Post on 12-Mar-2016
description
1
Profielwerkstuk 24 februari 2010 Gemaakt door: Boyd Dercksen en Pim van Schöll Begeleidt door: RUSH School: Walburg College Zwijndrecht
2
Voorwoord
Allereerst moeten wij een paar mensen bedanken voor het tot stand brengen van deze PWS.
Zo willen wij meneer Russeler bedanken voor het begeleiden van onze PWS en de handige
tips die hij ons zo nu en dan gaf. Ook meneer Boernatsjev heeft ons geholpen door ons tips
te geven voor de thermokoppel, en meneer Janssens van techniek heeft ons ook met de
thermokoppel geholpen door ons de metalen te verschaffen. En natuurlijk de ouders van Pim
die de zolder in lieten nemen door ons, om elk weekend aan ons PWS te werken en als onze
spullen daar neer te leggen.
Wij kwamen op het idee voor dit onderwerp toen we inmiddels twee jaar geleden een
praktische opdracht hadden over een auto, die we zover mogelijk moesten laten rijden. Boyd
had het toen over een stirlingmotor waar hij wat over had gelezen, maar het was toen niet
echt een haalbaar idee, maar het bleef wel in ons achterhoofd spelen. Toen we een jaar later
ons PWS onderwerp moesten kiezen, leek ons dit een ideale mogelijkheid om de
Stirlingmotor eens nader te onderzoeken.
3
Inhoudsopgave Voorwoord blz. 2 Inhoudsopgave blz. 3 Inleiding: Geschiedenis blz. 4 Onderzoeksvraag blz. 5 Hypothese blz. 5 Werkwijze blz. 5 Theorie achter de Stirlingmotor: Carnot Cyclus blz. 6 Rendement blz. 7 Analyse van de Stirling blz. 8 Thermokoppel blz. 10 Onze Stirling in de praktijk blz. 11 Conclusie blz. 13 Evaluatie Boyd blz. 14 Pim blz. 14 Bronvermelding Cd-rom Bijlage Cd-rom
4
Inleiding
Geschiedenis van de Stirlingmotor
De stirlingmotor is een door de Schotse predikant Robert Stirling (1790-1878) in 1816
ontworpen en gebouwde zuigermotor met uitwendige verbranding (of andere
warmtetoevoer). De werking van de stirlingmotor berust op het principe dat gas in een door
een zuiger afgesloten cilinder wordt verwarmd, deze zuiger door uitzetting zal verplaatsen.
Door het gas vervolgens bij een lagere temperatuur weer te comprimeren en daarna de
expansie door verhitting te herhalen kan men een machine krijgen die arbeidsoverschot
levert. In het midden van de 19de eeuw werd door de Zweed Ericsson een volgens dit
principe werkende motor praktisch toegepast, maar deze kon op den duur niet concurreren
tegen stoommachines. In 1938 begon Philips de stirlingmotor verder te ontwikkelen en na de
Tweede Wereldoorlog ontstond een type waarbij het gas in een gesloten circuit met behulp
van een verdringer heen en weer wordt geschoven van een ruimte met een constante hoge
temperatuur naar een ruimte met een constant lage temperatuur en omgekeerd. Wordt de
verdringer naar de warme ruimte bewogen, dan stroomt het gas uit de warme ruimte naar de
koude ruimte. Beweegt de verdringer in omgekeerde richting, dan stroomt het gas langs
dezelfde weg terug naar de warme ruimte. Bij de eerstgenoemde verplaatsing moet het gas
een grote hoeveelheid warmte afgeven, die het bij de tweede beweging weer moet
opnemen. Om hierbij niet onnodig warmte te verspillen is in het kanaal tussen beide ruimten
een regenerator geplaatst, bestaande uit een fijne poreuze metaalmassa. Hierdoor is het
mogelijk een aanzienlijke rendementsverbetering te verkrijgen. De bewegingen van het
verdringersysteem voor periodieke verhitting en afkoeling van het gas worden met behulp
van een speciaal drijfwerk gecombineerd met die van een zuigersysteem, dat het gas
comprimeert als het zich in de koude ruimte bevindt en laat expanderen als het zich in de
warme ruimte bevindt. Hieraan wordt het arbeidsoverschot ontleend. Het rendement en het
vermogen zijn nog verder verbeterd o.a. door waterstof of helium te gebruiken in plaats van
lucht en door het systeem te laten werken bij verhoogde druk. Tot de voordelen van de
stirlingmotor behoren de geruisarme gang, het vrijwel ontbreken van schadelijke
uitlaatgassen (door een continu verbrandingsproces met vrije keuze van brandstoffen of een
andere warmtebron) en geen vervuiling in de cilinder door de toepassing van zuiver gas en
doordat in de cilinder geen verbranding optreedt.
In 1972 sloten Philips en Ford een licentieovereenkomst met als doel de stirlingmotor verder
te ontwikkelen voor toepassingen in o.a. personenauto's.
(bron: http://www.scholieren.com/werkstukken/16906)
Een stirlingmotor werkt dus, doordat een gas bij verwarming uitzet. Door het toenemen van
het volume, brengt het een zuiger in beweging. Als het gas afkoelt, zal het volume weer
afnemen en zal de zuiger in tegengestelde richting bewegen. Door het herhaaldelijk optreden
van dit proces, blijft de zuiger bewegen.
De efficiëntie van de motor kan verhoogd worden door het type gas dat verhit wordt, te
vervangen door bijvoorbeeld Helium (aangezien deze bij dezelfde verhitting, sterker uitzet
dan lucht) of door de cilinder beter te isoleren, zodat er minder sprake is van energie verlies
(verlies van warmte aan de omgeving).
5
Onderzoeksvraag: “Welke problemen kom je tegen als je met gemakkelijk te
verkrijgen materialen een stirlingmotor wilt bouwen?”
Hypothese
We gingen uit van de onderstaande bouwtekening, waarmee een stirlingmotor gebouwd kon
worden met materialen en middelen die gemakkelijk te verkrijgen zijn. We verwachten dat we
problemen zouden krijgen met de verhoudingen, aangezien deze (bijna) nergens precies
genoemd werden, maar we wel van verwachtten dat deze een belangrijke rol speelden. We
verwachtten veel problemen tegen te komen, omdat wij allebei nog nooit zoiets hadden
gemaakt, of iets dat erop leek.
Werkwijze
We besloten de bouwtekening zo goed mogelijk na te bouwen om vervolgens te kijken of het
werkte. Deze werkte niet, en toen probeerden we deze problemen met behulp van de
achtergrondinformatie die we hadden gevonden op te lossen. Zo kwamen we verschillende
problemen tegen, het bleek soms wel lastig om erachter te komen wat de oorzaak van het
probleem was, voordat we konden bedenken hoe we het wilden oplossen. Hierdoor liepen
we af en toe vast, in die tijd werden we gedwongen om heel onze stirlingmotor en de
gevonden informatie opnieuw te bekijken. We pasten de stirlingmotor aan, zoals wij dachten
dat beter zou zijn, om vervolgens te kijken of de aanpassing inderdaad een verbetering was.
Als de aanpassing geen verbetering bleek te zijn, moesten we opnieuw nadenken over wat
het probleem zou kunnen zijn en hoe we dat konden oplossen. We moesten dan opnieuw
onze informatie doorkijken om te zien of we niets over het hoofd hadden gezien,
brainstormen wat de oplossing anders zou kunnen zijn of verder zoeken naar ontbrekende
informatie. Na deze stappen kwamen we dan op een aanpassing, die het probleem mogelijk
zou oplossen.Ook bij deze aanpassing keken we weer of het voor verbetering zorgde. Zo
gingen we stap voor stap verder.
6
Theorie achter de Stirlingmotor Carnot-cyclus Om de theorie achter de Stirling wat beter te begrijpen gaan we nu in op de Carnot-cyclus. Deze cyclus is een theoretisch thermodynamisch kringproces waarbij alle warmte wordt toegevoerd tijdens de hoogst mogelijke temperatuur en wordt afgevoerd bij de laagst mogelijke temperatuur. Hierdoor ontstaat een heel hoog rendement. Deze cyclus is theoretisch en dus niet in de praktijk te bereiken. De Stirling motor komt in de praktijk het meest in de buurt van deze cyclus. De ideale stirling-cyclus loopt als volgt:
- van punt 1 naar punt 2 is er isothermen expansie,
de temperatuur blijft gelijk, en omdat het gas verhit wordt zet het uit.
- Van punt 2 naar punt 3 is er isochore warmte verwijdering, het volume van het gas blijft gelijk, en tegelijkertijd koelt het gas af, hierdoor ontstaat een soort vacuüm.
- Van punt 3 naar punt 4 is er isotherme compressie, dus het gas krimpt in met zo goed als gelijke temperatuur.
- Van punt 4 naar punt 1 is er isochore warmte toevoeging, dus het volume verandert niet maar de druk loopt wel op. De overgangen van de punten overlappen in een echte stirling motor. De cyclus is omkeerbaar. Dus de Stirling kan dienen om warmte te leveren, maar ook als koelingapparaat. Het is bovendien een gesloten systeem dus het gas blijft in het systeem zitten en er is een externe verwarmingsbron Om de werking nog iets duidelijker te maken gaan we nu een beetje in op de thermodynamica. Bij een theoretische Stirling motor, gaan we uit van een ideaal gas. Deze voldoet aan de wet
van Boyle. Deze wet zegt dat P staat voor de druk en V voor het volume, net als in de bovenstaande grafiek en als we de warmte er ook nog bij willen betrekken
kunnen we de constante opschrijven als waarin n het aantal moleculen is, R de gasconstante(R = 8,314 472 J / K mol) en T de temperatuur in Kelvin. We krijgen dus:
7
Het rendement We gaan nu kijken naar het rendement van een Stirling motor met behulp van de stirling- cyclus die we hiernaast zien. We gaan er vanuit dat er in de ideale situatie geen verlies is, alle energie wordt dus omgezet. In de diagram zien we dat we aan arbeid, de Wcomp( de compressiearbeid) leveren en dat we de Wexp(de expansie arbeid eruit krijgen. Voor de thermische energie geldt dat we de warmte om hem te verhitten (Qheat) en de hitte met het uitzetten(Qexp) moeten leveren, en dat we daarvoor de Qcomp( compressie warmte) en Qcool (koelingwarmte) terugkrijgen. De hoeveelheid arbeid is in de ideale situatie gelijk aan de hoeveelheid thermische energie. In een formule krijgen we dan volgende vergelijking: Qexp + Qheat - Qcool - Qcomp = Wexp – Wcomp Het rendement is de arbeid die we overhouden gedeeld door de toegevoerde thermische
energie. Dus het rendement is een andere manier om het rendement
te berekenen is 1- . De temperatuur is dan in Kelvin. Voor een
theoretisch rendement van 100% zou de hoogste temperatuur dus oneindig groot moeten zijn, of de laagste temperatuur het absolute nulpunt. Op Wikipedia stond een eenvoudig bewijs voor dit rendement met behulp van de entropie, de hoeveelheid warmte die wordt toegevoerd bij een reversibel proces gedeeld door de (absolute) temperatuur waarbij dat proces plaats heeft:
Het bewijs met behulp van de entropie S en de TS-grafiek is eenvoudig:
: in de figuur de gele oppervlakte.
: in de figuur de
gearceerde oppervlakte.
: in
de figuur de gele, niet gearceerde oppervlakte.
8
In figuur 2 zien we een PV diagram (druk/volume) en in figuur 3 een TV diagram
(temperatuur/volume) Hierin is goed te zien dat er bij de compressie bij de lijnen van
step 1 en step 3 geen warmteverschil is.
Analyse van de Stirlingmotor
Er zijn drie verschillende methodes om je stirlingmotor te analyseren.’ - Je kunt kijken naar de ideale situatie en daar allerlei wetten en modellen op los laten,
zoals het schmidt model
- Je kan ook kijken naar verschillende soorten verlies die je hebt bij je stirling. En deze verwerken in je ideale situatie
- Je kan ook nog verschillende formules en vergelijkingen gebruiken voor verschillende soorten verlies, en dan kan je zoeken naar een relatie tussen de verschillende verliezen.
Onze berekeningen volgens de Schmidt theorie: Wij hebben als het laatste een Stirlingmotor die heft meest lijkt op een gamma-type stirling motor (zoals hiernaast is afgebeeld)op de volgende bladzijde staat aangegeven hoe onze stirlingmotor berekend had kunnen worden volgens G. Walker.
9
The expansion momental volume - VE and the compression momental volume - VC are described in
the following equations with a swept volume of a displacer piston - VSE, a swept volume of a power
piston - VSC and a phase angle - dx between the displacer piston and the power piston.
(39) (40)
The total momental volume - V is described a next equation.
(41)
The engine pressure - P based the mean pressure - Pmean, the minimum pressure - Pmin and the
maximum pressure - Pmax are found in the following equations.
(42)?
Now,
(43) (44) (45) (46) (47)
(48) (49)
(50) (51)
The P-V diagram of Gamma-type Stirling engine can be made with above equations.
Helaas hebben wij onze Stirlingmotor niet werkend gekregen, anders hadden we ook nog het
aantal rotatie per minuut willen berekenen en het vermogen.
Voor het vermogen hadden dan alleen maar de tijd hoeven te meten die de Stirling nodig had om een bepaald gewicht een aantal cm omhoog te tillen.
Het vermogen was dan P= met E= mgh
Dus we krijgen dan P= Voor het bereken van het aantal rotaties gebruiken we de volgende formule:
10
Thermokoppel Om de temperatuur in onze Stirlingmotor te meten, werden wij gewezen op het bestaan van een thermokoppel. Een thermokoppel is een manier om een temperatuur te meten tussen twee punten. Dit gebeurt door middel van het Seebeck effect. Doordat er twee draden aan elkaar verbonden zijn, ontstaat er een potentiaalverschil als de twee verbindingspunten in temperatuur verschillen. Hiernaast een voorbeeld van een thermokoppel met constantaan en koper. Als er bij de punten T2 en T1 een temperatuur verschil is onstaat er volgens het Seebeck-effect een elektrische spanning. Onze Stirling was geschikt om een thermokoppel te gebruiken omdat wij de temperatuur in een gesloten ruimte wilden meten.
Zoals je in de twee bovenstaande plaatjes ziet, is een thermokoppel dus goed om een temperatuur in een ruimte te meten, als je een oppervlakte zou meten zou de omgevingstemperatuur teveel invloed uitoefenen zoals op het plaatje links. Helaas is het ons niet gelukt om onze thermokoppel (Bijlage A afb 2) te ijken. Wij hadden onze twee metalen (ijzer en koper) aan elkaar gesoldeerd. (zie Bijlage A afb 1b) Maar toen wij 1 contactpunt gingen verhitten smolt het tin weg (bijlage A afb 1a). Door tijdgebrek hebben wij dat daarna niet meer kunnen verbeteren.
11
Onze Stirling in de praktijk
1. Basis stirlingmotor met 1 zuiger Als gebruikten de onderstaande bouwtekening als basis voor onze stirlingmotor. Dit
deden we, omdat ons dit een simpele vorm
van een stirlingmotor leek. Ook was hij te
bouwen met materialen uit de bouwmarkt
en met middelen die wij voor handen
hadden.
Onze cilinder maakten we uit een
siroopblik, met een doorgesneden blikje
cola als zuiger.
Dit zat in een houten omhulsel, waar de
aandrijfas aan bevestigd was. De cilinder
sloten we af met een ballon, waar houten
stokjes op bevestigd waren Dit kun je duidelijk zien op de afbeelding 4 in bijlage B Deze
houten stokjes gaven de beweging van de zuiger door aan de aandrijfas en omgekeerd.
Ook bevestigden we een paar blokjes hout aan het uiteinde van een kromming van de
aandrijfas, (afbeelding 10 in Bjilage B is ter verduidelijking) deze moesten als
tegengewicht dienen, en de zuiger weer naar beneden drukken, als de zuiger omhoog
was gekomen.
De zuiger bleek niet te werken doordat hij er veel last had van wrijving. Dit kwam onder
andere doordat de aandrijfas niet helemaal recht was en de zuiger contact maakte me de
cilinder.
2. Aangepaste stirlingmotor met verlaagde wrijving Bij deze versie probeerden we de wrijving zo veel mogelijk te verlagen. Dit hebben wij
gedaan door de aandrijfas rechter te maken (die was eerst niet helemaal recht) en de
gaten in de stokjes groter te maken, zodat de aandrijfas vrijer kon draaien. We zorgden
voor een betere afsluiting van de cilinder, zodat er geen (warme) lucht kon ontsnappen
en het verlies van vermogen zou afnemen en zorgden dat de cilinder en de zuiger beter
in elkaar pasten, zonder dat deze contact maakten, dit deden we door de zuiger wat te
vervormen. Nadat we deze aanpassingen hadden gedaan, draaide de aandrijfas
aanzienlijk soepeler.
We besloten het gewicht van de zuiger te verhogen, om het gewicht van het
tegengewicht te compenseren, dit deden we door kleine steentjes in het colablikje dat
dienst deed als zuiger te doen, toen bleek dat dit averechts werkte, verlaagden we de
massa van de zuiger door de steentjes er weer uit te halen. Op afbeelding 2 van bijlage B
kun je zien dat wij de holle zuiger open konden maken, om het gewicht aan te passen.
We verlaagden ook de massa van het tegengewicht, door het blokje hout kleiner te
maken. Dit zorgde ervoor dat de aandrijfas gemakkelijker kon draaien, maar de zuiger
kwam nog steeds niet in beweging.
12
3. Aangepaste stirlingmotor met 2 zuigers We beredeneerden dat de functie van het tegengewicht, namelijk het omlaag duwen van
de zuiger nadat deze helemaal omhoog is gekomen, overgenomen kon worden door een
tweede zuiger in een aparte cilinder. Onze stirlingmotor had de kracht niet om het
gewicht omhoog te krijgen, terwijl die wel nodig was om de zuiger weer omlaag te
drukken.
We maakten de tweede cilinder, door een stuk Pvc-buis aan de zijkant, halverwege de
cilinder te plaatsen. We zaagden een rond gat, halverwege de cilinder en daar
bevestigden we de buis horizontaal op. De Pvc-buis was 90° gebogen, zodat het
bovenste deel van de buis verticaal liep. Deze buis sloten we af met een ballon, die
dienst deed als hulpzuiger.
Dit bleek goed te werken en verkleinde het dode moment (het moment waarop de as
‘vastloopt) nog verder, zodat deze bijna verdwenen was. Helaas begon de motor nog niet
uit zichzelf te lopen, wel bleef deze een tijdje doordraaien als we de as een zetje gaven.
4. Aangepaste stirlingmotor met 2 zuigers en aangepaste verwarmingsbron We bedachten dat de stirlingmotor misschien beter zou werken als de lucht in de cilinder
sterker verhit werd, omdat de lucht dan verder uitzet, en de zuiger sterker omhoog zou
drukken. Ook zou de motor dan sneller in werking gaan (zodat we minder lang hoefden
te wachten voordat de zuiger in beweging kwam). Daarom vervingen we het
waxinelichtje, dat we tot nu toe hadden gebruikt als verwarmingsbron, door een
keramische kookplaat. Om dit te doen, moesten we het frame wel wat aanpassen, zodat
de cilinder gemakkelijk verhit kon worden door de kookplaat. De aanpassingen waren vrij
simpel uit te voeren.
Dit bleek redelijk goed te werken, de ballon van de hulpzuiger ging aanzienlijk sneller bol
staan (waaruit we konden afleiden dat de lucht in de cilinder meer en sneller uitzette).
Helaas bleek onze metalen cilinder niet zo goed bestand tegen de hoge temperatuur,
aangezien deze zwart blakerde aan de onderkant.
Bekijk voor een goed beeld de filmpjes die staan vermeld in Bijlage C
13
Conclusie
Na het maken van dit profielwerkstuk kunnen we maar tot één conclusie komen en dat is dat
je veel problemen kan tegenkomen. Het bleek veel lastiger om een werkende stirlingmotor te
maken. We stuitten op veel verschillende problemen die variërende oorzaken hadden.
- Afmetingen en verhoudingen
Zo bleek het lastig om de afmetingen en verhoudingen van verschillende onderdelen te
bepalen, terwijl wij wel dachten dat dit een grote invloed heeft op het werken van de
stirlingmotor.
- Te kleine kracht opgewekt door de stirlingmotor
We hadden van tevoren al gelezen dat de kleine hoeveelheid kracht die een stirlingmotor
kan opwekken een belangrijk nadeel is. Wij hebben ervaren waarom dit zo’n groot nadeel is.
De stirlingmotor kon niet genoeg kracht opwekken om de as in beweging te zetten.
- Te grote tegenwerkende kracht
Doordat de stirlingmotor weinig kracht heeft, moeten de tegenwerkende krachten klein zijn
om te werken. Dit betekent dat wij de tegenwerkende krachten, zoals wrijving, zo klein
mogelijk moesten maken. Helaas is het ons niet gelukt om te tegenwerkende krachten klein
genoeg te maken om de stirlingmotor werkend te krijgen. Dit komt omdat het lastig was om
de zwaartekracht te neutraliseren en de wrijving laag te houden.
14
Evaluatie
Boyd: Ik vond het een interessant onderwerp, dat lastiger bleek dan verwacht. De theorie van de stirlingmotor leek zo simpel, dat ik verbaasd was dat dhr. Russeler aan het begin zo sceptisch reageerde toen we zeiden dat wij een stirlingmotor gingen bouwen. Aan zijn reactie merkte ik dat het waarschijnlijk lastiger was dan ik dacht. Dit bleek inderdaad zo te zijn. We stuitten op veel problemen die wij moesten oplossen om een werkende motor te krijgen. Ook is het verschillende malen gebeurd dat wij vastliepen op een probleem, waarvan wij geen idee hadden hoe we deze moesten oplossen. We moesten dan terug naar de informatie die we hadden gevonden, om te kijken of ergens een oplossing of een aanwijzing stond die ons kon helpen. Maar ook zochten we het internet af, op zoek naar aanvullende (of ontbrekende) informatie, voorbeelden en tips. We bekeken werkende stirlingmotoren en probeerden te ontdekken waarom die wel werkte (en die van ons niet). Zo werd ons idee om een hulpzuiger te gebruiken bevestigd, doordat we verschillende motoren vonden, waar deze ook gebruikt werd. Ik denk dat wij teveel zijn bezig geweest met het werkend krijgen van de stirling motor, dit komt misschien omdat wij allebei het idee hadden dat we deze werkend moesten krijgen voor een goed profielwerkstuk. Hierdoor begonnen we te laat met het maken van het verslag en de metingen die we moesten verrichten. Onze planning had ook beter gekund, waar we deze aan het begin nog vrij strak volgden, werd dit later steeds minder. Dit komt voor een deel doordat wij ons teveel richtten op het werkend krijgen van de stirlingmotor (zoals ik al eerder heb gezegd) en minder op het verslag en de metingen, dat Pim zijn schouder uit de kom ging hielp ook niet echt mee. Ik denk dat onze planning beter was geweest als duidelijker tegen ons gezegd dat we teveel met het werkend kirjgen van de motor bezig waren en we wat meer gestuurd werden om te beginnen met de metingen. Meneer Russeler heeft dit wel eens tussen neus en lippen door opgemerkt, maar dit drong niet duidelijk tot ons door. Ook liet ik Pim misschien te veel de leiding over nemen, het was misschien beter geweest als ik zelf wat meer de leiding had genomen. Dat was misschien beter geweest voor onze organisatie, en had er voor kunnen zorgen dat we ons beter aan de planning hielden. Maar misschien werkte deze manier van werken wel beter voor ons, dat Pim meer de leiding nam, en ik meer met het praktische deel bezig was en mee hielp oplossingen bedenken.
Pim: Het was heel leerzaam om deze PWS te maken, ik vind het persoonlijk alleen heel jammer dat er zoveel tegenzat. We hebben de Stirling niet werkend gekregen, en helaas zijn we hier lang in blijven hangen waardoor we op een gegeven moment in tijdgebrek kwamen. We bleven te veel hangen bij de Stirling. Daardoor hebben we de andere interessante dingen niet gedaan, zoals de temperatuur meten met een thermokoppel. Het onderwerp boeide me wel veel, ik vond het leuk om bezig te zijn met de Carnot-cyclus, ook al is het allemaal theoretisch. Ik denk dat Boyd en ik ons wel in het onderwerp hadden vergist, we dachten dat we wel even een Stirlingmotor konden maken, maar dit bleek zwaar tegen te vallen. De samenwerking verliep over het algemeen wel goed, we waren elk weekend steeds een hele dag of middag en soms zelfs twee dagen bezig met de Stirlingmotor. Alleen toen we steeds uitstel kregen liep het allemaal een beetje vast, we waren van plan de Stirling te laten voor wat het was, en verder te gaan met het verslag en de thermokoppel. Met de thermokoppel hadden we het probleem dat we in eerste instantie niet gelijk een afspraak in het technieklokaal konden krijgen. Ook was het probleem dat Boyd en ik een totaal verschillend rooster hebben, hierdoor was het moeilijk om dingen goed op elkaar af te stemmen.
De bronvermelding en de bijlagen zijn te vinden in op de CD