmeters voor kleinverbruikers
als gasmeters en warmtemeters controleren”, zo ver-
telt voorzitter Herman Jonkman van de vereniging van
meetbedrijven VMNed tijdens het samen met Stichting
Warmtenetwerk georganiseerde congres ‘Meten van
warmte’ op 30 oktober in Houten.
VMNed coördineert de controle van de energiemeters
vanuit de zogeheten meterpool. Afhankelijk van de
uitkomst van deze controles kunnen groepen meters
worden afgekeurd of voor een periode van 5 jaar worden
goedgekeurd. Vanuit Economische zaken houdt Veri-
spect toezicht op de uitvoering van de controles, zoals
is voorgeschreven in de Metrologiewet, de opvolger van
de IJkwet. Jonkman: “Vanuit VMNed is er bovendien
een coördinator aangesteld om de landelijke steekproef
te begeleiden. Dit gebeurt zowel op voortgang als op
afwijkingen en controles in het veld.”
Voorwaarden meterpoolLidmaatschap van VMNed is nodig om deel te nemen aan
de warmtemeterpool. Ook moet een poolbedrijf aan een
aantal voorwaarden voldoen. Zo moet het meterbestand
goed en volledig zijn en moet de coördinator maande-
lijks informatie krijgen om de voortgang van afgekeurde
populaties te kunnen monitoren en de steekproef voor
het komende (pool)jaar te bepalen.
Na het pooljaar stelt de coördinator het poolbesluit op
dat aangeeft of er populaties zijn afgekeurd of dat ze
voor een volgende periode zijn goedgekeurd. Is een po-
pulatie afgekeurd, dan moeten deze meters binnen een
periode van anderhalf jaar vervangen worden.
InvesteringIn de opstartfase is een tijdsinvestering nodig om aan de
pool te kunnen deelnemen. Hoeveel tijd nodig is voor
de meterpool hangt vooral af van de inrichting van de
meterbestanden en de mate van automatisering van de
informatieverstrekking. Ook moeten er werkinstructies
komen om de werkwijze aan te tonen. Die tijd is snel
terugverdiend; de all-in kosten voor poolparticipatie
zijn vele malen lager dan op individuele basis een con-
trolesysteem voeren.
Naast de initiële tijdsinvestering zijn er ook een aantal
gezamenlijke jaarlijkse actiemomenten, waaronder
het bijwonen van de vergaderingen van de Technische
Werkgroep Warmte, de saneersessies en de sessie
rond het poolbesluit. Binnen het eigen bedrijf zijn er
ook terugkerende actiepunten. Denk hierbij aan het
samenstellen van de aselecte lijsten, het versturen van
de ijkresultaten en het maken en bewaken van de even-
tuele afkeurbestanden. _
www.vmned.nl
Metercontrole via steekproeven
‘In de omringende landen vervangen ze eens in de 7 jaar alle meters’
De coördinator voor de nieuwe meterpool voor warmte-
meters is Wim Mans, oprichter van adviesbureau
Innoforte. Mans, die via Innoforte ook deelneemt aan
Warmtenetwerk, heeft meer dan 25 jaar ervaring met
warmtenetten.
www.innoforte.nl
NR 21. WINTER 2015 25
Hier staat de kop
NR 21. WINTER 2015 25
Vacuümkoelmachines maken compacte koudeopslag mogelijk.
Door de verdampingstemperatuur te verlagen tot -1 C̊
weet het Institut Luft- und Kältetechnik (ILK) uit Dres-
den zijn compressoren met water als koude middel ook
in te zetten voor koudeopslag. Het instituut, waaraan
Warmtenetwerk in 2012 nog een bezoek bracht, ziet
effectief koude opslaan als een logische vervolgstap op
haar koelmachine techniek.
Al enkele jaren bouwt ILK koelmachines met water als
koudemiddel. Om het water bij lagere temperatuur te
verdampen, gebruikt het instituut turbocompressoren
die de verdamper vacuüm trekken. Door het vacuüm zo
aan te passen dat de verdampingstemperatuur hoger ligt
dan bij ijsmachines, maar net iets lager dan bij koude-
systemen (2 tot 4 C̊), kan de machine op een efficiënte
wijze een verpompbaar mengsel van ijs en water maken.
Deze slurry kun je vervolgens opslaan in een grote tank
als koudevoorraad. Dankzij de faseovergang van water
naar ijs is de koude-inhoud groot bij een klein volume;
bij het smelten komt 93 kWh koude per m3 beschikbaar.
Ter vergelijking: een koudebuffer met water levert
ongeveer 7 kWh koude per m3 en moet dus 13 keer zo
groot zijn voor dezelfde koude-inhoud.
Nachtelijke inzetDe slurrybuffer is energiezuiniger
dan een traditionele ijsbuffer met
vast ijs. IJsmachines verbruiken
namelijk relatief veel energie en er
zijn grote warmte wisselaars nodig om
de koude te laden en ontladen. Voer
je het slurryproductie proces ’s nachts
uit, als de temperatuur lager is, dan
is het systeem volgens het ILK zelfs
zuiniger dan een conventionele koel-
machine zonder tussenopslag.
Van dat principe maakt het in-
stituut ook gebruik bij een klein-
schalig proefproject op de campus Scheffelberg van
de Westsächsische Hochschule in Zwickau. ’s Nachts,
als de koudevraag gering is, vult het vacuümsysteem
(koelvermo gen 50 kW) een buffer met een capaciteit
van 350 kWh koude. Overdag levert de buffer ter onder-
steuning van het koudenet een vermogen van maximaal
100 kW terug tijdens de belastingspieken. Sinds voor-
jaar 2014 draait dit systeem naar volle tevredenheid.
Het instituut zoekt nu naar partners voor modules tot
500 kW koelvermogen.
Koppeling koudenetHet vacuümsysteem is doorgaans gekoppeld aan een
watercircuit met gekoeld water. Het is mogelijk om de
ijsopslag zowel centraal in een koudenet te plaatsen als
bij afnemers van een koudenet of individuele bedrij-
ven met eigen waterkoelmachines. De centrale opslag
biedt als mogelijkheid om pieken op te vangen zodat
er minder koelvermogen nodig is. Daarnaast biedt het
de mogelijkheid om gebruik te maken van goedkope
elektriciteit in de nachturen.
Decentrale buffers met ijsslurry maken het mogelijk om
een koudenet veel kleiner te dimensioneren dan gebrui-
kelijk. De capaciteit van de leiding is dan 24 uur per
dag vol te benutten, terwijl de pieken in koudevraag ter
plekke worden geleverd door de koude buffer.
Een andere mogelijkheid is om de ijsslurry via een
koudenet te distribueren, wat extreem kleine leidingen
mogelijk maakt. De lagere temperatuur kan daarbij een
voordeel zijn voor processen waarbij pieklasten voor
koude optreden. _
www.ilkdresden.de
IJswater uit Dresden
De ijsslurry is ook direct via een koudenet te distribueren
Kleinschalige proefopstelling in Zwickau.
Deelnemersoverzicht 1 januari 2015
Een beschrijving van alle deelnemende organisaties met links naar de websites vindt u op www.warmtenetwerk.nl en op www.warmtenetwerk.be
Exploitanten en financiers van warm-te/koudenetten en warmteproducentenAfval Energie Bedrijf AmsterdamAllianderAtteroAVR AfvalverwerkingBio-energie De ValleiBionergaCofely Energy SolutionsCogas DuurzaamDalkiaEDF LuminusE.ON BeneluxEneco Warmte & KoudeEnNatuurlijkGETEC BeneluxGMB BeheerHVCenergieIMOGIndaverING Groen FinancieringenIVAGOIVBO – Warmtenet BruggeIVM MilieubeheerMilieuzorg Roeselare en Menen (MIROM)Mijnwater HeerlenNUON WarmteSITA ReEnergyStadsverwarming PurmerendTwence Afval en EnergieWarmtebedrijf RotterdamWarmtenet Hengelo Aannemers en installateursBAM Infratechniek CanalcoCofely Services GDF-SuezDenysDura Vermeer Ondergrondse InfraGMB BeheerA. Hak Van den HeuvelHeijmans Infra TechniekMarconi OranjeNijkamp AannemingSiers Leiding- en MontageprojectenSOP VB ProjectsVisser & Smit Hanab
Fabrikanten en leveranciers van componenten Caleffi Hydronic SolutionsCarnoyCarrier AirconditioningDykaEcompanyFortes ImportFW-Fernwärme-TechnikGreenchoiceHermans TechniekHSFIsoplus Benelux KamstrupKapp Nederland
Klinger SogefiltresLandis+GyrLOGSTOR NederlandNIBE EnergietechniekProfilplast PipesystemsRedenkoRehauSamson RegeltechniekSiemensSpirotechTCBThermaflexTimmerman EHSVan Marcke ProjectsWatts MicroflexWeijers WaalwijkWILO PompenXylem (Lowara)
Adviseurs en ingenieursbureausAgro AdviesburoAnteaARN Remondis ConsultingBalance Ervaring op ProjectbasisBanning AdvocatenBee NVBird & BirdBoydensCarbon MattersClean Energy Innovative ProjectsDeernsDe Kleijn Energy Consulting De KlikDNV KEMADOZ energieregieDriven By ValuesDWA 3EEES HollandEkwadraat AdviesEnergyMattersGrant@viceGreenvis Energy SolutionsGrontmij NederlandHDM PipelinesIF TechnologyIngeniaIngeniumIngenieursbureau XYZInnoforteKIWAKWA BedrijfsadviseursLBITALiandonLievenseOver MorgenRebelGroupRoos + BijlRotterdam EngineeringRoukemaRoyal HaskoningRTB De BeijerTebodinTeus van Eck Klimaat & EnergieTwynstra & GuddeVK Engineering
Universiteiten en kennisinstitutenDeltaresEnergieprojecten.comHaagse HogeschoolKWR Water Cycle ResearchROC Rijn IJsselTNOTU DelftUniversiteit AntwerpenUniversiteit van GentUGent Campus KortrijkUniversiteit TwenteVITO
WoningcorporatiesWonenBreburgYmere (Semi-)OverhedenBrabant WaterEandisGemeente AlkmaarGemeente AmsterdamGemeente ArnhemGemeente BredaGemeente DelftGemeente DordrechtGemeente EindhovenGemeente GroningenGemeente HaarlemGemeente HeerlenGemeente LeeuwardenGemeente MaastrichtGemeente NijmegenGemeente PurmerendGemeente RotterdamGemeente UtrechtGemeente ZaanstadGemeente ZeewoldeGroningen SeaportsInfraxISVAGOmgevingsdienst HaaglandenPidpaPOM West-VlaanderenProvincie GelderlandProvincie Noord-BrabantProvincie OverijsselProvincie Zuid-HollandStad AntwerpenWaterbedrijf Groningen
Brancheorganisaties en verenigingenCogen NederlandCogen VlaanderenKoninklijke VNPVereniging Afvalbedrijven
26 WARMTENETWERK MAGAZINE
Stichting Warmtenetwerk neemt
zelf deel aan het Europese tech-
nologieplatform DHC+ en aan de
belangen organisatie Duurzame
Energie Koepel.
ColofonWarmtenetwerk Magazine is een uitgave van de stichting Warmtenetwerk.De stichting Warmtenetwerk heeft als doel om het gebruik van duurzame warmte en koude en het hergebruik van restwarmte via collectieve netten te bevorderen. Het Warmtenetwerk Magazine wordt gratis verspreid; aanmelding voor toezending van de digitale nieuwsbrief van de stichting en voor het Warmtenetwerk Magazine kan via de website www.warmtenetwerk.nl of door een mail te sturen met uw gegevens aan info@warmtenetwerk.nl
RedactieKlaas de JongJet CeelenWilleke BrandsmaRutger de Jong
e-mail: info@warmtenetwerk.nlPostadres:Energieprojecten.comOosterslag 4NL - 8385 GW Vledderveen Dr
VormgevingWOUWontwerp, Steenwijk (basisontwerp)Rutger de Jong
Tekst artikel ‘Metercontrole via steekproeven’:Cor Alberts, Sentiunt
Bestuur WarmtenetwerkVoorzitter: Gijs de Man, Stadsverwarming PurmerendSecretaris: Astrid Madsen, gemeente RotterdamPenningmeester: Hendrik Jan Kors, FW-Fernwärme-TechnikHans Buitenhuis, DWA Leo Wartna, Visser & Smit HanabJannis van Zanten, Vereniging Afvalbedrijven
Voorzitter Vlaanderen: Koen van Overberghe, MIROMSecretaris Vlaanderen: Jo Neyens, ODETom Prinzie, Van Marcke
Secretariaat Warmtenetwerk NederlandPostbus 77NL - 1200 AB HilversumTel. 0031-35-6838833
Secretariaat Warmtenetwerk VlaanderenKoningsstraat 35B – 1000 BrusselTel. 0032-2-2188747
Deelname aan het WarmtenetwerkHet Warmtenetwerk is een breed platform voor alle organisaties, die betrokken zijn bij collectieve warmte en koude. De contributie is afhankelijk van de hoofdactiviteiten en de grootte van de organisatie. Het is ook mogelijk op persoonlijke titel deelnemer te worden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat of een mailtje sturen naar info@warmtenetwerk.nl
Overname van artikelenHet copyright van de artikelen in Warmtenetwerk Magazine berust bij de redactie. Overname van artikelen is op aanvraag mogelijk en eigen foto’s zijn beschikbaar voor publicatie door derden met bronvermelding.
www.warmtenetwerk.nl en www.warmtenetwerk.be
Agenda 2015
maart Seminar aanleg warmtenet in bestaande bouw Ede
www.warmtenetwerk.nl
12-13 maart Cursus: Warmte in 2 dagen Rotterdam
www.fbbv.nl
13-14 april District heating – a good investment for your city Sønderborg (DK)
www.greenseminars.org
27-28 april 37th Euroheat & Power Congress Tallinn (Estland)
www.ehpcongress.org
28 mei 8th European Heat Pump Forum Brussel
www.ehpa.org
9-11 juni Power-Gen & Renewable Energy World Europe Amsterdam
www.powergeneurope.com
15-19 juni EU Sustainable Energy Week Brussel
www.eusew.eu
17-18 juni Solar District Heating Conference Toulouse (F)
www.solar-district-heating.eu
NR 21. WINTER 2015 27
WARMTENETWERK
meer comfort met minder fossiele energie