342

Post on 07-Nov-2015

2 views 0 download

description

234234234

Transcript of 342

Analyse Sonata I Fandanogs Y Boleros

Artez zwolleAnalyse Sonata I Fandanogs Y BolerosLeo Brouwer

Michel Teelen6/8/2015

In opdracht van Jan Nijland

I - Maat 1-2: Hoofdmotief+variatie

Secunden, tertsen en kwarten (Maat 2) Variatie van flageoletten en repeterende noot g

I - Maat 3: Variatie hoofdmotief

Let op de variatie van de flageoletten.

Ook de noot G speelt een belangrijke rol en wordt ingezet als repeterende noot om spanning te creeren. Hierna volgen de noten: Ab Db F G Bb Eb die een soort opmaat zijn voor maat 4 die overigens ook op een Eb begint. Deze opmaat is de introductie van de klasse van Brouwer: contrasteren met verschillende werelden in n stuk.

I - Maat 4: contrasterende maat

Deze maat is een contrasterende- maar ook opvullende maat die toewerkt naar maat 5 waarin weer een nieuw motief (D#- E) komt. Kijk naar het strakke ritme en opvullende noten. De Eb en Bb hebben hier melodisch wel een belangrijke rol.

I - Maat 5: Het Grote septiem-motief + hoofdmotief zonder flageolet.

Grote septiem-motief wordt opgevolgd door het hoofdthema. De ontzettend virtuoze onderbreking van dit spannende en mysterieuze thema komt tot zijn eind. Het hoofdthema wordt nu weer herhaald en we zijn weer op onze thuisbasis, onze wereld, ons vaderland. Het lijkt wel een soort Psychose die ten einde komt. Dit zal brouwer nog heel vaak gaan doen: Contrasteren.

I - Maat 6: Variatie hoofdmotief

Lijkt op maat 2, echter geen flageoletten bij de eerste 2 noten.

I - Maat 7: Het Ritmische-motief (speelt een belangrijke rol in deel III van sonate, toccata)

Dit motief wordt in maat 7 geintroduceerd en bestaat uit de eerste twee tellen van maat 7. Tel 3 en 4 zijn uitbereidingen van dit motief. De melodie bestaat voornamelijk uit secundes en tertsen. Het ritme staat echter centraal.

I - Maat 8: Uitbereiding van ritmisch motief

Secunden en tertsen zijn veel aanwezig.

I - Maat 9: Variatie hoofdmotief

Maat 9 heeft eigenlijk dezelfde functie als maat drie.Ook hier speelt de noot G een belangrijke rol en wordt ingezet als repeterende noot om spanning te creeren. Hierna volgen een vijf- en zestol die ook weer als een soort opmaat dient. Geen tussenmaat deze keer naar het Grote septiemen motief. We gaan weer naar een andere wereld.

I- Maat 10-12: Het Grote septiem-motief + ritmische uitbereiding

De noot d heeft dezelfde functie als de al eerder voorkomende repeterende noot g. Wel is dit echter een signaal voor het einde van de introductie (maat 1 tm 12). Het mooie in maat 11 en 12 zijn de contrasten tussen de twee werelden die brouwer weer creert. De B-D motieven geven toch weer een soort thuisgevoel doordat er geen harmonische intervallen meer zijn die wringen en de piano- dynamiek. Toch is er nu communicatie tussen deze twee werelden. In maat 11 is e-g#een terts, van d-b ook, in maat 12 krijg je eveneens ditzelfde proces. Ook vindt er ritmische-immitatie plaats.

II - Maat: 13-16: Dansthema

Vanaf maat 13 komt het dansgedeelte, de introductie is afgesloten. Het dansgedeelte bestaat uit een dansmotief die in maat 13 te zien is. Er wordt in de daarop volgende maten gevarieerd met de bastoon die vaak als flageolet gespeeld wordt. Tertsen, kwarten en kwinten komen veelvoudig voor.

II - Maat 17-23: Dansthema met onderbrekingen + fragmenten gebaseerd op het ritmische motief.

In maat 17 komt er nieuw thematisch materiaal: In de eerste tel komt de secudensprong gebaseerd op het ritmische motief (maat 7), die deze secundensprong en strak ritme ook kent. Deze komen terug in een dalende secunde in maat 18. In maat 20 en 22 zijn deze motieven eveneens op de eerste tel van toepassing, ook deze maten zijn gebaseerd op het ritmische motief en vormen een mooi contrast met het dansthema die juist erg vrij klinkt en een spiritueel karakter kent.

Het mooie contrast van maat 17-23 is het vrije dansthema die onderbroken wordt door een absurd snelle beweging die metname veel secunden kent en waarin veel variatie terug te vinden is. Hier dus weer een contrast tussen twee werelden die naast elkaar staan en niks met elkaar te maken hebben.

II - Maat 24-27 Afsluiting dans met versnelling dansthema + het grote septiem-motief

Deze maten worden gebruikt om een afsluiting van het eerste dansgedeelte af te sluiten. In maat 27 komt het grote septiem-motief weer terug, contrasterend. In maat 28 is er tijd voor de speler om te adamenen komt er een motief van repeterende noten (3 zestienden x3). Dit is een variatie van de al eerder voorgekomen noten groeppering van maat 11-12, waarin vraag en antwoord de manier van communicatie is tussen deze twee werelden. Dit geeft een mooie pauze.

III Maat 29-34: Het swingende thema.

Vanaf maat 29 komt er echt een nieuw swingend thema die zich laat varieren in de daarop volgende maten. Echter komt ook veel herhaling voor. De belangrijkste kenmerken van dit nieuwe thema zijn: het swingende cubaanse ritme,het hoofdmotief 8ste 16e ,8e 16e noten (maat 29 tel 1-3,4-6) en de tertsen D-B die herhaald worden, de verminderde intervallen (G#-D), de tertsen (D-B) die afgewisseld worden met kwarten (E-B,B-E) en de bastoon G# die dient als orgelpunt. De harmonie: E7(/G#)

III Maat 35-38: Verdere uitbouw van het swingende (nu consonant geworden) thema.

Variaties in deze maten zijn: Orgelpunt is nu een F, de intervallen die het thema kenmerken zijn nu secunden geworden, tertsen komen nog wel voor, ook is er vanaf 36 sprake van ritmische verdichting. Deze verdichting heeft als functie het creeren van spanning en het voorbereiden van maat 39, waarin de muziek vraagt om nog meer agressie en intensiteit. het hoofdmotief 8ste 16e ,8e 16e noten ( maat 35 tel 1-3,4-6) blijft ritmisch hetzelfde, melodisch worden de intervallen veranderd van tertsen naar secunden (A-G), wel worden deze herhaald. Dit geeft weer aan dat Brouwer een componist is van ritmische klasse. Het ritme is hier weer de gangmaker.

III- maat 39-41 Hoogtepunt swingende thema

In maat 39 bereiken we een C#min7 akkoord die fortizimo wordt gespeeld. Hiermee bereiken we het hoogtepunt van het swingende thema en ook het hoogtepunt van het stuk. Ook hier is het hoofdmotief 8ste 16e ,8e 16e noten ( maat 39 tel 1-3,4-6) ritmisch hetzelfde en melodische variatie (B-G#, A-G#). De melodie wordt dus niet herhaald. In maat 40 gaan we even naar een bmin7 akkoord, waarna we in maat 41 een kopie krijgen van maat 39.III- maat 42-44 Abrukte onderbreking van Swingend thema door gebruik van drie verschillende motieven

Maat 42 heeft het grote septiem-motief van maat 7. Deze maat is een onderbreking van het Swingende thema.

Maat 43 kent een nieuw motief die dient als een soort variatie en herdenking van maat 35. Hier is het Fmaj7 akkoord in terug te vinden.

Maat 44 dient als opvullende maat, een kort virtuoos loopje

III - Maat 45-46 Daar is het Swingende thema weer

Deze twee maten zijn een kopie van maten 33 en 34. Dit bevestigd maar weer dat Brouwer meerdere werelden met elkaar laat contrasteren. Zoals het Swingende thema wat opeens wordt onderbroken door het grote septiem-motief en dan toch weer terug komt.

III - Maat 47 Verrassende opvolging en onderbreking van maat 46

In maat 47 krijg je een herhaling van maat 43. Het leuke is dat je nu de variatie van maat 35 (Fmaj7) krijgt en dat dat nu de directe opvolging is van het E7 akkoord die hiervoor weer te horen was.Wel heeft ook deze maat een hele andere functie, dit is namelijk weer een onverwachte onderbreking van het Swingende thema.

Op tel 2 is er weer een 8e noot die opgevolgd wordt door een 16e noot. Dit ritmische motief is ontzettend veel terug te vinden in dit stuk, ook in de volgende maten.

III - Maat 48-50 Akkoorden en 8e-16e ritme In maat 48-50 zijn er enkele harmonien (C+7, Fmaj7(#9) in maat 48, C+7, Gmin7 in maat 49, C+7 en Amin7/maj7 in maat 50) die de aandacht trekken en is het ritmische motief 8e-16e het belangrijkst en overal terug te vinden. Ook in maat 48 weer melodische verandering (E-B, D-B) en worden de intervallen kleiner. Bij maat 49 krijgen we voor het eerst stijgende intervallen in het 8e-16e motief (E-G, E-G) en worden deze noten herhaald. Maat 50 is een nieuw motief die deel uitmaakt van het Swingende thema.

III Maat 51- 55 Opvullende maat, 8e-16e ritmeen variatie Ritmisch motief

Maat 51 is weer een virtuose opvulmaat, maat 52 is weer een nieuw motief die bij het Swingende thema hoort even als maat 54. Kenmerkend ook natuurlijk hier weer is het 8e-16e ritme en de herhalende tertsen (D-B, D-B). De maten 53 en 55 zijn gebasseerd op het Ritmische motief. Maat 55 is dan dus weer een uitbereiding van maat 53 zoals maat 8 een uitbereiding is van maat 7. Echter worden hier meer tertsen toegepast dan secunden, wel erg ritmisch.

III Maat 56-59 8e-16e ritme

Deze vier maten hebben weer het 8e-16e ritme en maken dus deel uit van het Swingende thema. Melodisch weer twee herhalende tertsen (Ab-F, Ab-F).

III - Maat 60-63 opvullende maten

Dit zijn opvullende maten die een nieuwe melodie introduceren. Aan het eind van maat 62 is er een pauze, op maat 63 volgt er een herhaling van maat 28 maar dan natuurlijk met andere tonen die passen bij voorgaande tonen.

III - Maat 64-71 Terugkomst Swingend themaen 8e 16e ritme

Maat 64 is dan weer het zelfde idee als maat 29. Zo maakt Brouwer connecties en variaties en komt er een mooi verhaal met in maat 67 weer een broer van maat 48 wat in maat 68 deels herhaald wordt maar grof onderbroken is met loopjes in maat 68 en 70, die weer uitbereidingen zijn van maat 51. In maat 71 wordt er op typisch-Brouwer wijze een eind gebreid aan dit gedeelte in de Sonate. Ook hier worden de laatse 4 32e noten van maat 70 2 maal herhaald in de volgende maat.

IV - Maat 72-73 Nieuw Dansthema

Vanaf maat 72 komt er een nieuw Dansthema die veel lijkt op het Dansthema van maat 13. Zoals te zien is het ritme hetzelfde en lijkt de melodische lijn op die van maat 13, alleen wordt de derde noot B herhaald. Bij maat 13 gaat de Bb op dalende wijze naar een G.

IIa - Maat 74-86 Uitbereiding DansthemaAl deze maten blijven in n wereld/sfeer. Het tweede Dansthema wordt verder uitgewerkt.

IIa Maat 87-95 Uitbereiding Dansthema

Vanaf het einde van maat 87 komt er ineens een triool die dus eigenlijk weer het bekende contrast maakt. Hierdoor komt er wel weer meer beweging en beleving in de muziek.

IIa - Maat 96-112 Uitbereiding Dansthema

In maat 102 wordt deze wereld nog agressiever, doordringender en ongeduldiger.In maat 108 komt het eerste dansthema van maat 13 terug.

IV - Maat 113- 133 Einde sonata, verrassende quote van Beethoven (symfonie no. 6)

In maat 113 een verrassende introductie van Beethoven, die in maat 115 verder gaat met een Brouwer thema (het Swingende thema, eerste motief).In maat 117 komt het hoofdthema van Beethovens 6e Symfonie letterlijk terug. Daarna weer twee maten Brouwer, daarna weer Beethovens thema verder uitgewerkt. In maat 127 komt dan het hoofdmotief van brouwer, die in maat 128 weer wordt gevarieerd. En het tweede Dansthema komt in 129 en 130 ook weer terug. Daarna volgen de afsluitende maten die op grappige wijze toch consonant zijn.